aan Het circus Wenger Twee Amsterdamsche torens in de steigers - Tunnels in aanbouw te Rotterdam Een goed bezochte paardenmarkt - Veilingdrukte aan den Langedijk w 'i an li gL HA'AGSCHE COURANT VAN DINSDAG 28 MEI 1930. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. 4 'F' I AAN DEN LANGEDIJK HEERSCHT MOMENTEEL EEN BENZINE-BESPARING. GROOTE DRUKTE MET HET VERLADEN VAN DE NOG IN DE MODERNE KOELHUIZEN AAN WEZIG ZIJNDE KOOL Het paard wordt thans gebruikt om zijn concurrent, de auto, op stal te brengen. Eén paard stelt drie auto’s voorloopig „in verzekerde bewaring”. (Nadruk verboden.) gevoel van onzekerheid en geheim zinnigheden, die over het circus „Ex celsior” rusten. Nogeens glijdt zijn blik over de schrijftafel. Daar in een open vak schemert iets, onwillekeurig haalt hij het te voorschijn, het is een legerrevolver. Hij trekt nog een tasch mede en zes gevulde patronen. In gedachten verzonken ontlaadt hij het wapen, spant de haan en probeert. Hij ziet de .letters op de kolf „R.W.”. Rolf Wenger dus. Men kan zien, dat hij het wapen verzorgd heeft tot zijn dood toe, daar na schijnt het echter niet meer geolied te zijn. Hans probeert nog eens. Een beetje zwaar gaat het wel, maar het is een goed wapen. Morgen zal hij het uit elkaar nemen en smeren. Hij laadt het wapen en gordt het om, maar tegelijk bemerkt hij, dat hij dit onwillekeurig doet. Was hij bang? Trots drukt hij de lippen op el kaar. Ach wat, wie weet waar het goed voor is. In dezen strijd in het duister moet men op alles voorbereid zijn. Dadelijk, den anderen morgen ver telt Hans Higgens onder vier oogen van de nachtelijke ontdekking. De bankier is heelemaal niet zoo verrast. Ik dacht wel, dat er vannacht weer iets gaande was. Brouwers is er niet zoo gemakkelijk af gekomen als u. Men heeft hem, toen hij zijn wagen wilde binnengaan, eenvoudig neergeslagen. Is de kas beroofd? Neen, maar Brouwers heeft een leelijken klap gehad. Hij heeft den ke rel, die hem neersloeg, niet herkend. ALS ONDERDEEL VAN HET TUNNELPLAN bouwen de Spoorwegen zes verkeerstunnels naast elkaar onder het emplacement bij de Henegouwerlaan te Rotterdam. De bestaande tunnel, welke reeds veel te smal was, kan het toegenomen rijverkeer bijna niet verwerken, nu in de binnenstad nog niet alle normale verkeer mogelijk is. De groote drukte op dit ver keerspunt. Links achteraan de tunnelingang met daarnaast de in aanbouw zijnde tunnel. Wie was het? Laat u toch niet merken, dat wij over deze dingen praten, doe alsof wij het over iets onschuldigs hebben. Ik heb hem niet herkend, hij bleef in de schaduw. Quito herkende hem ook niet, zooals hij mij vanmorgen vertel de. Quito? Ik smeek u, lacht u hartelijk, doet u alsof ik u een grap verteL Wees ervan overtuigd, dat men ons beloert. Natuurlijk zag Quito het ook, hij ziet altijd alles. Maar hij mag niet weten, dat ik het u nu vertel. Haar donkere oogen kijken Hans vleiend aan. Dan is het erg moeilijk niet te vragen: Waarom waarschuwt u mij, waarom zegt u mjj dit alles, terwijl u toch niet moogt? De stem fluistert verder: De man is een langen tijd in den werk- wagen geweest, daarna werd het licht uitgedraaid en hij verliet den wagen heel voorzichtig. Plotseling duikt uit het donker een andere man op. Ik kon juist de omtrekken van beiden herkennen. En daar... Zij huivert ondanks de warme zoikj Haar zelfbeheersching dreigt te ver dwenen. Daar belicht hij, die uit den wagen kwam, het gezicht van den ander en verblindt hem met zyn zak lantaarn. In dit oogenblik heb ik den tweede herkend, slechts een oogenblik, maar ik zag hem heel duidelijk, voor dat de eerste hem neersloeg en ver dween. Brouwers, zeide Hans snel. tWordt vervolgdj^ DE JAARLIJKSCHE GROOTE PAARDENMARKT TE OPMEER-SPANBROEK WAS ZEER DRUK BEZOCHT, VOORAL OM HET FEIT, DAT DE VRAAG NAAR PAARDEN OP HET OOGENBLIK ZOO GROOT IS. NOG DEZE WEEK zullen de hengelsportliefhebbers hun zoo geliefkoosde sport weer mogen beoefenen. De hengelsport- artikelen-leveranciers hebben het al druk. Nauwkeurig wordt de zinker gekeurd alvorens tot den koop over te gaan. AMSTERDAM RESTAUREERT ZIJN OUDE TORENS. Twee Amsterdamsche torens met een „jasje” aan. Op den voor grond de Zuiderkerkstoren en op den achtergrond de Oudekerkstoren. 11) Hans wordt opmerkzaam, hij trekt de map naar zich toe en slaat haar open. Hij ziet een wirwar van lijnen, maatberekeningen, haastig neerge schreven opmerkingen, een op het eerste gezicht onbegrijpelijk iets. Wat kan dit zijn, mr. Higgens? De bankier trekt een verdrietig gezicht. Dat mag Joost weten, zegt hij. Wij hebben het ook bestudeerd, maar konden er geen wijs uit worden. Het moet een constructie zijn. Uw oom ontwierp vaak zoo iets. Dat was een liefhebberij van hem, waarschijn lijk kwam zijn ingenieursinstinct dan boven. Hij was in vele opzichten een groote fantast, als zoo menig pracht- mensch is. Hans Wenger knikte peinzend. Hig gens legt de hand op zijn schouder. Begin nu niet te piekeren, mr. Wenger. Dat bekomt iemand nooit goed. Ik was juist onderweg voor een controle rondgang door het circus, toen ik hier licht zag. Hij lacht zwakjes. Eigenlijk is het uw plicht om dit nu te doen. Hans begrijpt het verwijt van den ouderen man. U hebt gelijk, ik sluit mij bij u aan. Hij schuift de papieren bij elkaar en legt er een zeldzamen steen op. die hem juist in de hand valt, hij legt hem zorgvuldig op de construc- tiemap en trekt dan zijn jas aan. Zij gaan, de sleutel knarst in het slot. Het duurt wel een uur eer de rond gang beëindigd is. Higgens brengt den jongeman naar den woonwagen terug. Het heeft opgehouden te rege nen. Higgens’ humeur is veel beter geworden, hij fluit een vroolijk wijsje. Als hij afscheid heeft genomen en zijn gestalte uit het gezicht is ver dwenen, blijft Hans plotseling staan, zijn hand glijdt van de klink, die hij reeds omvat houdt. Dat hij daar nu pas aan denkt. Hij heeft het licht in den werkwagen laten branden. Snel springt hij van de trap jes en gaat naar den werkwagen. Maar opeens blijft hij staan. De ra men van den wagen zijn donker. Maar een vergissing is uitgesloten, weet hij stellig. Hij had het licht niet uitgedraaid en Higgins deed het ook niet. En nu is het donker. Wie heeft het licht uitgedraaid? De deur van den wagen was Immers gesloten? Zoekend kijkt hij rond. Niets is te zien en toch komt het hem voor alsof iets in de omgeving is veranderd. Hij kijkt naar de schrijftafel. Daar ligt nog de map met het opschrift „Con structie”, maar de vierkante steen, dien hij, zooals hij zich heel goed her innert, precies op het opschrift heeft gelegd, ligt nu nauwelijks nog op den rand van de map. Ook onder de pa pieren had men gezocht, een stapel mappen schijnt verschoven te zijn. Opeens overvalt Hans weer het tig, dat Brouwers zoo tactvol is ge weest om niet dadelijk den ouden heer Wenger een schrik op het'lijf te ja gen en den aanval op deze wijze heeft ingekleed. In dit oogenblik ziet hij Juanita, die met een paar pakjes onder den arm naar haar wagen gaat. Juist verliest zij een pakje en het valt op den door weekten grond. Neem mij niet kwalijk, vader. En reeds is Hans weggerend. Hij hoort juist nog, dat Higgens Gertrude een rondgang door de stallen voor stelt. Hans heeft haastig het pakje opge raapt. De jonge man kijkt hulpeloos naar het „iets” dat hij in de hand heeft. Over Juanita’s ernstig gezicht vliegt een lachje. Het is maar een doosje schoencrême, senor Wenger, troost zij..Ik dank u wek Hoe kunt u zooveel pakjes dra gen, signora Juanita? Mag ik u hel pen dragen? Het lachje is van haar gezicht ver dwenen. Ik dank u wel, senor Wen ger, maar ik heb maar een paar stap pen te doen naar mijn wagen. En... u moet voorzichtig zijn. Zij heeft de vier laatste woorden slechts gefluisterd. Hans kijkt haar onzeker en verrast aan. En weer dempt zij haar heldere stem, iets angstigs klinkt er in. Heel erg voorzichtig, senor Wenger. Ik kan en durf u niet alles te zeggen. Maar gis teravond, toen u met mr. Higgens den werkwagen verliet, is daar een man bezig geweest. Ik sliep nog niet en heb het gezien— Eerlijk gezegd, de kwestie geeft mij zorg, mijnheer Wenger. Zulke dingen zijn tot nu toe nog niet gebeurd. Hig gens schijnt erg ongerust. Hans fronst het voorhoofd. Alles is in het heldere zonlicht, dat over de circusstad ligt, minder griezelig. Wij moeten een goeden nacht dienst van vertrouwde menschen in stellen, stelt hij voor. Higgens lacht. Een goede gedach te, mr. Wenger, er is echter een fout bij. Wie is hier werkelijk vertrouwd? De komst van den ouden Wenger en Gertrude maakt een einde aan het on derhoud. Karei Hendrik Wenger is in een goed humeur, hij glimlacht zijn zoon toe. Zeg Hans, het komt mij voor, dat ik nog een massa te leeren heb. Zooeven heeft Brouwers een kleine voordracht voor mij gehouden over wat men allemaal moet weten om te kunnen beoordeelen hoe de reisroute van een circus moet zijn. Reis en be- vrachtingskosten, ja, dat begrijp ik nog. Maar de dieren en de artiesten spelen ook nog een rol en daarbij komt dan nog de concurrentie en dan nog wat de burgemeester er mee te ma ken heeft, neen, mijn hoofd draait er van. Dat geloof ik graag vader, het is nog niet zoo eenvoudig. Overigens, Brouwers is een flin ke vent, alleen een bril moest hij ne men. Vannacht is hij met zijn hoofd tegen zijn eigen wagen geloopen, ver telde hij mij en hij ziet er ook naar uit. Hans knikt. Hij vindt het erg pret- -4- W 4 - I I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5