PROCLAMATIE Rijksminister Seyss-lnquart aanvaardt burgerlijk gezag de bezette voor Rede van Seyss-lnquart Als Rijkscommissaris Nederlandsche gebieden Ri jkscomm issaris Rijksminister No. 17580. 1940. van van aan Plechtige bestuursoverdracht militairen bevelhebber aan Rijks- commissaris in de Ridderzaal Rijkscommissaris Rijksminister Seyss-lnquart Woensdag 29 Mel. Sobere plechtigheid Generaal von Falken hausen spreekt 1 PRIJS DEZER COURANT: PRIJS DER ADVERTENTIËN: en eeuwen Rijksminister Seyss-lnquart Seyss-lnquart. en is het waar Tijdens de rede van Rijksconimiisöitris Seyss-lnquart. Voor ’s-Gravenhage bij vooruitbet. per 3 mnd. met „Kikeriki”, „De Nieuwste Mode”, „Koloniaal Bijblad” en „Letterkundig Bijblad” 3.Franco per post met Mode blad ƒ4.—, zonder Modeblad 3.75 Buitenland ƒ9.Landen waarop het verlaagd intern, drukwerk-posttarief van toepassing is 7.p. kw. Bij postkantoren tegen de geldende goedk. abonn.prijzen. Afz. nummers 5 et., fr. p. post 10 ct. D. mr. Tusschen half twaalf en kwart voor twaalf, het tijdstip waarop alle genoo- digden aanwezig zullen zijn, stroomt de zaal vol. Een overwegend deel der aanwezigen bestaat uit Duitsche offi cieren van verschillende wapens en van allerlei rang, alle in veldtenue ge kleed. De genoodigden in civiel zijn betrekkelijk gering in getal. De eerste rijen plaatsen tegenover het spreekgestoelte zijn gereserveerd voor de seeretarissen-generaal der Ne- derlandsche departementen van alge meen bestuur en de hooge Duitsche militaire autoriteiten; de eersten links van het breede middenpad, de laatsten rechts daarvan. Daarvóór zijn een drietal stoelen ge- Van 15 regels ƒ1.50. Iedere regel meer tot 10 regels 40 ct., daarna iedere regel meer 50 ct. Reclames 90 ct per regel. Bewijsnummers 5 ct., fr. p. post 10 ct Incasso binnen de stad 5 ct., buiten de stad volgens posttarief. Bij vooruitbetaling: Kleine Advertenties 90 ct.; Dienstaanbiedingen 70 et Advertentiën waarin voorkomt „Brieven aan het bureau van dit blad” 10 ct. meer. Deze courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen BUREAUXWAGENSTRAAT 35—37 Telefoon 116300 (zeven lijnen) Giro No. 12500 De Rijkscommissaris Rijks minister is voornemens, om het tot dusver geldende Neder landsche recht zooveel moge- lijk van kracht te laten blijven, bij de uitoefening van het be stuur gebruik te maken van de Nederlandsche autoriteiten en de onafhankelijkheid van de rechtspraak te waarborgen. Het Nedeirlandsche volk zal door de vervulling van de taak, die uit het gemeenschap pelijk lot voortvloeit, in staat zijn, zijn land en zijn vrijheid voor de toekomst te verzekeren. Tegen het middaguur is de zaal ge heel gevuld. De schijnwerpers worden ontstoken en hun felle stralen onder vangen het zachte licht der kronen. Filmapparaten worden gericht. Alles is gereed voor den aanvang der groote gebeurtenis. Wanneer allen hun plaatsen weer hebben ingenomen, zet het orkest de ouverture Rienzi van Richard Wagner in. De eerste strophen klinken statig door het hooge gewelf van de Ridder zaal. derlandsche gebieden. Op dit belang rijke plechtige oogenblik willen wij de genen gedenken, die aan beide zijden in den strijd getrouw hun plicht ver vulden en wier dood ons allen den plicht oplegt, aan het herstel te wer ken. Moge voor alles hun werk, mijn heer de Rijkscommissaris, vrucht dra gen, tot zegen van het Duitsche en Nederlandsche volk. Generaal Christiansen aanvaardt daarna in een korte toespraak de hem gegeven opdracht, welke hij in het be lang van het Duitsche en het Neder landsche volk hoopte te kunnen vol brengen. Rijkscommissaris Rijksminister Seyss Inquart neemt hierna het woord tot het houden van zijn rede, welke men hier onder vindt opgenomen. Heeren bevelhebbers, kameraden in de partij, in de weermacht en in den staat, mijne heeren. In dit uur gaat het hoogste re geeringsgezag in het civiele bestuur in de Nederlanden, overeenkomstig den wil van den Führer, op mij over. Nog geen drie weken geleden moest de Duitsche weermacht dit land in haar bescherming nemen, om te verhinderen, dat het met miskenning van alle be ginselen der neutraliteit tot basis ge maakt wordt van den stoot in het hart van het Duitsche industriegebied, zoo- als in de bedoeling lag van de vijanden van het Duitsche volk. Nadat alle ver wachtingen en plannen der Westelijke mogendheden waren ineengestort, was het duidelijk, dat dezen een laatsten uitweg voor het dreigende noodlot zoe kend niet zouden aarzelen ook dezen stap te doen. De Nederlanden waren het tooneel geworden van de bloedigste en hevigste gevechten, welke in hun felheid en vernietiging nog den ge weldigen slag, welke thans in Vlaan- Als de muziek is geëindigd, treedt generaal von Falkenhausen voor het spreekgestoelte. Hij spreekt als volgt: Op bevel van den Führer en Opper sten Bevelhebber der weermacht draag ik vanaf dit .oogenblik de militaire souvereine rechten pver aan den ge neraal der vliegers, Christiansen, als bevelhebber van de Duitsche weer macht in de Nederlanden, en de uitvoe rende macht in het civiele bestuur aan den Rijksminister Seyss-lnquart als Rijkscommissaris voor de bezette Ne- In 'de aloude Ridderzaal op het Binnenhof, het histori sche centrum van Nederland, heeft hedenmiddag de plechtige bestuursoverdracht plaats gehad door den Duitschen militairen bevelhebber in Nederland België, aan den Rijkscommissaris van het bezette Ne derlandsche gebied, Rijksminister Seyss-lnquart. In de sober, maar smaakvol versierde, bijna 7 oude Hooge Zale” kwamen de vele genoodigden samen, deels in uniform, deels in stemmige, zwarte kleedij. Daar waren een groot aantal Duitsche- en Nederland sche autoriteiten, o.w. in de eerste plaats de Duitsche bevelhebber voor Nederland en België, de seeretarissen- generaal der Nederlandsche departementen en de heer Amann, Rijksleider der Duitsche pers- Eere-compagnieën der Duitsche weermacht brachten bij de Ridderzaal de eerbewijzen. Dit Versailles, dat voor het Duitsche volk de toch reeds karige levensruimte nog beperkt en het nog beroofd heeft van de weinige schatten dezer aarde, welke zich in deze ruimte bevonden. Het Duitsche volk weet thans, waar het om gaat en heeft daartoe, niet de belache lijke overdrijvingen noodig van de zwakke nakomelingen van Versailles on der de huidige vijandige volkeren, die een nieuw en nog scherper Versailles zouden wenschen. Met deze fantasieën van een nog scherper Versailles vonnis sen dezer lieden slechts zich zelf. Wij, Duitschers zijn nu eenmaal in een ge bied geplaatst, dat ons van het Oosten en het Westen weerloos heeft uitgele verd aan den aanval van de telkens machtigeren. Eeuwen lang waren wij blootgesteld aan de rooftochten en roof- oorlogen van de Franschen, eeuwen lang brak over ons los de drang van het Oos ten, welken wij tot redding van het avondland steeds weer afweerden. Het Germaansche bloed in onze aderen gaf ons het initiatief en de energie, die de Nederlanders tot flinke zeelieden en kooplieden liet worden en ons Duit schers in den strijd om onze levensrech ten tot de beste soldaten ter wereld maakte. Ons Duitschers klinkt nog het woord van dien man in de ooren, wiens levens werk in deze dagen onder de slagen van de Duitsche weermacht is ineen gestort, en dat als laatste erfenis van den haat is gebleven: „Er zijn twintig millioen Duitschers te veel”. Moge elk land, dat zich thans tegenover Duitsch- land als rechter wil opwerpen, voor oogen houden, wat het wil zeggen, wan neer men als voltrekking van een poli- tieken wil, welke z.g. den rechtvaar» deren en Noord-Frankrijk op zegevie rende wijze beëindigd wordt, zouden 'hebben overtroffen. Reeds thans is het mogelijk, dank zij de grootmoedigheid van den Führer en de kracht van de Duitsche weermacht, de ordening van het openbare leven weder zoodanig te herstellen, dat deze in den gewonen gang van zaken slechts in zooverre zal ingrijpen, als de bijzondere omstandig heden van dit oogenblik zulks ver- eischen. Ik wil op dit oogenblik nu het hoog ste regeeringsgezag in het civiele be stuur in de Nederlanden, krachtens opdracht van den Führer van het Groot-Duitsche rijk en Oppersten Be velhebber van de Duitsche weermacht op mij overgaat, het Nederlandsche volk op duidelijke wijze uiteenzetten, waar het om’gaat. Op één ding wensch ik aan het begin van mijn betoog den nadruk te leggen alle wapensuccessen en de heerlijkste overwinning, welke ooit bevochten werd en thans in Vlaanderen werkelijkheid wordt, ver in de hooge Ridderzaal branden de electrische kronen. Haar licht straalt over de wijde ruimte, waar de plaatsen geleidelijk worden in genomen. Het met tapijten bekleede troon- bordes bij den rechterwand, waar boven de purperen baldakijn is ge spannen, is met groene heesters, waartusschen blauwe en roze hor tensia’s kleuren, afgeschermd. Schijnwerpers, opgenomen in klei ne groepen palmen, staan hier daar opgesteld. Vóór de groote schouw spreekgestoelte geplaatst, straks de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, Rijksminister Seyss-lnquart zijn rede ter overneming van het burger lijk gezag, zal uitspreken. In den linkerhoek heeft het orkest van den Rijkszender Keulen, onder leiding van den dirigent Otto Julius Kühn, dat de plechtigheid zal op luisteren, plaats genomen. Zoo is de entourage in de Ridder zaal, in afwachting van de histori sche gebeurtenis, die zich hier wel dra zal voltrekken. plaatst, bestemd voor den Rijkscom missaris, den militairen commandant in Nederland en België, luitenant-gene- raal von Falkenhausen, en generaal Christiansen. Van de Nederlandsche autoriteiten is het prof. mr. G. A. van Poelje, se- cretaris-generaal van het departement van Onderwijs, K. en W., die als eer ste zijn plaats inneemt. Een officier der S.S. begeleidt hem en ook de na hem komende seeretarissen-generaal naar hun plaatsen. Het zijn drs. W. Reysiger van Algemeene Zaken, jhr. mr. M. A. Snouck Hurgronje van Bui- tenlandsche Zaken, mr. dr. K. J. Fre- deriks van Binnenlandsche Zaken, mr. J. A. Tenkink van Justitie, ir. C. Rin geling, van Defensie, mr. D. G. W. Spitzen, van Waterstaat, mr. A. L. Scholtens, van Sociale Zaken, mr. H. M. Hirschfeld, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij, jhr. mr. O. E. W. Six, van Koloniën, e;n mr. L. J. A. Trip, van Financiën. anderen niets aan het feit, dat wij Duitschers liever met de tot een groet opgeheven open hand naar dit land waren gekomen, dan met de wapenen in de vuist. Dit feit zal eens voor den rechter stoel der geschiedenis op beslissende wijze de verantwoording voor al het ongeluk en, alle vernietiging op de schouders leggen van hen, die niet op gewassen waren tegen de grootheid van dit uur. Het Duitsche volk staat in zijn laat sten beslissenden strijd, waarin het ook gaat om de laatste beslissing over zijn of niet te zijn. Er zijn nog staten en tegeeringen in Europa, die niet willen inzien, dat tachtig millioen Duitschers heden tot een krachtige een heid en tot een machtig rijk aaneenge sloten zijn. Deze tachtig millioen Duit schers zijn er echter en zij zullen er altijd zijn en klaar staan, elken strijd om hun leven en hun toekomst te strijden. De geheele wereld weet heden, dat de vijanden van dit volk en dat zijn vóór alles de bestuurders en po litiek verantwoordelijke personen in de vijandelijke staten de verminking, de verarming en daarmede tenslotte de vernietiging van het Duitsche volk hebben beraamd en bedreven. Duidelijk staat nog Versailles als een voor altijd vloekwaardige daad voor de oogen der wereld. Dit Versailles, dat millioenen Duitschers aan het moeder land had ontrukt, dat aan andere mil lioenen Duitschers den terugkeer naar hun vaderland wilde weigeren en dat al deze millioenen wilde uitleveren aan het misbruik van mindere culturen, welke aan het volk vreemd zijn, teneinde hen jlp onkiuen van hun Duitscb karakter. digen.en eeuwigen vrede dient tebryn» Hedenmiddag om 12 nor aanvaardde de Rijkscommissaris voor de bezette Neder landsche gebieden Rijksminister Seyss-lnquart („Der Reichskommissar für die besetzten Niederlandischen Gebiete Reichsminister Seyss-lnquart") in de Ridder zaal hier ter stede het civiel gezag over Nederland. Bij deze gelegenheid vaardigde de Rijkscommissaris Rijksminister de volgende proclamatie uit; Met ingang van heden heb ik het hoogste regeeringsgezag in burgerlijke aange legenheden in Nederland op mij ge nomen. De grootmoedigheid van den Führer en de kracht van de Duitsche weermacht hebben het mogelijk gemaakt, dat reeds weinige dagen na de catastrophe, welke door het vroegere bewind van Nederland veroorzaakt is, weder een ordening van het openbare leven tot stand wordt ge bracht, welke in den bestaanden gang van zaken slechts in zooverre zal in grijpen, als de gegeven bijzondere om standigheden noodzakelijk maken. Als Rijkscommissaris zal ik het hoogste regeeringsgezag in burgerlijke aan gelegenheden in de onder de bescher ming der Duitsche troepen staande Nederlandsche gebieden, uitoefenen, om de openbare orde te verzekeren en het openbare leven te beveiligen. Ik zal alle maatregelen, ook van wetgevenden aard, treffen, welke noodig zijn om deze opdracht te vervullen. Ik ben voornemens hier bij het tot dusver geldende Nederlandsche recht zooveel mogelijk van kracht te laten blijven, bij de uitoefening van het bestuur gebruik te maken van de Neder landsche autoriteiten en de onafhankelijkheid van de rechtspraak te waarborgen. Daartegenover verwacht ik, dat alle in actieven dienst zijnde Nederlandsche rech ters, ambtenaren en beambten, mijn verordeningen, welke tot dit doel worden uit gevaardigd, nauwgezet zullen nakomen en dat het Nederlandsche volk met begrip en zelfbeheersching deze leiding volgt. De Nederlandsche soldaten hebben zich in den strijd goed gehouden. De Neder landsche burgerbevolking heeft zich tegenover de strijdende troepen fatsoenlijk gedragen. Er is niets, wat ons zou kannen verhinderen elkaar met achting tegemoet te treden. Het Duitsche volk voert onder zijn Führer den beslissenden strijd om zijn of niet zijn, den strijd, welken haat en nijd zijner vijanden het hebben opgedrongen. Deze strijd dwingt het Duitsche volk alle beschikbare krachten te gebruiken en geeft het volk het recht alle binnen zijn bereik liggende middelen aan te grijpen. Deze nood zaak en dit recht van den nood zal ook op het leven van het Nederlandsche volk en zijn economie inwerken. Ik zal er echter daarom naar streven, dat het Neder landsche volk, dat met het Duitsche volk naar den bloede verwant is, niet in on gunstiger levensomstandigheden komt te verkeeren, dan noodzakelijk is door de gegeven lotsverbondenheid der beide volken en den vernietigingswil onzer vijanden. Ik moet als Rijkscommissaris de rijksbelangen in de Nederlandsche gebieden, welke onder de bescherming van de Duitsche troepen staan, behartigen en ik zal ze behartigen. Het Nederlandsche volk zal door de vervulling van de taak, die uit het gemeenschappelijk lot voortvloeit, in staat zijn zijn land en zijn vrijheid voor de toekomst te verzekeren. HAAGSCHE COURANT Bijkantoren: Scheveningen, Keizerstr. 319, Tel. 550310; Rijswijk, Kantoor- boekh. Leeuwendaal, Oranjelaan 3, Tel. 119461, Voorburg, Boekhandel H. E. G. Ruijs, Hegrenstr. 124, Tel. 778038; Filialen: N.V. Kantoorboekh. Th. <J. de Koning, Goudsbloemlaan 3, Tel. 330263; Boekh. J. B. v. Seters jr., There- siastr. 108a, Tel. 772444; Boekh. E. D. Couvée, van Hoytemastr. 66, Tel. 721187

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 1