GEMENGD NIEUWS Op het Binnenhof Dr. Seyss-Inquart’s levensloop ONS LAND ONDER DE DUITSCHE BEZETTING De bestuursoverdracht Begroeting der Neder landsche departe- mentschefs HAAGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 29 MEI 1940. EERSTE BLAD, PAGINA 2. Vuurt jestokende jongens de oorzaak ben gestookt. Rijkscommissaris Seyss-Inquart inspecteert de op het Binnenhof opgestelde eerewacht. CAROSSERIEFABRIEK TE IJMUIDEN AFGEBRAND den Rijks- onmiddellijk Het Nederlandsche volk maakt thans zéér zware tijden door. Het richte het oog op de toekomst, waarvan dr. Seys- Inquart zegt, aan het slot van zijn pro clamatie, dat ons land en onze vrijheid behouden kunnen worden. Mits wij allen de taak begrijpen, welke de omstandig heden ons in dezen moeilijken tijd stel len en wij zedelijk sterk en met waar dige zelfbeheersching die taak vervul len. zich de deuren van de Ridderzaal weer. De Rijkscommissaris Rijksminister werd door verscheidene functionnaris- sen uitgeleide gedaan. De eere-compag- nieën "brachten weer de eerbewijzen en terwijl de muziek een marsch speelde, reed de Rijkscommissaris, wiens auto door verscheidene andere werd gevolgd, het Binnenhof af in de richting van het Plein, toegejuicht door leden der Duit- sche kolonie. De sobere plechtigheid was ten einde. Met de muziek voorop marcheerden de eerecompagnieën af. i van de versterking der economi sche, zoowel als cultureele ban den tusschen zijn land en het de dr. op de- Met rustige stem, die hier en daar éven verheven werd, heeft de Rijks commissaris Rijksminister gesproken. In diepe stilte, welke slechts onderbro- werd door het geratel der filmappara ten, heeft men zijn woorden aange hoord. En als aan het einde van zijn rede dr. Seyss Inquart den Führer hulde brengt, verheffen zich allen van hun zetel en onder het brengen van den Duitschen groet, klinkt uit den mond der‘Duitsche aanwezigen een driemaal herhaald, krachtig „Sieg Heil”. Het orkest laat onmiddellijk hierna het Duitschland-lied klinken, gevolgd door het Horst Wessel-lied, beide door de Duitsche aanwezigen medegezongen. De Rijkscommissaris Rijksminister drukt hierna de Nederlandsche departe- mentschefs, de hand en neemt vervol gens afscheid van de hooge Duitsche autoriteiten. Met vluggen pas verlaat hij daarna de zaal, in gezelschap van de generaals von Falkenhausen en Christiansen, terwijl buiten de kapel wederom de presenteer- marsch inzet. Zoo eindigde, eenvoudig gelijk zij in haar geheel was, deze historische ge beurtenis. Van verduistering gebruik gemaakt om in te breken In den afgeloopen nacht hebben in brekers, gebruik makend van de ver duistering, hun slag geslagen «in de werkplaats van een kleermaker in de Bosboom Toussaintstraat te Amster dam. Twintig lappen Engelsche stof, tot een waarde van 400 werden door hen gestolen. zal geraken, dan de gemeenschap en de van onze vijanden in Dr. Arthur Seyss-Inquart heeft reeds verschillende hooge regee- ringsfuncties vervuld. Voor de hereeniging van Oostenrijk met Duitschland was hij minister in het Oostenrij ksche kabinetna de hereeniging volgde zijn benoe ming tot Rijksstadhouder van Oostenrijk. Volgende hooge amb ten waren Rijksminister en plaatsvervangend gouverneur-ge- neraal voor de bezette Poolsche gebieden. Rijksminister dr. Seyss-Inquart werd 22 Juli 1892 te Stammern bij Iglau geboren. Zijn vader was regeeringsraad en rector van het gymnasium te Olmütz. Nadat dr. Seyss-Inquart dit gymnasium had voor de binnen- alles doen om den slechter te doen ,wor- dit verband onver- dit opzicht mogen dat verantwoorde- Maandagavond half 7 is te IJmui- den een ernstige brand uitgebroken en wel in een pand aan de Ericsonstraat, vlak bij de vischhallen, waarin een carosseriefabriek van den heer Hoge- land gevestigd was. In het gebouw be vonden zich veel kisten en voorraden stroo enz., alles zeer brandbaar. De brandweer vatte het vuur aan met 12 slangen, waarbij zich nog 2 spuiten van de luchtbescherming voegden met 5 slangen. Duitsche militairen verleen den uitstekende hulp bij het blus- schingswerk. Het was een groote vuur zee, die op grooten afstand zichtbaar was en in die vuurzee werden groote massa’s water geworpen. Een tegen over liggend café vatte ook vlam, doch men wist dat te behouden, even als de belendende perceelen. Na ander half uur was de brandweer den brand meester. Het gebouw is L stort „Gesneuvelde” las eigen overlijdens bericht Een trampassagier tusschen Den Haag en Leiden vertelde te hebben ge zeten tegenover een militair, die in de krant bezig was zijn eigien overlij densbericht te lezen. De man was Vrijdag 10 Mei op het vliegveld Ypenburg tusschen Den Haag en Delft bij het luchtbombardement aan beide armen gewond neergevallen aldus „De Emmer Courant” en als dood opgenomen. Hiervan was den ouders te Leiden bericht gezonden, die een overlijdensadvertentie hadden ge plaatst en kaarten rondgezonden. De „gesneuvelde” was inmiddels naar een ziekenhuis gebracht vanwaar na operatie en enkele dagen rust de man naar het ouderlijke huis kon te- rugkeeren, waar de doodgewaande met onbeschrijfelijke, ontroerende blijd schap zal zijn verwelkomd. Bij alle duisternis, waarin de loop der historie ons land en ons volk heeft geworpen, zijn er toch lichtpunten. Een treuriger lot had ons kunnen treffen dan dat, waarvan dr. Seyss-Inquart neden in onze Ridderzaal getuigde. Ge geven het droeve feit, dat ons grond gebied na vergeefschen strijd militair is bezet, moet 'eerlijkheidshalve worden getuigd, dat de Duitschers ons met een zekeren eerbied, zelfs met een zekere welwillendheid en met gevoel voor onze moeilijke positie tegemoet treden. Een zekere mate van erkentelijkheid is daartegenover billijk. Ons eigen be lang in de eerste plaats brengt boven dien mee, dat wij tegenover de tege moetkomendheid niet een afwijzende houding aannemen. Zooals de zaken nu eenmaal staan, moet het gansche Ne derlandsche volk, van hoog tot laag, medewerken tot handhaving van de or de, tot instandhouding van het econo mische en sociale leven, tot behoud van ons nationale karakter. Wie niet loyaal medewerkt en bereid is te dulden, doet in de eerste plaats onnoemelijke schade aan zijn eigen land en zijn landgenoo- ten. r t i i i tl •I gens belofte toestand -niet den dan in dit verband mijdelijk is. In dit opzicht wij de verwachting uitspreken, dr. Seyss-Inquart zijn lijkheid voor het welzijn van het volk, dat aan zijn zorgen is toevertrouwd, diep zal gevoelen en zoo noodig krach tig zal optreden om ons een al te groote verzwaring van-> ons lot te besparen. Dit is toch ook in het belang van Duitschland, dat immers op een loyale medewerking en een waardige, zelfbe- heerschte houding van het Nederland sche volk blijkt prijs te stellen. Op het Binnenhof stonden eenige compagnieën van de Duitsche weer macht in carré opgesteld om de mili taire eerbewijzen te brengen. Daarbij was ’n muziekkorps ingedeeld. Vooral de compagnie der valschermtroepen met de over de uniform aangetrokken grijs groene jakken trok de aandacht van het publiek, dat zich achter de afzetting van de in keurige groene uniformen gesto ken Duitsche politiemacht mocht op stellen. De afzetting was getrokken ach ter de fontein naar de zijde van het Buitenhof. Daarachter stonden de toeschouwers onder wie velen der Duitsche kolonie vier tot acht rijen dik en vervolgens nog in een paar rijen onder de galerijen terzijde en aan weerskanten van de poorten. De Duitsche politie, die ook daar verspreid tusschen stond, had geen moeilijke taak, daar ieder zich volko men ordelijk gedroeg. Geuniformde Duitsche fotografen en filmoperateurs waren druk in de weer. Zij zochten goede opstellingen en maakten intusschen opnamen van de voor den hoofdingang van de Ridder zaal arriveerende genoodigden, onder wie zich talrijke Duitsche officieren bevonden. Over de treden was een loo- per gelegdpalmpjes vormden de eenige versiering. Vier manschappen van de valschermtroepen stonden in onbewogen houding terzijde op de tre den twee boven en twee beneden. Tegen twaalf uur weerklonken be velen. De militairen stonden stram in de houding. De Rijkscommissaris Rijks minister Seyss-Inquart arriveerde, in Het Neder- ^gezelsc^laP van generaal von Falken- -- ihausen en generaal Christiansen per auto, welke van voren van het haken kruis en een vaantje voorzien was. van de zijde van de Hofstraat op het Bin nenhof. De muziek ’’zette een parade- marsch in, toen dr. Seyss-Inquart, ge kleed in een fraai uniform, uitsteeg en met generaal von Falkenhausen en generaal Christiansen, gevolgd door verscheidene hooge officieren, langs de eere-compagnieën schreed. Voordat de Rijkscommissaris Rijks minister de treden van den opgang naar de Ridderzaal had bereikt, werden hem door een paar jongedames van de Duitsche schooi bloemen aange boden. Reeds 12 uur ving de plechtigheid aan en veertig minuten later openden Als hoogste doel stelde hij de po litie voor oogen, bij de uit oefening van haar functie vast té houden aan de wet, streng ob jectief te werk te gaan en een zoo groot mogelijke menschelijkheid te betrachten. Ik geef niemand in Oostenrijk het recht, zoo zei hij verder nog, scherper en zorg zamer op de handhaving der na tionale belangen toe te zien dan ikzelf. Het eerste onderhoud, dat dr. Seyss-Inquart met rijkskanselier Hitler voerde, vond op 17 Fe bruari te Berlijn plaats. Ver scheiden uren duurde dit ge sprek. Toen dr. Seyss-Inquart zijn ministerieele functie aan vaardde, had hij algemeene poli tieke amnestie afgekondigd. Zijn besprekingen te Berlijn golden o.a. dezen maatregel. Ook de economische samenwerking tus schen Duitschland en Oostenrijk nam een bel^pgrijke plaats in. Na zijn terugkeer uit Berlijn hield de nieuwe minister van binnenlandsche zaken op 22 Fe bruari een radiorede over de situatie, zooals deze zich na de conferentie van Berchtesgaden had ontwikkeld. Hij vsoeg den nationaal-socialisten, nu zij drie dagen lang hun vreugde door be- toogingen hadden kunnen uiten, ernst, eenheid en strenge disci pline te bewaren, de voornaam ste voorwaarden voor het te Berchtesgaden tot stand gekomen vaderlandsche front. Men her innert zich tevens in dit verband zijn reis naar Graz, waar hij be sprekingen met de nat.-socialis- tische vertegenwoordigers voerde. Een tweeden pacificatietocht on dernam hij naar Linz, waar hij de nat.-socialistische leiders uit geheel Opper-Oostenrijk toesprak en in een radiorede op legaliteit aandrong. Bij de toespitsing van den toe stand in Oostenrijk na de be kendmaking, dat op 13 Maart een volksstemming zou worden ge houden, verzocht dr. Seyss-In quart aan Hitler troepen te willen zenden. Bondspresident Miklas benoemde dr. Seyss-Inquart hier na tot bondskanselier en des nachts werd nog overgegaan tot de vorming van een nationaal- socialistische regeering, waarin hij zelf de portefeuille van lands verdediging in handen nam. Op 12 Maart ontmoette dr. Seyss- Inquart den Führer voor de tweede maal, n.l. te Linz, waar hij hem verwelkomde. Op 14 Maart benoemde Hitler hem tot Rijks stadhouder van Oostenrijk. Toen door de nieuwe Ostmark- wet van 1 Mei 1939 het ambt van Rijksstadhouder ophield te be staan, werd hij benoemd tot Rijksminister voor bijzondere diensten. Op 25 October 1939 werd hij tot plaatsvervanger van den gouverneur-generaal voor de bezette Poolsche gebieden aange wezen. Op 1 Februari hield hij in deze functie te Berlijn een rede, waarin hij uitvoerig over den Duitschen opbouwarbeid in Polen sprak. Dr. Seyss-Inquart is gehuwd en heeft een zoon en twee dochters, sj gen, in het gezicht geslingerd krijgt, dat elke vierde levende burger van deze natie te veel op de aarde is en vernie tigd moet worden. Het land, dat op dezen strijdroep niet alles in het werk zou stellen om zijn levensrecht eens en voor altijd onbetwist te maken, zou niets waard zijn. Wij Duit schers zullen er in ieder geval onder de leiding van Adolf Hitler nog in de zelfde generatie, die den eersten strijd gestreden heeft, voor zorgen, dat deze levensrechten, en wel eens eri voor altijd, geen twistpunt meer vormen, het geen wij zullen bereiken door ze onaan tastbaar te maken. Gedragen door de zedelijke kracht van deze grootste inspanning voor het eigen volk kwamen wij ook naar dit land. En ook al liggen de doode strij ders van onze weermacht in de Neder landsche aarde, toch zijn onze harten niet van vijandschap vervuld. Ook het Nederlandsche volk heeft als gevolg van een geschiedkundige dwaling zijn bloedige tol betaald. De Nederlandsche soldaten hebben zich in den strijd goed geweerd, de Nederlandsche bur gerbevolking heeft zich tegenover de strijdende troepen ordelijk gedragen. Er is niets, wat ons zou kunnen ver hinderen elkander met achting te be jegenen., Wij Duitschers echter, die door dit land gaan met een blik, welke ge scherpt is door het begrip voor de waarden van de banden des bloeds en de ontbinding des bloeds in een volk, verheugen ons over de Nederlandsche menschen. Wij verheugen ons over de kinderen, wij wenschen, dat de jon gens hier moedige, krachtige en ener gieke mannen en de meisjes gelukkige moeders in groote gezinnen zullen worden. Wij gevoelen ons heden steeds en in alle omstandigheden verantwoor delijk voor het goede bloed, want bloed verplicht ook over uiterlijke feiten en ontbrekend begrip heen. Uit dit inzicht en de daaruit opko mende verandering worden de krachten gevormd, welke de hoogste waarden van ware menschelijkheid laten on derscheiden en ontwikkelen. Wij komen niet hier om een volks karakter in het nauw te brengen en te vernielen en om aan een Ijmd de vrij heid te ontnemen. Wij kennen de ware vrijheidsoorlogen van dit land, welke eens tegen den geloofsdwang en tegen Habsburg werden uitgevochten. Maar ditmaal is het niet gegaan om volks karakter en geloof en om vrijheid. Deze goederen des lands waren nooit be dreigd. Ditmaal is het er om gegaan, of de Nederlanden zouden worden mis bruikt tot springplank voor een aanval tegen het geloof, de vrijheid en het leven van het Duitsche volk. Wij willen dit land en zijn bevolking noch imperialistisch in het nauw drij ven, noch aan dit land en zijn volk onze politieke overtuiging opdringen. Wij willen ons in ons optreden alleen laten leiden door de noodzakelijkheid van den huidigen bijzonderen toestand. Bovendien echter zullen wij niet anders werkzaam zijn dan door onze hopding en door het voorbeeld, dat de kracht van onze gezindheid en de onvoorwaar delijkheid van ons streven voor het volk in het rijk kunnen geven. Van waar ook mannen uit het Duitsche land komen, de Nederlanders gullen in zien, dat deze mannen uit het Noorden, het Zuiden, het Oosten en het. Westen van het rijk in de eerste plaats altijd slechts Duitschers zijn en arbeiders en strijders voor den Führer en het rijk. Ik geloof, dat de Nederlanders hun nuchteren zin voor de werkelijkheid in deze dagen niet verloren hebben. Zij be leefden de onweerstaanbare kracht van de Duitsche soldaten als de wapendra gers van het Duitsche volk. Gij weet, dat een volk van tachtig millioen, dat onder de leiding van zijn grootsten zoon met een nog nooit vertoonde militaire macht en met een niet meer te overtref fen offervaardigheid den strijd om zijn levensrechten begon, dezen strijd niet behartigen. de vervulling gemeenscha p- in staat zijn 1 voor de toe- Om vijf minuten vóór twaalf klinkt de presenteermarsch van het muziek korps der 7e vliegerdivisie op het Bin nenhof. Daar brengen de Duitsche eerecompagnieën de eerbewijzen aan den Rijkscommissaris, den militairen bevelhebber in Nederland generaal von Falkenhausen en gene raal Christiansen, die bij de Ridder zaal zijn aangekomen. Het kléine gevolg van commissaris betreedt daarna de zaal. Alle aanwezigen daar hebben zich van hun zetels verheven om de hooge Duitsche autoriteiten, die weldra vol gen zullen, te ontvangen. Eerst schrijdt generaal von Falken hausen, vergezeld van generaal Chris tiansen en hun adjudanten, Oberstleut- nant Veltjers en kapitein-luitenant Christiansen, door het middenpad naar voren. De aanwezige officieren en an dere Duitsche persoonlijkheden bren gen den Duitschen groet. Eenige oogenblikken later betreedt Rijkscommissaris Rijksminister Seyss-Inquart de Ridderzaal, zelfde wijze verwelkomd. Groetend gaat hij naar zijn ze tel. Zijn gelaat staat ernstig. Rechts van hem neemt generaal von Falken hausen plaats; links generaal Chris tiansen. Het gevolg van den Rijkscommissaris bestaat uit: minister Fischböck, staats- sekretar dr. Mühlmann, reichsamtslei- ter Schmidt, brigadeführer Rauter en generaal Schumann. Het militaire ge volg van general von Falkenhausen bestaat uit den majoor van den gene- raien staf von Harbou, kriegsverwal- tungschef von Craushaar. admiral Ar nault de la Perrière, generalleutnant von Tidemann, Kommandeur der 7e Fliegerdivision, Putzier, konteradmi- ral Hinsmann, generalleutnant Wen ninger, generaaleutnant Streccius, gau- leiter dr. Meyer, landeshauptmanri Haake, landesrat Hülgers en Nat. Soz. Fliegerkorps - gruppenführer Schro der. Onder de prominente aanwezigen be vond zich ook ob’ërgruppenführer Lo renz, en in zijn gezelschap waren S,S. oberführer Marrenbach, reichsleiter Amann, hauptsamtsleiter Rienhardt en stellv. landesgruppenleiter Heinrich. De verwachting, dat de overneming van het civiele gezag in het bezette Nederlandsche gebied door Rijkscom- .missaris Rijksminister Seyss-Inquart, eenige opheldering zou geven omtrent de positie van ons land en ons volk in de huidige omstandigheden, is niet be schaamd. Drieërlei komt in de rede en in de proclamatie van den Rijksminister dui delijk naar voren. In de eerste plaats een zekere wel willendheid van de Duitsche autoritei ten tegenover ons volk, berustend op een besef van bloedverwantschap maar wellicht nog meer op eerbied voor onze en België, cultuur, en niet te vergeten: respect voor de dapperheid, waarmee onze weermacht ’s lands vrijheid heeft ver dedigd, en de moedige rust, waarmee de burgerbevolking zoowel den strijd als de overgave en daarmee een betreurens- waardig lot heeft aanvaard. Van begrip voor ons lot getuigt ook de rede van den 'Rijkscommissaris Rijksminister, hetzelfde begrip, dat wij ook in perscon ferenties met de Duitsche autoriteiten reeds mochten eonstateeren. In de tweede plaats blijkt, dat de Duitsche overheid, hoezeer ook het ge zag in het bezette Nederlandsche gebied in handen nemend, het eigen karakter van ons volksbestaan niet geheel wenscht te miskennen Zooveel moge lijk zal het Nederlandsche recht worden gehandhaafd; Nederlandsche autoritei ten en ambtenaren zullen hun aandeel in de uitoefening van het gezag heb ben; de Nederlandsche rechters zullen op hun plaats blijven. Natuurlijk wordt daarbij verondersteld, dat van Neder- landschen kant eerlijke medewerking zal worden verleend. In de derde plaats is duidelijk ge zegd, dat in economisch opzicht ons lot aan dat van Duitschland nauw wordt vetbonden. Dit beteekent, dat ons volk in materieel opzicht moeilijke tijden te wachten staan, ook al zal de Rijkscommissaris Rijksminister vol- afgeloopen studeerde hij rechten aan de hoogeschool te Weenen, waar hij tot doctor promoveerde. In den vorigen oorlog streed hij i met de Tiroolsche jagers aan de fronten in Rusland, Italië en Roemenië. Daarbij werd hij ge- i wond en viermaal onderscheiden. In 1921 vestigde hij zich als ad- J vocaat te Weenen. Hoewel hij aan i het politieke‘leven nog geen deel had genomen, had hij steeds ge- i tuigd van zijn Duitsche gezind- J heid. Dr. Seyss-Inquart had zich ge- i specialiseerd in het arbeidsrecht en bracht zijn uitgebreide kennis in practijk als lid van de codifi- i catie-commissie van het Oosten- rijksche arbeidsrecht. r-’*, Hij was een ijverig voorstander geheel inge- De oorzaak is vermoedelijk, dat jon- den tusschen gens een vuurtje bij het perceel heb- R.jk Toen jn 1925 de Qosten. rijksch-Duitsche volksbond werd i gesticht, welke dit doel nastreef- de, werd dr. Seyss-Inquart tot bestuurslid benoemd, een func- tie, welke hij later, in 1934, ver- wisselde voor die van plaatsver- i vangend leider. Dikwijls is dr. Seyss-Inquart aan- gezocht voor bemiddelende func- i tiesop 17 Juni 1937 benoemde bondskanselier Schuschnigg hem tot staatsraad en verbindingsman tusschen de nationale oppositie J en de bondsregeering. Aangezien i hij ook het vertrouwen van de J toonaangevende persoonlijkheden J van het Rijk genoot, vervulde hij tevens de rol van belangrijksten bemiddelaar tusschen Berlijn en Weenen. i In de ontwikkeling van de I DuitschOostenrij ksche betrek- kingen, welke werden besloten i met de aanhechting van Oosten- rijk bij Duitschland, heeft dr. Seyss-Inquart een voorname rol gespeeld. Na de conferentie tus- schen Hitler en dr. Schuschnigg i te Berchtesgaden op 16 Februari 1938, werd de regeering gerecon- strueerd en werd dr. Seyss-In- I quart bondsminister openbare veiligheid en landsche zaken. Hoe hij deze functie opvatte, moge blijken uit een rede, welke i hij voor de vertegenwoordigers van politie en gendarmerie hield. verliezen kan en de overwinning van dien strijd niet meer uit handen zal geven. De toekomstige vorming van de economische betrekkingen onder de volkeren van het avondland zal in ieder geval door de overwinningen van de Duitsche legers bepaald worden. Het gebied van Europa concentreert zich op een nieuwe ordening, waarin alle geestelijke afsluitingen zullen worden neergehaald, welke worden opgericht in het belang van klassen en kapitalisme. Het zal niet onze schuld zijn, wanneer het Engelsche volk aan de gevolgen eener voortzetting van dezen oorlog zou verarmen. Wij zelf zullen met de gela tenheid van den machtige de verdere ontwikkeling tegemoetzien. Zeker is, dat er een nieuw Europa gevormd wordt, dat sterk is in zijn grootheid en sterk door het evenwicht zijner behoeften, waarvoor de Nederlanden epn thans ver sterkte en in haar economisch achter land beveiligde uitgangspoort aan de monding van den Rijn kunnen zijn. Ik hoop, dat de Nederlanders moedige en vastberaden personen zullen vinden, die zich hiervan rekenschap geven. Als Rijkscommissaris oefen ik het hoogste regeeringsgezag in het burger lijke bestuur in de onder de bescher ming der Duitsche troepen staande Nederlandsche gebieden uit, om de openbare orde en het openbare leven te waarborgen. Ik zal alle maatregelen ook van wetgevenden aard, nemen, die noodig zijn, om deze opdracht te ver vullen. Het is mijn wil, hierbij het tot dusver geldende Nederlandsche recht in werking te laten, tot uitoefening van het bestuur de Nederlandsche autoriteiten er bij te betrekken en de onafhankelijkheid van de rechtspraak te garandeeren. Voorwaarde voor de verwezenlijking van dezen mijn wil is, dat alle in actie- ven dienst staande Nederlandsche rech ters, ambtenaren, beambten en onder wijspersoneel, niet slechts de onver anderlijkheid, doch ook de logische juistheid van deze ontwikkeling zullen inzien en nauwgezet mijn deze doelen dienende verordeningen zullen na komen, en dat het Nederlandsche volk met begrip en beheersching deze mijn leiding zal volgen. Het Duitsche volk vecht onder zijn Führer den beslissenden strijd uit om zijn of niet te zijn, een strijd welken de haat en nijd van zijn vijanden dit volk hebben opgedjongen. Deze strijd ge biedt het Duitsche volk al zijn krach ten op het spel te zetten en geeft dit volk het recht alle ter beschikking staande middelen te gebruiken. Dit ge bod en recht van den nood zal ook zijn uitwerking hebben op het leven van het Nederlandsche volk en op zijn economie. Ik zal er echter naar stre ven, dat het met het Duitsche volk bloedverwante Nederlandsche volk niet in, ongunstigere levensomstandigheden bestaande lots- vernietigingswil dezen tijd noodig maken. 6 Als Rijkscommissaris moet ik de rijksbelangen in de onder de bescher ming van de Duitsche troepen staan de Nederlandsche gebieden behartigen en ik zal ze 1- landsche volk zal door van de taak, die uit het pelijke lot voortvloeit, zijn land en zijn vrijheid komst te verzekeren. Dit land heeft onder de gevechtshan delingen geleden. De Engelschen, die het Nederlandsche volk als vrienden en hel pers waren aanbevolen, stellen ook thans nog pogingen in het werk deze schade te vergrooten. Op zinnelooze en doellooze wijze werden tallooze ver- keersmiddeien en bruggen volgens een blijkbaar alleen aan de Engelschen toe schijnend nuttig plan vernield. Installa ties en woonsteden hebben door den oorlog schade geleden. .(Wordt vervolgd.) M MHk M| K .x,/. ~- OOBBELMAN N V. NIJMEGEN I, r- i i i i i i i i i i i t i i i i i i i i i i i i i i i i I i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i t i i i' i I I' i F K W I I t t I I I I I I I I t I t I t I I I I i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i BLuru I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 2