Het circus Wenger Voor hen, die te Rotterdam zijn gevallen - Volendam wordt weer bewoonbaar gemaakt - Een kijkje bij de geëvacueerden in den Dierentuin in den Haag W 1 a Ki 1 T' l' n H I itiia i Hul I HAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 31 MEI 1940. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. &Wordt VeruolpiJl Senor Morio uit Te- de levering van zes (Nadruk verboden.) HET REGEERINGSCOMMISSARIAAT VOOR DEN OPBOUW is ge vestigd in lokalen van de B.P.M. te den Raag. Oud-nrinister Kan, dezer dagen tot adviseur van dit commissariaat benoemd, verlaat het gebouw. OP DE Algemeene begraafplaats crooswijk te rotter. DAM is op plechtige wijze in tegenwoordigheid van burgerlijke en militaire autoriteiten het stoffelijke overschot ter aarde besteld van drie soldaten, en wel een infanterist, een marinier en een vlieger, waarbij tevens allen, die te Rotterdam zijn gesneuveld, zijn herdacht- Op voorgrond rechts Oberstleutnant Ranft, vertegenwoordiger van den Duitschen commandant van Rotterdam. „Hebben krokodillen een ziel?” „Bill Bing cowboy uit Texas en cir cusman”. Vermoeid vliegen Hans Wenger’s oogen over de regels. Hoe belange loos en doelloos is dit alles. Niets wat hem met het heden en de erfenis ver bindt. Hij duwt de oude papieren weder in de doos en zet haar voor zich neer. Een blik op zijn horloge. Is het tijd om Higgens te ontmoeten? Hans Wen ger gaat. Hij duikt onder in de Scha duw van den woonwagen, waarin va der Wenger en Gertrude slapen. Nu is hij heelemaal wakker. Het is een maanlooze nacht, men kan geen hand voor oogep zien. Alleen van den licht wagen komt de glans van een lampje. Ook in de cantinetent schemert nog een lichtje. Hier en daar straalt een licht uit een woonwagen. Het komt Hans voor alsof er in deze duisternis een geheimzinnig leven wordt geleefd. Zijn vermoeide zenuwen bemerken elk gerucht, dat uit de stallen weerklinkt. Het is hem alsof hij het ademen hoort van honderden onbekenden. Achter de derde, der lange rij tractors vindt hij, zooals af gesproken is, Higgens. Ook deze, anders zoo rustige Ameri kaan, is zonderling nerveus. Geen wonder, denkt Hans, want hjj heeft al veel langer den strijd tegen het ge heimzinnige in het circus gevoerd. Zij praatten fluisterend. Hans zal het vierkant zoo naderen, dat hij den wagen van Quito bereikt. Daaronder liggend, kan hij den werkwagen goed zien. Higgens zal zich achter dezen is niet gesloten en binnen brandt licht» Maar beide bedden zijn leeg. Naast Hans staat Higgens met een woedend gezicht in de kleine ruimte. Dan ziet Hans iets, dat hem, ondanks zijn woe de, verwondert. Op de tafel staat da grijze doos, welke hij zelf in den werkwagen op de schrijftafel heeft la ten staan. In het rond liggen papieren en krantenuitknipsels verspreid, alsof de doos haastig doorzocht iS. Ja, daar zijn de oude rekeningen en kwitanties». Hans zet de doos neer. Uit den werkwagen gestolen, Higgens, zegt hij dof. Higgens kijkt grimmig. Ik hett dezen Texas-man altijd verdacht maar nu is er geen twijfel meer mogelijk.; Bill Bing is de nachtelijke inbreker in den werkwagen en misschien heeft hij nog meer op zijn kerfstok. Wat is er met Bill Bing aan d© hand? Koel en sleepend klinkt deze vraag bij de deur. Daar staat de cowboy zelf. Het valt Hans Wenger op hoe onopvallend de kleeding van dezen man op het oogenblik is. Hij ziet er uit alsof hij nog niet in bed ge weest is. Inplaats van het lichte shirt draagt hij nu een donker. Een leeren broek heeft hij verwisseld voor een donkeren en hij draagt zwarte laar» zen, die een weinig stoffig zijn. Alleen een ding is er, de gordel met da revolver. 14) Het lijkt of vele vellen dubbel zijn, terwijl weer anderen er blijkbaar niet toe behooren. Blijkbaar zijn hier proefteekeningen, ook van construc ties, waar de teekenaar later geen nut meer in zag, doelloos bij elkaar ge bonden. Met een zucht sluit Hans de map, hoe zeer de teekeningen hem ook aantrekken, hij voelt zich nu niet frisch genoeg om de teekeningen te bestudeeren. Mechanisch zoekt hij in een lade. Het zal lang duren, voordat Rolf Wenger’s nalatenschap geordend is. Hij gelooft niet erg aan een pa pier, dat de mededeeling zal bevatten van de plaats waar het halve millioen bewaard wordt, omdat hij niet aan het bestaan van dit geld gelooft. Zijn hard heeft een grijze vierkante doos gegrepen. Hij is vol gestopt met pa pieren, oude rekeningen, allerlei ver geelde krantenknipsels. Hans kijkt al les door. „Rekening van de Farmer- vereeniging Akron (Al) voor geleverd TAL VAN NIEUWE WERKZAAMHEDEN ONTSTAAN door de veranderde situatie. Daar de treilers door de benzinebesparing niet meer kunnen rijden, worden zij omgebouwd tot trekwagens voor paarden. Een draaibaar onderstel, een ,,boom”en de metamorphose is tot stand gebracht. verbergen. Een fluitje geldt als teeken van den aanval. Weldra ligt Hans on der den wagen van Quito. Hij ziet slechts de zwakke onduidelijke om trekken van den werkwagen. Van Hig gens is niets te zien en te hooren. Hans spant alle zintuigen in. Dan hoort hij het, een zeldzaam regelmatig ge- ruisch, tap...tap...tap. Het schijnt van ergens ver weg te komen. Wat is dat? Dan herkent hij het. Het geluid is heel nabij, het is boven zijn hoofd. Het klinkt door de planken van den woonwagen, het zijn stappen, welke onophoudelijk heen en weer loopen, heen en weer steeds door. De artiest Quito loopt midden in den nacht in zijn woonwagen heen en weer, heen en weer in de duisternis,, want Hans had geen licht meer bij hem ge zien. Wat is het dat den meesterschutter op dezen tijd zoo onrustig heen en weer drijft. Een slecht geweten? Of slaapt hij niet om Juanita te kunnen bewaken, die misschien meer voor hem beteekent dan alleen een partner? Een oogenblik ziet Hans het treurige gezicht van Juanita voor zich. Dan is het loopen boven hem geëin digd. Maar het is niet goed om op wacht over een vrouw te denken. Hans wrijft zijn oogen uit, is daar ginds bij den werkwagen geen schaduw, knarst daar niet een sleutel? Hij richt zich haastig op. Nu ziet hij de straal van een zaklantaarn achter het raam van den werkwagen. Ellendig, dat hij er niet aan heeft gedacht een zaklan taarn mee te nemen. De kerel moet kleede figuren, artiesten, ruiters en werklui, die hem verbaasd aanstaren. Hij hoort vragen en begrijpt den zin niet. Had hij bij het opgaan van het licht niet een donkere gestalte naar de manegegang zien vluchten? Nu ziet hij de verwonderde blikken en opeens begrijpt-hij, hij heeft de revolver nog in de hand. Gelaten steekt hij het wa pen in zijn zak. Voorwaarts mannen, ga mee. Een inbreker! Hij moet in den stal gevlucht zijn. De mannen gehoorzamen. Misschien voelen zij zich op dit oogenblik voor het eerst verbonden met hun nieuwen chef. Als zij in den stal komen, is al les in oproer. De dieren zijn wakker geworden en stampen en hinniken en brullen, kettingen rammelen. De ezel Bombay komt woedend uit zijn box, de paardenknechten komen met booze gezichten uit de boxen kruipen. Zij knipperen in het licht, dat nu door den stal schijnt. Stilte! Menschen, er is een inbre ker hierheen gevlucht, wie heeft iets gezien? Zwijgen en dan klinkt de neusstem van den Indiaan Enriquez. Master, een over mijn beenen geloopen... daar heen... ik geloof naar hok van Bing. Enriquez bekijkt zijn beenen, welke hij blijkbaar te ver in de stalgang heeft uitgestoken. Hij bedoelt de kamer van Bill Bing, bromt Higgens.Nu, ik ben op alles voorbereid. Hans antwoordt niet, in een paar stappen heeft hjj de deur bereikt, zjj< HET BEROEMDE OUDE VISSCHERSPLAATSJE VOLENDAM dat geïnundeerd is geweest, wordt weer bewoonbaar gemaakt en het leven zal er spoedig zijn normalen loop hebben. Links Moeder met een schort vol levensmiddelen en de kinderen met bloemen, keerdh weer naar hun woning terug. Rechts Kast- en beddenplanken zijn, nu het water uit de huizen verdwenen is, schoongemaakt en staan buiten te drogen. BIJ DE GEËVACUEERDE ROTTERDAMMERS, DIE IN DE ZALEN VAN DEN HAAGSCHEN DIERENTUIN ZIJN ONDERGEBRACHT. Links: het eten voor de geëvacueerden wordt in groote ketels aangevoerd. Rechts: In de groote zaal hebben de mannen hun slaapplaatsen. Tijdens het opmaken der bedden. als een slang zijn; heeft Higgens dan niets gemerkt? Of wil hij eerst zeker heid hebben? Hans springt op en neemt zijn re volver, een schel gefluit komt van zijn lippen. Op hetzelfde oogenblik ver dwijnt het licht. Men hoort stappen, iets vliegt uit den werkwagen. Aan den voet van de trap zijn twee tegen elkaar geloopen, Hans kan sléchts een onduidelijk geharrewar zien, een hij gen is te hooren, dan de stem van Higgens. Vlug, ik heb hem... Hans is er al bij. Hij kan vriend of vijand niet onderscheiden. Schieten zou moord beteekenen. Hij pakt een arm. Pas op Wenger, dat ben ik. Het is Higgens. Onzeker ziet Hans den vervolgde, die zich handig heeft los gewrongen, nu als een schaduw naar de toeschouwersruimte rennen. Schiet, schiet dan toch, dreunt Higgens stem. Ja, op wat schieten in deze duis ternis, zal ik het geheele circus alar- meeren? In de verwarring zal het den kerel gemakkelijker vallen te ontko men. Zij loopen zijde aan zijde naar de hoofdtent. Van ergens komen snelle schreden. Higgens dreunende stem heeft de aandacht getrokken. Hans Wenger zoekt een weg door de donke re manege. Iemand loopt naast hem. Dan vlammen de lichten op. Iemand heeft de schakelaar omgedraaid. Ver blind kijkt Hans om zich heen. Hij ziet Higgens’ opgewonden ge zicht, ziet enkele, meer of minder gér voeder”. if>Kwitantie van huantepec voor gordeldieren”. Krantenknipsel. ,,De president be zoekt het circus „Excelsior”. „Brand in Mexicocity”, - IBM -.1 i rT J i.! jgj O

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5