Het circus Wenger
Herstellende gewonden - Na den grooten slag in Vlaanderen - Een wagen
met twee paarden te water - De gevolgen der petro leum-distributie
IR F
I
HA’AGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 7 JUNI 1940. TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
t
t v
NA DE INNEMING VAN BOULOGNE. EEN ZWARE FRAN-
SCHE KUSTBATTERIJ VIEL BIJNA ONBESCHADIGD IN
DUITSCHE HANDEN.
HOE DE MARKT REAGEERDE OP DE AANKONDIGING
VAN DE PETROILEUM-DISTRIBUTIE.
(Nadruk verboden.)
Blijven? Nog kan ik alles, wat
'villen nemen van dit fantoom,
iets
Wordt vervolgd.}
ge-
EEN KIJKJE IN HET ZIEKENHUIS AAN DEN ZUIDWAL TE DEN
HAAG. HERSTELLENDE NEDERLANDSCHE SOLDATEN, DIE HET
BLIJKBAAR GOED MET HUN VERPLEEGSTER VINDEN KUNNEN.
TOCH PER AUTO NAAR HET STADHUIS, MAAR MET EEN
PAARDENKRACHT. TE WARMENHUIZEN KON MEN DEZEN
EIGENAARDIGEN TROUWSTOET ZIEN.
NAAR HUN KAMPEN, NA IN MONTREUIL
BIJEENGEBRACHT TE ZIJN.
dit circus.
En u houdt werkelijk van mij,
ook niemand onrechtvaardig aankla
gen, fluistert zij.
De oude Wenger kijkt haar scherp
aan. U moogt niet verzwijgen wat
u weet, miss Keele, het gaat om ons
allen.
Maar alle praten helpt niet meer.
Het hart van Dorothy is weder ver
hard. Zij keert zich om. Ik ben ze
nuwachtig directeur. Men wordt half
gek by het werken voor de leege za
len. Ik zeg niets, neen, ik kan niets
zeggen. Ik heb geen directe bewijzen!
Higgens trekt de wenkbrauwen op.
Het is dus weer niets. Wij zullen
er wel nooit achter komen, wie ons
tegenwerkt. Hiermede keert hij zich
om en gaat. Ook Dorothy gaat weg.
Maar voordat zij verdwijnt, fluistert
zij den ouden Wenger nog eenige woor
den toe. Vreemde woorden. Leest u
graag rekenkundige boeken?
Dan is zij weg.
De oude Wenger kijkt haar be
vreemd na. Blijkbaar is deze dame
een beetje gek. Men kan haar niet au
serieux nemen. Leest u graag reken
kundige boeken? Wat is dat voor een
idiote manier om zich uit te drukken?
De eenige rekenmeester, dien hij kent,
is Brouwers? En Brouwers houdt de
boeken bij. Opeens schrikt de oude
heer. Dorothy had over bedriegers
gesproken. Is dat de oplossing van
het raadsel, waarom het bedrijfskapi
taal zoo gauw verdwijnt. Maar hij ge
looft het niet, hij de hoofdboekhouder
werkt met Brouwers samen. Woede
stijgt in hem op. Inderdaad, er ge
beurden zulke dingen. Plotseling is
hir. Higgens?
Meer als van mijn leven miss
Gertrude. Ik houd van u, voor u kan
ik alles verlaten.
Zij staan een poos stil, maar zij
hooren niet het klirren van de zilveren
sporen, dat langzaam, heel langzaam,
achter de houten schutting verklinkt.
Gertrude Wenger kijkt den man
recht in 't gezicht. En mr. Higgens,
20)
Higgens begrijpt haar. Wij zullen
als verstandige menschen met elkaar
praten. Gelooft u werkelijk, dat het
circus nog te redden is? Het circus
Excelsior” zal te gronde gaan voor
dat de twaalf maanden proeftijd om
zijn, ondanks alle moeite van uw vader
en uw broer.
Loodzwaar vallen deze woorden op
Gertrude’s ziel. O, neen, neen,
'Hompelt zij.
Ik vraag je Gertrude, wat kan
°ns dat schelen, wat van het circus
"'ordt als wij beiden maar bij elkaar
t ik
bezit goed verkoopen. Ginds in Europa
begih ik opnieuw. Ik zal uw broer
en uw vader helpen, als zij afscheid
van
waarom helpt u het circus niet met
uw laatste middelen. Waarom biedt
u dit mijn vader en mijn broer niet
aan? Kunt u geen geduld hebben tot
onze opdracht vervuld is, tot ik u,
zonder al dezen twijfel, mijn antwoord
kan geven?
Higgens ziet haar smeekenden blik
op zich gevestigd. Het lijkt een oogen-
blik of hij zijn beste gevoelens wil
laten spreken.
Dan schudt hij het hoofd. Ik
wilde u redden, miss Gertrude, maar
ik zie, het gaat niet! Misschien zult
u mij eens beter begrijpen, als dit
geheele circusverhaal verteld is. En
ik vrees, dat het gauw, heel gauw
zal zijn!
Na de ochtendtraining is miss
Dorothy Keele nog een tijdlang alleen
op de oefenplaats gebleven. Zij had
gemeend slechts een oogenblik te rus
ten. Zij is heel alleen nadat de knechts
de paarden hebben weggebracht. En
toen klonken de stemmen van de twee
menschen achter de schutting. Zij
heeft niet tot het einde toe geluisterd,
zij is weggegaan. Aan het andere einde
ontmoet zij een man met een zwarten
baard, hij heeft een hark in de hand,
hij is bezig op te ruimen. Miss Keele
kijkt hem spottend aan. Zij wijst met
haar rijzweep achter zich. Maak
niet zoo’n leven met dat ding, mister
Watermiller, u zoudt misschien kunnen
storen.
De adjudant van Bill Bing kijkt
haar verwonderd na. Dan gaat hij
naar de schutting en loert door een
spleet, Hé, mister Higgens, brult
VAN HET GEVECHTSTERREIN. EEN DOOR DE DUITSCHE
ARTILLERIE KAPOT GESCHOTEN GECAMOUFLEERDE
BUNKER.
AAN DE SOESTDIJKSCHEKADE TE DEN HAAG GERAAKTE EEN
TWEESPAN TE WATER. IN AFWACHTING VAN DEN KRAAN-
WAGEN, TRACHT MEN DE DIEREN KALM TE HOUDEN.
DOOR DE DUITSCHERS GEVANGEN GENOMEN FRANSCHE EN ENGELSCHE SOLDATEN
VERTREKKEN
smoord, de man die u bedriegt...
Een gerucht achter haar rug doet
haar zwijgen. Daar staat Higgens met
bezorgd en waakzaam gezicht. U
hebt mij laten roepen, directeur? Ik
vermoed uit de woorden van miss
Keele, welke ik zooeven hoorde, dat
het om een belangrijke kwestie gaat.
Misschien wilt u mij ook op de hoog
te brengen?
De oude Wenger kijkt den Ameri
kaan verwonderd aan. Ik heb u
weliswaar niet laten roepen mr. Hig
gens, mar het is goed, dat u er bent.
Miss Keele heeft den man ontdekt,
die zyn hand in de vreemde dingen
heeft, welke hier gebeuren.
Wel, dat zou erg prettig zijn om
te weten! roept Higgens verheugd uit.
En miss Keele, wie is de man die
hier intrigeert en ons leven vernie
tigt?
Hij kijkt de mooie, bleeke vrouw
doordringend aan. Zij aarzelt.
Ik heb niet gezegd, dat het de
man is, die hier alles in de war
stuurt. Dien ken ik niet. Maar...
Geen maar, maant de oude Wen
ger aan, die nu ook sterk geïnteres
seerd is.
U hebt „a” gezegd, nu moet u
ook ,,b” zeggen. Wie is de man, die
ons bedriegt?
Nog steeds aarzelt miss Keele.
Nu miss Keele, begint de oude
heer zacht, hebt u zich misschien
vergist?
Het meisje wordt onzeker. Ja,
het is mojelijk, het kan zyn. Ik wil
Wenger zeer kalm. Hij gaat naar de
kast, waar de boeken bewaard wor
den. Als het waar is wat Dorothy
heeft gezegd, dan is ook hij, Wenger,
bedrogen. Hij zit nog laat voor de
boeken en past op, dat niemand hem
bij het werk stoort. Reeds lang is de
avondvoorstelling begonnen, terwijl
de oude heer nog steeds onderzoekt,
narekent en controleert.
Peinzend loopt Gertrude door de
ruitergang. Zoo juist heeft zij haar
broer nog bij den ingang gezien en nu
wil zij zelf kijken hoe het vanavond
is.
Maar het is nog erger dan anders.
Er is bijna niemand in de zaal. De
enkele toeschouwers die er zyn, la
chen meer uit beleefdheid dan van
harte om de grappen van Bubo.
Hans is ook stil, als altijd staat hy
bij het nummer van Quito en Juanita
bij de piste. Oo dat maakt Gertrude
bezorgd. Sedert zij hier in het circus
leeft, hefeft z.j veel meer menschen-
kennis opgedaan dan ooit.
Han- en Juanita. Enfin, Hans die
zoo zelfstandig is geworden, kan voor
zichzelf zorgen. Zij heeft genoeg met
zichzelf te doen, sedert het gesprek
met Higgens vanmorgen achter de
houten sch -tting.
Gertrude is intusschen bij den ach
teringang vr het circus gekomen.
Hier heerscht altijd een zenuwachtige
stemming, want van hieruit treden de
artiesten op.
hij, of u dadelijk bij den chef komt!
Geërgerd keert Higgens zich om en
ziet nog juist een ouden hoed achter
de schutting verdwijnen. Neemt u
mij niet kwalijk, miss Wenger, zegt
hij boos. Ik geloof, dat uw vader
mij laat roepen.
Als miss Dorothy Keele den kassen-
wagen binnenkomt, is de oude heer
Wenger alleen. Een lachje glijdt over
zijn bezorgd gezicht als hij de blonde
vrouw ziet, die hij, hij weet eigenlijk
zelf niet waarom, heel graag mag
lijden.
r Wel, miss Keele, waarom zoo
opgewonden. Wat scheelt er aan? Kan
ik u met iets helpen?
De blonde vrouw is nog niet in
staat tot spreken. Alle spotlust is uit
haar gezicht verdwenen, alleen smart
en toorn staan er op te lezen.
Directeur, weet u, dat u vreese-
lijk bedrogen wordt. Dat men uw ver
trouwen misbruikt, uw goede bedoe
lingen ondergraaft, weet u dat?
De oude Wenger knikt. Helaas
weet ik, dat in deze onderneming
krachten aan het werk zijn, die ons
dwarsboomen. Maar u schijnt meer
te weten, miss Keele, hebt u
ontdekt?
De schoolrijdster slaat de bogen
neer. Haar lippen beven. Dan kijkt
zij op. Ik kan u den naam noemen
van den man, die u bedriegt, u moogt
mij alleen niet vragen hoe ik het weet.
Miss Keele, ik wil u niet in
moeilijkheden brengen, maar u weet
hoe de zaken staan...
Goed dan, roept de vrouw
Km
«cel
4
r'