Na den van van Het circus Wenger Terugkeer valMHH Nederlandsche krijgsgevangenen uit Duitschland Calais - Overstelpende Zondags drukte te Scheveningen I O a i f e FEUILLETON. TTSTOSCHE COURANT VAN MAANDAG JUNI 1W TWEEDE BEAD (Nadruk verboden.) zijn CWordt vervolgd.), De haven van Galais. Op den achtergrond een brandende olietank en op den voorgrond een vernield wagenpark. EEN BELANGRIJK MAN IN DEZE DAGEN VAN BENZINEBESPARING EN BEPERKT VERVOER. GROOTE DRUKTE AAN H£T SCHEVENINGSCHE STRAND. Hoe vol 1 er Zondag was. Een blik op het strand van het einde van den Boulevard af DE TORTELDUIF IN ARTIS BROEDT, heeft zelfs haar eerste jpng. De duif poseert met nest en, al in handen van den oppasser voor den fotograaf. HET EERSTE TRANSPORT NEDERLANDSCHE KRIJGSGEVANGENEN arriveerde Zondagmorgen kwart voor 5 op het station Enschedé. Boven: Teruggekeerde Jantjes bij de soep uitdeeling. Onder: Krijgsgevangenen met een baard van eenige weken. het klaar en duidelijk in zijn hoofd. Zoo leeft en handelt en combineert alleen een vervolgde, een man op de vlucht, of iemand, die honderdmalen de trucs van misdadigers heeft ont maskerd. Of... of e&n van beiden tegelijk is. Gedachten vliegen bliksemsnel door zijn hoofd. Nu ziet Hans Wenger haar weer heel duidelijk voor zich, de grijze doos, welke indertijd door een onbekende uit den wagen werd ge stolen en daar nu weer welbewaard staat. Er is een krantenknipsel in. Hans Wenger heeft het een paar maal vluchtig gelezen. Nu staat den tekst duidelijk voor zijn oogen: „Een poli tieman op de vlucht”. De politieman van Floreales, Don... werd heden door een lid van de republikeinsche regeeringspartij ont maskerd. Don... die uit een oud Spaansche adellijke familie stamt, ge lukte het naar het buitenland te ont wijken. De ontvluchte wordt ervan verdacht belangrijke documenten on der zijn berusting te hebben. De naam, de naam? Juist De kreet, die indertijd door het circus klonk en Juanita deed ver- bleeken, bestond uit drie woorden. Hans Wenger kijkt den artiest recht in het gezicht. Bent u don Pedro Salazar y Gomez, de gevluchte poli tiechef uit Floreales? Quito blijft kalm als tevoren. Ja, mr. Wenger, die ben ik, eens moest u het toch weten! De hemel mag weten boe a er op gekomen bent Hans vertelt het hem. En weer kijkt Quito hem lang en onderzoekend aan. Dit is niet langer het masker van een demonisch mensch, maar dat van een dapper, vastbesloten man, een strijder in den besten zin van het woord. Ik behoef u niet veel meer te verklaren, mr. Wenger. De dapperen in mijn vader land werden verslagen, maar wij ko men terug. Han Wenger buigt het hoofd. En mijn oom, wist hij ervan, wist hij wie u was? Warm en hartelijk klinkt nu de stem. Uw oom Rolf Wenger mag een zonderling zijn geweest, mis schien zullen burgerlijke kringen hem ook een dwaas genoemd hebben, maar hij was een vriend, een man! Wij leerden elkaar indertijd in Floreales kennen. Hij was de gast op mijn hacienda. Wij sloten vriendschap. Hij was het, die mij aanraadde, de ar tiest Quito te worden en zette daar mede ook zijn eigen risico’s op het spel. Gelukkig heeft het lang geduurd eer men mij op het spoor kwam. Er is hier sedert eenigen tijd een agent van de andere partij in het circus. Als ik hem vind, mag hij op zijn hoede zijn. De misdaad van hedenavond? Zeker, mr. Wenger, er zit nie mand anders achter. Als wij zijn spoor volgen, dan begint het met den diefstal in den werkwagen. Het is een geheel ander mensch, die nu voor Hans Wenger staat, een andere stem, een andere houding, an- het minder aan. Ieder detective zal u vertellen, dat een misdadiger zich niet door zijn uiterlijk, maar door zijn eigenaardige, strikt persoonlijke bewegingen en gewoonten verraad, want deze onbewuste eigenaardighe den kan men niet zoo gemakkelijk veranderen als een uiterlijk. Men valt altijd weer in zijn eigen gewoonten terug en elk geoefend politieman zal een mensch daaraan herkennen al heeft hij hem slechts eenmaal in zijn leven gezien. Maar u was toch in staat dat alles te verloochenen. Ja, klinkt het trots en verheugd. Dat heb ik gekund, mr. Wenger, door mijn sterken wil een geheel an der mensch te schijnen, een geheel anderen gang, een andere houding, an dere' bewegingen, een andere stem dan een zekere don Salas y Gomez. Maar ik kon dit alleen omdat ik een zuiver geweten heb, omdat ik voor een heilige zaak strijd, dat heeft een misdadiger niet, die heeft geen inner lijke krachten en daardoor valt hij in zijn oudé gewoonten terug en verraadt zich. Hans springt op. Nu begrijp ik het, de uitroep van uw naam, de misdaad van hedenavond, dit alles moest dienen om u uw zelfbeheer- sching te doen verliezen en uw ware persoonlijkheid te toonen. De meesterschutter knikte ernstig. 22) Dus toch iets om u en het circus te blameeren, om een schandaal te veroorzaken? Waarom sprak u dan ZOO geheimzinnig over een misdaad? Van een mislukte misdaad, mr. Wenger. Want het geweer, waarmede ik naar de lampjes schoot, u weet al mijn wapens zijn genummerd, was «iet datgene, waarmede ik het ge- Woonlijk doe. Het was datgene, waar mede ik anders den bol van Juanita’s hoofd schiet. Hans Wenger is bleek geworden. Juanita? Ik geloof, dat ik het begrijp. Vreeselijk! Een oogenblik staat het schrikbeeld van de vrouw, dood in de manege liggend, Hans voor Dogen. Quito kijkt hem dringend aan. Er is niets gebeurd, mr. Wenger, meer dan een verwonding zou het niet geworden zijn. De stukjes lood zijn toet groot en de onbekende dader heeft blijkbaar geheel onbewust, de kruitlading heel zwak gemaakt. Mis schien had Juanita eenige schrammen San de hoofdhuid gekregen, misschien Was zij flauw gevallen. Men had haar Voor dood of gewond kunnen houden. Dat is het ook wat de onbekende Wilde. dere bewegingen. Het lijkt alsof een hooggeplaatste beambte zich verwaar digt met een ondergeschikte te spre ken. Ik neem aan, zeide Hans, dat hij materiaal zocht om vast te stel len, dat u hier in het circus een onder komen hebt gezocht. Vandaar ook de diefstal van de doos uit den werkwa gen. Juist, mr. Wenger, alleen een verdenking heeft hem naar het circus gebracht en nu wilde hij hier spoor verder volgen. Het is niet te verwonderen, dat de man mij dade lijk heeft herkend. Hans Wenger kijkt den ander aan. Neen, u schijnt mij nu ook een ander te zijn. Als u den baard niet had, dan was u Quito niet meer, zoo veranderd is uw optreden. Alles aan u is mij op het oogenblik vreemd. Een lachje glijdt over het gelaat tegenover hem. Denkt u den baard weg, denkt u mijn wenkbrauwen an ders, en daarbij een bruine, gezonde gelaatskleur en u hebt senor y Gomez voor u. Hans kan het nog steeds niet begrij pen. Maar hoe is het mogelijk, dat men zich zelf zoo kan veranderen? Welk een grimeerkunst! zegt hij ver bluft. Quito maakt een beweging met de hand. U denkt aan een valschen baard, aan schmink, mr. Wenger, dat is het niet. Daardoor laat niemand zich tegenwoordig meer overbluffen. Mijn baard is echt, mijn bleekheid is ook echt. Op deze dingen kqmt Hans begrijpt dit alles niet. Maar wat heeft Juanita gedaan, dat men zoo iets tegen haar beraamd? Pe meesterschutter lachte duister. Het gaat niet tegen Juanita, het gaat tegen mij, mr. Wenger! Men wil mij door Juanita treffen. Ik weet niet of ik u alles zoo mag en kan uitleggen. De anders zoo energieke man is vreemd aarzelend geworden. Zijn oogen rusten onderzoekend op den jongen man Maar hoe kan dat? vraagt Hans, dat het ongeluk niet bij het schot op den glazen bol gebeurde maar later? De geweren, mr. Wenger, ston den niet in de juiste volgorde. Door een schikking misschien ook wel door de opmerkzaamheid van een stal knecht, werd het onheil van Juanita’s hoofd afgewend De meesterschutter heeft met zoo veel warm gevoel gesproken, dat Hans hem bitter aankijkt. Hoeveel moet hij wel van haar houden,, van zijn „Jua nita”, deze man van staal. Maar nu Wenger naar dit gezicht kijkt, is het hem plotseling alsof hij door een masker heenziet, alsof achter dit ster ke, onbewegelijke gezicht een ander staat. En waarom? vraagt Hans Wen ger’s mond, waarom dat alles? En hoe merkwaardig, dat u het plan van den dader zoo snel doorzien hebt. U moet zoo iets wel vaker hebben meegemaakt, Quito. Krijgt hij wel een antwoord? Hij weet het niet, maar plotseling staat F/ i I j k - kiftr h srw W to k'- ik Sm

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5