HAAGSCHE COURANT en Gemeentelijke Geneesk. Gezondheidsdienst blijft waakzaam Strenge controle op de vluchtoorden den Eerste van Woensdag 12 Juni 1940. inspectiereis Rijkscommissaris BINNENLAND STADSNIEUWS - DERDE BLAD. werkt mede Bezoek Middelburg aan Het mooie weer Dr. ir. Th. Ons dagelüksch brood De nieuwe Diergaarde te Rotterdam Middenstandsoffer 1940 ZILVEREN AMBTSJUBILEUM M. H. SMEETS Daar verschillende kaden nog niet gebruikt kunnen worden, heeft het transportbedrijf voor stuk goederen te Rotterdam zich in hoofdzaak samengetrokken op de Oosterkade, waar een enorme drukte heerscht. Voor herovering van een zelfstandig bestaan Hulp aan Rotterdam Plannen voor den wederopbouw Oorlogsschade j SS van M. H. Smeets. Bode ter Gemeente-secretarie afd. Kabinetszaken sprak zeide een wel de loyale de Het No. 17592 Veevoeder-vervoer. Het Rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd heeft nadere bepa lingen vastgesteld inzake het vervoer van veevoeder. 4 Wij ontvingen van de contactcentrale der drie Nederlandsche Middenstands bonden de eerste verantwoordingslijst (tot en met 11 Juni 1940) van den oproep „Middenstandsoffer 1940”: Arnhem, N.V. V.D.B. 100; Enschede, afd. Kon. Ned. Middenstandsb. 500; idem district V 500; ’s-Gravenhage, A. H. 10; H., F. B. 100; ’s-Hertogenbosch, Ned. Vereeniging van Winkeliers in Juweelen, Goud, Zilver en Uurwerken ƒ25; Vinkeveen, afd. Kon. Ned. Middenstandsb. 100. van der Waerden overleden Behalve aan de strenge en afdoende controle van de artsen heeft men dit ook te danken aan het bijzonder fraaie weer, dat natuurlijk allerlei ziekte kiemen verhindert tot ontwikkeling te komen. Een van de voorbehoudende maat regelen is de inenting tegen buiktyphus aan den Centralen Post aan de Wal deck Pyrmontkade 3. Ongeveer 50 per sonen maken dagelijks van deze ge legenheid gebruik. Natuurlijk was de animo om zich te laten inenten in de eerste dagen grooter dan thans. Men wees er ons met nadruk op, dat de in enting een zuiver voorbehoedende maatregel is. Hoewel er op het oogen- blik geen spoor van buiktyphus in onze stad te bekennen is, kan men in een tijd als deze natuurlijk nooit weten wat de toekomst zal brengen. Alleen al om deze reden is de inenting aan te bevelen. Voedzaamheid en malsehheid veranderen niet De directeur van het station voor maal derij en bakkerij te Wageningen, dr. J. van der Lee, schrijft ons het volgende: In den laatsten tijd zijn in de pers mededeelingen verschenen betreffende de samenstelling en den aard van het brood, dat in de naaste toekomst zal worden verstrekt. Menigeen, vooral onder de ouderen, zal hierbij het schrikbeeld heb ben zien oprijzen, van het brood, zooals dat in de laatste jaren van het tijdperk 1914—1918 werd gebakken. Voor derge lijke voorgevoelens bestaat echter in het geheel geen grond. Voor de naaste toe komst is namelijk nog een voldoende hoeveelheid grondstoffen aanwezig om hieruit behoorlijk, dat wil zeggen, sma kelijk en voedzaam, brood te bakken. De aard van de grondstoffen brengt echter mee, dat het uiterlijk van het wit tebrood veranderen zal. Er wordt thans namelijk van overheidswege voorgeschre ven, dat van de voor de meelfabrieken te vermalen tarwe (en rogge) voor de broodbloem een grooter deel moet wor den gebruikt dan vroeger het geval was. Terwijl vroeger bijna uitsluitend het bin nenste van de graankorrel (het meel- hchaam) tot bloem vermalen werd, wordt thans ook een deel van den buitenkant der korrel mee vermalen. Men spreekt dan ook van een hoogere uitmaling. Het gevolg hiervan is in de eerste plaats, dat de kleur van de bloem en ook het bin nenste van het brood, minder wit worden. Verder zal het publiek er aan moeten wennen, dat het brood ontvangt, dat vaster in elkaar zit, dus bij eenzelfde gewicht als vroeger kleiner van stuk is. De voedzaamheid en de malsehheid van het brood staan evenwel geenszins achter bij die van het blanke wittebrood. In tegendeel. allerlei waardevolle bestand- deelen, bijv, vitaminen uit de buitenste lagen van de graankorrel, zijn in het brood aanwezig. Het sprgekt vanzelf, dat van de bak kers thans een snelle aanpassing van den nieuwen toestand geëischt wordt. De nieuwe broodbloem stelt vooral doordat ze baktechnisch moeilijk te hanteeren is. bijzondere eischen voor de behandeling van het deeg en het bakken van het brood. Aan voorlichting op dit gebied ontbreekt het den bakker niet. In de proefbakkerij van het station voor maal derij en bakkerij te Wageningen worden voortdurende bakproeven met de nieuwe melanges genomen, teneinde met de re sultaten hiervan de bakkers en dus ook onze bevolking zooveel mogelijk van dienst te zijn. Hiernaast geven meel- en gistfabrieken en de bakkersvakpers hun voorlichting aan de bakkerij. Een gelukkige omstan digheid is hierbij, dat dank zij de toe passing van de Vestigingswet op het bak kersbedrijf vele gevestigde of toekomsti ge bakkers in de laatste jaren hun prac- tische en theoretische kennis vermeerderd hebben. Juist hierdoor zal een aanpassing door de bakkers aan den nieuwen toe stand gemakkelijker zijn. Aan den anderen kant wordt een drin gend beroep gedaan op het publiek, be grip te toonen voor den nieuwen toe stand. In de vluchtoorden. In de tehuizen, waar de Rotterdam- sche geëvacueerden een onderdak heb ben gevonden, houdt de vroegere hygiënist van de Gemeente dr. Noord^ hoek Hegt geregeld zitting. Hij dringt er bij de menschen sterk op aan zich te laten inenten, aan welken aandrang bijna allen gevolg hebben gegeven. Ook heeft men direct een onderzoek inge steld of zich onder de geëvacueerden bekende bacillendragers bevonden. Voorts houdt in de groote vluchtoorden een arts op geregelde tijden zitting, ter wijl zij, die in de kleinere vluchtoorden of in gezinsverband wonen, evenals de gemeentepatiënten zich door de wijkart- Ik zou nu voor willen stellen, dat een centrale in het leven wordt geroe pen voor den wederopbouw, welke in het bijzonder wordt belast met de verzorging van de monumenten der bouwkunst. De taak van deze centra le zou dan moeten zijn de geleden schade zoo snel mogelijk vast te stel len en goede plannen te ontwerpen, op dat behouden blijft, wat de moeite waard is om behouden te worden. Ik wil een verbindingsman aanstellen, die ervoor zal zorgen, dat alles wordt gedaan, wat gij noodig acht, in sa menwerking met alle burgerlijke en militaire autoriteiten van Duitsch- land. Wanneer u uit onze houding wilt op maken, dat wij u een genoegen willen doen, dan is dit in zooverre juist, dat wij u welwillendheid willen toonen, niet in den zin van een beschermheer schap, doch in den zin van een bereid staan tot samenwerking. De voor naamste reden is evenwel de eerbied, welke wij hebben voor wat in het volk leeft en de achting, welke wij koeste ren voor de werkelijke uitdrukking van zijn innerlijke kracht. Door dezen geest bezield, staan wij tegenover het Nederlandsche volk. Weest overtuigd, dat alles zal ge schieden, dat door ons kan worden ge daan”. Vergadering Provinciale Staten Zuid-Holland. De commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland heeft de Pro vinciale Staten van onze provincie bijeengeroepen voor de eerste gewone zitting van dit jaar op Dinsdag 2 Juli a.s., des voormiddags om 11 uur. De plaats van bijeenkomst zal nader worden medegedeeld. Verlenging van rijbewijzen. Nu vele motorrijtuigen zijn opgelegd of afgeschaft, schrijft de K.N.A.C., rijst bij velen de vraag, wat zij moeten doen ten aanzien van hun rijbewijs, indien de gel digheidstermijn daarvan in dezen tijd ver strijkt. De K.N.A.C. wijst er derhalve op, dat „verlenging” van een rijbewijs kan ge schieden met ingang van den datum, die men verkiest en dat deze datum dus niet behoeft aan te sluiten op den geldigheids termijn van het laatste rijbewijs. Zij, die voorloopig geen motorrijtuigen denken te besturen, kunnen dus met de verlenging van hun rijbewijs desgewenscht wachten, totdat zij hun voertuig weer van stal kun nen halen. collectieve arbeidsovereenkomsten” Arbeidsbesparing en werkloosheid” „De gemeenschap en het bankwezen”. Rondrit, 's Middags maakte het gezelschap een rondrit over het eiland Walcheren en bezocht o.a. Vere. Wanneer men door dit heerlijke land rijdt, trekt langzaam de indruk der verwoesting weg en men ziet dan hoe ontzaglijk veel gelukkig behouden bleef. De hee- le reis door Westelijk Brabant en Zee land versterkt dezen indruk. Slechts hier en daar heeft het oorlogsgeweld sporen achtergelaten. Rustige, onge schonden dorpen staan tusschen de weelderige velden. Hier en daar is een stuk onvruchtbaar geworden door de inundeering met zout water, daar zijn de boomen verdord en het land is Smeets van Buggenum” grijs. Maar onafzienbaar zijn de groe ne velden met den rijpenden oogst. Overal leeft een vreedzame bevolking, aan wie de oorlog voorbijgegaan schijnt zonder sporen achter te laten. Hier bouwt men rustig verder. En daar, waar de bommen en gra naten hun grijze en zwarte sporen heb ben achtergelaten is een nijvere bevol king onder actieve leiders reeds hard aan het werk om op te ruimen en te bouwen aan den nieuwen tyd. Hoewel men aan de vluchtoorden tal van voorzieningen heeft getroffen, blij ven ze natuurlijk primitief ingericht. Daarom moet men voortdurend een strenge medische controle blijven uit oefenen. Het beste zou natuurlijk zijn wanneer men gezinsbarakken bouwde. B. en W. van Rotterdam vestigen er met erkentelijkheid voor de vele gif ten, welke zij reeds mochten ontvan gen voor de zwaar getroffen bevolking van Rotterdam, de aandacht op, dat de gelden, welke men voor de hulpver- leening wenscht beschikbaar te stellen kunnen woren gestort door over- of bijschrijving op postrekening no. 7552 ten name van den ontvanger der Ge meente Rotterdam met de aanduiding: „Hulpverleening aan Rotterdam”. De geheele voltooiing in zicht. Aangezien de autoriteiten in Den Haag nog geen beslissing hebben genomen wat betreft de totale voltooiing van het nieuwe Diergaarde-complex te Rotterdam, is het niet zeker, wanneer het terrein, of althans een gedeelte daarvan, voor het pu bliek zal worden opengesteld. Dezer dagen is in het directiekantoor op het terrein van de Nieuwe Diergaarde een vergade ring gehouden, waaraan o.a. werd deel genomen door den directeur van de Dier gaarde, dr. Kuiper, en den directeur van het bouwbureau ir. Offerhaus. Volgens de oorspronkelijke plannen zou op 15 Juli de geheele Diergaarde gereed moeten zijn, maar tengevolge van de laatste gebeurtenissen heeft men enkele weken den bouw moeten stilzetten. Aan de Rivièrehal wordt thans nog druk ge werkt en de hoofdgebouwen verkeeren nog in een begin-stadium. Het giraffen huis is vrijwel gereed. Ook aan de ijs- berenrots wordt de laatste hand gelegd. In de verschillende weiden zijn reeds en kele rundersoorten, een groepje herten en eenige ponnies ondergebracht, terwijl ook enkele vogels in hun nieuw verblijf hui zen. Het overbrengen van de overige die ren zal geleidelijk geschieden naarmate de hokken gereedkomen. Momenteel staan de struisvogels reeds in een drietal kisten klaar om verzonden te worden. Het fraaiste gedeelte van het nieuwe •omplex is thans ongetwijfeld de rotstuin, die geheel in bloei staat. Zooals de heer Offerhaus ons mededeel de, behoeft men zich over het materiaal voor den afbouw niet bezorgd te maken. Ruim 85 procent van het benoodigde ma teriaal ligt op het terrein gereed. Verleden week werd toestemming ver leend om voorloopig voort te gaan met de afwerking van de reeds begonnen werken en thans is het wachten op de laatste ver gunning voor volledige voltooiing. In het bijzonder is dif het geval met Middelburg, aangezien hier een aantal historische gebouwen staan. Wij kunnen ons uw gevoelens inden ken, waarmede gij thans door puinhoopen van uw stad gaat, was alleen de harde en ijzeren nood zaak, welke ons dwong van Middel burg het tooneel van den strijd te maken, niet tegen de Nederlanders, doch tegen de Franschen. Middelburg is een stad van historische gebouwen en wij zullen er naar streven alles te herstellen, wat slechts eenigermate kan worden hersteld. Historische ge bouwen zijn de getuigen van den wil van een volk zijn gedachten vorm te geven. Middelburg treden wij met bijzondere hoogachting tegemoet, om dat zijn bouwwerken herinneren aan een tijdperk in de geschiedenis, waar in wij allen bewogen werden door dezelfde geestelijke krachten. Zij zijn getuigen van gemeenschappelijke ge schiedkundige gebeurtenissen. De wederopbouw van Nederland is een zaak, welke voor alles de uwe is. Wij matigen ons niet aan, u hierbij bevelen te willen geven. Wij willen u hierbij helpen en raadgeven. sen kunnen laten behandelen. Bij de kinderen van Rotterdamsche geëva cueerden hebben zich eenige gevallen van dyphteritis voorgedaan. Men heeft toen ook onmiddellijk ingegrepen. Thans zijn bijna alle kinderen ingeënt tegen deze ziekte. Men begrijpt, dat de vluchtoorden scholen, leegstaande villa’s en hoeren huizen, in het geheel niet berekend waren op de huisvesting van een groot aantal personen. Vooral omdat zich hier onder geheele gezinnen bevinden. De gebrekkige inrichting vergrootte natuurlijk het gevaar van het uitbreken van besmettelijke ziekten. Onder leiding van dr. Boelens heeft men daarom tal van sanitaire maatregelen genomen. In overleg met de afdeeling Kinderbescher ming werkt men momenteel een rege ling uit om, nu de toestand in de vlucht oorden stationnair is geworden, Rotter damsche vrouwen, die zuigelingen heb ben, in de gelegenheid te stellen naar de consultatiebureaux van de gemeente te gaan. Wanneer de kinderen van de ge- evacueerden weer naar school willen gaan, wordt eerst het geheele gezin on derzocht, gebaad en doorgelicht. Op het terrein van den Gemeentelij ken Ontsmettingsdienst worden dage lijks gemiddeld 200 geëvacueerden ge baad. Er zijn daar vijf driedeelige cel len, voor hen, die gereinigd moeten wor den. In enkele dagen tijds zijn nog twaalf nieuwe badcellen in een der ge bouwtjes aangebracht. Voorts heeft men nog twee droogkamers voor hen, die lui zen bij zich dragen. De kamers worden verwarmd tot een temperatuur van 65 graden Celsius. Tenslotte deelde men ons mede, dat de Gezondheidsdienst sedert eenigen tijd toezicht houdt op de bereiding van het eten voor de 1800 geëvacueerden en op de samenstelling van de menu’s, zoodat de hoogste voedingswaarde ver kregen wordt en er steeds de noodige afwisseling is. bij het historische deel? Neen, zegt de bouwmeester de Ranitz, het oude karakter der stad moet behouden blij ven, de oude structuur, ontstaan door geleidelijke ringvormige uitbreiding moet bewaard blijven. Zoo mogelijk moet de schoonheid nog verhoogd wor den door enkele wijzigingen in den stra tenloop, zoodat het perspectief verbe terd wordt. De rijkscommissaris toonde vol be grip voor dit plan, maar hij infor meerde met groote belangstelling, of voldoende rekening zou worden gehou den met de eischen van het moderne verkeer. Waarop de bouwmeester wees op dat deel van .zijn plannen, dat op modern snelverkeer berekend was. Herstel van het oude, erkenning van de eischen van den nieuwen tijd, dat is het probleem van den weder opbouw, niet alleen van de stad Mid delburg, niet alleen in Middelburg, doch in geheel het land. Voor de schetskaart in het museum in Zeeland werd het even aangeroerd. Samenwerking In de zaal waren tal van autoritei ten aanwezig. Met den rijkscommis saris waren meegekomen de commis- saris-generaal voor bijzondere geval len, dr. Schmidt, de gezant Bene, de persreferent van den rijkscommissa ris, de heer Hushahn, dr. Kalf, voor zitter van de rijkscommissie voor monumentenzorg, mr. dr. Frederiks, waarnemend hoofd van het departe ment van binnenlandsche zaken. Aan de grens der provincie Zeeland had de commissaris der Koningin, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford zich bij het gezelschap gevoegd. Middel burg was de burgemeester, mr. dr. J. van Walré de Bordes, de gastheer. Alle deskundigen waren bijeen om een vruchtbare discussie mogelijk te maken, die in intiemen kring werd voortgezet. De burgemeester moderne stad bouwen aansluitend komstwoord. Hij De ve r v o e r s-o p b r e n g s t van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij N.V. in de maand Mei bedroeg 300.047, tegen 275.052 in Mei 1939. Vrijdag over een week, 21 Juni a.s. zal de heer M.H. Smeets, wonende aan de Goudsbloemlaan 142 hier ter stede, den dag herdenken, waarop hij 25 jaar geleden in dienst trad bij de Gemeente, n.l. op de Gemeente-secre tarie, afdeeling Kabinetszaken. In het jaar 1915 werd de heer Smeets te werk gesteld bij de Ge meente, na bode te zijn geweest bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Toen de heer Smeets pas in den Haag kwam, diende hij een der oude adel lijke families. Smeets heeft als bode ter Gemeente-secretarie vele hoogtij dagen beleefd, zoo o.a. het bezoek van Koning Leopold van België, het hu welijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard, de geboorte-afkondiging van Prinses Beatrix, het 40-jarig re- geerings-jubileum van de Koningin, enz. De heer Smeets is Limburger van afkomst, en geboren te Buggenum, vandaar dat hij door zijn collega’s genoemd wordt. Gedurende 14 jaar is de heer Smeets waarnemend kamerbewaar der onder verscheidene burgemeesters geweest, o.a. bij burgemeester M. Pa- tijn, Jhr. mr. dr. Bosch, Ridder van Rosenthal, en thans nog onder den huidigen burgemeester, mr. de Mon- chy. Ongetwijfeld zal deze feestdag voor den jubilaris die door zijn wijze van optreden veler sympathie heeft ver worven, niet onopgemerkt voorbijgaan. Het A.N.P. meldt uit Middelburg: Herstellen, weer opbouwen in onder linge samenwerking. Dat is het parool van den rijkscommissaris Rijksminis- ter Seyss Inquart. Dat is het parool, waarmee hij het hart van het Neder landsche volk getroffen heeft. Men be grijpt elkaar, men slaat de handen in een. Er wordt gewerkt in een prach tig tempo. De rijkscommissaris is gisteren zijn eerste inspectie- en studiereis begon nen met een bezoek aan een onzer steden, die het zwaarst getroffen is, Middelburg. Prachtige gebouwen zijn daar getroffen door het oorlogsgeweld, het stadhuis en de abdij zijn uitge brand, gedeeltelijk verwoest, maar als vermaning en aanmoediging tot wederopbouw zijn ze niet onherstel baar vernield. De gevold staan er nog, althans de belangrijke» gedeelten, de structuur is behouden, te midden van de puinhoopen der winkelstraten rijzen de geraamten omhoog met hun nog steeds edele lynen. De Middelburgers hebben gezegd: dat moet hersteld worden. De rijks commissaris had hetzelfde gezegd. Gisteren was er de bezichtiging en de eerste conferentie, waarin Middel burg zijn plannen ontvouwde en de Duitsche burgerlijke gezaghebber zijn raad en steun, zijn medewerking en aanmoediging schonk. Het was een treffend oogenblik, toen in het Middel- burgsch museurrf, na een inleiding van den rijksarchivaris, mr. A. Meer kamp van Embden en den stadsbouw meester, ir. de Ranitz, de rijkscom missaris zich voor de groote kaart opstelde, waarop de ramp stond aan- geteekend met de nieuwe plannen, die reeds ontworpen waren. En daar rees een der problemen, waarvoor een stad als Middelburg komt te staan. De binnenstad is ten deele verwoest. Zal men de puinhoopen opruimen en een Distributiestamkaarten voor marine personeel met verlof De Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht maakt in overeenstemming met den Duitschen Bevelhebber in Neder land het volgende bekend: ..Personeel van de Koninklijke Marine, dat met groot-verlof is vertrokken en on miadellijk voordien niet in het bezit was van hun distributie-stamkaart. aangezien zij voeding van Rijkswege genoten, moet zich tot het terugkrijgen van de doorhem ingeleverde distributiestamkaart per briefkaart persoonlijk wenden tot den in tendant der zeemacht te den Helder. Aanvragen aan andere autoriteiten zul len niet worden behandeld. Met groot-verlof vertrokken militairen der zeemacht, die vóór dat vertrek in eigen voeding voorzagen en daartoe wel in het bezit van hun distributie-stam kaart waren, doch deze door de krijgs verrichtingen "hebben verloren, moeten zich ter verkrijging van distributiebe scheiden onder overlegging van het be wijs, dat zij met groot-verlof uit den mi litairen dienst zijn gegaan, wenden tot den distributiedienst in de gemeente hun ner inwoning.” Lid van de Tweede Kamer. Op 63-jarigen leeftijd is heden te zijnen huize in Laren (N.H.) overle den het sociaal-democratische lid van de Tweede Kamer dr. ir. Th. van der Waerden. De heer van der Waerden werd 21 Augustus 1876 in Eindhoven geboren. Na H.B.S.-onderwijs te hebben geno ten in Helmond en Tilburg, studeerde hij in Delft voor civiel ingenieur en werd na volbrachte studie benoemd tot leeraar in de wiskunde en mecha nica aan een der Amsterdamsche hoogere burgerscholen. De heer van der Waerden was lid van de Provin ciale Staten van Noord-Holland, gede legeerd lid van den raad van toezicht op de provinciale bedrijven van Noord-Holland, lid van de centrale commissie voor de statistiek, van den Zuiderzeeraad, van de Nederlandsche centrale organisatie voor toegepast- natuurwetenschappelijk onderzoek, van den Hoogen Raad van Arbeid en van de staatscommissie voor het bankwezen. In 1918 werd hij bij de eerste ver kiezingen volgens het stelsel der even redige vertegenwoordiging gekozen tot lid van de Tweede Kamer en werd bij de daarop volgende verkiezingen tel kens herkozen. Van zijn hand zijn tal rijke publicaties verschenen, o.a. zijn dissertatie Geschooldheid en tech niek”. ,,Het Taylorstelsel”. „De gren zen van het historisch materialisme”. Over rationalisatie én werkloos heid”, „Verbindendverklaring van In „de Waag” heeft de heer L. H. E. van Hylekama Vlieg (niet zelf belanghebben de) er de aandacht op gevestigd, dat het een eisch van billijkheid en gerechtigheid is, dat alle Nederlanders tezamen en niet enkele de schade, welke door den korten, maar hevigen oorlog met Duitschland, is ontstaan, dragen. De schrijver zou het be ter achten, als reeds terstond van regee- ringswege werd bekend gemaakt, dat ieder die persoonlijk door den oorlog buiten eigen schuld schade heeft geleden, door het geheel van ons volk, door het vader land, schadeloos gesteld zou worden. Hedenmorgen hebben de directeur van den Gemeentelijken Geneesk. en Gezondheidsdienst dr. J. A. Putto en het hoofd van de afdeeling Volksge zondheid dr. H. W. Boelens ons het een en ander verteld over de maatregelen, welke genomen zijn door den dienst in den Haag om te voorkomen, dat be smettelijke ziekten hier vasten bodem zouden vinden. Deze maatregelen zijn alleszins afdoende gebleken. In den Haag heeft zich in de afgeloopen weken geen enkel geval van typhus voorgedaan, terwijl ook de andere be smettelijke ziekten geen uitbreiding hebben vertoond. Eerder kan gezegd worden, dat deze in nog geringer aan tal voorkwamen dan anders. medewerking toe van de Middelburg- sche bevolking en sprak de hoop uit, dat Middelburg weer spoedig de stad mocht worden, die uitblonk door haar schoone gebouwen en dat Zeeland spoedig geheel hersteld moge zijn. Daarna gaf de rijksarchivaris een historische inleiding over het ontstaan van de* monumentale gebouwen in de stad. De vele jaartallen bewezen hoe oud de geschiedenis dezer schoone stad is. Rede van rijkscommissaris rijksminister Seyss-Inquart. De rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, rijksminister Seyss-Inquart, nam daarna het woord en begon zijn rede met te danken voor de vriendelijke woorden van welkom en voor de uiteenzetting van den rijksarchivaris, mr. A. Meerkamp van Embden. Vervolgens zeide spreker: Wanneer ik op mijn eerste inspec tiereis naar Zeeland en Middelburg ben gekomen, dan is dit om te toonen, dat ik, overeenkomstig den opdracht, welke ik van den Führer van het Groot-Duitsche Rijk heb ontvangen, in de eerste plaats mijn aandacht en mijn zorg wil geven aan die gebieden, welke schade hebben geleden door de verwarringen van den oorlog. ■A. S’ -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9