Het circus Wenger
Rijkscommissaris dr. Seyss-Inquart te Middelburg - Voor trappers’
doen opgeld - Drukte in de klompenindustrie-Rotterdam verzamelt oud metaal
0 -
II
1
IÉ
Tc
y
1|||
HAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 13 JUNI 1940 TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
OUD METAAL
EEN OORLOGSBEELD IN NOORD-FRANKRIJK.
KEN STRAAT IN DUINKERKEN.
EEN LID VAN DE VRIJWILLIGE BRANDWEER IN WATERGRAAFS-
OP DE BRANDSPUIT RONDGEREDEN.
(Nadmk verboden.)
(Wordt vervolgd^
MEER TRAD IN HET HUWELIJK. NA AFLOOP VAN DE
HUWELIJKSVOLTREKKING WERD HET BRUIDSPAAR
DE BRABANTSCHE KLOMPEN-INDUSTRIE
heeft het thans druk. Boven de klompen wor
den gepolijst. OnderIn rekken worden zij
te drogen gezet.
EEN GROOT AUTOBUSBEDRIJF IN HOORN heeft de bakens verzet. Men kan
nu fietsen huren en tandems. Kunt u niet fietsen Geen bezwaar. U stapt op en
de chauffeur van de onderneming trapt. Grootmoeder gaat op voorjaarsvisite.
gerekend. Ik kon den wagen nog tot
stilstand brengen en toen kwamen de
motoragenten. Zij lieten zich overtui
gen, dat de zaak anders was. Hij
hoopte, dat de arm weder zou gene
zen, maar voorloopig is het nummer
Quito van het programma verdwenen.
De laatste woorden waren bijna on
verstaanbaar. Quito valt terug. Hans
legt hem zorgvuldig neer en dan
keert Juanita terug. Ja, het nummer
is van het programma. Een nieuwe
slag voor het circus. Dat zegt ook de
oude Wenger als hij ’s avonds met
Hans naar het werk van Bubo en Do
rothy Keele staat te kijken.
Telkens, de een na de ander, ver
dwijnt van het programma, mijn jon
gen, zegt de oude man en glimlacht
droevig. Wij kunnen ons het enga-
geeren van nieuwe nummers niet
meer permitteeren. Kijk
het publiek, men kan de menschen tel
len! Wij hier zijn meer in aantal dan
zij. Als er geen wonder gebeurt, dan
kunnen wij sluiten.
Hans drukt de lippen op elkaar.
Wij moeten een uitweg vinden, va
der! Wij moeten, al was het alleen
terwille van oom Rolf.
Het is geen wonder, dat Hans Wen
ger dezen nacht niet kan slapen. Het
is ondragelijk warm en daarbij ver
dringen honderden gedachten zich in
zijn hoofd. Hij staat op en gaat naar
den werkwagen. Weer doorzoekt hij
alles. De ramen staan open. Zoodra
hij aan de schrijftafel zit kan hij door
de geopende raampjes het licht in Ju
anita’s wagen zien branden. Hij ziet
is er in Rotterdam vol
doende. Het wordt
voorloopig gedeponeerd
op een terrein aan de
Radiostraat, waarheen
hel met vrachtauto’s
wordt vervoerd.
naar het circus terug. Hij gaat door
de menigte samen met Hans en Juani
ta naar zijn wagen. Als de deur ach
ter hem gesloten is, zinkt hij kreu
nend op de kleine sofa. Het be-
heerschte lachje valt als een masker
van zijo gezicht.
Juanita, lieveling, als je mij een
pleizier wilt doen, haal dan ’n syphon
ijswater uit de cantine, wil je? Ik
heb een brandende dorst.
Als Juanita weg is, kijkt Quito
Hans beteekenisvol aan, koorts flik
kert in zijn oogen. Het was toch
’n schot, directeur, zegt hij grimmig,
zoo ziet u, dat een vos ook wel
eens een fout maakt. Inplaats van het
telegram mee te nemen, laat ik het
hier liggen. Toen ik met Juanita van
de repetitie kwam, was het weg. Al
varez is flink. Hij heeft waarschijnlijk
mijn geheelen wagen doorzocht naar
de documenten, maar dan kan hij
larig zoeken, die kan men slechts van
mijn lijk wegnemen.
Quito haalt moeilijk adem, waar
schijnlijk heeft hij koorts.
Spreekt u niet, Quito, maant
Hans, het is misschien het beste,
dat u dadelijk gaat rusten.
De gezonde hand van den meester-
schutter weert af. Neen, ik wil u
alles zeggen, voordat Juanita komt.
De kerel heeft misschien gedacht, dat
ik de documenten wilde verzenden. On
derweg heeft men op mij geschoten.
Maar mis, een gat in mijn arm. Een
geluk, dat ik niet bewusteloos werd,
want dan had de kerel met my af
niet in ons belang kunnen zijn.
Hans denkt na. Zooals u wilt mr.
Quito. Ik dank u in ieder geval voor
de mededeeling.
Ik heb nog een verzoek aan u,
mr. Wenger. Ik wilde na de voorstel
ling naar de stad om mijn vrienden
een telegram te sturen. Wilt u mij uw
wagen daarvoor leenen? Hij schijnt
mij veilig.
Hans stemt toe. Hij zal voor u
klaar staan mr. Quito. Zal ik u een
chauffeur meegeven?
De meesterschutter lacht. Ik zou
geen vreemde voor mij in de waag
schaal willen stellen, ik rijd zelf.
In orde, zegt Hans.
De uren vergaan en Hans Wenger
heeft de handen vol. Brouwers’ ver
dwijning heeft toch een plaats ledig
gelaten. Vader Wenger, die anders
veel uit de handen van zijn zoon over
nam, moet nu bij de kassa zitten. Het
loopt reeds naar twee uur.
Hans komt juist uit den olifantenstal
waar hij heeft geholpen om het olifan
tenwijfje Katinka een emmer medicijn
tegen buikpijn te geven. Geen gemak
kelijk baantje bij zulk een omvangrij
ke en lastige patiënte. Daar staat
plotseling Juanita voor hem. Helpt
u toch mr. Wenger, fluistert zij. Ik
ben zoo ongerust over Quito, hjj is al
tijd nog niet terug!
Hans aarzelt een oogenblik. Weet
Juanita wel waarom ’t hier gaat? Is
zij ingewijd of heeft Quito tegenover
zijn partnerin gezwegen. Maar haar
angst toont duidelijk aan, dat zij op
DE WEDEROPBOUW VAN MIDDELBURG. Rijkscommissaris dr. Seyss-Inquart be
zocht de provincie Zeeland. De Rijkscommissaris bij het verlaten van het door de Fran-
schen in brand geschoten stadhuis van Middelburg. Rechts de burgemeester
mr. dr. J. van Walré de Bordes.
25)
Quito’s gezicht verduistert. Een
agent van de anderen. Een fanaticus,
een man, voor wien elk middel goed
is, een meester in vermommingen,
spreekt iedere taal en is handig, dit
is Alvarez.
Hans kijkt Quito opmerkzaam aan.
En wat beteekent: „gaat door jul-
lie nacht.
Dat beteekent, dat Alvarez hier
in het circus is, maar dat mijn vrien
den niet weten onder welk masker hij
zich hier bevindt. Hij is de man, die
de aanslagen op mij en Juanita ge
pleegd heeft.
Maar wie is hij? vraagt Hans.
Quito trekt zijn wenkbrauwen sa-
nien. Hij kan iedereen zijn. Bill
^ing of een der stalknechts of Hig
gens, de oude Nieman, iedereen. Hij
kan als de Indische toovenaar rond
gaan, wij weten het niet.
Hans heft het hoofd op. Ik zal
het heele circus doorzoeken, al moest
ik het eigenhandig doen, zegt hij woe
dend.
In Quito’s oogen schemert een vonk,
Maar zij is snel gedoofd. Het heeft
geen doel, directeur. De knaap zal ge
waarschuwd worden of tot drastische
Maatregelen worden aangezet, welke
de hoogte is van het gevaar, dat Qui- te brengen. Maar ik wilde toch liever
to bedreigt.
Ik hield het in de eenzaamheid
van den wagen niet meer uit! Kunt u
hem niet laten zoeken, mr. Wenger.
Als hem maar niets overkomen is...
Zij maakt den zin niet af, maar het
is geen klaagtoon. Hans hoort ver
baasd de dreiging in haar stem en
opnieuw moet hij erkennen, dat hij
niet alle zijden van dit meisje kent.
Komt u mee, miss Juanita, wij
zullen eens telefoneeren. Als er iets
met mr. Quito gebeurd is, moet men
het toch in de stad weten.
Zij gaan naar den kassenwagen,
waar de telefoon staat. Maar daar
komt reeds de bekende grijze wagen
aangestormd. De uniformen van poli
tie worden in den wagen zichtbaar.
Hij leeft! roept Juanita luid en de
tranen rollen over haar wangen. Zij
snelt naar den wagen. Hans is naast
haar. Ja, dat is Quito, die daar blee-
ker dan gewoonlijk moeilijk uit den
wagen stapt. Zijn rechterarm is in
verband.
Met een smartelijk lachje wijst hij
de vragen van Juanita en van Hans
af. Maar reeds verdringen de nieuws
gierigen uit het circus zich om hem
heen.
Het is niets, zegt Quito met ver
heffing van stem, een klein onge
val, ik had bijna uw wagen in puin
gereden, directeur.
Hij glimlacht vriéndelijk tegen de
politiemannen. Deze heeren van de
motorbrigade waren zoo vriéndelijk
mij op te rapen en in een ziekenhuis
Juanita’s gestalte onduidelijk door de
gordijnen. Nu en dan verdwijnt zij uit
den wagen. Dan weet Hans, dat zij
naar Quito komt zien, die kreunend in
een koortsaanval ligt. Met een bitter
lachje denkt Hans er aan, hoe zij zich,
voor Quito uitslooft, hoe zij aan dezen
vreemden man verbonden is en met
eiken vezel van haar bestaan aan hem
hangt. Kan men het den meester
schutter kwalijk nemen, dat hij haar
als een kleinood bewaakt. Domme,
sentimenteele kerel! denkt Hans Wen
ger van zichzelf, je hebt wel aan wat
anders te denken dan aan een vrouw!
Hartepijn deugt niet als men al zijn
energie noodig heeft om de zaken
gaande te houden. Mechanisch grijpt
Hans naar de papieren, welke voor
hem liggen. Een geërgerd lachje
glijdt over zijn gezicht. Hoe vaak
eens naar heeft hij ze al bestudeerd en is er
nooit uit wijs geworden. Nutteloos ge
doe, alleen maar tijdroovend!
Maar ondanks deze gedachte heeft
hij de map weer naar zich toegetrok
ken en staart hij naar de lijnen en
strepen. Het is de constructieteeke-
ning gemerkt „E”, deze en de con-
structieteekening gemerkt „D” heb
ben Hans hoofdpijn bezorgd. Hjj be
grijpt er niets van. En toch was hjj
bij zjjn studiën heusch niet de dom
ste van het college. Onwillig schuift
hij de teekeningen terzijde en bekijkt,
niet voor den eersten keer, de andere
plannen. Onderstel „A”, onderstel
,,B”, brug d.T., ja wat kon dat be-
teekenen?
«WO
-
*s.
Ir fl
Is WW
llll
1
t
«F**-
K-Mtijbaf.
W'