naar bosschen van in hel stadhuis - In Duinkerken na den strijd Bestrijding van de insectenplaag Per fiets met aanhangwagen Een drooggelegd kanaal - u Het circus Wenger illllii F I y HAAGSUTTE COURANT VAN WOENSDAG 19 JUNI 1940 TWEEDE BEAD F FEUILLETON. (Wordt vervolgd^ ge- de de ubHhfcLb üci/.mIJLUKKEN IN DUINKERKEN WERDEN DOOR VOLTREEFERS VERNIELD, DAAR DE VIJAND ER ZICH VERSCHANST HAD. de de de circusmenschen DE ZUID-WILLEMSVAART ZONDER WATER. Teneinde de sluizen in de Zuid-Willemsvaart te kunnen repareeren heeft „Waterstaat” dit kanaal drooggelegd. NU DE ZON ZICH OP HAAR VOLLE KRACHT DOET VOELEN, ZIJN DE PARASOL WEER OP HET SCHEVENINGSCHE STRAND TEGENWOORDIG. Hij wenkt Juanita. Ieder beginnen zij hun touwladder naar boven te beklim men. Rill Bing zwijgt, de muziek speelt nu zachter. Ook de toeschou wers zwijgen. Alleen de ademhaling van deze groote menschenmassa is nog te hopren. Nu zijn zij boven. Hans werpt een blik naar beneden op de zee van hoof den en opgeheven gezichten. Herken nen kan hij niemand, maar daar bene den, ergens in een loge, zitten zijn va- cer, Zyn zuster, Higgens, Quito. Voor hen doet hij dit, opdat het circus zal blijven bestaan. Natuurlijk gaat zijn blik naar het andere platform. Even ziet hij het kla re gezicht van Juanita en het dappere lachje, waarmede zij zijn blik beant woordt. Juanita. Luid klinkt Bing’s stem. Klaar daarboven? - Ready! roept Hans kalm. Ready, zegt ook een andere hel dere stem. Los! roept de stem van beneden. Enkele seconden vergaan, dan donde ren twee motorfietsen los, twee rood- leeren gestalten razen op blinkende motoren over de stangen van de ma chinerie naar beneden, scheef liggend, Bing’s gezicht verandert niet. Men moet den dag niet prijzen voor den avond komt chef. Ik vrees, dat de verrassingen nu heel gauw zullen ko men. Hans kijkt den ander verschrikt aan. Wel, Bing, je praat zoo vreemd, weet je iets? Bill Bing schudt bedachtzaam het hoofd. Weten en bewijzen is twee, directeur. Maar ik wil u vandaag niet meer zorg geven dan noodig is. Wat komen moet, komt toch! Wat ik nog vragen wil, komt er nog een klein feestje na dit succes? We hebben dat altijd gedaan als er in „Excelsior” een bijzondere première was. Hans Wenger lacht. Hij is toch ’n aardige vent, die Bing, ondanks zijn vaak geheimzinnig gedoe. Dat is een goed idéé, Bill. In de cantine zullen allen getracteerd wor den, ik kom ook, moet mij even ver- kleeden. Goed, chef. Bill Bing verdwijnt tusschen de an deren. Als Hans Wenger in zijn wagen koftit, neemt hij zijn valhelm af en maakt zyn leeren jas los. Langzaam gaat hij zitten, hij voelt zich doodmoe. Nu komt de reactie op alles. Lang zaam trekt hij zyn leeren jas uit en nu valt zijn blik op de map met con- structie-teekeningen. Onwillekeurig streelt zijn hand de map. Hoe goed u gerekend en gecombineerd hebt, oom Rolf. Het wat. uw beste constructie. U bent dood, maar zij leeft en zal le ven en mijn circus redden! Een gevoel van dankbaarheid voor den dooden Wenger is in Hans. Hij naar voren. Dat beteekent mr. Wenger, dat ik u hier een. mede- eigenares van het circus voorstel, mevrouw Rolf Wenger, geboren Keele. Drie paar oogen kijken naar de schoolrijdster, die zwijgend voor hen staat. Onverbiddelijk gaat Higgens voort: Ik leg u hier een document over van de trouwacte van Rolf Wenger en miss Keele. Het huwelijk werd in het circus geheim gehouden. Ook ik heb het eerst gisteren gehoord toen miss Keele of liever mrs. Wenger het mij vertelde. Alstublieft valt u mij niet in de rede, ik ben dadelijk uitgesproken. Ik voel mij verplicht als vertrouwde en vriend van de fa milie Wenger natuurlijk ook miss Keele of mrs. Wenger’s belangen te vertegenwoordigen. Mrs. Keele heeft zich bereid verklaard een deel van haar erfenis te verkoopen. Ik kom terug op mijn voorstel, dat ik u vanmorgen deed, verkoop mij het circus. Dat is de beste methode, de erfgenamen en ook mrs. Wenger dee- len het bedrag en alle moeilijkheden zijn uit den weg geruimd. Moet dat een bedreiging betee- kenen, mr. Higgens? vraagt Hans boos. Higgens lacht. Vat u dat op zoo- als u wilt, ik houd rrpj tot middernacht aan mijn aanbod, dan doen wij een aanklacht. Hans kijkt den ander vast aan. IN HET BIOLOGISCH LABORATORIUM VAN HET NATIONAAL PARK „DE HOOGE VELUWE” worden zorgvuldige onderzoekingen gedaan naar de plagen, welke de bosschen bedreigen van de zijde der insecten. Het bestudeeren van den „eikenbladroller”. EEN AMSTERDAMSCH BRUIDSPAAR LIET ZICH uP BOVEN STAANDE OR1GINEELE WIJZE NAAR HET STADHUIS RIJDEN. neemt de map en bladert er in zoo- als hy al vaak heeft gedaan. Pein zend glijdt zyn blik over de construc ties. Het zijn de constructie „E” en „D” die voor hem liggen. De con structie ,,D” ligt op haar kop op de andere. Plotseling gaan Hans’ oogen wijd open. Zooals de constructieteeke- ning nu ligt, heeft hij haar nooit ge zien, uit de lijnen en cijfers ontstaan enkele woorden: „Alles weet Willem Glauving”. Alles weet... Hans houdt den adem in. Zijn gedachten vliegen. Deze con structies „E” en „D” zijn dus niet zinloos, zij bevatten een boodschap van Rolf Wenger en het moet een gewich tige boodschap zijn, omdat Rolf Wen ger haar verborg. Alles weet Willem Glauving. Daar ligt dus de oplossing van menig raadsel. Beteekent dit ook dat deze man weet waar het halve millioen is? Bestaat zij werkelyk, deze schat? En wie is Willem Glau ving? Op de een of andere manier klinkt Hans Wenger dezen naam be kend in de ooren. Plotseling weet hy het, hij staat in het testament. Het is de naam van een der getuigen van het consulaat in New-Orleans. Maar waar is de man die alles weet? Waar om heeft hij zich niet aangemeld. Hans schuift de papieren weer in de map. Hij heeft besloten nu al de raadsels op te lossen. Het gaat er nu om, het gevonden spoor na te gaan. Morgen zal hij een telegram naar het consulaat in New-Orleans zenden. Het moest wel heel gek loo- tingen zou kunnen krijgen. Achter hem wordt de deur geopend en als hij omkijkt, ziet hij de gelukkige ge zichten van zijn vader en zijn zuster. Wij konden het niet meer uit houden met op je te wachten mijn jongen! roept vader ontroerd. Ach Hans, wat heb ik een ge weldige broer, en Gertrude valt hem om den hals terwijl de oude heer hem voortdurend op den schouder klopt. Hans weert beiden lachend af. Maken jullie mij nu niet al te ijdel. Zonder jullie had ik het niet klaargespeeld. Oom Rolf kan trotsch op ons zijn. Aha, algemeene familievreugde, neemt u mij niet kwalijk, dat ik stoor, klinkt een stem bij de deur en als zij omkijken, zien zij Higgens staan en achter hem verschijnt bleek en mooi Dorothy Keele! De oude Wenger loopt met uitge stoken handen naar Higgens toe. Prettig, dat u hier komt. Is het niet als een wonder deze avond. Ook aan u danken wij dit. Higgens staat onbewegelijk. Op zijn gezicht staat dreiging te lezen. Dankt u mij niet mr. Wenger, u zult dadelijk gelegenheid hebben het te berouwen. Hans is opgestaan. Hij bekijkt den Amerikaan van top tot teen. Gertrude is naast haar broer gaan staan alsof zij bescherming zoekt. Wat moet dat beteekenen, mr. Higgens? vraagt Hans koel. Higgens grijpt, zonder om te zien, pen als hij daar geen verdere inlich. de hand van miss Kaak an trekt bME& door de bochten, bereiken het einde van de brug en stormen rakelings langs elkaar heen, een nieuwe afda ling tegemoet. Weer een bocht, de laatste helling van den toren, naar be neden glijden de wielen, naar de ma nege, driemaal rijden zij om het vaarte heen. Langzamer wordt vaart, de machines staan stil en berijders springen af. Oorverdoovend gejuich stijgt uit toeschouwers op. Jubelgeroep uit rijgangen, waar staan te kijken. De tranen loopen va der Wenger over de wangen. Quito’s ernstig gezicht straalt van een trotsch lachje. Higgens’ handen trillen en Ger trude leunt zacht glimlachend in haar stoel. Hans Wenger heeft Juanita bij de hand gegrepen, door haar leeren hand schoen heen voelt hij de warmte en het drukje van haar slanke hand. Steeds weer moeten zij buigen en glim lachen en steeds maar door juicht het publiek. Dit is het succes! Als zij, half verblind, uit de manege gaan, houdt Hans Wenger nog steeds de hand van zijn partnerin, van zijn kameraad vast. Ik dank u, Juanita. Neen, neen. Zij schudt het hoofd en reeds is zij weggeloopen. In de ruitergang loopt Hans tegen een troep circusmenschen op, waaron der Bill Bing. Het gezicht van den stalmeester is donker en ernstig. Hans, nog vervuld van zijn groot succes, slaat hem op den schouder. Wel Bing, we hebben het klaar ge speeld, nu is er geen reden meer voor angst of onrust. HE'l HOLLANDSCHE i’RUl'l SMAAK! DEN DU1TSCHEN SOL DATEN GOED. EEN VROOL1JK TROEPJE IN EEN KERSEN BOOMGAARD BIJ WAGENINGEN. - iB lifl 1 Ik F JLW 9 K BIL &-• f |isl: 30) i (Nadruk verboden.) wisi v< KE - iF W jtl

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5