dezen
van
en onze
meer
De gebeurtenissen
tijd en onze schooljeugd
De luchlbescherming heeft
leden noodig
In den Haag minstens 60.000
BINNENLAND
Resultaten
school niet minder
dan
op
andere jaren
HUIZE VALKENET
TWEEDE BLAD, PAGINA 2
HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 25 JTTNI 1940
Dalende jeugdwerkloosheid
De voorziening met brandstoffen
het brood
Het gewicht
van
Generaal pardon ook voor Zegelwet
De school en de ernst der tijden
De weegschaal kan ons niet helpen
datum
1
1940
Geen vlaggen en geen feestbetoon
voor
aldus
voor
Als voorwaarde voor deze personen
ad 2 geldt, dat zij billijkerwijze voor
een dienst kunnen worden aangewezen.
De onder 2 genoemde personen zullen
binnenkort op grond van art 12 der Wet
op de Luchtbescherming door den Bur
gemeester van ’s-Gravenhage voor dien
sten voor de Zelfbescherming worden
gevorderd. Eenzelfde vordering zal kun
nen plaats hebben voor de personen
onder 1 genoemd indien blijkt, dat zij
hun vrijwillge dienstaanbieding niet ge
stand doen.
Herdenking van de gevallen
oud-leerlingen.
komen met
alle rangen
dikwijls als
is. Wij moe-
waken tegen
wachts en 17840 personen voor huis-
hulp voor zieken, ouden van dagen,
kinderen enz. In totaal heeft men ruim
60.000 personen' noodig. Dit getal wordt
nog lang niet bereikt.
Om hierin te voorzien heeft men, zoo-
als reeds gemeld, de gezinsregistratie
ter hand genomen. Met de verzameling
van de noodige gegevens zijn de straat
hoofden belast. Van deze gegevens zal
een kaartsysteem, dat uitsluitend ten
dienste van de Zelfbescherming staat,
vervaardigd worden. Dit systeem zal
bevatten
SALONS
LAAN
zijn. Schoolfeestjes dienen dus achter
wege te blijven; schoolreisjes, school-
wandelingen, museumbezoek, dit alles
dient voor zoover de omstandigheden
het toelaten en de noodige geldmid
delen beschikbaar zijn, door te gaan.
Ook daarbij dient voor le groote uit
bundigheid, die anderen kan kwetsen,
te worden gewaakt”
1
April
dat
of
Viterlijk is alles weer nor
maal.
Verzending van kranten en tijdschrif
ten van en naar Duitschland.
Met ingang van heden is de verzen
ding van couranten en tijdschriften
voor zoover deze als postabonnement
of rechtstreeks door de uitgevers of
drukkers der betrokken bladen worden
verzonden van Nederland naar Duitsch
land en in omgekeerde richting, weder
toegelaten.
Eenige oud-leerlingen van het lyceum
zijn gesneuveld voor het vaderland. De
rector zeide ons, dat het een moreele
plicht van de school is hun heengaan
op een of andere manier bij de leer
lingen van heden en van morgen vast
te leggen, zoodat de jongelui kunnen
zien wie van de oud-leerlingen
het vaderland gesneuveld zijn.
Alle mannen geboren in de jaren
1921 t.m. 1923 èn alle vrouwen geboren
in de jaren 1895 t.m. 1923, die zich nog
niet vrijwillig voor een functie bij de
Zelfbescherming opgaven, dan wel vroe
ger daarbij dienst deden en later be
dankten.
Welken invloed hebben de gebeur
tenissen van dezen tijd gehad op
de jeugd
Deze vraag hebben wij voorgelegd
aan een rector van een lyceum,
twee directeuren van middelbare
scholen en eenige hoofden van
Mulo- en lagere scholen, die krach
tens hun groote ervaring op onder
wijsgebied en doordat zij dagelijks
zeer nauw in contact
jonge menschen van
en standen, die hen
vertrouwensman en raadgever be
schouwen, volkomen bevoegd kun
nen worden beschouwd om op deze
vraag een juist antwoord te geven.
wichtigheid gemotiveerd
ten ook hierbij sterk
generaliseering en niet zeggen van een
jongen, die erg lastig is, o ja, dat komt
natuurlijk door den algemeenen toe
stand. Een verheugend verschijnsel is
weer, dat vooral de ouderen hun uiter
ste best doen het werk zoo goed moge
lijk te doen. Herhaaldelijk is mij ge
bleken, dat zij ongerust zijn, dat zij
niet op tijd klaar komen en daardoor
niet zullen slagen. De algemeene ver
wachting is, dat de resultaten van de
overgangsproefwerken en examens niet
minder zullen zijn dan andere jaren.
Sprekende over de leeraren zeide
dr. v. d. Wijk, dat het natuurlijk is, dat
zij erger geschokt zijn door de gebeur
tenissen. Voor hen is het moeilijker
dan voor de leerlingen den druk van
het heden te vergeten al zijn zij ook
met den vasten wil bezield het school
leven weer normaal doorgang te doen
vmden.
Utrecht brengt 43.600 bijeen voor
het Grebbecomité
De nationale collecte ten bate van
het Grebbecomité heeft te Utrecht
43.600 opgebracht.
Het is gebleken, dat het kort gele
den bekend gemaakte zgn. generaal
pardon in zake sommige belastingen
bij verschillende contribuabelen den
wensch heeft naar voren doen komen
om ook ten aanzien van overtredingen
van de Zegelwet de aan de lande ver
schuldigde belasting alsnog te vol
doen, indien hun daartoe de gelegen
heid zou worden geboden, zonder dat
zy zich bloot stellen aan een vorde
ring van boeten.
In verband daarmede wordt bepaald
dat ten onrechte ongezegelde stukken
of 'onvoldoende gezegelde stukken tot
en met 15 Juli 1940 aan de ambtena
ren van het zegel kunnen worden aan
geboden ter zegeling en dat deze ze-
geling dan plaats vindt zonder
proces-verbaal wordt opgemaakt
boeten worden gevorderd.
In het bijzonder zal deze maatregel
van belang zijn voor polissen van
rechtstreeks in het buitenland geslo
ten verzekeringen en voor buitenland-
sche effecten, welke stukken door be
langhebbenden in ontvangst zijn ge
nomen, zonder dat de stukken tijdig
ter zegeling zijn aangeboden. Blijkens
den aanhef dezes zal de regeling ech
ter ook voor alle andere aan zegel
recht onderworpen stukken gelden.
De zegeling zal plaats hebben tegen
betaling van het recht, dat ten tijde
van de aanbieding verschuldigd is. Ten
aanzien van buitenlandsche affecten
echter, welke met toepassing van het
bovenstaande in de maand Juli 1940
(tot uiterlijk 15 Juli 1940) worden aan
geboden, zal het recht berekend wor
den alsof de stukken in het tweede
kalenderkwartaal van 1940 waren aan
geboden.
of aflevering plaats vindt via een
laar of anderen groothandelaar,
L'e Nederlandsche Vereeniging voor
luchtbescherming is in de enkele jaren
van haar bestaan uitgegroeid tot een
zeer groot lichaam, met afdeelingen in
vrijwel alle plaatsen van ons land en
enkele honderdduizenden leden. In het
begin voelden de menschen er weinig
voor zich als lid op te geven. Men lachte
dikwijls om de luchtbescherming en
zeide, dat dit toch van nul en geener
waarde was, want als er een bom van
500 k.g. valt op een schuilkelder dan
stort deze toch in, enz enz.
Door doeltreffende propaganda en
door den nood der tijden heeft men
langzamerhand een ander idee over de
luchtbescherming gekregen.
Men kreeg er daadwerkelijk belang
stelling voor en gaf zich op als lid. De
afdeeling den Haag telt b.v. thans ruim
40.000 leden. Een respectabel aantal 1
De taak van de N.V.L. in den Haag is
gesplitst in 2 gedeelten. Ten eerste doet
de gemeentelijke luchtbeschermings
dienst herhaaldelijk een beroep op de
N.V.L. voor den ordedienst, de wijk-
brandspuit, ordonnans-, opruimings- en
geneeskundige diensten. Daarnaast
staat de Zelfbescherming van de bevol
king, die natuurlijk ook weer onderver
deeld is in verschillende diensten. De
Zelfbescherming treedt in werking
wanneer het luchtalarm weerklinkt.
De heer N. van Helsdingen, admini
strateur, vertegenwoordiger van de af
deeling ’s-Gravenhage van de N.V.L.,
zeide ons, dat thans 40822 personen lid
zijn van de afd. den Haag, d.i. 8.37 pCt.
van de geheele bevolking. Men moet
echter niet vergeten, dat vele leden niet
in staat zijn actieve diensten te verrich
ten. Men heeft in totaal noodig voor de
Zelfbescherming 670 blokhoofden, 8900
straathoofden, 5350 blokbrandweerlie-
den, 19180 ordonnansen, 8920 brand-
1. Alle mannen en vrouwen, die zich
reeds thans vrijwillig voor een functie
bij de zelfbescherming hebben opgege
ven, onverschillig het jaar van geboorte,
met inbegrip van blok- en straathoof
den.
2.
Het herstellingsoord voor Duitschers
te Beekbergen
Het herstellingsoord voor Duitschers
te Beekbergen (gemeente Apeldoorn)
waarover de Deutsche Zeitung in den
Niederlanden een bericht bracht, is
naar de N.R. Crt. meldt, het Troel-
stra-oord. Van Duitsche zijde is een
regeling met het bestuur getroffen,
waardoor van 1 Juli af in ons land
wonende Duitschers eenigen tijd koste
loos verblijf in dit tehuis zullen kun
nen genieten. Het gaat hierbij ook om
Duitschers, die geleden hebben door
het bombardement van Rotterdam.
1 droge stof zit en in het heele brood de
hoeveelheid van 480 gram, daarvoor staan
het broodbesluit en het geheele apparaat
van de keuringsdiensten haar borg.
Het brutogewicht aan brood, dat men
ontvangt, zal in de verschillende deelen
des lands uiteenloopen en ook bij de eene
broodsoort, anders zijn dan bij de andere,
doch het nettogewicht. dat men ontvangt
is in alle gevallen hetzelfde.
van het
zeide
Het ligt in het voornemen der Ge
meentelijke overheid, die mannen tus-
schen 20 en 60 jaar, die zij voor de Ge
meentelijke Lbs-diensten niet noodig
heeft, eveneens te doen opnemen in het
kaartsysteem voor de zelfbescherming.
De straathoofden hebben lijsten ont
vangen, die zij ingevuld dienen in te
zenden bij de sectorbesturen. U be
grijpt, aldus de heer van Helsdingen.
dat dit een werk is, dat van hen ont
zettend veel tijd vergt. Zij moeten huis
aan huis gaan, vragen allerlei bijzon
derheden aan het gezinshoofd over het
aantal gezinsleden, of er zieken en hulp
behoevenden zijn, enz. enz. opdat men
op deze wijze een zoo volledig mogelijk
beeld krijgt.
Het geschiedt in het belang van de
bevolking zelf en het is daarom een
moreele plicht van de menschen de
straathoofden zoo veel mogelijk ter wille
te zijn en hen met vriendelijkheid te
ontvangen. Men vergete niet, dat alle
arbeid geheel gratis door hen verricht
wordt en dat zij al hun vrijen tijd aan
dit werk opofferen.
Het verdient aanbeveling, dat men
zich vrijwillig opgeeft, omdat dan zoo
mogelijk met eventueele wenschen re
kening kan worden gehouden. Men
loopt dan b.v. minder de kans, dat men
aangewezen wordt voor diensten in een
geheel andere wijk dan waarin men
woont. De maatregel van de gezins
registratie heeft reeds een preventieve
werking, want veel meer menschen ge
ven zich op, terwijl de bereidheid om
diensten voor de luchtbescherming te
verrichten grooter is dan vroeger. Het
is trouwens in ieders belang, dat den
Haag over een goed georganiseerde
luchtbeschermingsdienst beschikt, aldus
de heer van Helsdingen, die niet alleen
daadwerkelijk op kan treden maar ook
van voorlichting kan dienen.
De afdeeling den Haag van de N.V.L.
is thans bezig in al haar sectoren Eerste
Hulp Bij Ongelukken-clubs op te rich
ten, die voor een klein bedrag een
cursus van 26 lessen geven. Na afloop
daarvan wordt een eenheidsdiploma
uitgegeven. Op deze manier wordt be
reikt, dat een groot aantal personen
eerste hulp zal kunnen verleenen, het
geen niet alleen zijn nut heeft in oor
logstijd, maar ook in normale tijden.
Vooral als deze menschen zich regel
matig blijven oefenen.
Oorlogsnoodenfonds voor personeel van
gevangenissen, enz.
Op voorstel van het hoofd van het ge-
vangeniswezen is door de daarbij betrok
ken centrales van overheidspersoneel een
„oorlogsnoodenfonds” ingesteld voor de
ambtenaren van het gevangenis-, rijks
tucht- en opvoedingswezen en de psycho-
paten-asyls.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van justitie,
heeft het beschermheerschap aanvaard,
terwijl als beheerder van het fonds zal
optreden mr. J. S. Korteweg te ’s-Graven
hage. Het fonds zal gevormd worden door:
le Een vrijwillige bijdrage van J pro
cent van het loon (gedurende voorloopig
6 maanden) van het geheele personeel varf
genoemde dienstvakken;
2e. door giften van corporaties, die bij
het gevangeniswezen betrokken zijn en
anderen.
Het fonds is gesticht om tegemoet te
komen aan aanvragen van het bedoelde
personeel (in den ruimsten zin) dat schade
door oorlogsrampen heeft geleden.
Alle duiven moeten binnen blijven.
De commissie voor de gezamenlijke
postduivenhouders in Nederland maakt
bekend, dat het van heden af verboden
is alle soorten duiven, dus ook sierduiven,
uit te laten vliegen. Alle soorten van dui
ven moeten dus van heden af worden
vastgehouden, geringd of ongeringd. De
commissie maikt voor de laatste maal de
postduivenhouders opmerkzaam, dat hel
verplichtend is haar een opgave te doen
toekomen van de op hun hok aanwezige
postduiven. Opgaven van de jaartallen en
ringummers, uitsluitend aan het secreta
riaat, den heer Joh. Hornstra, Prinsen
gracht 407 te Amsterdam. Binnenkort zal
met de controle worden aangevangen. Da
hoklijst moet dan aanwezig zijn.
Nederland op de Leipziger Messe.
Ons land zal ook ditmaal met een col
lectieve tentoonstelling aan de internatio
nale Leipziger Najaars-Messe, welke van
25 tot 29 Augustus gehouden wordt, deel
nemen. Naar gewoonte geschiedt dit onder
leiding van den Economischen Voorlich
tingsdienst
Wij vernemen, dat de inzending over
het geheel van gelijken omvang zal zijn
als tot nu toe en dat vooral die produc
ten aangeboden zullen worden, waarvan
men den uitvoer tracht te bevorderen De
tentoonstelling wordt gehouden in het
„Ring-Messhaus”, waar ook andere
vreemde staten zullen exposeeren.
Giften voor de vluchtelingen
uit Rotterdam
Bij den regeeringscommissaris
hulpverleening aan Rotterdam zijn we
derom vele giften ontvangen, ten be
hoeve van de vluchtelingen uit Rot
terdam.
Eventueele gelden kunnen worden
gestort op gironummer 386000 ten
name van „bureau hulpverleening aan
Rotterdam, Laan Copes van Catten-
burch 11, ’s Gravenhage.
60.172 14,7
78.210 19,2
31 j. en oud. 253.368 62
De aflevering aan particulieren blijft
voorloopig nog verboden.
De directeur van het Rijkskolenbureau
heeft dezer dagen aan den groothandel in
brandstoffen de volgende circulaire ge
zonden:
„Met Ingang van 12 Juni 1940 is tot
wederopzegging aan groothandelaren, in
den zin van de Brandstoffenbeschikking
1939 No. 1, van het verbod tot het ver-
kocpen en afleveren van vaste brandstof
fen wederom dispensatie verleend, voor-
zoover betreft den verkoop en de afleve
ring van steenkolen, steenkoolbriketten,
cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten en
petroleumcokes, op de hierna vermelde
voorwaarden:
1. dat groothandelaren in de maand
Juni 1940 aan binnenlandsche industrieele
verbruikers en daarmee gelijk te stellen
afnemers, zooals o.a. ziekenhuizen, ge
stichten en alle instellingen van Rijk,
provincie en gemeente, ook indien ver
koop
handelaar
voorloopig niet meer vaste brandstoffen
verkoopen of afleveren dan 1/8 van de
door hen met deze afnemers voor leve
ring in de maanden April tot en met
Juni 1940 gecontracteerde hoeveelheid;
2. dat groothandelaren in het tijdvak
van 1 Juni tot en met 30 September 1940
aan hun overige binnenlandsche afne
mers voorloopig niet meer vaste brand
stoffen verkoopen of afleveren dan 20
pCt. van de door deze afnemers in de
maanden April 1939 tot en met Maart
1940 van hen ontvangen hoeveelheid;
3. dat groothandelaren, indien en voor-
zoover zulks door mij noodzakelijk wordt
geacht, bij voorrang leveren aan door mij
aan te wijzen afnemers;
4. dat groothandelaren van heden af
tot en met 30 September 1940 tot nader
order geen verplichtingen aangaan tot
het verkoopen of afleveren van vaste
biandstoffen nè 30 Sept. 1940 en in elke
overeenkomst tot het verkoopen of afle
veren van vaste brandstoffen, welke na
heden wordt afgesloten, de bepaling doen
opnemen dat de overeenkomst geheel of
gedeeltelijk kan worden geannuleerd, in
dien het Rijkskolenbureau daartoe aan
wijzing geeft;
5. dat groothandelaren de hoeveelheid
vaste brandstoffen, welke in iedere maand
beschikbaar komen, inclusief de op den
eersten der maand aanwezige voorraden,
verminderd met de voor de onder le en
2e genoemde afnemers bestemde kwanta,
slechts verkoopen of afleveren aan door
mij aan te wijzen afnemers;
6. dat aan door mij aan te wijzen in
stanties of personen desgevraagd inzage
wordt gegeven van alle bescheiden en
toegang wordt verleend tot alle plaatsen,
voorzoover deze instanties of personen
zulks voor goede uitvoering van hun con-
troleerende taak noodig oordeelen.”
Uit deze circulaire blijkt derhalve, dat
de kleinhandel gedurende de komen vier
maanden niet meer dan 1/5 deel van zijn
jaarlijkschen omzet mag ontvangen, al
dus de N. R. Crt.
Volgens de voorheen geldende rege
ling mocht in het tijdvak 1 April30
September niet meer dan de helft van
den omzet van vorig jaar worden afge
leverd. In de maand April was in het
algemeen niet veel afgeleverd, terwijl
na het uitbreken van den oorlog de afle
vering geheel tot stilstand Is gekomen.
Neemt men aan, dat in deze periode ge
middeld 10 pCt. van den jaaromzet is
af geleverd (welk cijfer echter door de
meeste zaken niet gehaald wordt), dan
bliikt dat per 30 Sept, indien de in de
nieuwe regeling gestelde normen worden
gehouden, de kolenhandel ongeveer 1/4
van zijn jaaromzet zal hebben ontvan
gen. terwijl volgens de oude regeling dan
de helft binnen zou moeten zijn (ver
schil derhalve 50 pCt.). Wij zien daarbij
af van het feit, dat de oude regeling reeds
kunstmatig was. omdat de keinhandel ge
durende de zomermaanden meer dan 53
pCt. van zijn jaaromzet placht op te slaan.
De aflevering aan particulieren blijft
voorloopig nog verboden. Nu de kleinhan
del over zooveel minder kolen de beschik
king krijgt, zal hiervoor een nieuwe rege
ling getroffen moeten worden.
Intusschen kan nog worden medege-
deeld, dat de z.g. saneeringsregeling,
waartegen zooveel critiek is geoefend,
buiten werking is gesteld.
408.687 100 237.682 100
Uit deze cijfers blijkt, dat het totaal
aantal mannelijke werkloozen en bij
werkverruimingen geplaatsten in een
tijdvak van vier jaren is gedaald met
42 pCt., doch dat de daling in de groep
„jonger dan 18 jaar” 72 pCt. en in de
groep „18 t.m. 24 jaar” 71 pCt. be
droeg. De in het staatje opgenomen
percentages doen dan ook zien, dat de
jongeren op 1 April j.l. een veel klei
ner gedeelte vormden van het totaal
aantal dan vier jaren geleden.
RECLAMES.
Hofleverancier 2959
VOOR BRUIDSDINERS
VAN MEERDERVOORT 626
TEL. 33.97.10
in 1
v.h. April
1936 totaal
ciantdl
Jong, dan 18 j. 16.937 4,1
18 t.m. 24 j.
25 t.m. 30 j.
Dr. W. v. d. Wijk, rector
lyceum aan het Stokroosplein,
ons
Oogenschijnlijk is de invloed niet
zoo heel sterk merkbaar. Maar ik ben
er van overtuigd, dat als men onze
jongelui individueel zou peilen door
met hen openlijk en vertrouwelijk te
spreken, men den terugslag duidelijk
zoa merken. In het algemeen kan ge
zegd worden, dat de aandacht in de
klassen iets minder geconcentreerd is.
Het komt wat vaker dan anders voor,
dat een leerling met zijn gedachten
tijdens het lesgeven af dwaalt. Zooals
gezegd, dit is niet in zoo sterke mate,
dat het onderwijs er door zou lijden.
Vooral de jongens werden sterk ge
ïmponeerd door den uiterlijken kant
van alles wat zich in de afgeloopen
weken heeft af gespeeld. Mijn indruk
is echter, aldus dr. v. d. Wijk, dat zij
niet zooals de volwassen menschen
achter de gebeurtenissen zien, zich dus
afvragen, wat zal de toekomst brengen.
Zij zien meer de uiterlijke verschijning.
Ten aanzien van de eindexamens en
overgangen merkte deze rector op, dat
nu reeds gezegd kon worden dat de re
sultaten niet minder gunstig zullen
zijn dan vorige jaren, al spreekt het
natuurlijk vanzelf, dat wij eenige cle
mentie zullen moeten betrachten bij de
beoordeeling van het gemaakte werk.
Een verheugende mededeeling, omdat
men hieruit kan zien, dat evenals de
ouderen de jongeren zich niet door de
gebeurtenissen laten bedwelmen, maar
het hoofd koel houden en zakelijk
blijven. Wat het huiswerk betreft, ook
hier kan men merken, dat het gezin
duidelijk den invloed ondergaat van
hetgeen zich heeft afgespeeld in de af
geloopen weken. Vooral was dit het
geval wanneer leden van het gezin di
rect betrokken waren bij het krijgs
bedrijf.
Verschillende reacties.
Dr G. Schilperoort, directeur van de
Gemeentelijke Handelsdagschool, zeide
ons, dat het dikwijls moeilijk is te zeg
gen hoe de kinderen reageeren op de
gebeurtenissen, aangezien zij zich zoo
geheel verschillend uiten. De een is op
standig, de tweede stil, terwijl een
derde alle mogelijke moeite doet om
zijn emoties te vermijden. Ook deze
zegsman was van meening, dat uiterlijk
weinig te merken is van een reactie.
Vooral de jongeren laten heel weinig
los. Wel kan gezegd worden, dat het
onrustiger in de klasse is dan anders
De leeraren zien zich genoodzaakt om
meer te straffen. Sommige leerlingen
zijn rumoeriger, prikkelbaarder, bruta
ler en sneller op de teentjes getrapt.
Voornamelijk is dit het geval in de
lagere klassen. Dit is wel een bewijs
van een poging tot afreageeren van een
innerlijke spanning. Deze innerlijke
spanning is uiteraard het grootst in
dien zich in bet gezin groote moeilijk
heden voordoen of hebben voorgedaan.
Het is echter mijn overtuiging, aldus
dr. Schilperoort, dat er nog ouders
zijn, die hun kinderen niet voldoende
den ernst van de gebeurtenissen onder
het oog brengen. Meer dan ooit geldt
thans de plicht van de ouders om de
kinderen er op te wijzen, dat zij orde
lijk moeten zijn op school.
Over het gemaakte en geleerde huis
werk kunnen wij niet ontvreden zijn.
De resultaten zijn over het algemeen
niet minder dan anders. Kinderen uit
gezinnen, waar levens of bezittingen
verloren zijn, hebben het natuurlijk
moeilijker. Het is echter dikwijls lastig
te zeggen bij welke kinderen de oneven-
Een vergelijking van 1 April 1940
met 1 April 1936.
De directeur van den Rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeids
bemiddeling deelt mede, dat door het
centraal bureau voor de statistiek op
1 April 1940 weder een telling plaats
heeft gehad van de bij de gemeentelij
ke organen der arbeidsbemiddeling in
geschreven werkloozen en de bij werk
verruimingen geplaatsten, gesplitst
naar leeftijdsgroepen.
De volgende cijfers geven een verge-
thans verkregen
voor den
in
v.h.
totaal
aantal
4.679 2
17.745 7,5
33.298 14
181.960 76,5
was, vertoonden de klassen echter vrij
wel weer het normale beeld. De ge
sprekken gingen weer over de gewone
onderwerpen en als men niet beter
wist, zou men zeggen, dat zij de gebeur
tenissen geheel en al vergeten zijn. An
ders is het natuurlijk gesteld met de
kinderen van de Rotterdamsche geëva-
cueerden, al zijn de indrukken ook bij
hen al aardig vervaagd. Uiteraard
doen zich hierbij natuurlijk persoon
lijke verschillen voor. Wel geloof ik,
aldus de heer van Ry, dat de kinderen
in de klasse meer gedisciplineerd zijn
geworden. Zij letten ook beter op.
lijking tusschen de
resultaten en die
April 1936.
Dr. P. Doornenbal, directeur van de
Tweede Christelijke H.B.S, zeide, dat
uiterlijk alles weer normaal is op de
scholen. De lessen in de klassen ver-
loopen zooals vroeger, al is het een
feit, dat de leerlingen wat onrustiger
zijn. Vooral in den eersten tijd bestond
bij velen de neiging om het met de
schoolregels niet zoo nauw te nemen
Waarschijnlijk waren zij van meening.
nu er zulke gewichtige dingen om
ons heen gebeuren, het er met de kleine
dingen niet zoo op aan kwam. Natuur
lijk hebben wij hun snel aan het ver
stand gebracht, dat dit heelemaal niet
het geval is.
U moet echter niet vergeten,
dr. Doornenbal, dat wij gesprekken
over den oorlog en zijn gevolgen zoo
veel mogelijk vermijden, omdat het af
te werken schoolprogramma daarvoor
weinig tijd overlaat. Ook over het huis
werk komen bij mij van de leeraren
geen bepaalde klachten binnen, terwijl
ook de repetities vrij behoorlijk zijn.
De resultaten van de eindexamens zijn
ons niet tegengevallen, waarbij men
natuurlijk niet uit het oog moet ver
liezen, dat eenige clementie betracht
wordt. Dit geschiedt vooral wanneer
we van een jongen positieve gegevens
hebben over groote moeilijkheden
thuis. Als voorbeeld haalde dr. Door
nenbal het geval van een jongen aan,
die op 1 Mei naar Rotterdam was ver
huisd, door den oorlog practisch niet
heeft kunnen studeeren en toch gewoon
eindexamen moet doen in den Haag,
dus niet in Rotterdam, omdat hij hier
nog school ging. In dergelijke gevallen
laten wij natuurlijk vooral de gewone
schoolrapporten een hartig woordje
mee spreken.
De heer I. van Ry, hoofd van een
openbare lagere school te Schevenin-
gen zeide ons, dat in de eerste dagen,
nadat het onderwijs weer hervat was
(20 Mei) de kinderen weinig belang
stelling toonden, hoe en bewegelijk zij
anders ook kunnen zijn. Ik heb sterk
den indruk, dat zij zich moeilijk kun
nen realiseeren wat er gebeurd is. Het
gaat min of meer langs hen heen. Drie
dagen nadat de school weer begonnen
De Nederlandsche bakkerij stichting
meldt ons het navolgende:
Rekenmeesters zullen van oordeel zijn,
dat 2000 gram gelijk is aan 2J x 8 ons,
en in dezen tijd, nu iedere huisvrouw een
rekenmeesteres is geworden en wel moet
zijn, dreigen er conflicten tusschen haar
eri den bakker. Immers, wanneer de bak-
kei des morgens op 4 of 8 bons een half
of een heel broodje komt afleveren, dan
nemen sommige huisvrouwen de weeg
schaal om te controleeren of zij wel voor
haar gezin de volle maat krijgen. Daarbij
kan blijken, dat een broodje een half
brood, dat in de wandeling een brood
van 4 ons genoemd wordt soms min
der, soms ook meer dan 400 gram weegt.
Teneinde de disputen, die daaruit zou
den kunnen voortvloeien, te voorkomen,
willen wij het publiek op het navolgende
wijzen:
Brood is een product, dat, gelijk zoo
veel voedingsmiddelen, voor een deel
uit water bestaat. Dat beteekent dat het
onderhevig is aan een uitdrogingsproces.
zoodat het gewicht van een brood nim
mer constant is. Een stevig, goed door
bakken brood bevat minder water dan
een brood, zooals in sommige streken
van het land door het publiek gewenscht
wordt, dat hoog van vorm is en minder
doorbakken.
Aangezien de voedingswaarde, die een
brood heeft, natuurlijk niet berust op het
gewicht aan water, dat daarin zit, maar
wel op het gewicht aan zoogenaamde droge
stof, is het wegen van een brood geen
nauwkeurige methode om vast te stellen
de hoeveelheid voedingsmiddelen, die er
in aanwezig is.
Toen de overheid voor ons dagelijks
brood eenheidsgewichten ging voorschrij
ven, is dit vanzelfsprekend ook in net
oog gehouden. Vandaar dat het broodhe-
sluit, dat op de Warenwet berust, wel een
heidsgewichten voorschrijft, voor brood,
maar die eenheden uitdrukt in een aan
tal grammen droge stof. Een half brood,
d.i. een zoogenaamd brood van 4 ons, moet
tenminste 240 gram droge stof bevatten
(voor bruinbrood is dit iets minder, voor
roggebrood iets meer). Een heel brood,
een brood van 8 ons, moet derhalve ten
minste 480 gram droge stof bevatten, en
zoo vervolgens.
De naleving van dit broodbesluit door
de bakkers wordt gecontroleerd door de
keuringsdiensten en de ambtenaren daar
van. Wanneer er dus in de couranten een
berichtje verschijnt, dat deze of gene bak
ker bekeurd wordt en veroordeeld is we-
genj het verkoopen van te licht brood,
dan beteekent dit niet, dat hij brood heeft
verkocht, dat minder dan 400 of 800 gram
woog, doch brood, dat minder dan 240 of
480 gram droge stof bevatte. Het is heel
wel mogeiijk, dat een brood van 750 grom
meer droge stof bevat dan het voorge
schreven minimum van 480 en dat een
brood van 850 gram niet voldoet aan het
minimum.
Bij de thans ingevoerde rantsoeneering
van brood heeft het publiek dus weinig
houvast aan de grootte van het dagelijksch
rantsoen, wanneer dat zou worden uitge
drukt in grammen. Gemakshalve wordt
weliswaar gesproken van een wekelijksch
rantsoen van 2000 gram, doch in werke
lijkheid is daarmee bedoeld een hoeveel
heid brood, waarin voorkomt tenminste
2| x 480 gram droge stof.
In de verschillende circulaires, die van
het centraal distributiekantoor zijn uitge
gaan, wordt dan voorzichtigheidshalve ook
gesproken van een hoeveelheid van onge
veer 400 of 800 gram, die men op 4, resp.
8 enkele bons kan krijgen.
Het zal na het bovenstaande duidelijk
zijn, dat de huisvrouw zich niet behoeft
te bekommeren om het gewicht van het
halve of het heele brood, dat zij krijgt.
Indien zij maar zorgt, dat zij voor vier en
kele bons een half broodje krijgt en voor
8 enkele bons een heel brood, dan kan zij
er rustig van verzekerd zijn, dat zij dan
inderdaad het rantsoen krijgt, dat haar
toekomt. Dat er in het halve brood in
derdaad de voorgeschreven 240 gram
Waarnemend hoofd van het departe
ment van Onderwijs richt zich tot
de schoolbesturen.
Het waarnemende hoofd van het de
partement van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, heeft de volgende aan
schrijving aan de besturen van de
scholen gericht:
„De storm, die over Europa woedt,
heeft ook ons land zwaar getroffen.
Haast ieder van ons heeft onder zijn
naasbe bloedverwanten, onder vrien
den en bekenden, stads- of dorpsge-
nooten, één of meer dooden te betreu
ren. Bovendien zijn velen nog in groote
ongerustheid omtrent het lot van hun
verwanten, die aan den oorlog deel
namen, dan wel hun woonplaats moes
ten verlaten.
Ons volk rouwt om de eigen dooden;
het rouwt ook om de duizenden andere
menschenlevens, die de oorlog reeds
vroeg.
Aldus te deelen in het leed der we
reld is Christenplicht.
Met dien touw in het hart moeten
wij echter tevens den blik gericht hou
den op de toekomst van ons land en
ons volk; wij moeten ons bezinnen op
de fundamenteele waarden van ons
volksbestaan; wij moeten arbeiden aan
geestelijken en materieelen herbouw.
Wat in positieven zin gedaan kan
worden, is onder zóó duisteren hemel
nog niet in bijzonderheden aan te ge
ven. Slechts de richting worde duide
lijk en scherp bepaald.
Maar negatief dient een ieder zich er
rekenschap van te geven, dat met dit
samentreffen van rouw en gespannen
arbeid uiterlijk vreugdebetoon niet
vereenigbaar is.
Het is dus noodig, dat, althans in
de maanden van 1940, die ons nog
wachten, ieder openlijk feestbetoon
achterwege blijft, in het bijzonder, dat
niet gevlagd wordt op de dagen, waarop
het tot dusverre gewoonte was van
openbare gebouwen en particuliere wo
ningen de vlaggen uit te steken.
Zij die een publieke verantwoorde
lijkheid dragen, kunnen in dit opzicht
een voorbeeld geven, en anderen op
wekken desgelijks te doen.
Het verdient alle aanbeveling, dat
ook de aandacht van de schooljeugd
voor zoover van een leeftijd, die tot
eenig begrip er van in staat stelt, van
tijd tot tijd opzettelijk bepaald wordt
bij den ernst der tijden, die wij beleven.
Daarnaast is het goed, ais de jeugd
volop gelegenheid krijgt om zichzelf te