Amsterdam neemt van gebruik genomen in in De zonderlinge erfenis De „Algol” te water gelaten - Stationscommandant afscheid - Teekenkamer in Leidsche stadhuis !l j ft Ml ■liM Ik* HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 29 JUNT 1940 TWEEDE BLAD FEUILLETON. WK* I lllllll HET MOTOR-PASSAGIERS- EN VRACHTSCHIP (Nadruk verboden.) £Wordt vervolgd.^ Maar er riep „ALGOL”, bestemd voor van Nie- velt, Goudriaan en Co’s Stoomvaart Mij., is te Amsterdam met goed gevolg te water gelaten. HET NIEUWE STADHUIS TE LEIDEN WORDT IN GEBRUIK GENOMEN. DE INRICHTING IS AL ZOO VER GEREED, DAT EEN GEMEENTEDIENST ER REEDS IN ONDERGEBRACHT KON WORDEN. DE TEEKENKAMER VOLLEDIG IN BEDRIJF. lijke einde kwam, want toen het uur verstreken was riep de leerares haar bij zich en vertelde in korte woorden, dat zij geen prijs meer stelde op Hanni’s medewerking aan haar school. U zult wel niets te maken hebben met de afschuwelijke geschie denis, waarin uw zuster verwikkeld is, maar toch, wij begrijpen elkaar, niet? Ik zou niet graag zien, dat de ouders van mijn leerlingen iets te zeggen hadden en daarom is het be ter voor u alles zoo veel mogelijk uit den weg te gaan. Het salaris, dat u nog te vorderen hebt, zal ik u een dezer dagen toezenden. Hanni huilde niet toen zij de school verliet, zij boog niet eens het hoofd, maar om haar lippen lag een bitter lachje. Zoo spoedig was dus de wereld klaar met haar oordeel, omdat een gewetenlooze man den naam van een fatsoenlijk meisje te grabbel gooi de moest haar zuster, die nog on schuldiger aan alles was, eveneens gestraft worden. Nu goed. Ergens anders was ook wel iets te vinden, het hoefde niet bepaald de school in Halensee te zijn. Over dit geldelijk verlies was tenslotte ook wel heen te komen. Langzaam liep zij naar de halte van een autobus, het was half vijf en de avondkranten wer den al op straat verkocht. Een nieuwe sehrik overviel haar. De avondkran ten.... Wat zou daar weer in staan? doen. Else Rübner vond dit geen slecht idee. Hoe meer pijlen men op zijn boog had, hoe beter. Toen de koffie kwam zaten zij zwijgend bij elkaar. Else dacht aan het thuis in den steek gelaten type-werk en zuchtte, maar toen zij zich voor stelde, dat Lore op water en brood zat, begon zij bijna weer te huilen, maar zij beheerschte zich. Plotseling sprong Hanni op. Lieve help, mijn cursus in Halensee, zoo ben ik in de war, dat ik niet eens aan mijn werk denk. Zij sprong op en greep haar taschje. Else schrijf den brief voor mij als je thuis komt, ik ben om vijf uur terug. En als mevrouw Bergemann veel drukte maakt, zeg je maar niets. Het is te hopen, dat ik den bus nog haal. Else bleef alleen achter. Toen zij tersluiks in haar spiegeltje keek, schrok zij van haar uiterlijk, een streep haar hing haar in het gezicht en iedereen kon natuurlijk zien, dat zij gehuild had. Zij riep haastig den kellner en betaalde. Hanni verscheen iets te laat in de gymnastiekzaal in Halensee, waar een dozijn meisjes van acht tot twaalf jaar op haar wachtten. Gewoonlijk gaf zij les, gekleed in een trainingspak, maar nu nam zij den tijd niet meer om zich te verkleeden, zij begon onmid dellijk met het onderricht. Het les geven had voor haar ook een goede zijde. Zij vergat voor een kort oogen- blik wat er gebeurd was. Doch 't moei- om werk. Toen las zij in de krant, dat een chemicus een stenotypiste noodig had. Zij ging er heen en kreeg de betrekking. De chemicus noemde zich dokter Stephani. Dat was vier weken geleden. En vier dagen gele den had hij Lore meegenomen naar Parijs, maar heelemaal niet zooals de kranten schreven. Ik ken mijn zuster toch. Ik zou mijn hand voor haar in het vuur durven steken. Hoe zou zij hebben kunnen vermoeden, dat Stephani zulk een gevaarlijk oplichter was? Men gaat niet met menschen, die men zoo kort kent naar het bui tenland, mejuffrouw. Hanni zweeg, daar was niets tegen in te brengen. De commissaris had gelijk, ja dat was duidelijk. Maar wie denkt dadelijk aan internationale op lichters? En vooral niet als men een jaar werkloos is geweest en gelukkig is eindelijk weer werk te hebben ge vonden. En hoe had Lore zich op de reis verheugd. Zij had door de kamer gedanst en steeds weer gejubeld: Ik ga naar Parijs, ik ga naar Parijs! Hanni was radeloos, moet toch iets gebeuren! riep zij angstig. Lore is onschuldig! Men moet... Kalm het verder verloop van het onderzoek afwachten, viel Bruckmann zakelijk in. Als uw zuster werkelijk niets met de machinaties van Stepha ni te maken heeft, dan zal men haar 4) Een vluchtige blos vloog over Han ni’s gezicht maar dadelijk werd zij angstig. Zou deze man ook iets in de kranten hebben gelezen? Zij beef de. Als hij den mond weer zou open doen kwam beslist de vraag, maar en het leek haar een wonder de vraag kwam niet. Of Hagen wist nog niets of hij was zoo tactvol dit punt niet aan te roeren. Hij wees naar Else. Die dame is zeker uw zuster? Is zij ziek? Neen, neen. Juffrouw Riedeler, hij boog zich tot haar over, neemt u mij niet kwalijk, ik wil volstrekt niet indis creet zijn, maar u maakt den indruk van zeer aeiveus te zijn, is er iets gebeurd? Ik zou het prettig vinden als ik u met iets kon helpen. Hanni’s lippen sloten zich trotsch opeen. Vreemde menschen konden aan haar zien, dat er iets aan de hand was. Kon zij zich dan zoo weinig beheerschen? Zij werd woedend, woe dend op zichzelf. Bij den hordenloop nam zij iedere hindernis zonder zelf met de oogen te knipperen en nu, nu het leven zelf een hindernis op haar AARDBEIENVERKOOP AAN DEN TREIN. Te Beverwijk, welk plaatsje beroemd is om zijn heerlijke aardbeien, worden deze vruchten langs den trein verkocht. WASCHDAG IN VOLENDAM. EEN TYPISCH GEZICHT LEVERT DIT BEKENDE NOORDHOLLANDSCHE PLAATSJE ALS DE „GROOTE WASCH” ER GEDAAN IS. DE VROUWEN SPANNEN DE LIJNEN DWARS OVER DE SMALLE STRAATJES EN LATEN HET HELDERE, WITTE GOED VROOLIJK IN DEN WIND WAPPEREN. DE TIJDENS DE MOBILISATIE OPTREDENDE STATIONS-COMMAN- DANT VAN AMSTERDAM, MAJOOR SEEUWEN, HEEFT AFSCHEID GENOMEN. Inspecteur Maerkel van de Duitsche Spoorwegen bood bloemen aan. Links ziet men stationschef Jongstra. weg wierp, nu gaf zij het bij den eersten aanloop al op. Dat was bela chelijk. Zij gooide het hoofd in den nek. Mij scheelt niets en mijn vriendin ook niet. Overigens moeten wij uitstappen, kom Else, wij zijn er. Else Rübner opende de oogen, die zij voortdurend gesloten had gehou den. Zijn we er al, nu al. Zij keek uit het raam, neen, het was nog wel twintig minuten. Maar Hanni greep haar bij den arm en trok haar mee. Toen zij uitgestapt was gaf zij pas opheldering. Else, ik hield het niet meer uit, we nemen een taxi, kom. Op den Alexanderplatz verlieten zij den wagen en Hanni betaalde, hoe wel de uitgave een bres in haar financiën sloeg. Dan betraden zij het groote roode gebouw, werden eerst van het kastje naar den muur ge stuurd, liepen door gangen en langs trappen en landden tenslotte bij com missaris Bruckmann van den inter nationalen dienst aan. Bruckmanns haar was grijs bij de slapen, hij zag er uit als een brave handelsreiziger en heelemaal niet als een politieman. Hanni had zich het uiterlijk van een politieman geheel anders voorgesteld. En toen hij zijn bezoeksters een plaats had aangeboden, vergat Hanni al haar schrik en vertelde. Lore kent dezen Stephani heele maal niet! riep zij uit en dat zij daarbij opnieuw schreide kon zij niet helpen. Lore was werkloos, een jaar lang. Zij schreef op alle adver tenties en liep haar schoenen stuk En hoelang... Hanni snikte... hoe lang zal mijn zuster dat moeten uit houden? Heelemaal niet lang als zij haar onschuld volkomen en afdoende kan bewijzen. Nu en dat zal haar, volgens uw uitleggingen, heelemaal niet moei lijk vallen. Als alles in orde is heeft men haar misschien al vrijgelaten. In ieder geval langer dan veertien dagen zal het niet duren. Veertien dagen? Hanni voelde zich ellendig, toen zij naast Else het gebouw verliet. De lachende zon van den vroegen voorjaarsdag verguldde alles, de trams reden voorbij en de ondergrondsche treinen donderden door hun gangen en het straatverkeer rolde over den Alexanderplatz. Hanni deed het voorstel een kopje koffie te drinken, zoodat ze tenmin ste weer een beetje op haar verhaal konden komen. Else zei geen neen. Zij hadden nog niets gegeten en waren flauw. Zij gingen een lunchroom bin nen. Ondanks de vroegte was de zaal al vol en met moeite veroverden zij een plaatsje. Weet je wat ik doe Else, ik schrijf naar den Duitschen consul in Parijs, die moet iets voor Lore ■~r K 1 w y WH ■OH® Si M BOW L 1 W, f I i spoedig in vrijheid stellen. Het is doelloos vandaag van hier uit iets te ondernemen. Alles moet zijn gang gaan. Maar dan stelde hij toch een proces verbaal op, liet Hanni onder- teekenen en beloofde de zaak in het oog te houden. ■W -' - X

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5