HAAGSCHE COURANT HET RIJWIELPLAATJE 1940-41 Zaterdag 6 Juli 1940. IN EN OM DEN HAAG Rotterdam Het nieuwe BINNENLAND I „Strandinspectie” DERDE BLAD De Nationale Inzameling Als hol laag water te Scheveningen begint te worden, komen de Scheveningers opzeilen om ieder stukje zand af te grazen om te zoeken naar verloren geraakte voorwerpen. De ware pedaalridder voelt zich veilig. Het slachtverbod voor varkens De plannen van ir. Witteveen No. 17613 Radiorede van mr. dr. K. J. Frederiks OOM KOOS. Reorganisatie der provinciale en periodieke pers in corporatief verband. Waarde volle reserve. Dit wordt veroorzaakt door het feit, dat door de vermindering van den im- De binnenlandsche consumptie van varkensvleesch zal tot ongeveer de helft moeten worden teruggebracht. heel beminnelijk, heelemaal niet vinden als jullie in dat opzicht meer aan banden gelegd werd. mannen op krijgt een bepaald gebied toegewezen, zoodat daar de cijfers van deze slacht plaatsen door de keuring bekend zijn, de toewijzing kan geschieden naar de be staande behoefte. ge gemeentelijke opgeven. Voor de leveringen van den handel is een vaste commissie-vergoe- ding ingesteld, terwijl voor de verschil lende groepen handelaren per week een maximum-aantal wordt gesteld voor te leveren varkens. De prijzen van de geslachte dieren worden voor het geheele land uniform vastgesteld, terwijl de distributie van het voor consumptie bestemde varkens vleesch zal geschieden op de normale wijze via de grossiers en de slagers. Uit deze uiteenzetting van den direc teur van de Nederlandsche Veehouderij- centrale, kan dus de in den aanvang ge stelde conclusie worden getrokken, dat een drastische verlaging van de con sumptie van varkensvleesch voorloopig niet noodig is. Het Rijksbureau voor de Voedselvoor ziening in oorlogstijd deelt mede, dat behalve in de gemeenten, genoemd in de publicatie van 4 Juli j.l., centrale slacht plaatsen ook zijn gevestigd in de ge meenten Baarn en Vianen. ger opstooten in den moeilijken tijd, waarin wij leven. Onder die deugden is een steeds groo- tere plaats gaan innemen de naasten liefde, de hulp aan den lijdenden ne- venmensch. Cultiveert daarom deze deugd. Omhoog de harten. Sursum corda. En laat dan morgen, wanneer gij uwe gave gegeven hebt, uw blijde, vrome gedachte moge zijn: Ook ik behoor door mijn offer tot de gemeenschap van mijn volk. Ik heb gehandeld als trouw kind van mijn Vaderland, als een goed Nederlander. Uitdrukkelijk zij hierbij nog geconsta teerd, dat het dus niet is een vorm van distributie, doch uitsluitend een ratio- neele verdeeling van het aantal beschik bare slachtdieren, waartoe de Ned. Vee- houderijcentrale alle slachtvarkens op koopt en deze verdeelt over de slacht plaatsen. Deze centrale is dus het kern punt, waar alle aanbiedingen en aan vragen samenkomen. Ook dit laatste behoeft echter, we derom voorloopig geen ongerust heid te wekken, daar deze vermin dering slechts zeer langzaam in werking zal komen en het nog ge- ruimen tijd zal duren voordat deze geheel is doorgevoerd, vermoede lijk pas in het begin van het vol gende jaar. Landgenooten, Nederlanders. Wanneer ik tot u als Nederlanders spreek, dan geef ik u den schoonsten eeretitel, welke er voor ons, landgenoo ten, op aarde bestaat. Die titel geeft voor ons uitdrukking aan de idee van het Vaderland, het Vaderland, dat wij allen dragen onder het hart. Meegesleurd in den maalstroom van het ontzaglijk wereldgebeuren, beleeft dat Vaderland een duisteren tijd; een groot leed is over ons gekomen en nog dagelijks groeit dat leed in breedte en in diepte. Maar leed, dat allen treft, bindt nog oneindig meer dan gemeen schappelijk gedeelde triomf; de saam- hoorigheid in de volksgemeenschap wordt er door gestaald. Laten wij den dag plukken. Het is nu het oogenblik, dat alle Nederlanders, onverschillig wat .hun verleden was, de handen moeten ineenslaan. Hoog bo ven alle partij-gekrakeel rijst het beeld van het Vaderland; het is als een moe der, die haar* armen wijd uitspreidt om als haar kinderen te drukken aan het hart. Zij maakt geen onderscheid. De moeder vraagt niet, doch geeft slechts. Laten wij dan in dien geest elkaar slechts als Nederlanders zien. Wij moeten den blik vooruit richten. Toen ik enkele weken terug de ruïnes ging bezoeken van mijn oude vaderstad Middelburg, ging er een huivering van verdriet door mij heen om het verlies van zooveel eerwaardig schoon. Maar ik heb door die puinhoopen heen kun nen zien in de toekomst en ik heb mij overtuigd, dat bij veel, dat voor goed voor ons verloren is, veel ook kan wor den gered en weer opgebouwd in oude glorie. Zoo moeten wij de toekomst zien van ons geheele land. Niet de blik terug geeft scheppende kracht, maar wel het geloof in de levenskracht van ons volk. Door Karei den Vijfden bij Pavia geslagen, schreef zijn tegenstander,. Koning Frans I, dat alles verloren was behalve de eer. In de dagen, welke achter ons liggen, heeft het Nederlandsche volk zijn eer gered. Dat is heel veel. Maar ik zie een breeder perspectief. Onze vaderen heb ben voor ons land geleden en gestre den. Zij hebben het groot gemaakt door de deugden, die hen sierden. Deze deug den zijn door de geslachten der eeuwen op ons overgegaan als een kostelijk erfdeel en wij hebben ze niet verguisd. In dit opzicht verwacht ik niet, dat het vlijmende woord van Schiller op ons van toepassing zal zijn, dat de groote tijd een klein geslacht baarde. Laten wij die oud-vaderlandsche deugden hooghouden, laten wij ze hoo- zooals ondergeteekende, is het toch van groot belang, indien zij die plaat sen weer bereiken kunnen, waar geen trein, tram of bus komt Zoo komen we er weer. Op de collecte van heden heb ik reeds gewezen en ik hoop, dat mijn hooggestemde verwachtingen dienaan gaande niet teleurgesteld zullen wor den. De collectanten zullen wel zoo actief geweest zijn om het grootste mo gelijke aantal contribuanten te berei ken, maar indien iemand door bijzon dere omstandigheden niet benaderd mocht zijn, dan verwacht ik toch, dat hij of zij uit eigener beweging dit ver zuim zullen goed maken. Men schrome dan vooral niet om alsnog zijn bijdrage aan het comité te doen geworden. Dit is daadwerkelijke hulp bij dezen weder opbouw, die ons allen zeer na aan het hart moet liggen. Het aantal van deze centrale slacht plaatsen zal ongeveer 200 bedragen. Hiertoe zullen worden gerekend: meentelijke abattoirs, noodslachtplaatsen en, waar deze niet aanwezig zijn, particuliere bedrijven. Men zal dus hoogstens afstanden van 10 tot 15 k.m. behoeven af te leggen, zoodat op het gebied van het vervoer der varkens geen moeilijkheden zijn te verwachten. Tenslotte nog de levering van de slachtvarkens aan de Ned. Veehouderij- centrale. Hierbij is de handel ingescha keld. Zoo zullen b.v. in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland, waar de varkens tot heden bijna uitsluitend door bemiddeling van varkenshandelaren werden verkocht, al leen ingeschreven varkenshandelaren aan de Centrale leveren. In de andere provincies kunnen ook de bij een der landbouwcrisisorganisaties georgani seerde boeren hun varkens ter levering Prijskwestie. Met de uitvaardiging van het slacht verbod wordt dus beoogd, dat de prijzen van het varkensvleesch in de komende maanden niet al te veel zullen dalen, terwijl daardoor ook wordt voorkomen, dat deze prijzen daarna, dus in de pe riode dat minder slachtvarkens ter be schikking komen, al te veel zullen stij gen. Een ander doel van dit verbod is te komen tot rationeele verdeeling van de voor slacht bestemde varkens over de verschillende gebieden in Nederland. Daartoe zal slechts ontheffing van het slachtverbod door de Nederlandsche Veehouderijcentrale worden gegeven voor slachting in centrale werkplaatsen. De particuliere slachtingen door slagers thuis zijn dus practisch hiermede ver vallen. Iedere centrale slachtplaats port van veevoeder, een deel van den varkensstapel snel zal moeten worden afgeslacht. Terwijl het normale aantal slachtingen momenteel op ongeveer 100.000 per maand kan worden gesteld, zal het noodzakelijk zijn, om van nu af tot 1 October a.s. nog 250.000 var kens extra uit de markt te nemen voor den slacht. Deze extra-hoeveelheid wordt echter niet direct voor de con sumptie beschikbaar gesteld, doch op geslagen in koelhuizen, enz., en vormt aldus een waardevolle reserve voor den komenden tijd, waarin het aantal slachtingen zal verminderen door de inkrimping van den varkensstapel. Zorg voor jeugdige werkloozen en wederopneming van oudere werkloozen in het bedrijfsleven. Ter landsdrukkerij is verschenen een rapport in zake zorg voor jeugdige werk loozen en wederopneming van oudere werkloozen in het bedrijfsleven. Het rap port bevat een overzicht van het werk ten behoeve van de jeugdige werkloozen, zooals dat zich van 1931 af met medewer king en onder leiding van de overheid, ontwikkeld heeft en voorts een overzicht van hetgeen op het gebied van de weder opneming in het bedrijfsleven (scholing, herscholing, etc.) is geschied. Sleepvaartaangelegenheden. In het laatst verschenen Verordeningen blad kwam een besluit voor van den secre- taris-generaal van het departement van Waterstaat betreffende de organisatorische samenvatting der sleepvaart. Blijkens ar tikel 4 van dit besluit zou worden ingesteld een commissie met de taak het bevorderen van een juiste behandeling van NederlantL sche sleepvaartaangelegenheden. Thans zijn in die commissie benoemd de heeren: G. C. Nuy te Rotterdam, vertegen woordigende de vereeniging centraal bu reau voor de Rijn- en Binnenvaart, en A» G. K. Schouten te Hillegersberg, vertegen woordigende de stichting sleepvaartcen- trale. Als voorzitter treedt op mr. K- V.onk, verbonden aan de afdeeling vervoer wezen van het departement van Water» staat, 's-Gravcnhage. hersteld, doch voor, ouden van dagen, Voorloopig geen reden tot ongerustheid In verband met het feit, dat een slachtverbod is uitgevaardigd voor varkens, vond het A.N.P. den directeur van de Nederlandsche Veehouderij centrale bereid een toelichting te ge ven over de oorzaken daarvan en de gevolgen voor de consumptie van var kensvleesch. Als resultaat daarvan kan in de eer ste plaats gesteld worden, dat voorloo pig geen drastische verlaging van de binnenlandsche consumptie van var kensvleesch noodig is en ook niet be hoeft te worden verwacht, en dat voor loopig in dit opzicht geen reden tot ongerustheid behoeft te bestaan. Waarom dan dit slachtverbod is uit gevaardigd, zal men vragen. De beant woording hiervan is niet zoo eenvou dig, omdat dit samenhangt met ver schillende oorzaken. Op den voorgrond staat daarbij de' veevoederpositie zulks in verband met den import van veevoeder van elders. Het stopzetten hiervan zal onvermijde lijk moeten leiden tot een sterke in krimping van den varkensstapel, tot ongeveer de helft van het normale. Bo vendien zal dit ook moeten leiden tot een verminderd slachtgewicht van de varkens. Ter illustratie diene het volgende de normale jaarlijksche varkenspro- ductie van Nederland bedraagt onge veer 2 millioen stuks, waarvan IJ mil- lioen voor binnenlandsch gebruik en circa 500.000 stuks voor export (d.w.z. bacon, geheel bestemd voor Engeland). Een vijfde deel van de voor binnen landsche consumptie bestemde var kens, dus circa 300.000 stuks, is nor maal bestemd voor de huisslachtingen. Door de gewijzigde veevoederpositie zal de varkensstapel nu moeten worden teruggebracht tot ongeveer een mil lioen stuks. Deze zullen echter geheel ter beschikking komen van binnen landsche consumptie, daar de bacon- export geheel is vervallen. Er zou dus gezegd kunnen worden, dat de produc tie voor binnenlandsche consumptie tot 2/3 zou worden teruggebracht, maar dit betreft slechts het aantal dieren, en, zooals boven reeds gezegd, moet Maas (voorzitter der ’’Provinciale^Pers"'), ook rekening worden gehouden met een verminderd slachtgewicht. In feite zal het dus daarop neerkomen, dat de binnenlandsche consumptie van var kensvleesch terug zal moeten worden gebracht tot ongeveer de helft van het normale verbruik. De Raad van voorlichting der Neder landsche pers zendt een communique, waaraan wij het volgende ontleenen: De uitgevers van nieuwsbladen en tijd schriften in den lande waren tot dusverre ten deele aangesloten bij één der twee bestaande organisaties, n.l. de „Neder landsche Periodieke Pers” en de „Provin ciale Pers” Een belangrijk deel der nieuwsblad- en tijdschriften-uitgevers was echter niet georganiseerd. Óverleg met den Raad van voorlichting der Nederlandsche Pers heeft tot resul taat gehad, dat door de besturen van beide organisaties is besloten mede te werken aan de stichting van een nieuwe organisatie de „Provinciale en Periodieke Pers”, welke in corporatief verband de vakbelangen van alle uitgevers van nieuwsbladen en tijdschriften in den lande zal vertegenwoordigen. De leiding dezer organisatie is gelegd in handen van den algem. voorzitter, den heer H. J. Kerkmeester te Leiden (voor zitter van het dagelijksch bestuur der „Nederlandsche Periodieke Pers”), die wordt bijgestaan door den plv.-voorzitter, den heer B. Th. Roosenboom te Cuyk a. d. ,i i rcia z, terwijl als algemeen secretaris zal optre den de huidige secretaris der N.P.P., den heer mr. M J. C. Vrij, te Amsterdam. De organisatie is aldus opgebouwd, dat de uitgevers zullen zijn aangesloten bij groepen, al naar gelang van het karakter der door hen uitgegeven bladen en perio dieken, te weten: de groep nieuwsbladen, de groep vakbladen en de groep diverse periodieken. De leiding van elk der drie groepen zal berusten bij een groepsbestuur van 3 per sonen, te weten voor de groep nieuwsbla den de heeren B. Th. Roosenboom (Cuyk a d. Maas), A. M. Banda (Kollum) en A. J. M. v. d. Drift (Delft), voor de groep vakbladen de heeren J. Moorman (’s-Gra- venhage), J. M. Boom (Haarlem) en J. J. Lispet (Hilversum), en tenslotte voor de groep diverse periodieken de heeren A. J. G. Strengholt (Amsterdam), H. J. A. Her- mens (Amsterdam) en J. J. J. Bergmans (Tilburg). Het algemeen belang brengt mede, dat het ieder, die door het uitgeven van nieuwsbladen of tijdschriften deel wenscht te hebben aan de voorlichting en ontspan ning van ons volk, niet langer mogelijk zal zijn buiten de organisatie te blijven. De secretaris-generaal wnd. hoofd van het departement van Binnenland sche Zaken, mr. dr. K. J. Frederiks, heeft gisteravond de volgende radio rede gehouden ter aanbeveling van de Nationale inzameling, welke heden wordt gehouden. Mr. Frederiks sprak als volgt: De stamkaart is en blijft een aardig ding, waarvan wij de waarde dagelijks meer gaan beseffen. Denkt u maar eens in, wat iemand tegenwoordig zou doen zonder dit kostbare document. Gewoon weg nietsVandaar dat velen de kaart met zich dragen, waar zij ook gaan. Wat zouden bijvoorbeeld dames doen, die gaan winkelen en diezoo onvoor zichtig waren geweest „de” kaart te vergeten Ik zou niet gaarne in de schoenen staan van den echtgenoot, die op dat onzalige moment zijn vrouw vergezelde. Enfin, Wies is er volkomen van doordrongen en in haar taschje nemen onze drie kaarten de voornaamste plaatls in. Naar Wies me vertelde is ook de tabakvoorraad niet onuitputte lijk en zou een zekere beperking wel noodig zijn om straks niet geheel en al zonder te zitten. Dit feit opzichzelf zou Wies prachtig vinden. Jullie puft den geheelen dag den rook de lucht maar in alsof dat een levensvoorwaar de is. Ik zou het, zeide mijn lieve nicht erg wat Wat hebben de mannen gegrinnikt, toen onze kousen op „de kaart” gekocht moesten worden en hoeveel nare woor den zijn daarover door mannen tegen hun vrouwen gezegd. Onze weerwraak zal de tabak zijn. Jodocus en ik heb ben Wies om strijd verzekerd, dat een sigaartje op zijn tijd inderdaad voor ons mannen een zeer belangrijk ding is, waarvan we slechts noode afstand zouden doen, maar dat wij het zouden kunnen, indien het noodig ware. Ge lukkig is het nog lang zoover niet. Al is de tabak niet zoo ongelimiteerd als anders, toch zal men voorloopig de klanten best kunnen bedienen, zij het dan ook, dat de rookers zich zelf eenige beperkingen moeten gaan opleggen. Een belangrijk ding was de weder verschijning van taxi’s in onze stad. Deze geheele bedrijfstak was uitge schakeld en het feit, dat dit thans is hersteld, mag in hooge mate verblij dend genoemd worden. Immers het is een onderdeel van den terugkeer tot het normale leven. Weliswaar is het taxi-gebruik nog niet in vollen omvang Het plan van ir. Witteveen voor den herbouw van Rotterdam heeft nog niet de goedkeuring van alle autoriteiten verkre gen, zoodat het nog eenigen tijd zal duren voor het openbaar kan worden gemaakt. Er doen zich nog verscheidene problemen voor, die een nadere bestudeering eischen. De hoofdgedachte van het plan is een combinatie van reeds bestaande plannen, welke al sinds jaar en dag op verwezen lijking lagen te wachten, maar die niet in vervulling konden gaan, omdat men in de oude stad nog te veel met obstakels had te rekenen. Deze moeilijkheden zijn nu met één slag verdwenen en daardoor is 't mogelijk geworden deze saneeringsplan- nen nu gecombineerd te verwezenlijken. De hoofdopzet. De hoofdopzet van het plan is, in wat eens de oude stadsdriehoek was, een ovaal vormig gebied te creëeren, het gebied waarin stadhuis, postkantoor en nieuwe beurs liggen. Dit gebied zal geheel ver stoken blijven van tramverkeer. De direc teur van de R.E.T. heeft zich bij deze op vatting aangesloten. Rond dit gebied, waarvan de grootste straal een lengte zal hebben van 700 meter, komt een ringlijn van trams. Het is de bedoeling, dat deze ringlijn tevens promenade zal zijn. Aan den rand van dit gebied komen dan drie groote pleinen te liggen, het Hofplein, het Beursplein en het Oostplein. In dit deel van het groote plan wordt dan het ver loop van den Goudschesingel gehandhaafd. Wat den Coolsingel betreft, deze zal - gelijk we reeds hebben meegedeeld recht worden doorgetrokken op de Schie. Het Hofplein zal naar het Zuiden worden verlegd in dien zin, dat het plein het eens vermaarde plan-Berlage zeer nabij zal komen, hetgeen dan wil zeggen, dat op het nieuwe Hofplein de Delftsche poort in het midden komt te staan. Ter afslui ting van den Zuidelijken pleinwand is er aan gedacht den vleugel van het hoofd bureau van politie, welke aan het Ge dempte Doelwater staat, door te trekken tot aan dog Goolsingel. Het Hofplein zal dienst gaan doen als groot circulatieplein. De Coolsingel krijgt aan de Westzijde een bebouwing, welke op eenige punten overkluisd zal zijn. Voor deze overkluizing zijn pleintjes geprojecteerd, waar gelegen heid zal zijn tot vestiging van intieme café’s en dergelijke inrichtingen. Achter deze bebouwing aan de zijde van de Kruis kade is een groote kerk geprojecteerd, welke in ’t groen zal komen te staan. De Kruiskade zal de verbinding van *t Westen naar het Hofplein vormen. Van het West- plein af is een weg geprojecteerd, welke rechtstreeks zal aartsluiten op de Meent. De Binnenweg zal worden verbreed en doorgetrokken ten Zuiden langs het Schielandhuis over de Blaak, welke wordt gedempt, zooals reeds is gemeld. Er is reeds eerder medegedeeld, dat er van het Hofplein een breede weg komt naar het Oosten, welke over het Van Alkemadeplein en de Veemarkt naar het park Rozenburg zal loopen. Park Rozenburg wordt vergroot. Het park Rozenburg zal als het ware worden doorgetrokken naar het Zuiden tot aan den Oostzeedijk, zoodat men dezen weg kan beschouwen als een doortrekking van Kralingsche bosch. In dit verband zal men ook het dempen van den Zuidoosthoek van den Kralingsche plas moeten zien. De Nieuwe Plan tage zal in de toekomst worden bebouwd. Wat de verbinding naar het Zuiden betreft, is er op gerekend, dat de brug gen over de Nieuwe Maas rechtstreeks met het Beursplein zullen worden ver-‘ bonden. De bruggen zullen aanmerkelijk worden verbreed. Deze verkeersweg zal dan worden doorgetrokken naar de Maas haven, zoodat er bruggen zijn geprojec teerd over de Binnenhaven en de Spoor- weghaven. Dit plan houdt in, dat het Vrij Entrepot in de toekomst zal verdwijnen. Aangaande de spoorwegplannen is er rekening mee gehouden, dat we hebben het reeds eerder gemeld het Maas- station zal verdwijnen. Het nieuwe Cen traal Station, dat ongeveer op de plaats van het tegenwoordige station D.P. zal komen, zal aansluiting geven zoowel naar het Oosten als naar het Noorden en het Zuiden. Het bestaande viaduct zal worden gehandhaafd. Er komt echter een nieuw viaduct, welke langs den linkeroever van de Rotte zal loopen. In verband daarmee zal het noodig zijn, dat de loop van de Rotte ter hoogte van den tegenwoordigen Pompenburgsingel iets zal worden ver legd. Ter hoogte van de begraafplaats Crooswijk komt een brug over de Rotte. De spoorlijn wordt vandaar doorgetrokken langs de begraafplaats, benoorden den Kralingsche plas naar Nieuwerkerk a. d. IJsel. Op den Goudschesingel zal in de toe komst geen markt meer worden gehou den. Het ligt in de bedoeling, dat de markt verplaatst wordt onder het be staande viaduct en met het oog hierop heeft men de bebouwing langs dit viaduct wijd gehouden. F. zSSz

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9