vaneen in
De zonderlinge erfenis
Zeilwedstrijden te Grouw - Duiven vangen in den Haag - Verduisterings-
maatregelen op schepen - Een bordje met opschrift vervangt omheining
o
ill
H
I 1
J] i'
HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 9 JULI 1940 TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
.feit
F
f
- v "31
A 1
'4 V
4 Hf
Ira
TE GROUW
werden Zondag
gehouden.
zeilwedstrijden
groote
De 7 meter-jachten in
den strijd.
NIEUW LEVEN IN EEN NIEUWE OMGEVING. Voor de Nieuwe Rotterdam-
DE USSELMEER-VISSCHERS - moeten de lichten van
hun botters afschermen. Een Marker-visscher schermt zijn
lamp af met een zinken kap, waarin een spleet gemaakt is.
(Nadruk verboden.)
zes
OWordt vervolgd.}
1
sche Diergaarde kwam een zending dieren aan. Een jong olifantje
wordt naar zijn verblijfplaats gebracht
12)
Ergens moet toch een schake-
ja.
iets
DE ZWARE SLAGREGEN welke zich boven den Haag ontlastte, deed vele
straten in beekjes veranderen. Hij, die een vergunning tot rijden had,
was in staat een goede daad te verrichten.
zijn dè nieuwe bewoners van het huis.
Aha, antwoordde de man. ik
weet het, dokter Knauer heeft een
paar dagen geleden al gezegd, dat
u zoudt komen. Dus mag men hier
welkom zeggen. Maar vandaag had
ik u nog niet verwacht anders zou
ik de deur versierd hebben, zooiets
staat altijd wel aardig. Maar binnen
komen mag ik niet, dat heeft de ad
vocaat verboden.
U moogt, komt u maarl
Een korte aarzeling, dan verdween
het gelaat. Hanni nam haar zuster
terzijde. Wij moeten den man hou
den. Ik zou doodsbenauwd zijn des
nachts alleen in dit huis, neen, dat
doe ik niet
Fluister toch niet zoo, ik vind
het al griezelig genoeg, zeide Else
bij de deur.
Jij bent van ons drieën de bang
ste, antwoordde Lore.
Dan kan ik wel gaan.
Afgezien van de luxe van elk vertrek
viel er verder niets bijzonders waar
te nemen. Boven waren verschillende
slaapkamers, een mangelkamer en
een kamer waarin allerlei rommel
werd bewaard en tenslotte gingen zij
naar den kelder, waar in de vakken
keurig gerangschikt tallooze flesschen
wijn lagen. Dat was alles.
Het eerste, wat Hanni Muller op
droeg, was twee betrouwbare vrou
wen te zoeken met wie alles keurig
schoon gemaakt kon worden. En lang
zamerhand maakte het gevoel van
angst plaats voor vreugde. Mocht de
geschiedenis van a tot z vreemd zijn,
een ding stond vast: het huis be
hoorde haar toe. Waarom en waartoe,
ja dat moest men afwachten, eens
zou alles wel opgehelderd worden.
Het was nutteloos daarover na te
denken. Iets anders was belangrjjker:
werken.
Maar nog was het niet zoo ver. Zij
zaten in de hall, niet meer bang en
nu zorgeloos. Haar gesprek liep nu
ook niet meer over het geheim, maar
over meer reëele dingen, namelijk
voor het ontbijt, dat Hanni hier wilde
klaar maken. Er werd opgeschreven
wat noodig was, brood, boter, koffie,
worst, melk en suiker. Ik ben in
tien minuten terug. Lore stak het
briefje in haar taschje en rende weg.
De keuken was heelemaal beneden.
In het midden stond een groot for
nuis, waarop een half dozijn kook
platen waren. Een hotelfornuis, dacht
Hanni en besloot het niet te gebruiken.
zij toch bang, want hoewel de kamers,
die zij tot nu toe doorgeloopen waren,
onordelijk waren, bleek in de laatste
zaal, waar zij kwamen zulk een rava
ge te heerschen, dat zij enkele minu
ten noodig hadden om zich te orien-
teeren.
Dat zij de zaal binnengekomen wa
ren waar gespeeld was, bleek duide
lijk; groote en kleine met groen la
ken overtrokken tafels stonden in het
rond, evenals een enorm aantal stoe
len, maar in welk een toestand bevond
dit alles zich? Stoelen lagen op den
grond en scherven van gebroken gla
zen. Overal stonden aschbakjes vol
resten en uitgebrande sigaretten la
gen op het tapijt. Het geheele vertrek
toonde duidelijk de sporen van den
laatsten nacht en de indruk was zoo
sterk, dat Hanni, haar oogen sluitend,
duidelijk al de menschen zag, die
hier tezamen waren geweest en door
de politie overvallen, blijkbaar ge
vochten hadden voor hun leven. De
atmosfeer in de kamer was ondrage
lijk. Lore ging naar de vensters en
trok de rolluiken op en gooide de zes
ramen, die op den achtertuin uitzagen,
open, frissche lucht drong naar bin
nen en hiermede was de ban gebro
ken.
Lieve deugd. Lore dwong zich
tot een lachje. Wat ziet het er
hier uit! Twaalf schoolkinderen zou
den hier kunnen spelen en door het
venster kan ook niemanc’ kijken. Zij
zweeg verschrikt. Haar blik was op
Else gevallen, die in de deur stond en
met strak bleek gezicht en groote
verschrikte oogen naar een der ra
men staarde. Lore volgde haar blik
en zag het baardige gezicht van een
man. Wat doet u daar! riep zij
moedig, hoewel de schrik haar deed
beven.
Dat wilde ik juist aan u vragen,
antwoordde de man. Hebt u sleu
tels of hoe bent u anders in het huis
gekomen, ik ben hier de bewaker.
De schrik verdween van Else’s ge
zicht. De bewaker dus. Dat klonk
kalmeerend.
Komt u binnen, zeide Lore. Wij
Zooals je wilt.
Maar nu is het te laat, wij gaan
nog naar den kelder, waar de twee
lijken liggen.
Lore houd op met dien onzin.
Hanni gaf haar zuster een duwtje.
Ik vind het al griezelig genoeg,
dan behoef jij nog niet zulke dingen
te zeggen.
Schreden weerklonken. Stel je voor,
dacht Lore, als die bewaker eigenlijk
geen bewaker was, maar... daar stond
hij reeds in de deur, een magere,
verlegen man, die zijn pet in de hand
hield. Ik heet Muller, Herman
Muller, de dames kunnen mij gerust
vertrouwen. De dokter weet wel wien
hij uitkiest. Kan ik iets doen?
Als u ons het huis wilt laten
zien. Wij hebben pas de benedenka
mers gezien.
Ja, ik weet het ook niet... Hij
zweeg en keek rond. Het ziet er
hier uit alsof er roovers zijn geweest.
Dat moet mooi toegegaan zijn.
Alle drie luisterden vol belangstel
ling.
Weet u iets naders?
Ook niet veel meer dan wat de
menschen hier vertellen.
Was u toen al bewaker?
Welneen, ik ben het pas
maanden.
De belangstelling verdween.
Goed, zei Lore, komt u mee
naar boven. Zij verlangde er naar
het huis heelemaal te zien. Maar als
zij gehoopt had nog iets bijzonders
te ontdekken, bleek deze hoop ijdel.
VERSCHILLENDE STUKKEN GRASLAND langs de paden bij den Berg-
schen Plas te Hillegersberg zijn herschapen in kleine groentekweekerijen.
Een bordje met één enkel, maar veelzeggend woord beschermt de jonge
plantjes meer dan een hooge omheining.
laar zijn, meende Lore, die achter
haar was binnengekomen, terwjjl Else
nog buiten stond. Hanni zocht langs
den muur en inderdaad er was er
een. Zij was echter zoo opgewonden,
dat zij tweemaal in plaats van een
maal draaide. Terwijl zij de hand
nog aan den schakelaar had, viel een
licht in de hal, zoo hel, dat zij ver
blind de oogen moesten sluiten en
Else buiten een gil gaf.
De muren waren betimmerd, een
groot tapijt bedekte den vloer en er
stonden wel een dozijn met leer over
trokken clubfauteuils. Dat was het
begin. Toen zij verder gingen, Else
steeds achteraan en gereed voor de
vlucht, voelden zij zich als schatgra
vers. Hoeveel kamers telde het huis?
Veertien had Knauer gezegd. Dan
konden er werkelijk nog verrassingen
komen.
Er was een prachtige bibliotheek,
een studeerkamer, een eetkamer, die
werkelijk wel eetzaal genoemd kon
worden en een muziekkamer met
twee vleugels. Lore zei telkens:
Aha!... Tot meer was zij niet in
staat te zeggen. Maar tenslotte werd
Het gasfornuis met vier kookplaten
was voldoende, maar dit was ook al
een prachtig stuk. Zij maakte het
eerste kokend water. Toen Lore bela
den met pakjes terugkwam, had
Hanni reeds vaatwerk gewasschen,
terwijl Else de tafel bij het raam
had gedekt. Toen gingen zij ontbijten
en bespraken onderwijl haar plannen.
Voor alles moest het huis van boven
tot beneden schoongemaakt worden.
Dat kon minstens drie dagen duren.
Intusschen zou ook de bioscoop gezui
verd worden. Wat een massa werk viel
er opeens te doen! Het werk werd
nu verdeeld. Hanni zou het huis be-
heeren en Lore den bioscoop. Dat be-
teekende echter niet, dat Hanni niets
in den bioscoop te zeggen had en Lore
niets in het huis. Neen, zij zouden sa
men werken en na een poosje zorgen,
dat alles op rolletjes liep. Hanni zat
met een rood hoofd op haar stoel.
Lieve help, wat bood het huis niet
voor mogelijkheden, men kon hier een
gymnastiekschool vestigen en...
waarom zou men tenslotte niet
groots met het huis doen? Een eersto
klasse pension, of een hotel...
Ja, Else, jij haalt onze
koffers bij mevrouw Bergemann. Zij
zijn al ingepakt. En hier zijn de zes
en zeventig mark, die Bergemann nog
van ons krijgt. Geef ze haar en als
je lust hebt hier bij ons te wonen,
zeg dan dadelijk je huur op. En de
koffers, ja weet je, het beste is, dat
je een taxi neemt, wacht ik geef ja
nog wat gelcL..
INGEVOLGE DE NIEUWE VERORDENINGEN worden de aan nie
mand toebehoorende losvliegende duiven in den Haag door werklieden van
den Plantsoendienst gevangen. In een tuin, waar de dieren veelal voedsel
balen, wordt een kooi opgesteld. De gemeentelijke vogelaar aan het
touw, gereed om de klep te Laten vallen.
i
I i
fl I
X
ft*
i
/l
X
figggjr?: x-z’x
...•MV",