De veevoederpositie en onze veestapel De lichamelijke opvoeding bij het onderwijs In Een belangrijke achterstand moet worden ingehaald BINNENLAND zeer waarschijnlijk niet mogelijk zijn den komenden tijd zal de invoer van krachtvoer uit het buitenland Verkoopt Uw OUD GOUD bij fa. TEERLINK, dan ontvangt U de hoogste waarde. PrinSOStr. 86 Inkrimping stapel noodzakelijk geworden van den vee- HAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 12 JULI 1940 TWEEDE BLAD, PAGINA 2 mr. Geen reden voor ongerust heid met het oog op de voedselvoorziening van ’t Nederlandsche volk Een onderhoud met jhr. C. A. de Ranitz Kampeerverbod te Loosdrecht Wederopbouw van ons volksleven De taak der vrije jeugdvorming Vluchtelingen te Breda teruggekeerd Trekkers kunnen weer ontvangen worden w Cadetten RECLAMES. Algemeen Nederlandsch Verbond Zeer vroeg rooien van aardappelen vee- Naar wij vernemen, hebben de colle ges van B. en W. van de gemeenten Loosdrecht en Breukelen-St. Pieter be sloten, geen ontheffing meer te verlee- nen op het bestaande kampeerverbod. Tevens zal het verboden zijn, na zons ondergang op de Loosdrechtsche plas sen te zeilen. Na zonsondergang mag er op de plassen niet meer gezeild worden. Na een reis per autobus uit Frankrijk. vóór een t i i i i i i i i i i i i i ons de i i i i i i i i i i i i i i De heer P. J. Kanter als algemeen voorzitter afgetreden. In de gisteren gehouden bijeenkomst van het hoofdbestuur van het Alge meen Nederlandsch Verbond trad de heer P. J. de Kanter af als algemeen voorzitter. In zijn plaats werd gekozen prof. dr. Jan de Vries te Leiden. De afgetreden voorzitter werd be noemd tot eerevoorzitter van het Alge meen Nederlandsch Verbond, terwijl hem tevens de gouden eerepenning werd aangeboden. Bovenstaande maatregelen zijn voort gevloeid uit de verscherpte verduiste- ringsvoorschriften. Het komt dus hier op neer, dat het voortaan verboden is, op of in de nabijheid van Loosdrecht te kampeeren. Deze maatregel betee- kent voor de honderden Amsterdam mers en Utrechtenaren en anderen, die hun vacantie doorgaans op de plassen doorbrengen en daar op de eilanden en langs den oever hun tenten opslaan, een zwaren slag. Ook voor de nering doenden in Loosdrecht en omstreken zal door het kampeerverbod een be langrijk deel van hun inkomsten ver loren gaan. Een absolute eisch Het Rijksbureau voor de voedselvoor. ziening in oorlogstijd maakt het volgende bekend: Daar gebleken is, dat door het optre den van virusziekten groote hoeveelheden pootaardappelen zijn afgekeurd en het van zeer groot belang moet worden ge acht, dat voor den oogst 1941 kan worden beschikt over gezond pootgoed van onze binnenlandsche consumptie, en fabrieks- aardappelrassen, is zeer vroeg rooien een absolute eisch. Daarom is in principe be sloten, voor de door den Nederlandschen Algémeenen Keuringsdienst goedgekeurde pootaardappelen van de late consumptie-, veevoeder- en fabrieksrassen een garan tieprijs vast te stellen, welke zoodanig zal zijn, dat ook bij zeer vroeg rooien de ver bouw loonend zal zijn. Als eisch moet daarbij gesteld worden, dat de pootaard appelen gerooid worden vóór een bepaal den rooidatum, welke door den Neder landschen Algemeenen Keuringsdienst in overleg met het Rijksbureau voor de voed selvoorziening in oorlogstijd zal worden vastgesteld. De Nederlandsche Algemeene Keuringsdienst zal dezen datum tijdig aan de telers bekend maken. Een nadere mededeeling omtrent garan tieprijzen zai t. z. t. volgen. Aantal lesuren. Voor wat betreft de frequentie en de lengte der lesuren, is het rijks college van oordeel, dat afgezien moet worden van het z.g. pauze turnen, (de lichamelijke opvoeding in de vrije kwartieren). Proefnemingen in Duitschland zijn immers op een mis lukking uitgeloopen. Wil men doelma- Vóór het uitbreken van den oorlog speciale maat regelen genomen Hierbij bleek, dat reeds lang het uitbreken van den oorlog onderzoek was ingesteld naar de posi tie, waarin Nederland zou komen te en adelborsten Geen kosten voor de deelneemsters. Het stemt tot verheugenis, dat de bestu ren, de directrices en de leeraressen van huishoud- en industriescholen, zooals bijv, te Delft, ’s-Gravenhage, Middelburg, Roo sendaal, (N.Br.), Rotterdam, Schiedam en Voorburg (Z.H.) en ook in andere plaat sen, waar inwoners uit de getroffen gebie den zijn ondergebracht, zich bereid hebben verklaard, de vrouwen en meisjes met raad en daad bij te staan. Hiertoe zijn en worden cursussen ingericht voor moeders, vrouwen en meisjes boven 18 jaar, waarbij onderwijs wordt gegeven in het herstellen, vermaken en vervaardigen van kleeding- stukken. Aan het volgen van deze cursus sen zijn voor de deelneemsters geen kos ten verbonden: zoowel het onderwijs als het gebruik van de naaimachines is gratis. Tevens worden de vrouwen en meisjes in de gelegenheid gesteld, op de huishoud scholen gratis onder vakkundige leiding de wasch te behandelen. Voor vrouwen, die haar kinderen moeilijk alleen kunnen la ten, is het eveneens mogelijk de cursussen te volgen, daar zij haar kinderen kunnen medebrengen. Deze worden dan tijdens de lesuren door de leerlingen van de oplei ding tot kinderverzorgster onder toezicht van een leerares in kinderverzorging en opvoeding bezig gehouden in de bij de school behoorende kinderkamer. Zoo nuttig mogelijk gebruik van grondstoffen. De cursussen zijn geschoeid op denzelf- den leest als de reeds vroeger aan de scho len verbonden en doeltreffend gebleken cursussen voor vrouwen uit werklooze ge zinnen. Er wordt naar gestreefd, de vrou wen en meisjes voor te lichten omtrent een zoo nuttig mogelijk gebruik van de beschikbaar gestelde kleedingstukken en grondstoffen. Deze voorlichting is een van de belangrijkste oogmerken, daar het van groot belang is, dat de vrouwen en meisjes zoodra zij weder een eigen woning zullen hebben, behoorlijk, misschien beter dan voorheen, voor haar taak zijn voorbereid. Indien de cursussen aan dit doel blijken te beantwoorden, zullen de door dit onder wijs verkregen kennis en vaardigheid veel kunnen bijdragen tot den wederopbouw van ons volksleven. Teneinde de voorbereiding voor de toe komstige taak in het gezin zoo volledig mogelijk te doen zijn, bestaat het voorne men, om aan de huishoudscholen ook kookcursussen voor deze vrouwen en meis jes te organiseeren. Gistermiddag zijn vijf autobussen met Nederlandsche vluchtelingen uit Frankrijk te Breda aangekomen. Zij waren Woensdagochtend uit Parijs vertrokken. De meesten van deze vluchtelingen zijn ingekwartierd ge- weets in het kasteel Lessac. Onder de ongeveer honderd terugge keerden bevonden zich circa dertig Bredanaars de anderen waren afkom stig uit verschillende plaatsen in Ne derland. Onderweg waren nog een aan tal Nederlanders, die afkomstig waren uit Brussel en Antwerpen, in hun oude woonplaats achtergebleven. De reis van Parijs naar Breda is vlot verloopen. Bij aankomst te Breda wer den allen aan een geneeskundig onder zoek onderworpen, waarbij bleek, dat allen zich in goeden welstand bevon den. Ter verduidelijking van hetgeen ge meld is omtrent de cursussen aan de Kon. Mil. Academie te Breda diene nog, dat cadetten van het derde studie jaar, behoorende tot de wapens infan terie, cavalerie, artillerie en den dienst der militaire administratie niet in aan merking komen voor de cursussen, wel ke te Breda zullen worden gehouden. Wel komen in aanmerking de cadetten van het derde studiejaar behoorende tot het wapen der genie. Cursussen voor vrouwen en meisjes. Door de oorlogsgebeurtenissen hier te lande hebben in een aantal plaatsen vele gezinnen have en goed verloren en zijn in de meeste gevallen de tot die gezinnen behoorende vrouwen en meisjes aan haar gewone gezinstaak ontrukt. Vele van deze vrouwen en meisjes vertoeven thans in tehuizen of elders, waar een belangrijk ge deelte van haar normalen dagelijkschen arbeid, zooals de zorg voor en het bereiden van de spijzen, niet meer behoeft te wor den verricht. Gebleven is echter de zorg voor de kleeding, welke nu in het bij zonder bestaat in het pasklaar maken en verstellen van daarvoor afgestane klee dingstukken, het vervaardigen van nieuwe kleedingstukken uit beschikbaar gesteld goed en de bewassching. Bij dit alles komt de zorg voor de veelzins nog onzekere toe komst De gewijzigde omstandigheden heb ben in ons land tal van vraagstuk ken doen opkomen, welke van zeer grooten invloed kunnen zijn op de positie, waarin de bevolking van Nederland in velerlei opzicht zal komen te verkeeren. Een van de vraagstukken, welke hierbij op den voorgrond staat, is de positie, welke ons land inneemt ten aan zien van de veevoedervoorziening. Deze zal immers direct van invloed zijn op de samenstelling van den Nederlandschen veestapel, welke weer ten nauwste verband houdt met de levensmiddelenvoorziening van ons volk. Schade-enquête Rotterdam. De schade-enquêtecommissie Rotterdam deelt mede, dat haar gebleken is, dat ver schillende belanghebbenden nog niet be kend zijn met de omstandigheid, dat in lichtingen voor het invullen van de enquête-formulieren geheel kosteloos kunnen worden verkregen bij de daartoe ingestelde inlichtingenbureaux, waarvan de adressen zijn gegeven op de aan plakbiljetten. Er wordt verder nog op ge wezen, dat men er wel voor dient te zorgen, dat de enveloppen gesloten wor den ingezonden en dat de naam en het huidig adres van den afzender moeten worden aangegeven: le. op de enveloppe links onderaan; 2e. driemaal op de kaart, welke met de formulieren wordt medegezonden. In verband met het streven om te komen tot een algeheele verbetering van de lichamelijke opvoeding bij het onderwijs, had een redacteur van het A.N.P. een onderhoud met jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, referendaris op het departement van Sociale Zaken, afdeeling volksgezondheid en secre taris van het rijkscollege voor de lichamelijke opvoeding. Aan dit onder houd ontleenen wij het volgende. Zonder twijfel zal thans meer dan vroeger de gedachte bij ons volk in gang moeten vinden, dat de lichame lijke opvoeding een onontbeerlijk deel is van de opvoeding der jeugd, onont beerlijk in dien zin, dat de natie in haar strijd om het bestaan en om een krachtigen opbouw beschikt, zoo wel over haar maximum van physieke als over haar maximum van moreele en intellectueele kracht. De zorg voor de physieke opvoeding der jeugd behoort daarom geheel parallel te gaan met de zorg voor de geestelijke en verstandelijke ontwikkeling. In de komende jaren zal ontzaggelijk veel van de geestkracht van ons volk wor den gevergd. Lichamelijke opvoeding kan eerst goed tot haar recht komen, indien de algemeene gezondheidstoestand des volks goed is. Het is ten onzent een zeer gelukkige omstandigheid, dat de volksgezondheid dank zij de gesta dige samenwerking tusschen de over heid en de particuliere organisaties in de laatste decenniën een zeer hoog peil heeft bereikt. Men kan gerust zeggen, dat Nederland in dit opzicht in de wereld aan de spits staat. De publieke waardeering van de lichamelijke opvoeding is ten onzent evenwel bij de eischen des tijds ten achter gebleven. School en vrije jeugdvorming. Aan die leemten zijn naar mijn meening twee instituten in het bijzon der debet: ten eerste de school en in de tweede plaats de z.g. vrije jeugd vorming, dat wil zeggen de vor ming in onze jeugdorganisaties. In mrijn kwaliteit van secretaris van den cèntralen jeugdraad mag ik consta- teeren, dat in de jeugdorganisaties enkele gunstige uitzonderingen niet te na gesproken, b.v. de pad vinderij gedurende vele jaren de physieke vorming veronachtzaamd is, doch dat eveneens in den laatsten tijd hierin verbetering is getreden. Zonder twijfel zullen de jeugdorgani saties, indien zij haar plaats in de algemeene ontwikkeling der jeugd naast gezin, school en kerk in dezen tijd willen behouden, aan de licha melijke opvoeding een belangrijker plaats op het programma harer werk zaamheden moeten inruimen. Voor de lichamelijke opvoeding is de lagere school een onontbeerlijk hulpmiddel, immers hier alleen kan de geheele jeugd dit noodzakelijk deel der opvoeding op systematische, des kundige wijze deelachtig worden. Ge lukkig had reeds voor den oorlog de regeering besloten de lichamelijke opvoeding met ingang van 1 Januari 1941 verplichtend te stellen voor alle scholen. Thans wordt hieraan dan ook hard gewerkt. Het rijkscollege voor de lichamelijke opvoeding heeft, daar toe voorgelicht door haar technische subcommissie, thans reeds de richt lijnen opgesteld voor het onderwijs -aan de lagere scholen en aanwijzin gen gegeven voor wat betreft de mate- rieele verzorging, waarmqjde de uit voering dient te geschieden, welke binnenkort in de officieele mededee- lingen van het departement van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen zullen worden gepubliceerd, zoodat men daarna terstond aan den arbeid zal kunnen gaan. Op de lagere scholen met een nor male bezetting kan men volstaan met leerkrachten, die de aktes bezitten en dus de bevoegdheid hebben gym nastieklessen te geven, al zal het geven van onderwijs door vakleer krachten steeds een betere oplossing blijken te zijn. In de richtlijnen, welke het rijkscollege heeft opgesteld, staat o.a., dat iedere school de beschikking moet hebben over een behoorlijke speelplaats, betegeld en zoo mogelyk overdekt. Naar het oordeel van het rijkscollege kan bij afwezigheid van een gymnastieklokaal voorloopig met dergelijke speelplaatsen worden vol staan. Bovendien kan men voor dit onderwijs ook de thans leegstaande lokaliteiten gemakkelijk inrichten met betrekkelijk eenvoudige hulpmidde len. De uitgaven voor dit onderwijs ko men geheel voor rekening van de gemeente. De Nederlandsche jeugdherbergen Centrale is gereed. De Nederlandsche Jeugdherbergen Cen trale heeft een moeilijken tijd achter den rug. Mobilisatie en oorlog hebben tot ge volg gehad, dat een groot deel van de 82 jeugdherbergen, welke ons land telt, door militairen in gebruik werden geno men en ongetwijfeld hebben de soldaten in deze goed uitgeruste en ingerichte te huizen een uitstekend bivak gehad. Nu de oorlog en binnenkort ook de demomiHsa- tie tot het verleden zullen hooren, zijn de jeugdherbergen vrijgekomen voor de trek kers, die dit jaar ongetwijfeld in een belangrijk grooter aantal dan vorige ja ren. ons land zullen doorkruisen. Over ons geheele land verspreid zijn thans weer 77 herbergen klaar, om de trekkers te ontvangen. Uiteraard was het geen eenvoudig werk, deze herbergen weer gereed te maken. Zij staan thans echter ter beschikking van een ieder, die hetzij per fiets of te voet dezen zomer ons land gaat doorkruisen en in het bezit is van een kaart van de N.J.H.C. Vier herbergen zijn niet heropend. Het is den secretaris van de N.J.H.C. den heer Leo Meilink, gebleken, dat vele trekkers nog in de totaal verkeerde mee ning leven, dat er groote onveilige gebie den in ons land zijn, hetgeen hen noopte, in de directe omgeving van „thuis” te blij ven. Dit is volstrekt onjuist. De thans opengestelde jeugdherbergen zijn stuk voor stuk even veilig als de huiselijke haardsteden en ook het gevaar voor land mijnen, dat velen den lust tot trekken ont neemt, is volkomen geweken. Slechts op zeer weinig plaatsen zitten nog mijnen in den grond, doch dat is duidelijk met bord jes en roode vlaggen aangegeven. De heide het bosch, de weiden, het strand, alles is weer veilig terrein, vrij voor een ieder, om naar hartelust te wandelen of te fietsen. Ongerechtvaardigde angst. De tijd voor het maken van groote toch ten is juist begonnen, al merkt het bestuur der N.J.H.C. er nog niet veel van. Het aan tal nieuwe inschrijvingen is tot nog toe n.l. niet belangrijk grooter dan in vorige jaren. Vermoedelijk vindt dit zijn oorzaak in den ongerechtvaardigden angst, dat het niet veilig is ver van huis te gaan. Bo vendien gelden, wat betreft de distribut'e- maatregelen, voor de jeugdherbergen nog de voorschriften voor café’s en restaurants, zoodat broodmaaltijden nog zonder bonnen kunnen worden verstrekt. In de komende anderhalve maand wordt aldus besloot de heer Meilink het onderhoud dat wij met hem hadden een sterke toeloop ver wacht. verkeeren ten aanzien van de voorzie ning met veevoeder, wanneer de invoer geheel of gedeeltelijk zou vervallen. Dit onderzoek wees uit, dat in deze omstandigheden een groot tekort zou ontstaan aan krachtvoer voor het vee. Onder krachtvoer moet hierbij hoofd zakelijk worden verstaan voedergra- nen, voederkoeken (bijproducten van de oliebereiding), voedingsmiddelen van dierlijken oorsprong (diermeel, vischmeel en bloedmeel). In verband hiermede werden toen speciale maatregelen getroffen om, in dien de grenzen eventueel voor den invoer min of meer zouden zijn afge sloten, de beschikking te hebben over een voorraad van deze producten, zoo dat de veestapel onder deze omstandig heden zoo weinig mogelijk zou behoe ven te worden beperkt. In het afge- loopen seizoen men rekent hierbij met seizoenen, d.w.z. van oogst tot oogst, dus ongeveer van September tot September is dit ook over het alge meen zeer goed gelukt. Dit is mede voor een aanzienlijk deel te danken aan het door het Rijksbureau voor voedselvoorziening tot uitvoering ge brachte distributie-systeem, waarbij voor de onderscheiden diergroepen vol gens daartoe opgestelde normen kracht- voeder in den vorm van mengvoeder werd toegekend. Gebruik van hagelgeweren De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Land bouw en Visscherij, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat 1. tot zijn departement gerichte aan vragen van en verzoeken om formulieren tot het aanvragen van vergunningen tot het met behulp van geweren, t.w. die, waarmee slechts met hagel wordt gescho ten (z.g. hagelgeweren) dooden of ver jagen van niet beschermde vogels in den zin der Vogelwet 1936 zijn vervallen. 2. zij, die vergunningen wenschen aan te vragen (of deze reeds bij zijn departe ment hebben aangevraagd) tot het met behulp van geweren, t.w. die, waarmede slechts met hagel wordt geschoten (z.g. hagelgeweren) dooden of verjagen van niet beschermde vogels in den zin der Vogelwet 1936, zich tot en met 30 Septem ber 1940 zullen moeten richten tot de hoofden van de plaatselijke politie. 3. de aanvragen om vergunningen ex artikel 60 der Jachtwet 1923, waarbij het gebruik van een geweer is geoorloofd, welke zijn ingediend vóór 1 Juli 1940, zijn vervallen. Dergelijke aanvragen moeten opnieuw op de gebruikelijke wijze bij het hoofd van de plaatselijke politie worden ingediend. Huidige voorraden kracht voer betrekkelijk gering Onder de huidige omstandigheden is het echter noodzakelijk er reke ning mede te houden, dat in den komenden tijd de invoer van krachtvoer uit het buitenland zeer waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn. Men staat voor de situatie, dat de huidige voorraden kracht- voeder nog slechts betrekkelijk gering zijn, terwijl een aanvoer door de afgesloten grenzen niet mogelijk is. Wij zullen den komen den tijd bijna geheel zijn aange wezen op de voortbrengselen van eigen bodem voor voeding van on zen veestapel. De voortbrengselen van eigen bodem Hoe staat het nu daarmede In de eerste plaats kan rekening worden ge houden met de nog aanwezige, hoewel uiteraard zeer geslonken, voorraden, terwijl in de tweede plaats een raming kan worden gemaakt ten aanzien van de opbrengst van den oogst in Septem ber a.s. Met dezen totalen voorraad moet,onze veestapel dus tot Septem ber 1941 worden gevoed, daar, zooals gezegd, de mogelijkheid tot verderen invoer, althans van eenigszins belang rijken omvang, gering is. Opgemerkt kan hierbij nog worden, dat o.a. voor mais, dat een der grootste ingevoerde voedermiddelen was, hoofdzakelijk werd geïmporteerd uit Amerika. Inkrimping van den stapel noodzakelijk Onder deze omstandigheden ligt het dus voor de hand, dat een inkrimping van den Nederlandschen veestapel noodzakelijk is geworden. Bij de be- oordeeling van de mate van deze nood zakelijkheid moet rekening worden ge houden met de volgende feitenten eerste de voorziening met broodgraan van de bevolking moet veilig gesteld worden ten tweede voor paarden moet voldoende krachtvoer ter beschik king worden gesteld, zulks met het oog op het groote belang, dat hiermede gemoeid is ten opzichte van de bodem- productie, daar paarden noodzakelijk zijn voor de bewerking van den bodem, temeer, nu de machinale tractie is be perkt door toewijzing van brandstof Registratie van vluchtelingen t« Rotterdam. B. en W. van Rotterdam hebben be paald, dat alle binnen de gemeente ver blijvende inwoners, wier woningen na 9 Mei 1940 onbewoonbaar zijn geworden, vóór 20 Juli 1940 aan de secretarie, af deeling bevolking, aangifte moeten doen van hun tegenwoordige verblijfplaats. Dit kan geschieden door invulling en inzen ding van een formulier, dat van gemeen tewege kosteloos verkrijgbaar zal wor den gesteld. Het doel van deze registratie is het ver krijgen van het juiste aantal personen, dat tengevolge van de aan Rotterdam overkomen ramp wordt vermist. Hierdoor wordt het mogelijk, inwoners der ge meente. die nog in twijfel of onzeker heid verkeeren omtrent het lot van hun nabestaanden, zoo nauwkeurig mogelijk in te lichten. De registratie geschiedt tevens in verband met de distributie van levensmiddelen. Degenen, die niet aan deze verplichting voldoen, kunnen niet langer aanspraak maken op eenige ver dere hulp van overheidswege. In verband hiermede hebben wij ons gewend tot terzake-deskundigen, ten einde een indruk te krijgen van den huidigen toestand op dit gebied, en hoe deze zich waarschijnlijk in den komen den tijd zal ontwikkelen. de Nijverheidsonderwijswet is ver ankerd) daadwerkelijk ten uitvoer legt. Op het oogenblik wordt een proef genomen op een nijverheidsschool te De» Haag in overleg met het rijks college en de volledige instemming van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Deze proef is genomen op initiatief van den heer J. Wils, voorzitter van den bond van vereenigingen tot het geven van nijverheidsonderwijs. Het gaat bij deze proefneming niet uitsluitend om het belang der leerlingen, doch evenens om een landsbelang, dat immers stellig gediend is met een goede lichamelijke vorming onzer toe komstige industriearbeiders (sters). Ten aanzien van het middelbaar en gymnasiaal onderwijs wees de heer de Ranitz op voorstellen, welke van het rijkscollege zijn uitgegaan om het leerplan gewijzigd te krijgen, waar door afgestapt zal worden van een sterk verouderd systeem. Deze voor stellen zullen allicht binnenkort weer in behandeling worden genomen, zoo dat een verbetering ten goede ver wacht kan worden. Het rijkscollege heeft trouwens meer plannen uitge werkt, welke reeds eerder werden ingediend, doch tengevolge van de tijdsomstandigheden niet ten uitvoer konden worden gebracht. Deze plan nen zullen thans, nu de situatie daar voor veel gunstiger is, opnieuw wor den ingediend. Het betreft hier o.a. 1. De reorganisatie van de verschil lende akten op het gebied van L.O. 2. De lichamelijke opvoeding aan de kweekscholen en de universiteiten. 3. Reorganisatie van de middelbare akte lichamelijke opvoeding. Verschillende van deze plannen zul len thans wederom worden opgevat, waarbij ook zal worden gedacht aan invoering van cursussen van sport leiders. Bovendien heeft het rijkscol lege zich eenigen tijd geleden in ver binding gesteld met den rijksgebou- wendienst, teneinde te worden inge schakeld bij het opmaken van plannen voor den bouw van gymnastieklokalen voor middelbare scholen en gymnasia, daaromtrent werd een stellige af spraak gemaakt. Alle medewerking werd door het rijkscollege toegezegd aan de com missie voor den wederopbouw om gymnastieklokalen van verwoeste scholen wederom zoo goed 'mogelijk opnieuw op te trekken en behulpzaam te zijn bij plannen voor aanleg van speel- en sportterreinen. Gevolgen van verminderde voedertoewijzingen Het overblijvende kan dus Worden besteed voor voeder ten behoeve van onzen veestapel, n.l. het rundvee, var kens en pluimvee. Wat zullen nu de gevolgen zijn van deze verminderde voedertoewijzingen Bij de beschouwing van deze kwestie springt in het oog, dat de rundvee stapel hiervan niet zooveel zal hebben te lijden als dit het geval zal zijn met andere rubrieken. Het rantsoen voor het rundvee bestaat immers voor een overwegend deel uit producten van eigen bodem. Ook in den winter is dit het geval, daar het mogelijk is door hooi, kuilvoer en voederbieten, dus alles producten van eigen bodem, groo- tendeels te voorzien in de voederbe- hoeften van deze groep. Dat hieraan de volle aandacht wordt besteed, be hoeft wel niet speciaal te worden ge zegd. Daar echter ook het rundvee in normale omstandigheden gedeeltelijk met krachtvoer werd gevoerd, hetgeen nu natuurlijk ook minder het geval zal zijn, zal de melkproductie wel iets ver minderen, doch dit behoeft geen enke len nadeeligen invloed te hebben op de voedselvoorziening van ons volk, daar de melkstroom in de laatste jarén zeer groot was. Varkens en pluimvee Anders staat het met de varkens en het pluimvee. Hier zal een inkrimping op den duur onvermijdelijk zijn, daar deze groepen in hooge mate voor hun voeding zijn aangewezen op voeder- granen. Hoever deze inkrimping zal moeten gaan kan momenteel nog niet met zekerheid worden gezegd, doch on rustbarend is ook op dit gebied de toestand niet. Als resultaat kan dus worden ge zegd, dat, hoewel ook op dit gebied zorgen bestaan, er geen reden is voor ongerustheid met het oog op de voedselvoorziening van het Nederlandsche volk op dit gebied in den komenden tijd. daarvoor, en ook het belang van de paarden ten opzichte van het vervoer. Aangezien hierbij meer dan ooit de volle capaciteiten van het paard wor den gevraagd, vereischt de voeder- voorziening van deze groep ook spe ciale aandacht tigheid betrachten, dan wordt het aantal lesuren als volgt gedacht: voor de leerlingen van de derde tot en met de zevende klas twee lesuren van 45 minuten, voor de leerlingen van de twee eerste klassen drie lesuren van 30 minuten. Deze les uren dienen volledig gegeven te wor den. Men mag hiervoor dus geen tijd aftrekken om zich te verkleeden of zich naar een of ander leslokaal of sportterrein te begeven, waar de les gegeven wordt. Zonder twijfel zal vooral in den eersten tijd samenwer king tusschen verschillende scholen noodig zijn om de beschikking te krij gen over voldoende leslokalen en speelplaatsen. Stellig mag worden vertrouwd, dat deze samenwerking zal worden verkregen. Noodzakelijk zal het zijn, dat op het onderwijs in de lichamelijke opvoeding deskundig toezicht zal worden gehouden, opdat de invoering daarvan ook daadwerke lijk aan de jeugd ten goede zal kun nen komen. In dit opzicht is in de eerste plaats een belangrijke taak weggelegd voor de schoolinspecteurs. Uit besprekingen, welke het rijkscol lege met deze inspecteurs had, is reeds gebleken, dat ook bij hen een goed begrip bestaat ten aanzien van de waarde der lichamelijke opvoeding in schoolverband. Dispensatiemogelijkheid moei lijken Het verkrijgen van dispensatie van de verplichting tot het geven van gymnastiekonderwijs op de lagere school zal eveneens niet meer zoo gemakkelijk zijn. De bevoegdheid om deze dispensatie te verleenen, was tot nu toe in handen van het college van Gedeputeerde Staten, zoodat deze aangelegenheid gewestelijk was gere geld, waardoor gemakkelijk bepaalde stroomingen bij de beslissingen tot uiting konden komen. Thans zal deze kwestie waarschijnlijk centraal wor den geregeld en in handen komen van de rijksoverheid. Thans ook op nijverheids scholen. Een dringende wensch is bovendien het doorvoeren van de lichamelijke opvoeding op de nijverheidsscholen. De leerlingen van deze scholen, die later meestal een eenzijdige lichaams beweging hebben, in verband met de uitoefening van hun beroep, hebben dringend behoefte aan een veelzijdige .lichaamsoefening, waarin de lichame lijke opvoeding dan voorziet. Op dit gebied bestaat een groote achter stand. Van alle nijverheidsscholen is er niet een, die de lichamelijke op voeding (welker wenschelijkheid in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 6