De veevoederpositie
en onze
veestapel
De lichamelijke opvoeding bij
het onderwijs
In
Een belangrijke achterstand moet
worden ingehaald
BINNENLAND
zeer
waarschijnlijk niet mogelijk zijn
den komenden tijd zal de invoer van
krachtvoer uit het buitenland
Verkoopt Uw OUD GOUD
bij fa. TEERLINK, dan ontvangt U
de hoogste waarde. PrinSOStr. 86
Inkrimping
stapel noodzakelijk
geworden
van den vee-
HAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 12 JULI 1940 TWEEDE BLAD, PAGINA 2
mr.
Geen reden voor ongerust
heid met het oog op de
voedselvoorziening van ’t
Nederlandsche volk
Een onderhoud met jhr.
C. A. de Ranitz
Kampeerverbod te Loosdrecht
Wederopbouw van ons volksleven
De taak der vrije jeugdvorming
Vluchtelingen te Breda
teruggekeerd
Trekkers kunnen weer ontvangen
worden
w
Cadetten
RECLAMES.
Algemeen Nederlandsch Verbond
Zeer vroeg rooien van aardappelen
vee-
Naar wij vernemen, hebben de colle
ges van B. en W. van de gemeenten
Loosdrecht en Breukelen-St. Pieter be
sloten, geen ontheffing meer te verlee-
nen op het bestaande kampeerverbod.
Tevens zal het verboden zijn, na zons
ondergang op de Loosdrechtsche plas
sen te zeilen.
Na zonsondergang mag er op de
plassen niet meer gezeild
worden.
Na een reis per autobus
uit Frankrijk.
vóór
een
t
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
ons
de
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
De heer P. J. Kanter als algemeen
voorzitter afgetreden.
In de gisteren gehouden bijeenkomst
van het hoofdbestuur van het Alge
meen Nederlandsch Verbond trad de
heer P. J. de Kanter af als algemeen
voorzitter. In zijn plaats werd gekozen
prof. dr. Jan de Vries te Leiden.
De afgetreden voorzitter werd be
noemd tot eerevoorzitter van het Alge
meen Nederlandsch Verbond, terwijl
hem tevens de gouden eerepenning
werd aangeboden.
Bovenstaande maatregelen zijn voort
gevloeid uit de verscherpte verduiste-
ringsvoorschriften. Het komt dus hier
op neer, dat het voortaan verboden is,
op of in de nabijheid van Loosdrecht
te kampeeren. Deze maatregel betee-
kent voor de honderden Amsterdam
mers en Utrechtenaren en anderen, die
hun vacantie doorgaans op de plassen
doorbrengen en daar op de eilanden
en langs den oever hun tenten opslaan,
een zwaren slag. Ook voor de nering
doenden in Loosdrecht en omstreken
zal door het kampeerverbod een be
langrijk deel van hun inkomsten ver
loren gaan.
Een absolute eisch
Het Rijksbureau voor de voedselvoor.
ziening in oorlogstijd maakt het volgende
bekend:
Daar gebleken is, dat door het optre
den van virusziekten groote hoeveelheden
pootaardappelen zijn afgekeurd en het
van zeer groot belang moet worden ge
acht, dat voor den oogst 1941 kan worden
beschikt over gezond pootgoed van onze
binnenlandsche consumptie, en fabrieks-
aardappelrassen, is zeer vroeg rooien een
absolute eisch. Daarom is in principe be
sloten, voor de door den Nederlandschen
Algémeenen Keuringsdienst goedgekeurde
pootaardappelen van de late consumptie-,
veevoeder- en fabrieksrassen een garan
tieprijs vast te stellen, welke zoodanig zal
zijn, dat ook bij zeer vroeg rooien de ver
bouw loonend zal zijn. Als eisch moet
daarbij gesteld worden, dat de pootaard
appelen gerooid worden vóór een bepaal
den rooidatum, welke door den Neder
landschen Algemeenen Keuringsdienst in
overleg met het Rijksbureau voor de voed
selvoorziening in oorlogstijd zal worden
vastgesteld. De Nederlandsche Algemeene
Keuringsdienst zal dezen datum tijdig
aan de telers bekend maken.
Een nadere mededeeling omtrent garan
tieprijzen zai t. z. t. volgen.
Aantal lesuren.
Voor wat betreft de frequentie en
de lengte der lesuren, is het rijks
college van oordeel, dat afgezien moet
worden van het z.g. pauze turnen,
(de lichamelijke opvoeding in de vrije
kwartieren). Proefnemingen in
Duitschland zijn immers op een mis
lukking uitgeloopen. Wil men doelma-
Vóór het uitbreken van
den oorlog speciale maat
regelen genomen
Hierbij bleek, dat reeds lang
het uitbreken van den oorlog
onderzoek was ingesteld naar de posi
tie, waarin Nederland zou komen te
en adelborsten
Geen kosten voor de
deelneemsters.
Het stemt tot verheugenis, dat de bestu
ren, de directrices en de leeraressen van
huishoud- en industriescholen, zooals bijv,
te Delft, ’s-Gravenhage, Middelburg, Roo
sendaal, (N.Br.), Rotterdam, Schiedam en
Voorburg (Z.H.) en ook in andere plaat
sen, waar inwoners uit de getroffen gebie
den zijn ondergebracht, zich bereid hebben
verklaard, de vrouwen en meisjes met
raad en daad bij te staan. Hiertoe zijn en
worden cursussen ingericht voor moeders,
vrouwen en meisjes boven 18 jaar, waarbij
onderwijs wordt gegeven in het herstellen,
vermaken en vervaardigen van kleeding-
stukken. Aan het volgen van deze cursus
sen zijn voor de deelneemsters geen kos
ten verbonden: zoowel het onderwijs als
het gebruik van de naaimachines is gratis.
Tevens worden de vrouwen en meisjes in
de gelegenheid gesteld, op de huishoud
scholen gratis onder vakkundige leiding de
wasch te behandelen. Voor vrouwen, die
haar kinderen moeilijk alleen kunnen la
ten, is het eveneens mogelijk de cursussen
te volgen, daar zij haar kinderen kunnen
medebrengen. Deze worden dan tijdens de
lesuren door de leerlingen van de oplei
ding tot kinderverzorgster onder toezicht
van een leerares in kinderverzorging en
opvoeding bezig gehouden in de bij de
school behoorende kinderkamer.
Zoo nuttig mogelijk gebruik
van grondstoffen.
De cursussen zijn geschoeid op denzelf-
den leest als de reeds vroeger aan de scho
len verbonden en doeltreffend gebleken
cursussen voor vrouwen uit werklooze ge
zinnen. Er wordt naar gestreefd, de vrou
wen en meisjes voor te lichten omtrent
een zoo nuttig mogelijk gebruik van de
beschikbaar gestelde kleedingstukken en
grondstoffen. Deze voorlichting is een van
de belangrijkste oogmerken, daar het van
groot belang is, dat de vrouwen en meisjes
zoodra zij weder een eigen woning zullen
hebben, behoorlijk, misschien beter dan
voorheen, voor haar taak zijn voorbereid.
Indien de cursussen aan dit doel blijken
te beantwoorden, zullen de door dit onder
wijs verkregen kennis en vaardigheid veel
kunnen bijdragen tot den wederopbouw
van ons volksleven.
Teneinde de voorbereiding voor de toe
komstige taak in het gezin zoo volledig
mogelijk te doen zijn, bestaat het voorne
men, om aan de huishoudscholen ook
kookcursussen voor deze vrouwen en meis
jes te organiseeren.
Gistermiddag zijn vijf autobussen
met Nederlandsche vluchtelingen uit
Frankrijk te Breda aangekomen. Zij
waren Woensdagochtend uit Parijs
vertrokken. De meesten van deze
vluchtelingen zijn ingekwartierd ge-
weets in het kasteel Lessac.
Onder de ongeveer honderd terugge
keerden bevonden zich circa dertig
Bredanaars de anderen waren afkom
stig uit verschillende plaatsen in Ne
derland. Onderweg waren nog een aan
tal Nederlanders, die afkomstig waren
uit Brussel en Antwerpen, in hun oude
woonplaats achtergebleven.
De reis van Parijs naar Breda is vlot
verloopen. Bij aankomst te Breda wer
den allen aan een geneeskundig onder
zoek onderworpen, waarbij bleek, dat
allen zich in goeden welstand bevon
den.
Ter verduidelijking van hetgeen ge
meld is omtrent de cursussen aan de
Kon. Mil. Academie te Breda diene
nog, dat cadetten van het derde studie
jaar, behoorende tot de wapens infan
terie, cavalerie, artillerie en den dienst
der militaire administratie niet in aan
merking komen voor de cursussen, wel
ke te Breda zullen worden gehouden.
Wel komen in aanmerking de cadetten
van het derde studiejaar behoorende
tot het wapen der genie.
Cursussen voor vrouwen en meisjes.
Door de oorlogsgebeurtenissen hier te
lande hebben in een aantal plaatsen vele
gezinnen have en goed verloren en zijn
in de meeste gevallen de tot die gezinnen
behoorende vrouwen en meisjes aan haar
gewone gezinstaak ontrukt. Vele van deze
vrouwen en meisjes vertoeven thans in
tehuizen of elders, waar een belangrijk ge
deelte van haar normalen dagelijkschen
arbeid, zooals de zorg voor en het bereiden
van de spijzen, niet meer behoeft te wor
den verricht. Gebleven is echter de zorg
voor de kleeding, welke nu in het bij
zonder bestaat in het pasklaar maken en
verstellen van daarvoor afgestane klee
dingstukken, het vervaardigen van nieuwe
kleedingstukken uit beschikbaar gesteld
goed en de bewassching. Bij dit alles komt
de zorg voor de veelzins nog onzekere toe
komst
De gewijzigde omstandigheden heb
ben in ons land tal van vraagstuk
ken doen opkomen, welke van zeer
grooten invloed kunnen zijn op de
positie, waarin de bevolking van
Nederland in velerlei opzicht zal
komen te verkeeren. Een van de
vraagstukken, welke hierbij op den
voorgrond staat, is de positie,
welke ons land inneemt ten aan
zien van de veevoedervoorziening.
Deze zal immers direct van invloed
zijn op de samenstelling van den
Nederlandschen veestapel, welke
weer ten nauwste verband houdt
met de levensmiddelenvoorziening
van ons volk.
Schade-enquête Rotterdam.
De schade-enquêtecommissie Rotterdam
deelt mede, dat haar gebleken is, dat ver
schillende belanghebbenden nog niet be
kend zijn met de omstandigheid, dat in
lichtingen voor het invullen van de
enquête-formulieren geheel kosteloos
kunnen worden verkregen bij de daartoe
ingestelde inlichtingenbureaux, waarvan
de adressen zijn gegeven op de aan
plakbiljetten. Er wordt verder nog op ge
wezen, dat men er wel voor dient te
zorgen, dat de enveloppen gesloten wor
den ingezonden en dat de naam en het
huidig adres van den afzender moeten
worden aangegeven: le. op de enveloppe
links onderaan; 2e. driemaal op de
kaart, welke met de formulieren wordt
medegezonden.
In verband met het streven om te
komen tot een algeheele verbetering
van de lichamelijke opvoeding bij het
onderwijs, had een redacteur van het
A.N.P. een onderhoud met jhr. mr.
C. J. A. de Ranitz, referendaris op
het departement van Sociale Zaken,
afdeeling volksgezondheid en secre
taris van het rijkscollege voor de
lichamelijke opvoeding. Aan dit onder
houd ontleenen wij het volgende.
Zonder twijfel zal thans meer dan
vroeger de gedachte bij ons volk in
gang moeten vinden, dat de lichame
lijke opvoeding een onontbeerlijk deel
is van de opvoeding der jeugd, onont
beerlijk in dien zin, dat de natie in
haar strijd om het bestaan en om
een krachtigen opbouw beschikt, zoo
wel over haar maximum van physieke
als over haar maximum van moreele
en intellectueele kracht. De zorg
voor de physieke opvoeding der jeugd
behoort daarom geheel parallel te
gaan met de zorg voor de geestelijke
en verstandelijke ontwikkeling. In de
komende jaren zal ontzaggelijk veel
van de geestkracht van ons volk wor
den gevergd.
Lichamelijke opvoeding kan eerst
goed tot haar recht komen, indien de
algemeene gezondheidstoestand des
volks goed is. Het is ten onzent een
zeer gelukkige omstandigheid, dat de
volksgezondheid dank zij de gesta
dige samenwerking tusschen de over
heid en de particuliere organisaties
in de laatste decenniën een zeer hoog
peil heeft bereikt. Men kan gerust
zeggen, dat Nederland in dit opzicht
in de wereld aan de spits staat.
De publieke waardeering van de
lichamelijke opvoeding is ten onzent
evenwel bij de eischen des tijds ten
achter gebleven.
School en vrije jeugdvorming.
Aan die leemten zijn naar mijn
meening twee instituten in het bijzon
der debet: ten eerste de school en in
de tweede plaats de z.g. vrije jeugd
vorming, dat wil zeggen de vor
ming in onze jeugdorganisaties. In
mrijn kwaliteit van secretaris van den
cèntralen jeugdraad mag ik consta-
teeren, dat in de jeugdorganisaties
enkele gunstige uitzonderingen
niet te na gesproken, b.v. de pad
vinderij gedurende vele jaren de
physieke vorming veronachtzaamd is,
doch dat eveneens in den laatsten
tijd hierin verbetering is getreden.
Zonder twijfel zullen de jeugdorgani
saties, indien zij haar plaats in de
algemeene ontwikkeling der jeugd
naast gezin, school en kerk in dezen
tijd willen behouden, aan de licha
melijke opvoeding een belangrijker
plaats op het programma harer werk
zaamheden moeten inruimen.
Voor de lichamelijke opvoeding is
de lagere school een onontbeerlijk
hulpmiddel, immers hier alleen kan
de geheele jeugd dit noodzakelijk deel
der opvoeding op systematische, des
kundige wijze deelachtig worden. Ge
lukkig had reeds voor den oorlog de
regeering besloten de lichamelijke
opvoeding met ingang van 1 Januari
1941 verplichtend te stellen voor alle
scholen. Thans wordt hieraan dan ook
hard gewerkt. Het rijkscollege voor
de lichamelijke opvoeding heeft, daar
toe voorgelicht door haar technische
subcommissie, thans reeds de richt
lijnen opgesteld voor het onderwijs
-aan de lagere scholen en aanwijzin
gen gegeven voor wat betreft de mate-
rieele verzorging, waarmqjde de uit
voering dient te geschieden, welke
binnenkort in de officieele mededee-
lingen van het departement van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen
zullen worden gepubliceerd, zoodat
men daarna terstond aan den arbeid
zal kunnen gaan.
Op de lagere scholen met een nor
male bezetting kan men volstaan met
leerkrachten, die de aktes bezitten
en dus de bevoegdheid hebben gym
nastieklessen te geven, al zal het
geven van onderwijs door vakleer
krachten steeds een betere oplossing
blijken te zijn. In de richtlijnen, welke
het rijkscollege heeft opgesteld, staat
o.a., dat iedere school de beschikking
moet hebben over een behoorlijke
speelplaats, betegeld en zoo mogelyk
overdekt. Naar het oordeel van het
rijkscollege kan bij afwezigheid van
een gymnastieklokaal voorloopig met
dergelijke speelplaatsen worden vol
staan. Bovendien kan men voor dit
onderwijs ook de thans leegstaande
lokaliteiten gemakkelijk inrichten met
betrekkelijk eenvoudige hulpmidde
len.
De uitgaven voor dit onderwijs ko
men geheel voor rekening van de
gemeente.
De Nederlandsche jeugdherbergen
Centrale is gereed.
De Nederlandsche Jeugdherbergen Cen
trale heeft een moeilijken tijd achter den
rug. Mobilisatie en oorlog hebben tot ge
volg gehad, dat een groot deel van de
82 jeugdherbergen, welke ons land telt,
door militairen in gebruik werden geno
men en ongetwijfeld hebben de soldaten
in deze goed uitgeruste en ingerichte te
huizen een uitstekend bivak gehad. Nu de
oorlog en binnenkort ook de demomiHsa-
tie tot het verleden zullen hooren, zijn de
jeugdherbergen vrijgekomen voor de trek
kers, die dit jaar ongetwijfeld in een
belangrijk grooter aantal dan vorige ja
ren. ons land zullen doorkruisen.
Over ons geheele land verspreid zijn
thans weer 77 herbergen klaar, om de
trekkers te ontvangen. Uiteraard was het
geen eenvoudig werk, deze herbergen weer
gereed te maken. Zij staan thans echter
ter beschikking van een ieder, die hetzij
per fiets of te voet dezen zomer ons land
gaat doorkruisen en in het bezit is van
een kaart van de N.J.H.C. Vier herbergen
zijn niet heropend.
Het is den secretaris van de N.J.H.C.
den heer Leo Meilink, gebleken, dat vele
trekkers nog in de totaal verkeerde mee
ning leven, dat er groote onveilige gebie
den in ons land zijn, hetgeen hen noopte,
in de directe omgeving van „thuis” te blij
ven. Dit is volstrekt onjuist. De thans
opengestelde jeugdherbergen zijn stuk
voor stuk even veilig als de huiselijke
haardsteden en ook het gevaar voor land
mijnen, dat velen den lust tot trekken ont
neemt, is volkomen geweken. Slechts op
zeer weinig plaatsen zitten nog mijnen in
den grond, doch dat is duidelijk met bord
jes en roode vlaggen aangegeven. De heide
het bosch, de weiden, het strand, alles is
weer veilig terrein, vrij voor een ieder, om
naar hartelust te wandelen of te fietsen.
Ongerechtvaardigde angst.
De tijd voor het maken van groote toch
ten is juist begonnen, al merkt het bestuur
der N.J.H.C. er nog niet veel van. Het aan
tal nieuwe inschrijvingen is tot nog toe
n.l. niet belangrijk grooter dan in vorige
jaren. Vermoedelijk vindt dit zijn oorzaak
in den ongerechtvaardigden angst, dat het
niet veilig is ver van huis te gaan. Bo
vendien gelden, wat betreft de distribut'e-
maatregelen, voor de jeugdherbergen nog
de voorschriften voor café’s en restaurants,
zoodat broodmaaltijden nog zonder bonnen
kunnen worden verstrekt. In de komende
anderhalve maand wordt aldus besloot
de heer Meilink het onderhoud dat wij
met hem hadden een sterke toeloop ver
wacht.
verkeeren ten aanzien van de voorzie
ning met veevoeder, wanneer de invoer
geheel of gedeeltelijk zou vervallen.
Dit onderzoek wees uit, dat in deze
omstandigheden een groot tekort zou
ontstaan aan krachtvoer voor het vee.
Onder krachtvoer moet hierbij hoofd
zakelijk worden verstaan voedergra-
nen, voederkoeken (bijproducten van
de oliebereiding), voedingsmiddelen
van dierlijken oorsprong (diermeel,
vischmeel en bloedmeel).
In verband hiermede werden toen
speciale maatregelen getroffen om, in
dien de grenzen eventueel voor den
invoer min of meer zouden zijn afge
sloten, de beschikking te hebben over
een voorraad van deze producten, zoo
dat de veestapel onder deze omstandig
heden zoo weinig mogelijk zou behoe
ven te worden beperkt. In het afge-
loopen seizoen men rekent hierbij
met seizoenen, d.w.z. van oogst tot
oogst, dus ongeveer van September tot
September is dit ook over het alge
meen zeer goed gelukt. Dit is mede
voor een aanzienlijk deel te danken
aan het door het Rijksbureau voor
voedselvoorziening tot uitvoering ge
brachte distributie-systeem, waarbij
voor de onderscheiden diergroepen vol
gens daartoe opgestelde normen kracht-
voeder in den vorm van mengvoeder
werd toegekend.
Gebruik van hagelgeweren
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Land
bouw en Visscherij, brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat
1. tot zijn departement gerichte aan
vragen van en verzoeken om formulieren
tot het aanvragen van vergunningen tot
het met behulp van geweren, t.w. die,
waarmee slechts met hagel wordt gescho
ten (z.g. hagelgeweren) dooden of ver
jagen van niet beschermde vogels in den
zin der Vogelwet 1936 zijn vervallen.
2. zij, die vergunningen wenschen aan
te vragen (of deze reeds bij zijn departe
ment hebben aangevraagd) tot het met
behulp van geweren, t.w. die, waarmede
slechts met hagel wordt geschoten (z.g.
hagelgeweren) dooden of verjagen van
niet beschermde vogels in den zin der
Vogelwet 1936, zich tot en met 30 Septem
ber 1940 zullen moeten richten tot de
hoofden van de plaatselijke politie.
3. de aanvragen om vergunningen ex
artikel 60 der Jachtwet 1923, waarbij het
gebruik van een geweer is geoorloofd,
welke zijn ingediend vóór 1 Juli 1940, zijn
vervallen. Dergelijke aanvragen moeten
opnieuw op de gebruikelijke wijze bij het
hoofd van de plaatselijke politie worden
ingediend.
Huidige voorraden kracht
voer betrekkelijk gering
Onder de huidige omstandigheden
is het echter noodzakelijk er reke
ning mede te houden, dat in den
komenden tijd de invoer van
krachtvoer uit het buitenland zeer
waarschijnlijk niet mogelijk zal
zijn. Men staat voor de situatie,
dat de huidige voorraden kracht-
voeder nog slechts betrekkelijk
gering zijn, terwijl een aanvoer
door de afgesloten grenzen niet
mogelijk is. Wij zullen den komen
den tijd bijna geheel zijn aange
wezen op de voortbrengselen van
eigen bodem voor voeding van on
zen veestapel.
De voortbrengselen van
eigen bodem
Hoe staat het nu daarmede In de
eerste plaats kan rekening worden ge
houden met de nog aanwezige, hoewel
uiteraard zeer geslonken, voorraden,
terwijl in de tweede plaats een raming
kan worden gemaakt ten aanzien van
de opbrengst van den oogst in Septem
ber a.s. Met dezen totalen voorraad
moet,onze veestapel dus tot Septem
ber 1941 worden gevoed, daar, zooals
gezegd, de mogelijkheid tot verderen
invoer, althans van eenigszins belang
rijken omvang, gering is. Opgemerkt
kan hierbij nog worden, dat o.a. voor
mais, dat een der grootste ingevoerde
voedermiddelen was, hoofdzakelijk werd
geïmporteerd uit Amerika.
Inkrimping van den
stapel noodzakelijk
Onder deze omstandigheden ligt het
dus voor de hand, dat een inkrimping
van den Nederlandschen veestapel
noodzakelijk is geworden. Bij de be-
oordeeling van de mate van deze nood
zakelijkheid moet rekening worden ge
houden met de volgende feitenten
eerste de voorziening met broodgraan
van de bevolking moet veilig gesteld
worden ten tweede voor paarden
moet voldoende krachtvoer ter beschik
king worden gesteld, zulks met het
oog op het groote belang, dat hiermede
gemoeid is ten opzichte van de bodem-
productie, daar paarden noodzakelijk
zijn voor de bewerking van den bodem,
temeer, nu de machinale tractie is be
perkt door toewijzing van brandstof
Registratie van vluchtelingen t«
Rotterdam.
B. en W. van Rotterdam hebben be
paald, dat alle binnen de gemeente ver
blijvende inwoners, wier woningen na 9
Mei 1940 onbewoonbaar zijn geworden,
vóór 20 Juli 1940 aan de secretarie, af
deeling bevolking, aangifte moeten doen
van hun tegenwoordige verblijfplaats. Dit
kan geschieden door invulling en inzen
ding van een formulier, dat van gemeen
tewege kosteloos verkrijgbaar zal wor
den gesteld.
Het doel van deze registratie is het ver
krijgen van het juiste aantal personen,
dat tengevolge van de aan Rotterdam
overkomen ramp wordt vermist. Hierdoor
wordt het mogelijk, inwoners der ge
meente. die nog in twijfel of onzeker
heid verkeeren omtrent het lot van hun
nabestaanden, zoo nauwkeurig mogelijk
in te lichten. De registratie geschiedt
tevens in verband met de distributie van
levensmiddelen. Degenen, die niet aan
deze verplichting voldoen, kunnen niet
langer aanspraak maken op eenige ver
dere hulp van overheidswege.
In verband hiermede hebben wij ons
gewend tot terzake-deskundigen, ten
einde een indruk te krijgen van den
huidigen toestand op dit gebied, en hoe
deze zich waarschijnlijk in den komen
den tijd zal ontwikkelen.
de Nijverheidsonderwijswet is ver
ankerd) daadwerkelijk ten uitvoer
legt.
Op het oogenblik wordt een proef
genomen op een nijverheidsschool te
De» Haag in overleg met het rijks
college en de volledige instemming
van het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen. Deze
proef is genomen op initiatief van
den heer J. Wils, voorzitter van den
bond van vereenigingen tot het geven
van nijverheidsonderwijs. Het gaat
bij deze proefneming niet uitsluitend
om het belang der leerlingen, doch
evenens om een landsbelang, dat
immers stellig gediend is met een
goede lichamelijke vorming onzer toe
komstige industriearbeiders (sters).
Ten aanzien van het middelbaar en
gymnasiaal onderwijs wees de heer
de Ranitz op voorstellen, welke van
het rijkscollege zijn uitgegaan om het
leerplan gewijzigd te krijgen, waar
door afgestapt zal worden van een
sterk verouderd systeem. Deze voor
stellen zullen allicht binnenkort weer
in behandeling worden genomen, zoo
dat een verbetering ten goede ver
wacht kan worden. Het rijkscollege
heeft trouwens meer plannen uitge
werkt, welke reeds eerder werden
ingediend, doch tengevolge van de
tijdsomstandigheden niet ten uitvoer
konden worden gebracht. Deze plan
nen zullen thans, nu de situatie daar
voor veel gunstiger is, opnieuw wor
den ingediend. Het betreft hier o.a.
1. De reorganisatie van de verschil
lende akten op het gebied van L.O.
2. De lichamelijke opvoeding aan
de kweekscholen en de universiteiten.
3. Reorganisatie van de middelbare
akte lichamelijke opvoeding.
Verschillende van deze plannen zul
len thans wederom worden opgevat,
waarbij ook zal worden gedacht aan
invoering van cursussen van sport
leiders. Bovendien heeft het rijkscol
lege zich eenigen tijd geleden in ver
binding gesteld met den rijksgebou-
wendienst, teneinde te worden inge
schakeld bij het opmaken van plannen
voor den bouw van gymnastieklokalen
voor middelbare scholen en gymnasia,
daaromtrent werd een stellige af
spraak gemaakt.
Alle medewerking werd door het
rijkscollege toegezegd aan de com
missie voor den wederopbouw om
gymnastieklokalen van verwoeste
scholen wederom zoo goed 'mogelijk
opnieuw op te trekken en behulpzaam
te zijn bij plannen voor aanleg van
speel- en sportterreinen.
Gevolgen van verminderde
voedertoewijzingen
Het overblijvende kan dus Worden
besteed voor voeder ten behoeve van
onzen veestapel, n.l. het rundvee, var
kens en pluimvee. Wat zullen nu de
gevolgen zijn van deze verminderde
voedertoewijzingen
Bij de beschouwing van deze kwestie
springt in het oog, dat de rundvee
stapel hiervan niet zooveel zal hebben
te lijden als dit het geval zal zijn met
andere rubrieken. Het rantsoen voor
het rundvee bestaat immers voor een
overwegend deel uit producten van
eigen bodem. Ook in den winter is dit
het geval, daar het mogelijk is door
hooi, kuilvoer en voederbieten, dus
alles producten van eigen bodem, groo-
tendeels te voorzien in de voederbe-
hoeften van deze groep. Dat hieraan
de volle aandacht wordt besteed, be
hoeft wel niet speciaal te worden ge
zegd. Daar echter ook het rundvee in
normale omstandigheden gedeeltelijk
met krachtvoer werd gevoerd, hetgeen
nu natuurlijk ook minder het geval zal
zijn, zal de melkproductie wel iets ver
minderen, doch dit behoeft geen enke
len nadeeligen invloed te hebben op
de voedselvoorziening van ons volk,
daar de melkstroom in de laatste
jarén zeer groot was.
Varkens en pluimvee
Anders staat het met de varkens en
het pluimvee. Hier zal een inkrimping
op den duur onvermijdelijk zijn, daar
deze groepen in hooge mate voor hun
voeding zijn aangewezen op voeder-
granen. Hoever deze inkrimping zal
moeten gaan kan momenteel nog niet
met zekerheid worden gezegd, doch on
rustbarend is ook op dit gebied de
toestand niet.
Als resultaat kan dus worden ge
zegd, dat, hoewel ook op dit gebied
zorgen bestaan, er geen reden is
voor ongerustheid met het oog op
de voedselvoorziening van het
Nederlandsche volk op dit gebied
in den komenden tijd.
daarvoor, en ook het belang van de
paarden ten opzichte van het vervoer.
Aangezien hierbij meer dan ooit de
volle capaciteiten van het paard wor
den gevraagd, vereischt de voeder-
voorziening van deze groep ook spe
ciale aandacht
tigheid betrachten, dan wordt het
aantal lesuren als volgt gedacht: voor
de leerlingen van de derde tot en
met de zevende klas twee lesuren
van 45 minuten, voor de leerlingen
van de twee eerste klassen drie
lesuren van 30 minuten. Deze les
uren dienen volledig gegeven te wor
den. Men mag hiervoor dus geen tijd
aftrekken om zich te verkleeden of
zich naar een of ander leslokaal of
sportterrein te begeven, waar de les
gegeven wordt. Zonder twijfel zal
vooral in den eersten tijd samenwer
king tusschen verschillende scholen
noodig zijn om de beschikking te krij
gen over voldoende leslokalen en
speelplaatsen. Stellig mag worden
vertrouwd, dat deze samenwerking
zal worden verkregen. Noodzakelijk
zal het zijn, dat op het onderwijs in
de lichamelijke opvoeding deskundig
toezicht zal worden gehouden, opdat
de invoering daarvan ook daadwerke
lijk aan de jeugd ten goede zal kun
nen komen. In dit opzicht is in de
eerste plaats een belangrijke taak
weggelegd voor de schoolinspecteurs.
Uit besprekingen, welke het rijkscol
lege met deze inspecteurs had, is
reeds gebleken, dat ook bij hen een
goed begrip bestaat ten aanzien van
de waarde der lichamelijke opvoeding
in schoolverband.
Dispensatiemogelijkheid moei
lijken
Het verkrijgen van dispensatie van
de verplichting tot het geven van
gymnastiekonderwijs op de lagere
school zal eveneens niet meer zoo
gemakkelijk zijn. De bevoegdheid om
deze dispensatie te verleenen, was tot
nu toe in handen van het college
van Gedeputeerde Staten, zoodat deze
aangelegenheid gewestelijk was gere
geld, waardoor gemakkelijk bepaalde
stroomingen bij de beslissingen tot
uiting konden komen. Thans zal deze
kwestie waarschijnlijk centraal wor
den geregeld en in handen komen
van de rijksoverheid.
Thans ook op nijverheids
scholen.
Een dringende wensch is bovendien
het doorvoeren van de lichamelijke
opvoeding op de nijverheidsscholen.
De leerlingen van deze scholen, die
later meestal een eenzijdige lichaams
beweging hebben, in verband met de
uitoefening van hun beroep, hebben
dringend behoefte aan een veelzijdige
.lichaamsoefening, waarin de lichame
lijke opvoeding dan voorziet. Op dit
gebied bestaat een groote achter
stand. Van alle nijverheidsscholen is
er niet een, die de lichamelijke op
voeding (welker wenschelijkheid in