van van Ce zonderlinge erfenis Herdenking van den sterfdag van Vincent van Gogh - Na gedanen arbeid is het goed feesten - Schapen op ’n voetbalveld - Wagenmakersbedrijf herleeft r w iB TTAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 30 JULI 1940 TWEEDE BLAD FEUILLETON 1 z (Nadruk verboden.) naar een Wordt vervolgtj GESLAAGDDe leerlingen van de prof. Gunning-school te den Haag maakten na hun eindexamen een rit in een ouderwetsche Jan Plezier door de stad het zij IN HET STEDELIJK MUSEUM TE AMSTERDAM nad <fc herdenking plaats van den 50sten sterfdag van den schilder Vincent van Gogh. Herman van den Eerenbeemt tijdens zijn rede over het leven van den kunstenaar. 9 n Brl r--™ i ALS EEN VISCH OP HET DROGE. In de Leuvehaven te Rotterdam werden tijdens de oorlogsdagen verschillende schepen tot zinken gebracht, welke nu van gemeentewege worden gelicht en op den wal gezet. waarna zij gesloopt zullen worden. BI zien. Stelt u zich het volgende voor. Een man, die goed zijn woord kan doen, krijgt den post van bewaker, de man heet Reimann. Door toeval ont dekt hij op de een of andere manier, dat er in de villa, die hij bewaakt, iets kostbaars bewaard wordt, een collier. Zijn hebzucht ontwaakt en hij peinst er van dat oogenblik af voort durend over na, hoe hij in het bezit van deze kostbaarheid kan komen zon der zelf onder verdenking te geraken. Weldra wordt het hem duidelijk, dat hij de daad niet alleen kan doen. Hij heeft helpers noodig. Zijn eerste daad bestaat hierin een meisje in huis te smokkelen dat hij zijn nichtje noemt... Mijnheer Schmidt, hijgde Hanni, Bertha... is Bertha zijn nicht niet? Neen. Nu begrijp ik alles, fluistert zij. Welnu, zei hij, we zullen het dadelijk zien. Dus hij brengt dat meisje in huis. Als spionne om zoo te zeggen. Nadat hij op deze manier in lichtingen heeft gekregen over de ge woonten van de beide jongedames, die in het huis wonen, gaat hij een stap verder en stelt zich in verbinding met twee mannen, die hij vertrouwen kan. Het juiste tijdstip van de inbraak wordt vastgesteld. Op den afgespro ken datum verschijnen de twee man nen, snijden, om de verdenking van Reimann af te wenden, een ruit uit en dringen het huis binnen. Reimann blijft buiten en kijkt uit. Plotseling hoort hij gerucht, misschien wordt hij ook wel zenuwachtig. Misschien heeft hij er op het laatste oogenblik spijt van. In ieder geval knalt hij los. Schiet tweemaal in de lucht. Hij weet, dat hij zich daarmede schoon wascht. De schoten stellen hem tegen over elke verdenking veilig. De n- brekers, die niet weten wat er aan de hand is, nemen met achterlating van hun gereedschap de beenen. En Reimann, die zich geheel en al van de verdenking wil zuiveren, haalt spoorslags de politie. Maar u zei toch zoo even, nat het geen politieagenten waren, vraagt Hanni. Juist, knikte Schmidt en lachte. Tot nu toe is alles duidelijk, niet waar? Zoo duidelijk, dat u daareven dacht, dat u alles doorzag? Maar dat is het nu juist, zóó duidelijk is die geschiedenis niet! De beambten, die hij haalde, waren lui, die samen met hem in het complot waren. Hij be hoefde ze niet te halen, zij wachtten ergens in het donker en wisten pre cies welke rol zij te spelen hadden. Kunt u daar een verklaring voor vinden? Hanni kon het niet, zij begreep er heelemaal niets van. O, toch, knikte Schmidt, men kan het verklaren. Maar alleen als men fantasie heeft. Men kan bijvoor beeld aannemen, dat Reimann zoo’n schurk is, dat hij rekening hield met het mislukken van zijn plan en daar om ook al valsche politiemannen bij de hand hield. DE TERUGTREKKENDE FRANSCHE TROEPEN bliezen deze waterleiding op en sneden zoodoende hun achterblijvende landgenooten van allen- drinkwatertoevoer af. EEN ONGEKENDE DRUKTE HEERSCHT IN DE WAGENMAKERUEN vele oude en vergeten vehikels worden weer opgeknapt en bedrijfsklaar gemaakt. LEVENDE MAAIMACHINES. Om het gras op de velden kort te houden, hebben verschillende voetbalvereenigingen in het Westland schapen op haar terreinen loopen. Een goedkoope en tegelijk nuttige manier om het veld in goede conditie te houden. gewend vroeg hij: Als u het per mitteert zou ik graag een sigaar op steken. En nu, wie heeft indertijd de politie gewaarschuwd. De nacht waker Reimann? Ja. En kwamen de agenten gauw? Ja, heel gauw. Lore en ik waren daar erg blij om. Kan ik me voorstellen. Schmidt stuurde een blauwe rookwolk i het plafond. En wat verder? Werd er lang verhoor gedaan? Hanni vertelde voor zoover zij zich herinnerde. Tenslotte, toen zich niets meer herinnerde, keek hij eenige oogenblikken voor zich uit en schudde het hoofd. Hij trok zijn stoel dicht naast den hare. Juffrouw Han ni, begon hij, wat ik u nu ga zeg gen, zal u doen schrikken. De politie, die door Reimann geroepen werd, was geeh politie! Hanni werd bleek. Men heeft u maar wat wijsge maakt. Waarom? Daar zijn twee mo gelijkheden voor. Een daarvan zal ik u nader verklaren. De echte politie heeft geen idee, dat er inbrekers bij u waren. Ik was vandaag zelf op het politiebureau in uw buurt. Dus een vergissing is uitgesloten. Maar dat is toch onmogelijk! Ónmogelijk is niets, corrigeerde hy vriendelijk. Ik wil ook dadelijk zeggen waarom niet. Hij wachtte tot de serveuse de chocolade had neerge zet en vervolgde toen: Hebt u fan tasie? Weinig? Nu enfin, wy zullen stelde ze zich gerust met de gedachte dat de gelijkenis tusschen haar en haar zuster zóó groot was, dat mijn heer Schmidt haar dadelijk zou vin den. Ze vergiste zich niet. Nauwelijks was zy door de draaideur binnen ge komen of een groote breedgeschouder de heer stond van een tafeltje op en begroette haar als een oude bekende en verzocht haar aan zijn tafeltje plaats te nemen. Ik ben Schmidt, zeide hij zacht toen zij zaten. U weet waarom het gaat. Ik behoef dus niet veel woorden vuil te maken. Hoe is het met de in braak? Ik bedoel hebt u al van de politie gehoord of men den dader of een spoor van hem te pakken heeft? Helaas niet. Eergisteren was de commissaris, die het proces verbaal opgenomen heeft, bij ons. Hij zeide, dat het moeilijk was het te vinden. Waarschijnlijk had er in de Thomas- allee een auto op hen gewacht, zoo- dat zij gemakkelijk ontkomen konden. Vingerafdrukken zijn niet gevon den? Vingerafdrukken? Hanni wist het niet. Zij was zoo verschrikt, dat zij nergens op had gelet. Schmidt lachte. Er zijn er geen genomen, antwoordde hij. Een ern stige nalatigheid. Pardon, onderbrak hij wat mag ik voor u bestellen? Thee, chocolade? De chocolade is voortreffelijk. Goed! Juffrouw tei- de hij tot het meisje, dat bediende. brengt u deze dame een kop cho colade met slagroom. En tot Hanni waar, maar het was geen echt lachje en als zy aan de blikken dacht, die Knauer haar nu een dan toewierp, werd zij nog verwarder. Gelukkig kwam Lore echter niet meer op het onderwerp „Knauer” terug. Kort voordat Lore naar de Peter straat wilde gaan, schelde de telefoon. Spreken wij onbeluisterd? klonk Schmidt’s stem. Lore spiedde rond in de kamer. Ber tha was er niet. Natuurlijk, fluis terde zij. Is er nieuws? Een kleinigheid. Wanneer kan ik u vandaag nog spreken? Ik ga nu naar den bioscoop... Daar wil ik niet komen. Maar misschien is uw zuster zoo vriendelijk by het station Zoologische Garten te komen. Herhaalt u den naam niet voor het geval men u toch beluistert. Turmer, begrepen? Lore knikte opgewonden. Ja en dadelijk? Dat zou ik graag hebben. Wat heeft hij gezegd? fluisterde Hanni toen Lore den hoorn neerlegde. Lore gaf zacht aanwijzingen. Maak je dadelijk klaar Hanni. Wat jammer dat ik geen tijd heb. Ik zal van nieuwsgierigheid geen rust hebben. Ze lachte zenuwachtig en drukte haar zusters hand. Het is te hopen, dat je niets onaangenaams hoort. Tot ziens. Hanni kreeg hartkloppingen en toen zij er aan dacht, dat _y heelemaal niet wist hoe mijnheer Schmidt er uit zag werd zy bang. Maar toen Dus wanneer gaan wij naar den juwelier? Morgen is het Vrijdag, schikt het u in den ochtend? Het duurt maar een uurtje, juffrouw Hanni! Laten we zeggen om twaalf uur. Goed. Hij scheen ernstig over tuigd te zijn, dat hij zich, betreffende zijn oordeel over de waarde der ju- weelen kon rehabiliteeren. Lore meen de, dat zij alleen maar kon lachen, maar hij kon het gerust probeeren. Knauer stond op. Hij was tamelijk lang gebleven, bijna een uur. Hij schijnt zich erg op zijn gemak te voe len bij ons, zeide Lore en met een blik op Hanni vroeg ze: Wanneer zou hij jou in zijn armen durven trek ken o mijn geliefde vrouw, enzoo- voort. Je bent vervelend. Neen, antwoordde Lore, ik heb voor zulke dingen een goeden neus. Toen het tusschen Else en Hagen be gon heb ik het geroken, nog voordat zij zelf wistei wat er aan de hand Was. Ze sprong op. Lieve help, het is morgen Zaterdag, dan is het al bruiloft. Wat vliegt de tijd. Hanni bloosde. Lore’s woorden had den haar getroffen. Ze lachte welis- r 1 Ik F T w V'C'- O; iiilii 30) W* 1 i 11 1;:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5