van in zijn njp De zonderlinge erfenis De Martinitoren te Groningen wordt opgeknapt - Maisgroen als veevoeder Aan leggen van vluchtheuvels - De druiven in het Westland o Ut 4^ Iji h ff teio I J Li F 3 ■WW 1 zRV. TTAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 3 AUGUSTUS 194<5 TWEEDE BLAD FEUILLETON z L OME® o Hf- Ff F ff Uk whs. V OOGST IN JAPAN. EEN SCHILDERACHTIG GE HEEL VORMT MT PLAATJE VAN DE TWEE KLEUTERS IN HUN WIJDE KIMONO’S, VOL BINNENHALEN ERNST HELPEND BIJ HET VAN EEN RIJKEN OOGST. NU KAN MEN DRUIVEN ETEN IN HET WEST- LAND, HOLLAND’S FRUITTUIN BLI UITNE MENDHEID. Om zoo in te bijten zijn de prachtige, volle trossen. HET ASPECT VAN DE GROOTE MARKT TE GRONINGEN is aanzienlijk verbeterd, doordat men ertoe is overgegaan het oude gebouw te sloo- pen, dat sinds onheugelijke tijden tegen den voet van den vermaarden Martinitoren leunde. Geheel in den stijl van het overige deel van den toren worden een raam en versieringen aangebracht. PER „EiETSTAX” HET HUWELIJK IN. IN AMSTERDAM MAAKTEN EEN BRUIDSPAAR. DE FAMILIE EN DE GETUIGEN GEBRUIK VAN DIT NIEUWERWETSCHE VERVOERMIDDEL, OM ZICH NAAR HET STADHUIS TE LATEN RIJDEN. EEN DER DRUKSTE VERKEERSWEGEN IN ONS LAND is de Rijksstraatweg van den Haag naar Leiden. Men ja nu bezig vluchtheuvels midden in den weg aan te leggen, om de veiligheid te bevorderen. zoo goed met u. U weet niet eens hoe goed. Heel dicht stond hij voor haar. Juffrouw Hanni, fluisterde hij, ben ik dan werkelijk zoo’n vreeselijk mensch? Kunt u dan niet raden, wat er met mij aan de hand is? En toen zij fel blozend van hem terugweek, viel de laatste rem van hem af. Hanni, smeekte hij, ik heb je lief. Ik moet het je zeggen! Neen, loop niet weg, ik denk dag en nacht aan je, ik heb geen rust meer, Hanni, wordt mijn vrouw. Haar gezicht werd beurtelings rood en bleek. Zeker, zij wist allang, dat Knauer van haar hield, lieve deugd, zij had geen vrouw moeten zijn om dat niet te weten. Maar nu hij haar met zijn hartstochtelijke bekentenis overviel, nu was zij verschrikt en wist geen raad. Zij wist, dat zij hem graag mocht ondanks alle raadsels, die om hem heen waren, ondanks alle geheimzinnigheid, waarin hij zich hul de. Maar liefde, wat was eigenlijk liefde? Zij hijgde. Dokter Knauer, mom pelde zij, u weet eigenlijk niet wat u zegt, ik uw vrouw? Nu vraag ik u? Hanni, wijs mij niet af, ik wil je op mijn handen dragen, ieder ver langen zal ik in je oogen lezen. Roode sluiers zweefden voor haar oogen. Zijn stem klonk als zoete mu ziek. Zij voelde zijn adem en be merkte zijn nabijheid en haar hart klopte sneller, steeds sneller. Zij wilde spreken en kon het niet, zij kon geen geluid uitbrengen. Maar een warm, nooit gekend gevoel begon paar ook al vertrokken op hun huwe lijksreis naar Perleberg. Thuis wachtte Hanni een verras sing. Een geweldig bouquet rozen was afgegeven en op het kaartje zon der naam, dat er bij gevoegd was, stond alleen: „De beide zusters Rie- deler in grenzelooze bewondering. Anders niets, dat was alles. Wie heeft de bloemen gebracht? vroeg zij aan het meisje. Bertha kon slechts een onnauwkeurige beschrij ving geven. Een jonge man, waar schijnlijk een tuinman. Hij zeide, hij moest ze enkel afgeven. Ik kan niet zeggen, hoe hij er uit zag, want bet schemerde al toen hij kwam. Of dokter Knauer? Neen, hij had beslist zijn naam ge noemd. Maar wie anders kon op de gedachte komen? „In grenzenlooze be wondering”, grappig. Wat viel er aan haar zoo te bewonderen? Hanni stak haar gezicht in de heer lijke rozenpracht. Dan schikte zij de bloemen in twee vazen en zette ze in de kamer. Zij was in een zeldzaam teedere stemming. Was het misschien de bruiloft, welke haar zoo had aan gegrepen? Lore kwam stralend thuis. Beide voorstellingen uitverkocht! riep zij. En de eerste afrekening van het buffet bracht zeven en zeventig mark overschot. De nieuwe garderobe vijf en vijftig. Wat zeg je daarvan? Ik feliciteer je, lachte Hanni. Neen. Hanni gaf haar het kaartje. Kun jij het raden? Natuurlijk! riep Lore. De dokter heeft die rozen gestuurd voor die twee duizend mark voor Marian na. Denk je werkelijk? Waarom doet hij zoo’n groote uitgave voor ons? Het toeval wilde, dat hij den an deren morgen aan kwam loopen, juist toen Hanni het bloemenbed in den voortuin in orde maakte. Hij begreep niets van haar toespelingen. En toen zij hem er naar vroeg, ontkende hij het. Als de dokter het niet was, wie was het dan? Misschien mijnheer Ryde? Ach, wel neen, wellicht toch Knauer? Hij kwam ’s middags, gewapend met een bouquet rozen. Lore was met Mari anna uitgegaan naar de jeugdvoor stelling, alleen Bertha was in het huis, anders niemand. U bent een groote verkwister, zeide Hanni, toen hij haar de bloe men gaf. Gisteren rozen, vandaag rozen, u geeft nog al uw geld aan bloemen uit. Hij was verbluft. Gisteren rozen? Neen, ik heb er geen gestuurd. Wie weet, wie ze u gestuurd heeft, zeide hij met een opwelling van jaloezie. Alle mogelijk menschen vindt u aardig, alleen een eenvoudig advo caat kan geen genade bij u vinden. Maar mijnheer Knauer. Zij moest lachen om zijn boosheid. Is het dan niet zoo? U wan trouwt mij, denkt u soms, dat ik dat niet voel? En daarbij meen ik het 34) Neen, het was heelemaal niet verwonderlijk en toen Werner naast haar in het rijtuig stapte en haar hand drukte, meende zij van za ligheid te vergaan. Het was maar een kleine bruiloft, drie rijtuigen waren Voldoende. In het eerste rijtuig zaten Werners ouders, Else had de haren al lang geleden verloren, in het tweede tijtuig volgde nog familie van Wer ner en in het derde rijtuig zaten, be halve twee vrienden van Werner, Han ni en Lore. Ook Hanni had gehuild, tij verheugde zich in het geluk van Else. Lore had niet gehuild, maar alles had haar toch ontroerd, doch zij het dit niet merken. Zoo was zjj nu eenmaal. Het eigenlijke feest was in het huis Van Hagen, waar ook het jonge paar Verloopig zou wonen. Een tafel, fees telijk gedekt met bloemen verhoogde de feestelijke stemming. Men lachte, (naakte plannen, plaagde elkaar, in het kort, het was gezellig. Lore nam tegen acht uur afscheid. De bioscoop wachtte, daar bleef zy Hooit vandaan, vooral vandaag niet, op Zaterdag. Hanni nam tegen tien dur afscheid en toen was het bxuids- ling af tot heelemaal aan het eind. Toen kwam de Maandag met veel nieuws. Schmidt belde op. Of de da mes tijd hadden dadelijk bij Trumer, het bekende restaurant te komen. Hanni kon niet, zij had leerlingen. Maar Lore verklaarde zich bereid da delijk op weg te gaan. Schmidt zat er al te wachten. Onthullingen op termijn, schert ste hij. Ik weet nu, wie de maa is, die u de schenking heeft gedaan. Wie? riep Lore uit. Dat zeg ik voorloopig nog niet* Mijnheer Schmidt, ik... Langzaam aan, ezide hij. Den naam hoort u op het oogenblik, waar op ik de laatste kaart van dit merk waardig spel heb bloot gelegd. Van daag alleen dit, de juweelen, die u verkocht hebt, waren niet dezelfde als die in de safe lagen. Maar dat is onmogelijk! Ik kan dat woord niet uitstaan, alles is mogelijk, hoe dikwijls moet ik u dat nu zeggen! Ik ben bij Speedier en Co. geweest en heb de juweelen gezien. Hoe kunt u dan zeggen, dat het andere zijn? Het waren andere, die in de safe lagen waren een imitatie van het stuk, dat u aan Speedier verkocht hebt. Lore begreep er niets van, IN WEST-FRIESLAND WORDT THANS VEEL MAÏS GEKWEEKT. Deze mais is als groenvoeder een prima krachtvoeder voor het vee, zoodat het kweeken niet alleen om de maiskolven gaat. Er zijn vele boeren, die deze planten inkuilen, zooals ook wel met gras gebeurt en ze tijdens de wintermaanden als veevoeder gebruiken. haar te doorstroomen, een gevoel dat haar volkomen verwarde. Alleen een oogenblikkelijke opwelling van ener gie redde haar. Alstublieft, fluisterde zij, spreek niet verder, nu niet, laat mij tijd. Hanni!, als een jubelkreet klonk het. Je wijst mij niet af. Ik dank je, ik dank je. Later wist Hanni niet of zij de scène beleefd had of gedroomd. Maar zij had niet gedroomd, daar stonden zijn bloemen, roode rozen! Steeds opnieuw hoorde zij zijn woor den, voelde zij al de teederheid, die erin had gelegen en beefde. Toen het avond werd zat zij nog steeds op de divan, het hoofd in de handen, haar oogen gestoten. Maar binnen in haar was een jubeltoon, die niet meer verstomde. Het gebeurde wx>r het eerst, dat zij een briefje schreef. Ik ben vreeselijk moe en ga naar bed. Goe den nacht. Zij ging werkelijk naar bed voor dat Lore kwam. Voor geen geld ter wereld had zij haar zuster nu in de oogen durven kijken en ook niet kun nen zwijgen over dat wat haar zoo opwond. Toen haar zuster binnen kwam, lag zy nog wakker, maar deed alsof zij sliep. En Lore kleedde zich heel zacht uit, om haar niet wakker te maken, maar had o zoo graag ver teld, welk een aardige, prettige en keurige man Bering toch was. Want de architect was weer in den bioscoop geweest, van de zeven uw voorstel- F i 1 (JNadrute verboden.) JfWordt eervoigd.} Maar zie je niets? - yf Hik I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5