De Ronde
herfstknollen
Edam - Zaaien
van
van
De zonderlinge erfenis
Verdwijnende molen
Kinderen uit de Maasstad te Weesp - Een school van de K.L.M. te Amsterdam
Z^
HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 6 AUGUSTUS 1940 TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
1
tl
n
lil
dat
(Nadruk verboden.)
IWordt vervolgd#
TEN BATE van nood
lijdend Rotterdam werd
de Ronde van Edam ver
reden. In de bocht.
terug
i als
EEN ONDERNEMENDE BOER TE EERBEEK, waar de brug over het Apeldoorn-
sche kanaal tijdens de oorlogsdagen door de Ned. genie werd vernield, brengt thans de
oeververbinding tot stand door middel van een zelfgemaakt pontje, vervaardigd o.a.
met 4 ledige olievaten. Van dit „veer” kan door iedereen vrij gebruik gemaakt worden.
„J»
TE AMSTERDAM is de K.L.M.-opleidingsschool geopend. Hier wordt het
K.L.M.-personeel, dat op wachtgeld staat, in de gelegenheid gesteld, door
studie zijn bekwaamheid te verhoogen en zijn kennis te onderhouden.
Bij het radio-lesapparaat.
toch wel aardig, Speedier had de ju«
weelen verkocht.
Daar wisten zij natuurlijk niets van
en stelden er ook geen belang in. De
keizerin van Boeboemba kon hen wat
hun betrof dragen, dat liet hen Sibe
risch.
Maar Schmidt liet zich niet van de
wijs brengen. Wie is aan het toe
stel? vroeg hij. Vermoedelijk juf
frouw Lore. Dat heb ik dadelijk wel
gedacht. Hij lachte. Wedden, dat
de zaak u toch interesseert? Ik wil u
nog nieuwsgieriger maken. De juwee-
len zijn door niemand minder dan
door den man, die u de schenking
heeft gegeven, gekocht. Wat zegt u
nu?
Lore zeide niets.
Hjj heeft dus, om zoo te zeggen,
zijn eigen juweelen weer teruggekochte
Hoe vindt u dat?
Stom.
Het uur zal komen, dat u daar
anders over denkt, luidde het duistere
antwoord. Wjj zullen zien en af
wachten. Groeten aan uw zusje.
Lore legde den hoorn neer, dacht ’n
oogenblik na en zocht dan in het tele
foonboek naar het nummer van
Speedier; snel besloten draaide zij de
nummerschijf. Toen zij antwoord
kreeg, vroeg zij naar den chef. Zij
verlangde van mijnheer Speedier, dat
hij haar den naam van den kooper
noemde..
Twee menschen praatten zacht met
elkaar, een man en een vrouw. Dat
het Reimann en Bertha waren, begreep
Hanni instinctief, hoewel de woorden
niet te verstaan waren. Toen verstom
den de schreden. De twee moesten in
het boschje achter de bank zijn blij
ven staan. Hanni rilde, welke duistere
geheimen mochten daar wel bespro
ken worden? Zeker, Schmidt had wel
gezegd, dat er geen gevaar dreigde,
blaar hij kon zich vergissen. Zoolang
het groote raadsel niet opgelost was,
kon hij dit ook niet weten. De gedach
te aan de revolver onder Bertha’s kus
sen deed Hanni verstijven. Wat te
doen? Wegloopen? Maar wat zouden
die twee doen als zij zich betrapt
Wisten? Verstijfd van schrik bleef Han-
hi op de bank zitten. Zij durfde bijna
geen adem te halen. Als zij ontdekt
Werd, wat dan?
De stemmen werden duidelijker, zij
Ze beet haar tanden op elkaar. Dap
per zijn. De ooren open houden. Een
maal zijn eigen detective zijn. Als het
eens gelukte iets te hooren, dat van
belang was! Hanni beefde plotseling
niet meer. Ze was vast besloten; hier
was een gelegenheid, die misschien
nooit terugkeerde. Haar niet uit te
buiten, zou dom zijn. Hanni boog het
bovenlichaam zoo ver naar achter als
het mogelijk was Het geluk was haar
gunstig, want de twee, die hun gehei
men in den donkeren tuin behandelden,
waren nog dichterbij gekomen. Nu
hoorde Hanni de eerste samenhangen
de zinnen. Eerst praatte Reimann en
na hem Bertha. Reimann scheen op
gewonden te zijn. Hij beweerde: de
zaak met de villa was weldra afge-
loopen. Hij wist dit uit goede bron,
want dokter Knauer had zoo iets ge
zegd. Er was dus geen gunstiger oogen
blik. En lang uitstellen was nooit zijn
aard. Bertha meende echter; de ge
schiedenis kon nog lang duren, daarom
moest ze wachten. Bovendien moest
ze voor Bernard oppassen. Hij zou
haar vermoorden, jawel, dat deed hij!
Ach, hjj kende Bernard niet. Als
hij er achter komt wat er aan de
hand is dan wordt hjj razend dat kan
ik je verzekeren. Zoo’n gewelde
naar bestaat er geen tweede!
Dan begrijp ik heelemaal niet,
dat je met zoo iemand vriendschap
hebt gesloten, zeide Reimann. Een
meisje als jij, heeft toch menschen-
kennis genoeg of moest deze in ieder
geval bezitten. Maar hoe dan ook,
Bernard kon en mocht geen reden zijn
blaar enkele klanken vernam zij als,
•.biet uit stellen” ,,een paar duizend
biark”, „een prachtig doel", „papieren
by de hand” en „weldra ten einde”,
ton zij verstaan. Wat voor een nieuw
Wan werd daar in het donker uitge
broed?
hw
en daarbij vermoordt een mensch
niet zoo gauw een ander. Bovendien
had hij allang het plan eens een hartig
woordje met den man te praten, want
opheldering moest er komen, xiiet-
waar? En hoe eerder dit gebeurt, hoe
beter. Neen, neen dit alles kan geen
reden zijn iets uit te stellen wat spoe
dig moet gebeuren. De zaak met de
meisjes Riedeler komt de volgende
week in orde, dan slaat ook ons uur,
al was de wereld vol Bernards.
Hanni luisterde met ingehouden
adem. Wat werd daar voor een nieuwe
streek op touw gezet? En wie was
deze vreeselijke Bernard? Wat was
dat voor een plan, dat de „brave”
Reimann zoo gauw mogelijk uitge
voerd wilde zien? De zaak met de
meisjes Riedeler komt de volgende
week in orde, lieve deugd, wat waren
ze van plan? Hanni’s hart klopte in
haar keel, maar zij bleef op haar
plaats. Neen, eerst moest zij weten,
wat er aan de hand was. En dan,
ja dan naar de politie! Maar onmid
dellijk en zonder dralen. Mocht er ge
beuren wat er wilde. Liever 1
naar mevrouw Bergemann, dan
offer van deze twee samenzweerders
te vallen.
Reimann en Bertha waren ’n eindje
verder geloopen, maar Hanni verstond
toch nog ieder woord. Reimann scheen
alles te doen om het meisje te over
tuigen en toen hem dit niet leek te
gelukken, werd hij nog opgewondener.
Hij verstomde plotseling. Bertha
had: „Houd op domkop” geroepen en
toen werd het eenige oogenblikken
ONTSPANNING VOOR ROTTERDAMSCHE KINDEREN. Rotterdamsche kinderen, welke te Weesp gastvrij
zijn ondergebracht, zijn door de burgerij onthaald op een tochtje naar de bekende uitspanning
„Oud-Valkenveen”. Genietend op de hobbelpaarden.
OP DE VELUWE worden thans, vroeger dan andere jaren, de herfstknollen, zoo
belangrijk voor de veevoedervoorziening, gezaaid. Nauwelijks is het koren van het veld
of de ploeg komt in actie en gelijktijdig wordt er gemest en gezaaid.
DE RONDE VAN EDAM georganiseerd door
de Amsterdamsche Rennersclub „Ulysses”. Be
langstelling voor de reparatie-plaatsen
aan den slootkant.
KARAKTERISTIEKE HOUTZAAGMOLEN GAAT VERDWIJNEN. Ten
behoeve van het uitvoeren van de verbreeding der ringvaart te Oudorp,
zal het bekende houtzaagmolentje met loods, eigendom van den polder
Heer Hugowaard, moeten verdwijnen. Tijdens het sloopen.
doodstil, totdat Hanni hoorde, dat
twee menschen elkaar kusten en toen
fluisterde Bertha: Ben je nu te
vreden en als je wilt, dat wij spoedig
trouwen, dan is het mij goed. Maar
met Bernard moet je praten, anders
sticht hij nog een drama...
Hanni zonk terug op haar bank. Het
was haar als had zij een slag op het
hoofd gekregen. Een liefdespaar
had zij beluisterd, een liefdespaar! De
grijze Reimann en de jonge Bertha,
lieve tijd. En zij had gemeend een
nieuwe schurkerij ontdekt te hebben...
Hanni wachtte nog enkele oogenblik
ken, en toen keerde zij opgelucht naar
huis terug. Toen Lore tegen midder
nacht thuis kwam de ontvangst in
het theater was niet bevredigend ge
weest vertelde Hanni, wat zij ge
hoord had. Lore was in een slecht
humeur en kon de scène in den tuin
niet grappig vinden. Er uit gooien
moest men de bende, zeide zij woe
dend. Ik kan bovendien menschen,
die verliefd zijn niet uitstaan, voegde
zij er aan toe. Denk maar aan Else,
wat is er van haar geworden? Een
smachtend vrouwtje, dat malle brief
kaarten schrijft. Liefde maakt iemand
belachelijk en dom.
Wat is er met jou gebeurd?
Wat zou er zijn, niets is er! Als
ik in den tuin was geweest, dan was
ik er tusschen gekomen, maar goed,
dan kan ik je wel vertellen. Bertha
moest zich schamen, zoo’n ouden man
als Reimann?
Zoo oud is Reimann toch nog
niet en overigens.
Overigens, interesseert mij
heelemaal niet.
Zeg, vroeg Hanni na een poosje,
was mijnheer Bering in de zaal?
Mijnheer Bering? Waarom?
Neen.
Nou dan. Hanni lachte vroolijk.
Daar hebben wij de verklaring
voor je kwade bui.
Maar nu begon Lore pas goed.
Dus dat bedoel je. Dat vind ik ge
meen van je. Wat gaat die mij aan?
Omdat hjj een paar keer in den
bioscoop was denk jij, dat ik... nu dat
is ook wat! Niet zooveel interesseert
hij mij, niet zooveel. Zij knipte met
de vingers. Wat jij je dadelijk alles
verbeeldt. Omdat Bering niet in de
zaal was heb ik een slechte bui. Be
lachelijk, gewoon belachelijk!
Maar rood was zjj geworden, zóó
rood, dat Hanni het beter vond dit
onderwerp te laten rusten, maar den
ken kon zij wat zij wilde.
Op Dinsdag begon een reeks nieuwe
feiten, belangrijke en onbelangrijke.
Het begon met een brief van dokter
Knauer, welke als volgt luidde: „Ik
smeek u, juffrouw Hanni, u moet mij
vertrouwen, alles zal weldra opgehel-
derd worden, heb nog een paar dagen
geduld, alles wordt goed, alles!
En toen, juist was Hanni bezig met
haar leerlingen, belde Schmidt op. Of
men in de villa het nieuwste al wist?
Neen, antwoordde Lore, maar
ga gerust uw gang, wij zijn nergens
meer bang voor.
Het was niets opwindends, maar
/Tl
WIMMImI
ga. mf v SP5*
WK
36)
ft?»
8c '-?
--
"w