De Nederlandsche Unie
Haagsche Courant van Woensdag 7 Augustus 1940
JAARBEURS
i
til
Modelboerderijenbouw
de Wieringernieer
DE NATIONALE
INZAMELING
KSI
STADSNIEUWS
Een
kerk te Loosduinen
nieuwe
In
ERNSTIGE VAL VAN DUO
in
L2
DERDE BLAD, PAGINA 1.
Oft
RECLAMEPLAAT JAARBEURS
Te Wieringerwerf in de Wieringermeer is men bezig met den bouw van een aantal modelboerderijen
Vervolg rede
mr. van Linthorst Homan
De mooie R.K. hulpkerk aan den Haagweg te Loosduinen, die dezer
dagen is ingewijd.
PGRPPISCHE QFDÊEL1NG
UTRECHT 5-12 SEPT. 1940
totaal 2^/2 millioen gulden
verwacht
Rede van professor de Quay over de
sociaal-economische evolutie
Rede van mr. Einthoven
van de Nederlandsche
Unie zijn open en eerlijk aan de nieu
we taak, forsch en ingrijpend waar het
Dioet, handhavend het beste in ons
volk, nimmer terugvallend in oude
Geen afzijdigheid
Vervolg van pag. 1.
sociaal en econo-
Prof. dr. J. E. de Quay
Sociale h jrvormingen
Mr. L. Einthoven
geen
Daarom is het noodig, dat men ook
het geloof heeft, dat de evolutie, waar
in het land verkeert, ons brengt naar
een betere toekomst.
Dat geldt zeer zeker ook voor onze
sociale en economische verhoudingen.
Nederland zal zich ook in de toe
komst ervan bewust moeten zijn, dat
zijn fundamenteele welvaartsbronnen
de landbouw en tuinbouw en de scheep
vaart zijn.
Het
van een
lenen
richten
gen uw
één van
Nederlandsche
vooropgesteld
christelijken
NATIONAAL COMITÉ VOOR ECONO
MISCHE SAMENWERKING
Het Nationaal comité voor economische
samenwerking verzoekt ons, mede te dee-
len, dat het secretariaat met ingang van
heden gevestigd is Parkstraat 93, ’s-Gra-
venhage en telefonisch aangesloten zal zijn
onder no. 114533.
past, de kwaliteit der productie bevor
deren, terwijl de zeer groote bedrijven
voor verdere verdeeling, op Nederland
sche wijze, in aanmerking komen om
zoodoende meer menschen in den land
bouw een bestaansmogelijkheid te ge
ven en om de productiviteit te verhoo-
gen.
Het zal goed zijn, indien bevorderd
kan worden, dat de boer eigenaar van
zijn grond wordt. Ten aanzien van het
grondgebruik zal men er voor moeten
zorgen, dat bij verbetering der prijzen
de voordeelen niet enkel of hoofdzake
lijk in handen komen van de grond
eigenaren en worden afgetrokken van
de landarbeiders en pachters.
Nadat Louis van Tulder had gezon
gen „O Heer, die daer des Hemels tente
spreyt”. was het woord aan prof. dr.
J. E. de Quay.
Spr. begon met te constateeren, dat
sinds vele jaren een groote evolutie ir.
de wereld aan den gang is, gepaard
gaande met schokken en ontberingen.
Thans zit ook Nederland volop in den
overgang en ofschoon de individua
listische aard van ons volk met zich
meebrengt, zich langzaam aan gewij
zigde omstandigheden aan te passen,
moeten wij ons thans in een snel tempo
aanpassen.
Bij velen dringt het echter door, dat
de wijzigingen zullen voeren tot ver
nieuwde en zeker ook tot verbeterde
verhoudingen.
voet daarvan Vlaamsche en Zuidafri-
kaansche liederen en ook ons Wilhel
mus bij de bedevaarten worden gezon
gen en telkenmale de eed van trouw
wordt afgelegd. Daarvan kunnen wij,
ons
Spr.
van
Industrieën groepeeren zich
om landbouw en scheep
vaart.
Land- en tuinbouw
Bij den landbouw vervulde Neder
land de taak van veredelaar. Grondstof
fen werden geïmporteerd en in veredel
de hoogwaardige landbouwproducten
wederom uitgevoerd. In den laatsten
tijd was ons land voor den export van
deze artikelen afgesneden, waardoor
groote moeilijkheden in land- en tuin
bouw ontstonden. Indien Nederland
straks zijn plaats in een vernieuwd en
economisch geordend Europa kan inne
men, mag verwacht worden, dat deze
bron van welvaart weer zal terugkee-
ren.
Daarbij is noodig, dat vooral aan
dacht wordt geschonken aan het prijs
peil, waarmede een goede verhouding
tusschen de hoofdgroepen der land
bouwproducten noodzakelijk is. Ten
aanzien van de kleine boeren zal het
systeem van voorlichting en hulp in
natura, gelijk in de laatste jaren toege-
Dat dit zou uitloopen op een of an
dere groote binnenlandsche verande
ring was voor ieder zeker, die bij deze
stroomingen betrokken was. Het was
begrijpelijk en volkomen normaal, dat
niet ieder aanstonds gelijk dacht; maar
dat groote veranderingen niet alleen
moesten komen, doch ook zouden ko
men, dat stond voor ons allen vast.
De heeren Einthoven en de Quay en
spreker en vele hunner medewerkers
hebben in deze strooming naar meer
saamhoorigheid reeds lang zich inge
spannen, waarbij zij in menig opzicht
ieder voor zich reeds zoo aan critiek
zijn gewend, dat ook de persoonlijke
critiek van de laatste dagen hen niet
uit het veld kan slaan zij zullen ech
ter hun bestrijders niet op het terrein
der persoonlijke strijdwijze volgen,
daar de tijden te ernstig zijn voor her
haling van wat zij juist steeds als de
fout der vroegere politiek hebben be
schouwd.
Van 3 tot 12 September wordt te
Utrecht', de Nederlandsche Jaarbeurs g)e-
houden. In het bijzonder op de agra
rische afdeehing wordt de aandacht ge
vestigd, waarvan ook .de reclameplaat
getuigenis aflegt. Deze toont een
zwart, wentelend karrewiel tegen een
blauwen achtergrond, waartegen de
gele kleur van korenschoven afsteekt.
De onderschriften zijn, tegen een zwar
ten achtergrond, resp. in gele, blauwe
en witte letters. Deze sprekende plaat
is ontworpen door den teekenaar Par
Steen.
fouten, rechtop van ziel en rechtop van
vaderlandsliefde, zeer vele moeilijkhe
den, maar een goede Nederlandsche
taak tegemoetGod zij met ons 1
Daverend applaus volgde op deze
rede, welke reeds herhaalde malen
door handgeklap was onderbroken.
stichtingen op het
de hulpverleening te
bijeengekomen bij
Bijzon-
De scheepvaart.
Behalve op den landbouw steunt het
Nederlandsche volksleven voor een
groot deel op de scheepvaart. Door lig
ging, door den ondernemenden volks
aard en door den lust tot avontuur,
heeft het Nederlandsche volk zich een
machtige plaats op de wereldzeeën ver
overd. En al heeft het als kleine mo
gendheid de hegemonie over de zeeën
verloren, de scheepvaart is in Neder
land een belangrijke plaats blijven in
nemen. Voor het wereldverkeer van
Nederland en het achterliggend Europa
is dus handhaving van deze positie van
het grootste belang, niet het minst
door de verbondenheid met Neder-
landsch-Indië.
De verhouding tot de bezet-
tingsautoriteiten
Maar wij willen, in oorlogstijd, naar
de eeuwenoude regelen van volksfier-
heid, welke juist ook in Duitschland
zoo hoog worden gehouden, ons ont
houden van alles wat zweemt naar
oogendienerij en opportunisme jegens
den bezetter. De hieruit ontstane en
met onzen volksaard samenhangende
stroefheid mag niet worden uitgelegd,
zooals helaas sommige Nederlanders
Pogen te doen, als oneerlijkheid of als
een soort verlangen om na den vrede
in de oude fouten terug te vallen. Als
We dat zouden willen, zouden we „lam
stralen” zijn. Mocht de bezetter dezen
indruk krijgen, dan is bespreking van
oog tot oog het bestestellig zal de
Rijkscommissaris geen lichtvaardig
oordeel vormen.
Zoo zal de weg
Vervolgens sprak prof, de Quay over
de sociale hervormingen, welke niet
minder belangrijk zullen zijn. Uiter
aard zal de werkloosheid moeten ver
dwijnen. Daarbij onderscheide men
echter de bezettingsomstandigheden
van die der toekomst. Thans zijn door
het wegvallen van export en scheep
vaart, door de onmogelijkheid om
grondstoffen van overzee aan te voeren
en door andere redenen de moeilijk
heden abnormaal groot.
Stelregel bij het sociaal beleid zij,
dat het belang van de gemeenschap
gaat boven het belang van groep of in
dividu. Dit beteekent een breken met
het individualisme. Als de Nederland
sche Unie streeft naar een organischen
opbouw van maatschappij en staat, dan
denkt zij allereerst aan deze princi-
pieele verandering. Ten aanzien van
den socialen opbouw in organischen
Particulier leiderschap
ongewenscht
Spr. wees er op, dat de Nederland
sche Unie van oordeel is, dat de oplos
sing niet kan liggen in het leiderschap
van dezen of genen, die niet, als in
Italië en Duitschland, door eigen
kracht en voorbeeld en met groote ga-
ven zijn volk en land omhoog brengt,
doch die zonder blijk van bijzonder in
zicht in onze volksziel zich in deze of
gene organisatie, of in opeenvolgende
organisaties aanbiedt. Het is te hopen,
dat ons volk als geheel zijn uitweg
zal vinden, doch dan moet de smaad
als wapen worden neergelegd en dan
moet de strijd om het particuliere lei
derschap worden gestaakt.
Vele vragen moeten nu onbesproken
blijven. De moeilijkheid van de hoofd
vraag, een sterk Nederland overzee en
hier, dat binnenslands en buitenslands
de eischen der tijden met zelfvertrou
wen onder oogen kan zien is deze, dat
dit vraagstuk zich concentreert rond
het vraagstuk van den vrede in Euro
pa en van onzen vrede met Duitsch
land. Wij moeten en zullen Nederland
opbouwen tot gelijkgerechtigd partner
in het nieuwe Europa.
Spreker herinnerde in dit verband
aan de desbetreffende passage in de
belangwekkende rede van den Rijks-
commissaris en wees er op, dat aan
dien opbouw reeds nu moet worden
begonnen, terwijl niet meer vervallen
mag worden in de vroegere volksfout,
welke wij in de afgeloopen jaren van
beide zijden hebben gemaakt, dat wij
in het werk vertroebeling brachten
door het buitenlandsche werk in de
binnenlandsche politieke sfeer te laten
komen.
Toch zou het onjuist zijn om hieruit
te besluiten, dat de Nederlandsche in
dustrie bijzaak is. Vooral sinds den vo-
rigen wereldoorlog heeft deze zich bij
zonder ontwikkeld en voor de groeien
de bevolking ruime werkgelegenheid
geschapen. Dit blijkt al uit de cijfers.
Van het werkend deel der Nederland
sche bevolking is ongeveer 40 pCt.
ondergebracht in de industrie, tegen
1 ongeveer 20 pCt. in den landbouw en
1 20 pCt. in handel en verkeer.
Deze industrieën groepeeren zich
voor een groot gedeelte om den land-
bouw en de scheepvaart en dragen ook
het karakter van veredeling. Men
denke aan de zuivelindustrie, de suiker-
bieten, leer en schoenen, vlas, meel,
j strookarton, aardappelmeel, chemische
J producten in allerlei vorm en ten aan-
1 zien van onze Indische grondstoffen:
rijst, katoen, kapok en suikerindustrie,
ubber, blik, cacao, tabak enz. Voorts
steunen op onze scheepvaart belang
rijke scheepswerven en onderdeelen
’er metaalnijverheid.
Men zal op deze basis moeten door-
aan en indien straks de economische i
/erbondenheid in een stelsel van ge-
leide economie voor geheel Europa on-
der leiding van Duitschland wordt op-1
gebouwd, dan zal, naar spr. meent, ook
de industrie zich in dezelfde richting
moeten blijven ontwikkelen.
De deskundigheid van leiders en ar
beidskrachten wijst in de richting van
veredelingsindustrie. Door nauwe aan
sluiting op het Europeesche en in het
bijzonder op het Duitsche economische
leven zal bij een goeden planmatigen
opbouw de welvaart van allen zijn ge
diend.
nuchtere Noord-Nederlanders,
moeilijk een denkbeeld vormen,
zegt dit niet, om den indruk
annexionistische streven te wekken.
Het past ons niet, onze handen uit te
strekken naar hetgeen niet van ons is.
Wanneer men echter in ons land terug-
Mr. J. Einthoven ving zijn rede aan
met te herinneren aan de jaarlijksche
bedevaarten in het Vlaamsche land,
waar bij Dixmuiden tienduizenden bij
eenkomen om hen te gedenken, die in
de jaren 19141918 vielen voor Bel
gië, maar tévens voor de Vlaamsche
cultureele rechten. Spr. beschreef dit
monument en wees er op, dat aan den
Het is thans de vraag niet, of ons
volk zijn groote veranderingen kan
aanbrengen, doch hoe het snel en kor
daat kan geschieden, opdat Nederland
binnenslands en buitenslands zijn zelf
standigheid weer kan verdienén. Dit
werk kan en mag niet alleen geschie
den, het móét geschieden. Spr. kan zich
niet verplaatsen in den gedachtengang
van hen, die nu afzijdig willen zijn en
die niet dadelijk willen meedoen aan
het werk reeds nü. Afzijdigheid uit on
beslistheid of uit politiek wantrouwen
is thans volkomen onjuist. Zien zij dan
niet, dat krachtige medewerking van
ieder de eenige weg is om ook alle
deugden van ons volk tot haar recht
te doen komen Zien zij niet, hoe
wantrouwende afzijdigheid in tijden
als deze on-nationaal is
De heer Linthorst Homan betoogde
voorts, dat de medewerking van allen
individueel moet zijn. Ieder moet per
soonlijk zich voor het nieuwe werk in
stellen. Het is onbegrijpelijk, dat velen
nog meenen, dat zij hun geestelijke
vrijheden verliezen of hun geloof scha
den, wanneer zij rechtstreeks, zonder
tusschenschakel voor hun zich geven,
ook in het gewone leven van iederen
dag. Ons volk zal ook zijn geestelijke
vrijheden telkens moeten kunnen ver
dienen, heroveren, niet louter teren op
wat vroeger de vaderen tot stand
brachten. Historie is een plicht, geen
recht. Naast de afzijdigen staan echter
ook groepen, welke wel aan den slag
willen, doch onder en voor een parti
culier leiderschap, wat hier geheel on
juist zou zijn.
Gisteren zijn de bestuurders van
verschillende
gebied van
’s Gravenhage
het Nationaal Fonds voor
dere Nooden.
De penningmeester van de Natio
nale Inzameling heeft in deze bij
eenkomst medegedeeld, dat reeds
anderhalf millioen gulden is inge
komen en dat volgens berichten
uit de andere plaatsen, w.o. eenige
groote gemeenten, nog ongeveer
een millioen gulden mag worden
verwacht, zoodat de totale op
brengst op 2J millioen gulden kan
worden geschat.
Hiervan is inmiddels zes ton be
steed.
Nader overleg wordt gepleegd om
zoo spoedig mogelijk de rest, ten
bedrage van een kleine twee mil
lioen gulden voor de verdere hulp
verleening ter voorziening in den
voorloopigen nood op haar bestem
ming te doen komen.
.Ik heb
ingezet,
als één
voelens in deze
was
waardige bijeenkomst.
komt, voelt men zich arm. Daar in
Vlaanderen leeft nog een ideaal. Bij
ons heeft het materieele een te groote
rol gespeeld, kreeg men alleen voor
materieele belangen honderdduizenden
bijeen.
Hier vraagt men Wat bent u Het
geen beteekenttot welke groep be
hoort u. En als men zou antwoorden
Alleen maar Nederlander, dan is men
bijna verdacht.
Door zijn werk voor O. en O., dat
spr. dagen achtereen in nauw contact
met onze soldaten bracht, weet spr.
hoeveel er nog in ideëelen zin aan
den geest van ons volk ontbreekt.
Liefde voor het vaderland is ons
volk niet voldoende bijgebracht. Hoe
moeilijk is ’t niet het eenheidsbesef
bij te brengen. Misschien is het thans
mogelijk eenheid te verkrijgen om dit
ééne puntNederland In dit verband
herinnert spreker aan punt
het programma der
Unie, waarin als eisch
is verdieping van den
geest.
Met betrekking tot het Nederland
sche volkskarakter is het meest ken
merkende de godsdiensten. Hoe zou de
strijd tegen Spanje voortgezet kunnen
zijn, als dat kleine landje niet geleefd
had uit Godsvertrouwen, hetzelfde
vertrouwen, dat de Boeren en Vlamin
gen bezielde. Als we verdieping van
den Christelijken geest voorop stellen,
komt de offervaardigheid vanzelf. Ons
volk moet weer leeren offeren wij
hebben niet geleerd te dienen. In Indië
worden nog offers gebracht dcor dok
toren, ambtenaren en particulieren op
verafgelegen posten. De vrijheid van
godsdienst, kerk, levensbeschouwing en
opvoeding is iets vanzelfsprekends.
Vooral ook de vrijheid van school,
waarover in den boezem van ons volk
zooveel jaren is gestreden. Wie daar
aan raakt, raakt den Nederlander zelf.
Deze vrijheden willen wij tegen elke
aanranding zoo krachtig mogelijk ver
dedigen. Waar haalt men de leiders
vandaan, die zoowel weten wat de
Protestanten en de Katholieken noodig
hebben, als wat de boeren op ’t land en
de arbeiders in de groote steden be
hoeven. Hoe weinigen van de gestu
deerde menschen weten iets van de
psyche van hun volk.
Het kost al de grootste moeite lei
ders tc- vinden voor het jeugdwerk. Er
moeten leiders gevormd worden om de
verschillende groepen van ons volk
beter te leeren kennen.
Een arbeidsdienst voor jeugdige per
sonen, onder uitmuntende leiding, zou
veel goeds kunnen doen. Daardoor zou
eenheid kunnen worden bewerkt, niet
gebouwd op doodende eenvormigheid,
doch eenheid in verscheidenheid. So
ciale verbeteringen moeien niet voort
komen uit angst, maar uit innerlijken
aandrang. Spr. wees op slechte wo
ningtoestanden, die verbeterd moeten
worden. Dergelijke belangen zijn ver
waarloosd. zooals ook andere landsbe
langen niet hebben gekregen wat zij
verdienden.
Een Amerikaansch schrijver, die in
1912 den wereldoorlog heeft voorspeld,
heeft gezegd de ondergang van staten
heeft slechts één oorzaak verwaarloo-
zing. Hij was van oordeel, dat de
expansiedrang van een jongen staat
als Duitschland niet te stuiten zou
zijn. Bij den vrede van Versailles was
Duitschland aan beide handen gebon
den. Had men de touwen doorgesne
den, dan ware het wellicht nog anders
geloopen, maar nu Duitschland de ban
den heeft verbroken, hebben ook wij
een klap gekregen.
Er is echter in dezen oorlog één
lichtpunt en dat is, dat thans eindelijk
misschien de mogielijkhelid geschapen
is van het samengaan van alle Neder
landers; de oorlog heeft eindelijk eens
van ons Nederlanders gemaakt. Het
mag geen samengaan zijn om vast te
houden aan het oude, om te remmen,
doch het moet een samengaan zijn om
met volle kracht vooruit te gaan naar
een rechtvaardiger toekomst, geboren
uit de omvorming van onzen eigen
geest, opdat wij later voor onze geval
lenen een gedenkteeken kunnen op
en daarin beitelen „Hier lig-
zonen, als zaden in *t zand,
un nu dank, o Nederland.”
eeen daverend applaus werd deze
rede begroet.
Tenslotte zong Louis van Tulder:
ar e blanke top der duinen”.
werd door allen meege-
voor de tweede maal het
werd
VIJFJARIG MEISJE HET
SLACHTOFFER
Om half vijf gistermiddag is op het
kruispunt RijswijkschewegWaldorp-
straat een ernstig verkeersongeluk ge
beurd. De 38-jarige J. G. reed per
rijwiel met zijn vijf-jarig dochtertje
op de duo, toen hij op genoemd kruis
punt onverwacht moest remmen voor
een auto. Het rijwiel slipte, tengevolge
waarvan het kind van de duo viel en
tegen de straatsteenen sloeg. Het
meisje kreeg een schedelbasisfractuur
en was vrijwel op slag dood.
Het lijkje is overgebracht naar het
ziekenhuis aan den Zuidwal.
zin zal men dus tot werkelijken nieuw
bouw moeten komen.
Ten aanzien van de sociaal-economi
sche vraagstukken zullen werkgevers,
arbeiders, middenstanders en boeren
zich in vakunies moeten samenvoegen,
waarbij dus op den duur de afzonder
lijke vakbonden zullen verdwijnen.
Deze onder krachtige leiding staande
vakunies zullen zich, gegroepeerd naar
bedrijfstakken in corporaties van
werkgevers en arbeiders kunnen
samenvoegen en aan deze corporaties
zal publiekrechtelijke bevoegdheid
moeten worden toegekend, terwijl de
corporaties in een nationalen raad zul
len moeten samenkomen. Van de ver
deeling en bepaling der bevoegdheden
zal in de practijk de gunstige werking
afhangen. Voor de bescherming van
het algemeen belang zal de overheid in
deze corporaties ook zeggenschap moe
ten hebben. Op die wijze kunnen de1
klassentegenstellingen verdwijnen. Dat
is niet één, twee op geluk: de taken
der corporaties zullen omschreven
moeten worden. Doch het moet snel
gebeuren. Het is de vergadering er niet
naar om thans op deze dingen diep in
te gaan. Eerste voorwaarde is: ver
plichte organisatie.
Tenslotte nog een algemeene opmer
king: Op velerlei gebied, niet het minst
op sociaal-economisch terrein, hebben
meeningsverschillen, voortvloeiend uit
te sterke groepsvorming, remmend ge
werkt op de vernieuwing. Economische
en sociale wijzigingen, welke in
Duitschland en Italië met groote dyna
miek waren doorgevoerd, lieten wij
door onze meeningsverschillen liggen.
De Nederlandsche Unie hoopt, dat
thans een oprechte eensgezindheid ons
zal samenbinden bij het werken aan de
vernieuwingen op
misch gebied.
Ook op deze rede volgde een lang
durig applaus.
Voordat mr. Einthoven, de laatste
spreker, het woord nam, gaf Joh. de
Zwaan een orgelsolo ten beste, decla
meerde Kommer Kleyn op indrukwek
kende wijze „Nieuw Nederlands Lied”,
door Anton van Duinkerken, en zong
Louis van Tulder „Mijn Moedertaal”.
Hartelijk applaus viel hun ten deel.
Het refrein
zongen. Toen
u lief, mijn Nederland”
verhief spontaan de zaal zich
man om geestdriftig haar ge-
woorden te vertolken.
een indrukwekkend slot