en
De zonderlinge erfenis
Zeilen op de Loosdrechtsche Plassen - Schapen- en geitenboter - Autobus
met paardentractie - Hooiwagens als verkeersobstakels - Een nieuwe kerk
3^
A
05
x
-A -
HAAGSCHE COURANT VAN
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1940 TWEEDE BLAD
CU
FEUILLETON.
üfc"'
l&fc» - o :y
hOlI
(ScherV)
Morgen-
(Nadnxk verboden.)
zij.
mompelde
(Slot volgt.)
ALS HET HOOI WORDT BINNENGEHAALD NEMEN OP NAUWE LANDWEGEN DE WAGENS MET HOOI DEN GEHEELEN WEG IN BESLAG EN
PASSEEREN IS DAN HEET. MOEILIJK. TWEE FIETSERS, DIE EEN DUIK LANGS EEN RIJDENDEN HOOIBERG MOESTEN NEMEN. (Polygoon)
EEN AUTOBUS-ONDERNEMING IN KOPENHAGEN heeft haar bussen laten ombouwen, zoodat zij nu door
paarden getrokken kunnen worden. Bespannen met vier paarden rijden de bussen
door de schoone omgeving van de Deensche hoofdstad.
OP DE LOOSDRECHTSCHE PLASSEN zijn de zeilwedstrijden in het kader van de Holland-week 1940 voort
gezet Links vol belangstelling volgen watersportliefhebsters de verrichtingen der scheepjes.
Rechts de internationale 12 m2 klasse in actie. (Polygoon)
HET KARNVERBOD is niet van toepassing op houders van
schapen en geiten, die de melk vrij kunnen verwerken tot schapen
of geitenboter en kaas. Een kijkje op een boerderij in de omgeving
van Purmerend waar men bezig is met het bereiden van schapen
boter. Terwijl de dochter de karn doet, kijkt de boerin toe. (Pol.)
strompelen. Hanni is mijn zuster en
het spreekt vanzelf, dat zij voor mij
geen geheimen heeft. Ik weet dus van
den brief, welken zij u heeft geschre
ven en waarin zjj om uw vertrouwen
heeft gevraagd. Hoe kan men iemand
vertrouwen die, zooals u, mijnheer
Knauer, zulk een eigenaardige rol
speelt? U verschanst zich achter be
roepsgeheim. Goed, als een advocaat
heengaat en juweelen verruilt, dan is
dit wel een grenzenlooze overtreding
van alles wat behoort', dat zult u wel
niet bestrijden, niet waar?
In Knauer’s gezicht vertrok geen
spier, toen hij antwoordde; Ik be
strijd niets. Ik zou zelfs de gelegen
heid willen benutten om u in dit op
zicht opheldering te geven.
Ik ben zeer nieuwsgierig.
Luistert u en ik zal binnen enkele
minuten gerechtvaardigd zijn. Mijn
opdrachtgever
Wilt u niet eindelijk zijn naam
noemen?
Niet voor morgenavond.
Lore beefde. Morgenavond, zeide
zij en keek Knauer aan. Dat is u
ernst?
Eenige uren geleden is het be
slist. Op mijn aandringen heb ik
toestemming gekregen u en uw zuster
morgenavond de officieele ophelderin
gen te geven.
Alstublieft, mompelde Lore,
zullen wij ons gesprek niet liever
zittend voortzetten. Zij had van alles
verwacht, maar niet dit.
avond...
Zij gingen zitten. Knauer maakte
geen lange omwegen. Dus de ju
weelen, begon hij. De zaak is na
melijk deze. Mijn opdrachtgever had
vele slechte ervaringen met menschen
gehad. Toen hij u het huis, den
bioscoop en de vierduizend mark gaf,
kende hij u bijna niet. Daarom moest
hij u op verschillende manieren op de
proef stellen. Gewoonlijk ontwaakt in
menschen de hebzucht als er van
verborgen schatten gesproken wordt,
die zich in zijn omgeving zouden moe
ten bevinden. Om u te beproeven
liet hij u dien anoniemen brief bren
gen met de gedachte, dat u dadelijk
het huis onderste boven zoudt keeren.
Toen dit niet gebeurde, ging hij een
stap verder. Hij vestigde, door een
gefingeerde inbraak, uw aandacht op
de muurbrandkast, waarin ik op zijn
aanwijzing de juweelen had gelegd.
Mijn helpers waren Reimann en Mul
ler. Vergeeft u mij de opwinding, die
ik u dien nacht heb bezorgd, maar
mijn opdrachtgever wilde uw karak
ters beproeven. Hij wilde weten, hoe
u zich gedroeg als u zulk een groote
waarde in de hand hield. In plaats
van de opbrengst te houden, schonk
u alles aan de oorlogsblinden. Deze
daad heeft mijn opdrachtgever bijna
ontsteld. Tevoren, was echter eerst
nog iets anders gebeurd. Om de ju
weelen niet lichtzinnig op het spel te
zetten, liet de onbekende ze op een
nacht ruilen met de imitatie. Dat
hoorde ik echter pas, toen u de ju
weelen het taxeeren en mij het resul
taat meedeelde. Daarom vroeg ik aan
mijn opdrachtgever de echte juwee
len om ze te laten taxeeren, ik wilde
niet als leugenaar voor u staan. Ik
ging met uw zuster naar Speedier,
de rest weet u.
Precies zoo had Schmidt vermoed.
Lore beefde van opwinding.
Herinnert u zich den bouquet ro
zen? ging Knauer voort, die na uw
geldzending aan de blinden thuisge
bracht werd met het kaartje „de
beide zusters mijn groote bewonde
ring”. Zij kwam van den man, die
u het geschenk gaf en daarmede zijn
vreugde uitsprak voor uw daad. U
moet namelijk weten, dat deze man
niets dan teleurstelling van zijn me-
demenschen ondervonden heeft. Hij
kon uw grootmoedigheid in het eerst
niet begrijpen. Ook de geschiedenis
met de kleine Marianna was niets
dan een proef. Toen de geneesheer-
directeur van het ziekenhuis u op het
kind opmerkzaam maakte, gebeurde
dit alleen in opdracht van de onbe
kende, die uw karakters wilde be
proeven. Knauer lachte. Bent u
nog altijd boos op mij, ik mocht niet
spreken en wat ik nu zeg is al te
veel geweest.
Mijnheer Knauer, dan... dan is
dat met het speelhol ook niet waar?
40)
Het werd negen uur. Bijna tachtig
verkochte plaatsen voor de tweede
voorstelling. Wat een blamage! Maar
dat lag alleen aan het weer, anders
niets. Het zou morgen wel beter zijn.
Er is nog een heer gekomen,
meldde men haar, maar hij heeft
niet naar u, maar naar uw zuster ge
vraagd.
Aha Knauer, de lieveling!
Lore knikte grimmig. Als er nog
iemand komt, dan ben ik niet te spre
ken, voor niemand! Zij ging dadelijk
naar het kantoor, waarheen men den
bezoeker had gebracht.
Het was werkelijk dokter Knauer,
die zich haastig verhief, toen zij bin
nenkwam. Hij begroette haar, maar
zij zag duidelijk de teleurstelling op
zün gezicht, dat hij Hanni niet zag.
U zult zich met mij tevreden
moeten stellen, begon zij koel. Er
zijn dingen op te helderen, waartoe
Hanni niet in staat is. Het ontbreekt
ons namelijk langer aan geduld, weet
n. Hanni en ik hebben geen lust meer
om langer in deze duisternis rond te
Helaas maar al te waar, juf
frouw Riedeler, antwoordde hij ern
stig. Als dat alles niet waar was
en niet met het huis gebeurd, dan
zoudt u er nu niet in wonen en dezen
bioscoop niet bezitten.
Dat begrijp ik niet.
Ook niet als u eens goed na
denkt.
Dat hebben Hanni en ik duizend
maal gedaan, zonder maar een stap
voorwaarts te komen.
Ik weet het, lachte Knauer. U
hebt krampachtige pogingen aange
wend om den gestelden termijn te
verkorten, en toch zou u alles op eens
heel duidelijk zijn geweest, als u
iets heel eenvoudigs had gedaan, als
u naar den naam gevraagd had van
den man, die het speelhol heeft be
zeten.
Lore staarde den spreker aan.
Mijn hemel, fluisterde
Waarom, o, ik zal morgen...
Neen, zeide hij beslist, nu
zult u niets meer doen, maar tot
morgenavond geduld hebben. Vertrou
wen tegen vertrouwen, juffrouw Rie
deler, belooft u mij dat?
Zij deed het aarzelend.
Goddank, hij zuchtte verlicht.
Zoo ver zijn we dus, en nu nog
gauw iets anders. Ik heb het plan
morgen officieel de ophelderingen in
uw huis te geven, ik zou daar enkele
menschen als getuigen bij willen uit
noodigen, Mijnheer Ryde en den ge-
DE NIEUWE R. K. KERK VAN ’VIERINGERWERF welke
gebouwd is van keien afkomstig van den voormaligen Zuiderzee-
dijk tusschen Aardswoud en Medemblik, wordt Zondag a.s.
plechtig ingewijd. (Polygoon)
neesheer-directeur, alsook Rem.ann,
Muller, Bertha en een zekeren Land-
mann, menschen, die mij bij het
werk geholpen hebben, dat niet‘pret
tig was, maar dat ik niet kon ont
gaan. Als u mijnheer Schmidt wilt
uitnoodigen dan staat u dat natuur
lijk vrij.
Lore werd gloeiend rood.
weet...
Natuurlijk, antwoordde hij en
onderdrukte een lachje. Natuurlijk
weet ik, dat u hem om hulp vroege
Maar dat was uw goed recht. Ziezoo,
du« al het belang- ike ir besproken^
Ik wilde eigenlijk morgen vroeg naar
de Thomasallee komen om dit alles
te vertellen, maar misschien is het
goed, dat ik u vanavond reeds sprake
Ik was wellicht morgen afgewezen^
Dokter Knauer, wij...
Neen, weerde hij af, u behoeft
u niet te verontschuldigen. U had
gelijk met mij te wantrouwen, maar
het heeft mij verdriet gedaan, enfin,
laten wij er niet meer over spreken^
Mag ik nog iemand uitnoodigen?
vroeg zij.
Hij lachte. Natuurlijk.
Dan wilde ik graag den jongen
architect uitnoodigen.
Hij knikte haar lachend toe.
Zij bloosde. Dat weet u ook al?
Nu ja, mijn menschen waren
erg flink,
ww
v< Ml?
TT
a
A
i PB
'v*
t
,|k
V
r
SB
y-
4
- -
r
A s i?"
-
X -
la
k