Mannen
De
Veluwe
van
mooie
Loosduinen
m
ALLE SPOREN LEIDEN
NAAR ULF
den Opbouwdienst als boscharbeiders
Drukke vischhandel te Scheveningen - Moerbeienpluk
IW
II
döO
rL
lil
IF
HA'AGSCHE COURANT VAN DINSDAG 13 AUGUSTUS 1940 TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
J
jdÉ
Ol!
M d
(Holland)
(Nadruk verboden.)
Roman van
RITZHANNS
Bewerkt door E. KOK
dat
1)
üWordt vervolgd.fi
DUITSCHE SOLDATEN LEGGEN IN DE VERWOESTE GEBIEDEN TIJDELIJKE TELEFOONLEIDIN-
GEN AAN, HETGEEN DIKWIJLS MET GROOTE MOEILIJKHEDEN
GEPAARD GAAT.
DE MOERBEI IS EEN GEWILDE VRUCHT VOOR HET MAKEN VAN JAM.
Op den Loosduinscheweg te Den Haag staat een groote boom, die men
druk bezig is van zijn prachtige vruchten te ontdoen. (Polygoon)
ge-
WANNEER LN SCHEVENINGEN de visch van den afslag komt,
vervoegen zich de vischverkoopsters bij de tusschenhandelaars. Na
vragen en bieden verdwijnt de visch bij kleine partijen in de heldere
emmers om langs de huizen verkocht te worden. (Holland*
de
hij
s-li
chef komt waarschijnlijk
overmorgen al terug, Lieske, hij heeft
daar straks met mij getelefoneerd.
De oude Lieske kijkt plotseling op.
Lieve deugd, overmorgen al, dan
mag ik me wel haasten en ik moet
DE V.V.V. TE EDE organiseert
tochten per Jan Plezier over de
mooie Veluwe. Een vroolijk gezel
schap onderweg. (Polygoon)
MANNEN VAN DEN OPBOUWDIENST
werken in de bosschen van het Staats-
boschbeheer te Noordwijk. Gekapte den
nen worden op maat gezaagd, om even
tueel te dienen als brandstof voor
houtgasgeneratoren. (Polygoon)
Ulf Hartmann slentert langzaam
door de Koningstraat naar Wannsee.
De zon werpt haar stralen over de
aarde en toovert op de wijde vlakte
van het meer een sprookje. Hel wit
lichten de zwellende zeilen. De stoom-
booten toeteren vroolijk en langs Hart
mann snellen de talrijke luxe auto’s,
Welke hun passagiers, ondanks het
vergevorderde uur, naar de havens,
het meer of het strand brengen.
Kerel, Hartmann, wat doe jij
hier in Wannsee?
Met een ruk blijft Ulf staan, hij liep
juist zoo heerlik te soezen, zoodat hij
hij het geluid van de stem een beetje
opschrok. Zijn kameraad uit de zeil-
club „Wannsee”, Paul Roderich,
staat voor hem.
Ulf begroet zijn kameraad harte-
see? vraagt hij, al op het punt van
afscheid te nemen.
Ulf Hartmann lacht. Ik werk,
Roderich. Mijn chef is op reis. Wij
verwachten vanavond echter nog een
belangrijk gesprek uit het buitenland.
Daarom moet ik zoolang in zijn villa
gaan zitten, totdat de telefoon schelt.
Nu, veel plezier, wenscht Rode
rich hem en voelt heelemaal niet, dat
deze gedachtenloos uitgesproken
wensch een weinig ironisch klinkt.
Ulf kijkt hem een beetje spottend
na. Hij is ervan overtuigd, dat Rode
rich niet veel idee omtrent zijn, Ulf’s,
aangelegenheden heeft. Hij werpt een
blik op zijn horloge. Het is kwart
over zes. Over een kwartier kon het
gesprek komen, hij moest zich haas
ten. Met vlugge stappen loopt hij
door de Koningstraat. De villa van zijn
chef lag in een stille zijstraat. Karl
Lieske, de oude tuinman wacht hem
op aan het tuinhek. Hij is de eenige,
die op de groote villa aanwezig is.
Nu, Lieske, begroet Ulf hem,
het is hier een beetje eenzaam hé?
Lieske neemt zijn pijp uit zijn mond
en schudt het hoofd. Men heeft zijn
werk mijnheer, de tuin moet onder
houden worden en de kamers moeten
ook een beurt hebben, anders vervuilt
alles.
De
club laat zien, hoort men niets meer
van haar.
Lore heeft altijd nog de betrek
king bij Braginsky en Co. in de Mauer-
straat. Zie je, dat is ook een reden,
waarom ik die betrekking heb aange
nomen, ondanks het vele tijdroovende
werk, dat er aan verbonden is.
Dat begrijp ik niet goed, ant
woordt Roderich verwonderd, wat
heeft Lore er mee te maken?
Roderich, wij kennen elkaar nu
lang genoeg. Je weet onder welke om
standigheden wij leven. Het kostte
moeder de grootste moeite mij myn
studie te laten voltooien. Vaak heb ik
gedacht, dat zij daarvoor van het geld,
dat Lore verdiende gebruik maakte.
Ik wil echter niet, dat Lore nog lan
ger op een kantoor zit. Zij moet wel
dra trouwen, moeder worden en geluk
kig zijn. Zij moet dat, wat zij ver
dient, kunnen sparen, zoodat zij niet
met leege handen staat. Ik ben ouder
dan zij en voel mij voor haar verant
woordelijk, dat moet je begrijpen.
Roderich kijkt den ander niet aan.
Hartmann is waarlijk een ander
mensch dan hij. Ploetert en tobt, om
dat hij thuis een moeder en een zuster
heeft zitten, die het nog eens goed
moeten gaan in het leven. Hij, Paul
Roderich, daarentegen, vergenoegt er
zich mede het geld van zijn vader op
een aangename wijze te laten rollen.
Het beetje werk, dat hij op het kan
toor van zijn vader doet, is niet noe
menswaard. En wat doe je op
dezen mooien zomeravond in Wann-
lijk. Ga je naar het clubhuis?
vraagt hij, is er iets bizonders van
avond?
Roderich lacht. De kleine Teske
heeft zich gisteren verloofd en nu is
er voor de leden een extra bowlavond.
Heb jij dan niets van Friedel Teske
gehoord, verleden jaar winter waren
jullie toch zoo vaak bij elkaar.
Hartmann zucht. Verleden jaar
winter was alles nog anders, dat weet
je immers Roderich. Ik heb intus-
schen de betrekking bij Hermsbach
aangenomen en sedert kom ik er nau
welijks toe mij met privé dingen be
zig te houden. Ik wist niet eens,
Friedel Teske zich verloofd had.
Je bent een vreemde kerel
worden Ulf, waarom heb je die
trekking aangenomen? Waarom houdt
je haar?
Ulf kijkt den ander met een eigen-
aardigen blik aan alsof hij hem wilde
vragen of dat niet vanzelfsprekend
was. Je weet zelf, dat ik mij voor
alles wat de economie betreft interes
seer. Toen Theo Hermsbach mjj, na
mijn afgelegd examen, aanbood zijn
secretaris te worden, heb ik niet lang
geaarzeld. Tenslotte is Hermsbach
een van de flinkste en succesvolste
groothandelaars, die wij hebben. Ik
heb ontzettend veel in dit half jaar bij
hem geleerd. De betrekking, welke ik
bij Theo Hermsbach heb, is een
springplank en geloof maar dat ik
deze zal gebruiken.
En je zuster, hoe gaat het haar?
Sedert jij je niet meer bij ons op de
DE OPBOUWDIENST IN NOORDWIJK. DAAR DE MANNEN HIER VELE
MAANDEN WERK ZULLEN VINDEN, BOUWEN ZIJ ZELF HUN WONING
IN DEN VORM VAN EEN BLOKHUT. (Polygoon)
BELGISCHE ARBEIDERS NAAR
DUITSCHLAND waar volop werk
is te vinden. Een der mannen ver
trekt uit Antwerpen. (Hoffmann)
nog spuiten, alles moet in orde zijn
als mijnheer terug komt.
Ulf knikt hem vriendelijk toe en
springt dan de paar treden van de
waranda op. Hij gaat een groote deur
door en komt in de hall van het huis.
Onmiddellijk links, ligt de biblio
theek, welke voor het grootste gedeel
te door een geweldige schrijftafel in
genomen is. Op de schrijftafel staat,
in een zware bronzen lijst, het portret
van een vrouw. Ulf Hartmann is hier
al vaak geweest, want het kwam heel
dikwijls voor, dat hij na sluiting van
het kantoor hier nog met zijn chef
doorwerkte. Het portret van de vrouw
heeft hem telkens weer opnieuw ge
troffen. Maar Theo Hermsbach is niet
getrouwd en de foto toont ook geen
gelijkenis met hem, dus een bloedver
want, moeder of zuster, schijnt het
niet te zijn. Ulf had nooit iets ge
vraagd. Maar nu hij in den grooten
schrijftafelstoel gaat zitten, bekijkt hij
opnieuw het portret. Het is alsof er
een geheim achter zit.
Hij legt sigaretten klaar, schuift een
aschbakje bij de hand en zoekt dan
in de groote boekenkast naar een
boek, hierbij komt hij langs de groote
schuifdeuren, welke de bibliotheek
van de woonkamer scheiden. Hij
schuift de deuren een eind van elkaar
en ziet nu, dat de tegenovergelegen
deur van de woonkamer in den ach
tertuin uitkomt. Daar het in de biblio
theek altijd een beetje donker is,
doordat de zware gordijnen zoowel
het geluid als het licht dempen,
schuift hij de deuren nog verder van
elkaar. Zoo heeft hij, van af zijn
plaats, een blik in de huiskamer,
waar de zonnestralen ongehinderd
binnenvallen. Hij gaat weer achter de
schrijftafel zitten en wacht op de tele
foon.
Voor hem liggen verschillende vel
len papier en potlooden, het zou kun
nen zijn, dat hij tijdens het gesprek
enkele notities moet maken. Bij
gedachte aan dit gesprek moet
lachen. Daar heeft een Amerikaan-
sche firma voor het aanstaande
Kerstfeest reeds nu bij Theo Herms
bach 100.000 kleine handventilatoren
besteld. Technisch speelgoed, voor
het doel nauwelijks te gebruiken^
Hermsbach heeft moeite gehad die
dingen in Duitschland te krijgen, ten
slotte heeft hij een firma gevonden,
welke zich bezig houdt met reparaties
en Ulf Hartmann kan de vertegen
woordigers van de Amerikaansche
firma vanavond vertellen, dat Herms
bach de bestelling zal leveren.
Het moeten wonderlijke menschen
zijn, die Amerikanen, denkt Ulf, dat
zij voor zulke dingen, welke meer
speelgoed zijn dan waardevol, geld
uitgeven. Als hij aan zulke dingen
denkt, dringt zich telkens opnieuw een
andere vraag aan hem op, namelijk
dat hij het voornaamste voor zijn
loopbaan mist: kennis van andere vol
ken, hun land en hun mentaliteit.
I
v
be-
^*$8
1
s 1
■-