de
van
Het sociale probleem
Rotterdamsche geëvacueerden
Haagsche Courant van Vrijdag 16 Augustus 1940.
■■I
1*1
het praalgraf
de Ruytec
van
van
Bescherming
ipl
K I
/i
STADSNIEUWS
DE NIEUWSTE MODE,
RAAD VAN VOORLICHTING
ONTVANGT DUITSCHE EN
NEDERLANDSCHE
JOURNALISTEN
MILITAIRE GOEDEREN
VERKOCHT
DERDE BLAD, PAGINA 1.
si
Binnenkort komt een groot aantal
woningen beschikbaar
Voorzieningen in de
tehuizen
I
Eb? I
De a-socialen en zieken
•J&
Kerk té
DE GEVAARLIJKE ZEE
Rijkscommissaris Seyss-Lnquart
als gast aanwezig
DUITSCHE MAR1NEKAPEL
CONCERTEERDE
rijkscommissaris voor Rotterdam, mr.
de Wilde.
van
het
POLITIE NEEMT WERKPAKKEN,
DEKENS, SCHOENEN EN ONDER-
KLEEDING IN BESLAG
„MEISJES IN UNIFORM” IN HET
STUDIO-THEATER
Dr.
den
Gratis-bijvoegsel van de „Haagsclie Courant”
Tijdens de rede van dr, Th. Goede wagen. Links van hem Rijksminister Seyss-Inquart.
[Polygoon)
Bij dit nummer ontvangen de ge
abonneerden No. 14 van het Tijd
schrift „DE N1EUWSTF
MOD E”.
Figuur 1 in dit nummer is een over
gooier! je van dunne stof of linnen,
waaronder gebloemd broekje of blousje
wordt gedragen, voor kleine meisjes.
Alleen van 46 en 68 jaar, waarvan
het patroon a 10 cents verkrijgbar is
aan ons Centraal Aan neem bureau, Wa
genstraat 3537.
JUBILEUM BIJ PAN DER
Heden herdacht de heer G. Verbeek, em
ployé op het behangerij-kantoor der firma
Pander, den dag, waarop hij 25 jaar ge
leden in dienst trad bij de deze firma.
Om 10 uur vanochtend werd de jubilarsi
door de directie ontvangen en toegespro
ken. Hierna had een feestelijke herdenking
plaats op de afdeeling, waar de heer Ver
beek werkzaam is. Allereerst werd hij
toegesproken door den chef van het be-
hangerij-kantoor, den heer Boks, en ver
volgens door den procuratiehouder. Van de
collega’s mocht de heer Verbeek geschen
ken en bloemen ontvangen.
De jubilaris heeft in een korte toespraak
dank gezegd voor de vele blijken van be.
langstelling.
VOET VERBRIJZELD
In de Tesselschestraat is gistermid
dag omstreeks twee uur een vierjarig
knaapje, L. S„ wonende aan die straat,
onvoorzichtig den rijweg overstekend
door een wagen van lijn 10 aange
reden. Het ventje is met verbrijzelden
linkervoet naar het Roode-Kruiszieken-
huis overgebracht.
Meisje aan den dood ontsnapt
Op het Stille Strand waren gistermid
dag een 16-jarig meisje, wonende aan
de Veenkade en een 14-jarlg meisje, uit
de Trompstraat, aan het baden.
Op een gegeven oogenblik verloren
beide vasten grond en werden ze de zee
ingetrokken. Het 14-jarige meisje werd
echter door een golf op het strand terug
geslagen, doch het 16-jarige meisje, ge
naamd E. C. v. W„ geraakte in levens
gevaar.
De hoofdagent van politie v. d. Stelt,
die de gevaarlijke positie zag, waarin
het meisje verkeerde, begaf zich onmid
dellijk gekleed te water. Met assistentie
van burgers gelukte het het meisje op
het strand te krijgen.
In het posthuis op het strand werd zij
van droge kleeren voorzien en kon zij
op verhaal komen. Op eigen gelegenheid
is het meisje later met een ervaring rij
ker, naar huis teruggekeerd.
Het inmetselen van het praalgraf van Michiel Adriaansz. de Ruyter in de Nieuwe
Amsterdam nadert zijn voltooiing. Binnenkort zal alleen een muiur de plaats aangeven, waar onze
zeeheld begraven ligt. (Polygoon)'
In ’t Studio-theater wordt deze week
een reprise gegeven van de bekende
film „Meisjes in Uniform”, waarin
Hertha Thiele, Dorothea Wieck, Emilia
Unda en Hedwig Schlichter de hoofd
rollen vervullen. Op de foto Hertha
Thiele,
Twee groepen onder de geëvacueer
den, die speciale aandacht vragen, zijn
de a-socialen en de zieken, ouden van
dagen en gebrekkigen. De groep der
a-socialen is veel grooter dan men wel
denken zou. Ze vereischen een zeer
bijzondere behandeling. Met dankbaar
heid vermeldde generaal Röell in dezen
het Leger des Heils en de stichting
het „Hooge Land”. Men tracht deze
levensschipbreukelingen weer vasten
grond onder de voeten te geven.
Zieken, ouden van dagen en gebrek
kigen dienen of tezamen in een aan
genaam, rustig tehuis te komen of op
genomen te worden in een rijks- of
gemeentelijke inrichting. De stappen in
dezen worden uiteraard genomen in
overleg met den gemeentelijken genees
kundigen en gezondheidsdienst. Ook
ten aanzien van het tweede punt, de ge
neeskundige, gezondheids- en morali-
teitszijde verleent de G.G.D. voort
durend volle medewerking.
In het bijzonder geldt dit voor de
legering. Zooals bekend, werden de ge-
evacueerden in het begin ondergebracht
in groote ruimten, waar geslapen moest
worden op den grond, eerst op los stroo
en toen op matrassen, zonder eenige
afscheiding, terwijl de sanitaire en
verplegingsmaatregelen uitermate sum
mier waren. De Dierentuin vormde
hierop nog een gunstige uitzondering.
Over scholen heeft men niet de vrije
beschikking. Nu de winter nadert en
het zich'"laat aanzien, dat het grootste
gedeelte van de Rotterdamsche gasten
nog niet onmiddellijk zal vertrekken,
moeten maatregelen van eenigszins
blijvenden aard genomen worden.
In samenwerking met den G. G. D.
wordt een stelsel ontworpen, waarbij
door het maken van afscheidingen
slaapplaatsen ontworpen worden, zoo
als men die in normale gezinnen toch
ook kent
Het ligt in het voornemen, de onge
huwde mannen onder te brengen in
apart voor hen ingerichte tehuizen, ter
wijl ook voor de jeugd, van 10 tot 12
jaar, vermoedelijk afzonderlijke zalen
zullen worden ingericht, met afschei
ding van beide geslachten.
Voorts brengt men ook douche-gele-
genheden aan. Voor den Gemeentelij
ken Geneeskundigen en Gezondheids
dienst heeft thans ook een geregeld
kinderonderzoek plaats, hetgeen zeer
merkbaar is in den gezondheidstoe
stand.
Een geluk bij een ongeluk is, dat
deze sociale maatregelen groote opvoe
dende kracht blijken te bezitten. Ko
mende tot punt 3, het sociale vraag
stuk van het gezinsverband uit bezien,
is het van belang, er op te wijzen, dat
getracht wordt de elementaire eischen
van een behoorlijk gezinsleven, zooals
orde en netheid, tucht, moraliteit, ver
pleging. kennis van de huisvrouw van
het herstellen van kleeren en van een
doelmatige voeding, zooveel mogelijk
aangekweekt of versterkt worden. De
kinderen gaan weer naar school en
krijgen behoorlijke sportieve genoe
gens, terwijl de oudere meisjes en
huismoeders les krijgen in het herstel
len van kleeding, breien, mazen, e.d.
Men tracht werk voor hen te vinden,
of men verstrekt kleine voorschotten.
Zoo laat men geen middel onbeproefd
om deze landgenooten voort te helpen
en hen zelfs, waar dit mogelijk is, op
een hooger levensplan te brengen, zoo-
dat later zal blijken, dat deze tijd voor
deze menschen ook nog een goede zijde
heeft gehad.
Veel belangstelling op den Boulevard
In de muziektent, opgeslagen op het
parkeerterrein aan den Boulevard
(Strandweg) te Scheveningen, ter
hoogte van het Grandhotel, heeft gis
teravond van 89 uur de Duitsche
Marinekapel een concert gegeven.
Veel belangstellenden hadden zich
zoo tegen 8 uur rond de muziektent
opgesteld, om eens te luisteren naar de
prestaties van de Duitsche Marineka
pel onder leiding van kapelmeester
Ziesemann. Precies op tijd hief de diri
gent zijn stok op en weerklonken de
eerste tonen van een pittigen marsch,
frisch en vlot ten gehoore gebracht.
Een zeer afwisselend programma werd
ten beste gegeven. Nu eens een marsch,
dan weer een zwaar orkeststuk. Doch
ieder nummer had bij de steeds talrij
ker wordende toehoorders veel suc
ces. Al salueerende dankte kapelmeester
Ziesemann voor ieder applaus.
Toestemming van kapitein
en fourier
De soldaat beweerde tijdens het
verhoor, dat hij permissie van zijn
kapitein en den fourier had gekre
gen de goederen te verkoopen. Van
de opbrengst zouden de jongens een
gezellig fuifje hebben. Bij den opkoo-
per had hij een soort bewijsje ge
toond, waaruit bleek, dat hij gemach
tigd was de goederen te verkoopen.
Daar de verdachte in Rijswijk ge
legerd is en de verduistering aldaar
is gepleegd, is de aangehoudene naar
Rijswijk overgebracht, waarheen ook
de in beslag genomen goederen zijn
vervoerd.
De Rijswijksche politie zal de zaak
verder onderzoeken. Men acht de mo
gelijkheid niet uitgesloten, dat nog
meer frauduleuze handelingen aan
het licht zullen komen.
De opkooper en de schoenmaker
krijgen een proces-verbaal wegens
het opkoopen van militaire goederen.
Nadat dr. Karl Scharping van de
persafdeeling van de Duitsche Rijks-
regeering nog eenige woorden had ge
sproken, waarbij hij zeide, dat het
hem verheugde dat in Nederland zoo
weinig schade door het oorlogsgeweld
was aangericht vergeleken met
Frankrijk en België en nadat de Rijks
commissaris de Nederlandsche jour
nalisten had uitgenoodigd in Septem
ber a.s. een bezoek aan Berlijn te
brengen, bracht het gezelschap den
tijd verder door in een geanimeerd ge
sprek.
Toespraak tot de Nederland
sche journalisten
Voordat de Rijkscommissaris, met
zijn medewerkers en de Duitsche
journalisten was verschenen, had de
voorzitter van de Raad van voorlich
ting, bereids de aanwezige Neder
landsche journalisten als volgt toege
sproken:
Als voorzitter van den Raad van
Voorlichting verheugt het mij U allen
van deze plaats te begroeten. In dezen
tijd van spanning en vernieuwing,
waarin een oude wereld en oude maat
schappelijke vormen langzaam aan
vervangen worden door nieuwe vor
men, is het noodig, dat de journalis
ten samenwerken en elkander vinden
in het vervullen van hun taak in den
nieuwen geest. Wij beleven de geboor
te van een nieuw leven, van een nieu
we wereld en als iedere geboorte gaat
ook deze gepaard met spanning. De
Raad van Voorlichting heeft zich tot
doel gesteld in dit moeilijke proces
leiding te geven en van voorlichting te
dienen en hier met zuivere Nederland
sche gedachte voor oogen, de helpen
de hand tte bieden, welke noodig is.
Ik leg hier den nadruk op zuiver Ne
derlandsche. Hoe zouden wij iets kun
nen bereiken door klakkelooze overna
me van anderen? Wij kunnen alleen
iets bereiken wanneer wij ons op Ne
derlandsche basis stellen. Wij kunnen
dit alleen dan in een goeden vorm gie
ten, wanneer wij vasthouden aan de
Nederlandsche traditie, maar toch al
leen in dezen zin, dat wij op basis van
die traditie, trachten onze gedachten
ten volle te ontwikkelen. Wij hebben
de gedachte naar voren gebracht van
een Nederlandsche pers, welke zich
baseert op den grondslag van het ver
worvene. Het verheugt ons dat U in
grooten getale hier aanwezig zijt,
want wij zien daarin een bewijs van
sympathie een bewijs van medeleven
met onze zaak. Tenslotte is de situatie
zoo, dat wij als leden van de Neder
landsche Pers met de Duitsche over
heid zullen samenwerken op een wijze,
welke niet alleen loyaal, maar welke
ook hartelijk zal zijn.
In den Haag .heeft, zooals men
weet, een groot aantal Rotterdamsche
geëvacueerden een vriendelijk en
gastvrij onthaal gevonden. Zij zijn
ondergebracht in scholen en gebou
wen. Natuurlijk doen zich daarbij
vele moeilijke vraagstukken voor,
vooral het sociale probleem vraagt
de aandacht.
Wij hebben jhr. W. Roëll, generaal-
majoor b.d. oud-commandant van het
veldleger en voorzitter van de Haag-
sche Stichting tot hulp aan Rotterdam
sche vluchtelingen, bereid gevonden
ons hierover het een en ander mede
te deelen.
Zooals het zich van het begin af
deed aanzien, zouden de sociale pro
blemen, welke de zaak der geëvacu
eerden omringen, beheerschend wor
den voor de toekomst. Aanvankelijk
was de psychische schok, welke het
gevolg was van het bombardement
op Rotterdam, de daarbij geleden
verliezen aan menschenlevens en het
verloren gaan van zooveel bezittingen,
zeer groot. Thans zijn ze dezen
schok eenigszins te boven gekomen,
hoewel nog niet ten volle, zooals tel
kens blijkt, wanneer er gedurende
den nacht ontploffingen van luchtbom
bardementen of het gedreun van het
luchtafweergeschut hoorbaar zijn, zoo-
dat allerlei andere problemen optre
den. De kleine vragen van den dag
betreffende kleeding, voeding en ont
spanning willen we hierbij buiten be
schouwing laten, hoewel ze voor de
geëvacueerden, die bijna allen tot de
„kleine luyden” behooren, begrijpelijk
een groot gewicht in de schaal leggen.
Het sociale probleem kunnen we, al
dus generaal Roëll, in drieën verdee-
len:
1. Algemeene sociale zorg.
2. De geneeskundige, gezondheids-
en moraliteitszijde.
3. Het sociale vraagstuk van het
gezinsverband uit bezien.
De algemeene sociale zorg
De algemeene sociale zorg kan in
feite worden samengevat in de vraag
of een eigen gezinsleven in een eigen
huisje wederom hersteld zal kunnen
■worden, en of verdiensten, liefst door
arbeid of anders steun en voldoende
meubilair e.d. om een normaal ge
zinsleven mogelijk te maken, beschik
baar zullen komen. De enorme ver
nietiging van woningen ongeveer
50.000 met alles wat zich daarin
bevond, heeft een groote schaarschte
veroorzaakt.
Na het optreden van ir. Ringers
als materialendictator is een zekere
ordening ontstaan, waardoor de moge
lijkheid nagegaan kan worden om tot
herstel van het vernietigde over te
gaan.
Het zal echter nog wel lang duren,
voordat de vernietigde arbeiderswo
ningen te Rotterdam weer opgebouwd
zullen zijn of vervangen.
Daarom is het gelukkig, dat er
4hans bij de hierbij betrokken
instanties een sterk streven, dat
reeds met een aanvankelijk suc
ces bekroond is, merkbaar is om
belanghebbenden aan woningen te
helpen, overal in Nederland waar
woningen en zoo mogelijk ook
arbeid beschikbaar is, of zooals
men dit is gaan uitdrukken, over
Nederland „uit te strijken”.
Hierin komt gelukkig teekening,
evenzeer als in het vraagstuk of er
steun gegeven zal worden, daar waar
geen arbeid is. Het spreekt vanzelf,
dat hoe gastvrij de gemeenten rondom
Rotterdam, waartoe ook ’s-Gravenhage
behoort, dan ook mogen zijn, geen
harer het een aanlokkende gedachte
vindt, om zoovele nieuwe werkloozen
onder de hare op te nemen en den
druk op de gemeentelijke arbeids
markt nog te vergrooten.
Intusschen is, zooals gezegd, dit
vraagstuk in beginsel reeds opge
lost. Zoo bereikte b.v. onze Stich
ting, aldus generaal Röell, het heu
gelijke bericht, dat eerstdaags een
groot aantal woningen in de om
geving van den Haag zal wor
den ter beschikking gesteld.
Daarnaast blijft dan echter het
vraagstuk van het huisraad, kook- en
slaapustensilien, zoomede dat van de
linnenkast. Welnu, ook hierin komt
tokening, nu deze zaak gecentrali
seerd is. Door deze centralisatie is het
hogelijk, een redelijke verdeeling te
verkrijgen van het plaatselijk bijeen
gebrachte huisraad. Nu moet men niet
denken, dat dit alles zoo maar een,
twee, drie klaar kan zijn, want tus-
schen de beslissing, dat elk gezin zelf
standig zal gaan wonen en het werke
lijk binnentreden in dit nieuwe „be
loofde land” liggen nog vele vraagstuk
ken, welke opgelost moeten worden.
Men mag echter verwachten, dat dit
ook zal geschieden. Zeer zeker komt
bovenstaande beslissing ook ten goede
Aan het Nederlandsche volk als geheel.
Een woord van hulde past in dit ver
band dan ook de evacuatie-commissie
o.Lv. ir. Goetz en ir. Lammers en daar
bij mag niet worden vergeten, dat hun
Werk een onderdeel is van dal van den
De Raad van Voorlichting voor de
Nederlandsche Pers heeft gistermid
dag in den tuin van Kasteel Oud-Was
senaar, een thee aangeboden aan een
aantal vooraanstaande Duitsche en
Nederlandsche journalisten, waarbij
als gast aanwezig was de Rijkscommis
saris voor de bezette Nederlandsche
gebieden, Rijksminister Seyss-Inquart.
Voorts waren als genoodigden tegen-
vzoordig o.a. de navolgende Duitsche
autoriteiten Commissaris - Generaal
Schmidt, prof. Wehoffsich, Oberregie-
rungsrat Hushahn, Gezantschapsraad
dr. Mohr, major Macketanz en de hee-
ren von Tiedemann, Dezernent Janke,
dr. Edgar Schmidt-Burgh, Vandeloo,
Steinweg, Himmel, dr. Ström en Ober
leutnant z. See Lyons.
Begroetingswoorden dr.
Goedewaagen
Goedewaagen, voorzitter
Raad van Voorlichting,
lichaam, dat zich ten doel gesteld
heeft, de Nederlandsche pers in de
door de veranderde omstandigheden
gewenschte banen te leiden en dat
tevens de stichting eener Nederland
sche perskamer voorbereidt sprak
eenige begroetingswoorden tot den
Rijkscommissaris, diens medewerkers
en de Duitsche journalisten.
Hij wees er op, dat de Hollanders
menschen zijn, die den Duitschers
door het bloed en door den geest ver
want zijn. Thorbecke heeft het dik
wijls uitgesproken onze cultuur be
hoorde en behoort met de Duitsche
cultuur tezamen tot een stam, de Ger-
maansche stam. De menschen, die hier
leven, zijn U in wezen verwant en zijn
ten deele met U door het lot verbon
den. Wij Nederlanders zijn er trotsch
op, dat men onze geschiedenis bestu
deert en ook onze schilderkunst, onze
architectuur, onze muziek en onze ste
den. Nog trotscher zijn wij er echter
op, dat men niet alleen ons verleden
bestudeert, maar ook onze tegenwoor
dige situatie. Met het verstand alleen
kan men een cultuur en ook de
Nederlandsche cultuur, niet begrijpen.
Om onze cultuur in haar tegenwoordi-
gen toestand met haar moeilijkheden,
mogelijkheden en eventualiteiten te
bestudeeren en te ondergaan, heeft
men intuitie noodig. Wat den historie
schrijver ontbreekt, bezit de journa
list, n.l. het levende in zijn onmiddel
lijke nabijheid in zijn actualiteit vast
te houden. Dat het ook U Duitsche
journalisten zal gelukken, dit hier in
de Nederlanden te bereiken is onze
wensch, ja onze overtuiging. Dat deze
eerste voorwaarde, welke tegelijker
tijd het doel was van Uw arbeid, zich
heeft vervuld, geeft ons de zekerheid
van een steeds vruchtbare samenwer
king. Voor den opbouw van een nieuw
Europa zijn wij beiden noodig. Wij
zullen moeten samen werken. Wij zul
len elkander steeds weer moeten ont
moeten.
Dezer dagen kwam een militair van
den Opbouwdienst met een bakfiets
voorbijrijden bij den 41-jarigen A. K.,
die een opkooperszaak in de binnen
stad heeft.
De militair ging naar binnen en
vertelde den opkooper, dat hij Jan
sen heette en een partijtje militaire
goederen had. Of de koopman er niets
voor voelde voor een zacht prijsje
de eigenaar daarvan te worden?
Ondanks het feit, dat de koopman
wist, dat hij geen militaire goederen
mocht opkoopen, voelde hij veel voor
de transactie.
Voor 45 kwam K. in het bezit
van 40 militaire werkpakken, 40 wol
len dekens en een stapel militair on
dergoed.
De vrouw van den opkooper kwam
ook eens even kijken wat voor zaken
haar man nu weer deed en werd
voorgesteld aan den verkooper.
Ze raakten gezellig aan het praten en
toen deze hoorde, dat de vrouw van
K. een Amsterdamsche was, was hij
zeer verrukt.
Ja, zei hij. Ik vond het al
vervelend al die kostelijke spulletjes
in den Haag te moeten verkoopen.
Veel liever had ik m’n goed in Am
sterdam verkocht. Maar nu is de
zaak voor elkaar hoor! En met een
leege bakfiets verdween hij. Al spoe
dig kwam het de politie ter oore wat
voor goede zaken de opkooper had
gedaan.
Hij werd met een bezoek vereerd
en een groot gedeelte van de klee
ding kon in beslag genomen worden.
Bij een nader onderzoek kwam heel
wat aan het licht. De koopman had
zijn aankoop niet in zijn koopregister
aangeteekend. Verder bleek, dat
Jansen voordat hij bij K. kwam, op
bezoek was geweest bij den 58-jarigen
schoenmaker T. W. S. in dezelfde
straat een zaak drijvend.
Deze had nog 40 paar militaire
schoenen van hem gekocht. Ook deze
partij kon in beslag genomen worden.
Na lang zoeken heeft de politie
meneer Jansen weten op te sporen.
Het bleek de 37-jarige soldaat
A. D. D. U. van den Opbouwdienst
te zijn, afkomstig uit IJmuiden en
gelegerd in een school aan den van
Vredenburchweg te Rijswijk.
Frauduleuze practijken van een
soldaat van den Opbouwdienst
1
K
■5sm
j wl
f
Wstj
w
s