HAAGSCHE COURANT Eenheid het terrein der PATIENCE VOORHEEN EN NU van De Opbouwdienst neemt werk grootschen omvang ter hand °P liefdadigheid gewenscht IN EN OM DEN HAAG Zaterdag 17 Augustus 1940. en STADSNIEUWS Inpoldering van Ketelplaat en Slikplaat te Papendrecht man voor 800 gedurende 2 jaren Versnippering werkt rem mend en verwarrend Majoor Breunese steekt f de eerste spade in Arbeid den grond DERDE BLAD H.T.M.-BUSRITTEN NA AFLOOP DE LIJNEN TRAMDIENST OP 8, 9 EN 14 De aankomst van de boot met genoodigden. an arbeiders bij het ,werk „Gij hebt in de burgermaatschappij geen arbeid kunnen vinden. Heerlijk, dat gij thans een werk kunt verrichten ten nutte van ons volk en van ons vaderland. Ik hoop, dat gij het zult doen in kameraadschappelijken geest en dat het Nederlandsche volk de beteekenis ervan zal verstaan!” OOM KOOS. een uur zal Het groote werk De verschillende onderdeelen ter {Van onzen specialen verslaggever.) De dag van gisteren was voor den Opbouwdienst een alleszins beteeke- nisvolle. Met de uitvoering van een grootsch werk, waarbij in de toe komst ongeveer 800 man gedurende twee jaren arbeid zullen vinden werd begonnen. De eerste spade Hierop stak de leider van den Op bouwdienst de eerste spade in den grond en met deze symbolische daad, hadden de werkzaamheden officieel een aanvang genomen. Daarna gaf majoor Mallinckrodt het bevel: „Aan den arbeid”. No. 17649 deze nog rijwiel- zooveel zijn gekocht, dat er op hem i l i i Naar het werk Van Dordrecht uit werd per boot naar het werk gevaren. Behalve de genoo- digden, bevonden zich aan boord ook ruim 300 militairen, de eerste ploeg. De stemming onder de jongens, deed herinneren aan den mobilisatietijd. Uit volle borst klonken de „hymnen”, die in dezen tijd haar ontstaan hebben ge vonden, over het wijde water. „Blonde Mientje”, met het hart van prikkel- In een verrassend snel tempo volg den de mannen dit bevel op. Zoden werden afgestoken en in piepende krui wagens verder getransporteerd. Het klonk als een lied van den arbeid! Stoere mannen, blakend van gezond heid en levenslust bewerkten den bodem, waaraan zij zoo zijn gehecht, ten dienste van de gemeenschap. Achtereenvolgens zal daarna hand worden genomen het maken van sluizen (beer- of schutsluizen), het maken van watergangen in den pol der, de aanleg van wegen (twee zijn er geprojecteerd), het maken van los en laadplaatsen of havens, omspitten van het aanwezige riet, het egalisee- ren en verkavelen van het terrein, enz. vruchtbare grond kon nimmer als bouw- en weideland dat rendement opleveren, als men wel zou willen. Oorzaak hiervan is de periodiek te- rugkeerende hooge waterstand van de rivier, waaraan ’t gffenst. ’t Eerste werk zal dan ook zijn, verhooging van de zomerkade van 2.50 m. op 3.50 m. Daar achter komt het feite lijke dijklichaam, bestaande uit zand, dat met zuigers uit de rivier zal dijklichaam van 5.70 m. ook vooral gaat om de idee. Ons volk moet één jpijn, wil het zich kunnen handhaven en wel op ieder terrein, en dus ook op dat van den financieelen steun aan getroffen landgenooten. De tijd van versnippering, van verdeeling in groote, kleine en hééle kleine groe pen, is voorbij. De waarheid gebiedt te erkennen, dat de meeste comité’s, die in deze maan den zijn opgericht om de oorlogsslacht offers te helpen, voelirig houden met de' Nationale Inzameling 1940. Zij ge ven op, hoeveel zij ingezameld hebben of zij dragen dat bedrag geheel of ge deeltelijk af aan de Nationale Inzame ling. Het beste is natuurlijk, indien zij het geheel afdragen en de Nationale Inzameling laten zorgen voor de ver deeling. Maar indien dat niet geschiedt, bestaat het gevaar, dat er menschen zijn, die meer ontvangen dan de an dere. Het is natuurlijk, dat een comité, dat werkt in een gedeelte van ons land, waar vele goed-gesitueerden wo nen, meer bijeenkrijgt dan een comité, dat het van dubbeltjes, stuivers en centen moet hebben. Maar alle getrof fen landgenooten, of zij nu in een rijke of in een arme streek wonen, moeten in dezelfde mate geholpen worden. Daarom is het noodzakelijk, dat de ge- heele inzameling en verdeeling staat onder één toezicht. Nog steeds komen er giften binnen bij de verschillende comité’s en deze giften moeten door blijven gaan, want het aantal oorlogs slachtoffers wordt steeds grooter en wie weet wat de toekomst zal brengen. Het is ons bekend, dat het geregeld voorkomt, dat een bedrag gestort wordt op een verkeerd gironummer. Hieruit blijkt wel, dat er ook bij het publiek verwarring heerscht, hetgeen natuur lijk het gevaar in zich bergt, dat het door de boomen het bosch niet ziet, waardoor de lust tot geven automatisch vermindert. Tenslotte willen wij nog wijzen op een belangrijken factor. Indien de inza meling staat onder leiding van één co mité, dat zjjn vertakkingen heeft in alle plaatsen van het land laten dat desnoods voor een deel de thans be staande comité’s zijn dan krijgt men veel meer gedaan van de gemeente besturen, die terecht allerlei comité’s hun gang niet willen laten gaan, maar wél geneigd zouden zijn om de ver bodsbepalingen niet te laten gelden voor een groote, landelijke actie en daartoe zelfs genoodzaakt kunnen wor den. De winter nadert en er zal in de ko mende maanden veel nood gelenigd moeten worden. Daarom is het noodig, dat de éénheid in de organisatie der liefdadigheid en hulpvaardigheid spoe dig tot stand komt. Het comité Nationale Inzameling 1940 moet worden het centrale lichaam en zal als zoodanig enkele reorganisaties moeten ondergaan. Naar onze meening zijn wij dan op den goeden weg. worden gezogen. Het met een totale hoogte van 5.70 zal door klei worden omkleed. Een indruk van den omvang van dezen dijkaanleg krijgt men, wanneer men bedenkt, dat hij zich uitstrekt over een lengte van ongeveer 1,5 km. Het werk ressorteert onder het res trict, waarin kapitein J. C. G. Nottrot het technisch toezicht uitoefent, ter wijl ter plaatse de luitenant der genie Kroes van technische voorlichting zal dienen. prettig en hoopvol aan. Het is maar te hopen, dat het publiek zijn streven om het Nederlandsche tooneel op een nog hooger en beter plan te brengen daadwerkelijk zal steunen door regel matig en druk bezoek van de voorstel lingen. Den vasten bespeler van onzen Haagschen Schouwburg is dat van harte gegund. Er wordt, zoo vernamen wij tenslotte nog, gewerkt in twee ploegen. Per dag wordt door elke ploeg slechts 4 uren gespit, terwijl de resteerende tijd benut wordt voor sport en ontwikkeling. Per boot worden zij van en naar Dordrecht gehaald en gebracht. ■mi - ml {■Polygoon# Dank zij de medewerking der auto riteiten is het mogelijk de bestaande busdiensten na afloop van de tram- diensten op de lijnen 8, 9 en 14 tot en met 1 September a.s. te handhaven, en wel als volgt: M van Maandag t.m. Vrijdag wordt een beperkte dienst gereden tot 24.— uur van het Kurhaus. Op Zaterdag en Zondag wordt beperkte dienst gereden tot 1.— van het Kurhaus. Alle lof voor hen, die binnen een maand tijd er in zijn geslaagd een dusdanig project voor werk- Rrage handen te vinden ten dienste van de gemeenschap. Zij gaven hierdoor blijk te be schikken over den zoo roemruch- tigen Hollandschen geest van aan pakken en doorzetten Talrijke menschen in ons land zijn door den oorlog zwaar getroffen, door dat hun have en hun goed gedeeltelijk of geheel vernield werd en doordat zij niet meer in staat zijn hun bedrijf uit te oefenen. Reeds van den aanvang van den oorlog af, heeft bij het Nederland sche volk sterk het gevoel geleefd, dat zij, die gespaard bleven, de anderen moesten helpen. Het middel daartoe is bij ons altijd de inzameling geweest en aanstonds vormden zich talrijke co mité’s en comité’tjes, die er voor zou den zorgen, dat de dubbeltjes bij el kaar kwamen en verdeeld werden. Wij hebben ons eens de moeite getroost de comité’s, die ons bekend zijn, op te tellen en kwamen tot het getal 25 Dit zijn alleen nog maar de grootere, die meer dan plaatselijke bekendheid ge nieten. Er zijn bovendien nog vele kleine comité’s, die in engen kring voor een bepaalde, soms zeer kleine groep van ons volk arbeiden. Het heeft geen zin, in dezen namen te noemen. „Maar wij hebben toch een comité Nationale Inzameling 1940, dat onder leiding staat van mr. dr. K. J. Frederiks, waarnemend hoofd van het departement van Binnenlandsche Za ken, mr. Mente en mr. H. M. de Vries”, zal menigeen zeggen. Dat is juist, maar de groote „maar” dat daar naast nog vele comité’s min of meer zelfstandig arbeiden. Zij hebben een eigen gironummer, een eig^n boekhou der, een of meer kantoorjuffrouwen. De comitéleden, althans de voor- naamsten er van, maken reizen, hebben het recht met een auto te rijden, hoe wel we zuinig moeten zijn met iederen druppel benzine, enz. enz. Hoewel ver schillende comitéleden zich voor het goede doel offers getroosten, hun toewijding en liefdadigheidszin staan natuurlijk boven verdenking, dit stel len wij voorop is het begrijpelijk, dat het totale bedrag onkosten van al deze comité’s niet gering is. En de be doeling is toch, dat zooveel mogelijk binnen komt en zooveel mogelijk ver deeld wordt onder de getroffenen. Zoo ergens eenheid gewenscht is, dan is het toch wel op het terrein der liefdadigheid. Vooral Is dit het geval, wanneer ’t er om gaat den slachtoffers van een nationale ramp de helpende hand te bieden. Eén voor allen en allen voor één, zij het parool. Indien vele menschen van al hun aardsche bezit beroofd worden, is dat niet alleen voor hen een slag, maar ons geheele volk ondervindt er min of meer de nadeelige gevolgen van. En daarom moet ook het geheele Nederlandsche volk als één man helpen. Men begrijpe goed, dat dit niet alleen, o.a. om de bovengeschetste redenen, het meest „economische” is, maar dat het hierbij Het betreffende werk omvat een terrein van ongeveer 80 H.A. bevat tende ongeveer 55 cm bruine en 45 cm. blauwe klei. Het wordt omgeven floor de rivier de Merwede en den ^apendrechtschendijk en doorsneden floor den Ketel, aan welk laatstge noemd water het zijn naam dankt, t-w. Ketelplaat met de daarbij be boerende Slikplaat. Deze zoo uiterst draad bleek aan populariteit nog aller minst te hebben ingeboet. Bij den aanlegsteiger werd het gezel schap ontvangen door den burgemees ter van Papendrecht, den heer van Rees. In carré stelden de mannen, ge wapend met den schop, zich op. Een ongewoon schouwspel op dezen stralen- den zomerdag. Majoor Mallinckrodt presenteerde zijn mannen aan majoor Breunese, die daarna de volgende toespraak hield. Toespraak majoor Breunese Mannen, wij zijn hier bijeen voor de inpoldering van de Ketelplaat, teneinde 80 h.a. grond weer vruchtbaar te ma ken. Gij hebt in de burgermaatschappij geen arbeid kunnen vinden. Heerlijk, dat gij thans een werk kunt verrichten ten nutte van ons volk en van ons vaderland. Gij zult het u tot een eer rekenen, dit ten profijte van de gemeen schap te kunnen doen. Ik hoop, dat gij u in kameraadschappelijken geest, aan deze taak zult geven. Ik hoop, dat een sfeer van vertrouwen zal ontstaan, een sfeer, waaraan ons volk zoo’n behoefte heeft. Ik hoop voorts, dat het Nederland sche volk de beteekenis van het werk zal verstaan. Wat hebben wij toch een mooi land, ons vaderland en hoe zijn wij aan den vaderlandschen bodem gehecht! Mannen, zijt gij bereid in kameraad schappelijke samenwerking het werk te doen? Uit de honderden kelen klonk een krachtig: „ja”. Majoor Breunese besloot zijn toe spraak met een: „leve het vaderland”, een kreet, die met een driewerf hoera, werd onderstreept. geheele amusementsbedrijf is overal elders een moeilijke weest. Daarom moet elk symptoom van herstel dan ook met ingenomen heid worden begroet. Uit dien hoofde deed het optimistische geluid, dat de heer Verbeek deed hooren aan den vooravond van zijn nieuwe seizoen zoo Ons Residentie-tooneel schijnt ook lang niet bij de pakken neer te zitten. Voor het tooneel en trouwens voor het het als tijd ge- Men beschikt over een door de Neder landsche Heide-Maatschappij uitge bracht rapport ten aanzien van den aard van den bodem, terwijl voor de technische onderdeelen nauw contact bestaat met den betreffenden dienst van den Rijkswaterstaat. De burge meester der gemeente, de heer P. van Rees, had reeds een plan laten ontwer pen in 1927, doch dit kon door aller lei omstandigheden nooit tot uitvoe ring worden gebracht. Noodig overleg Ten aanzien van de werkkrachten vindt eveneens van de zijde van den Opbouwdienst, overleg plaats met den Dienst voor de Werkverruiming. Het te bezigen materiaal wordt verstrekt door de gemeente Papendrecht. Gestreefd zal worden, dat het na tuurschoon zooveel mogeljjk behouden zal blijven. Tot omkapping der be staande boomgroepen zal niet worden overgegaan^ terwijl het idyllisch ka rakter van het geheel verhoogd worden door het aanbrengen van een ophaalbrug. Het werk wordt uitgevoerd door het 13de korps, dat onder leiding staat van majoor J. Mallinckrodt. De kern hier van wordt gevormd door torpedisten en pontonniers, die voor het grootste deel in Dordrecht of omgeving woon achtig zijn. Ook met dezen factor, t.w. de men schen zooveel mogelijk te werk stel len daar, waar zij van afkomstig zijn, houdt de Opbouwdienst ter dege re kening. Hierdoor wordt voorkomen, dat het gezinsverband verstoord wordt. Het is de bedoeling, dat in totaal 800 man te werk zal worden ge steld. Bij den officieelen aanvang van het werk, waren aanwezig, de leider van den Opbouwdienst, majoor J. N. Breu nese, tal van officieren, de burgemees ter van Papendrecht, de heer P. van Rees, gep. generaal-majoor Drayer, eenige ingenieurs van den Rijkswater staat en vertegenwoordigers van de pers. Hè, zeide Wies, eenigszins verbit terd tegen mij, die neef Jodocus is toch wel een echte man, n.l. egoïstisch tot in hart en nieren. Weet U, Oom, wat hij zich nu weer had voorgesteld U zult het niet raden Hij wilde den extra suikerbon misbruiken om pruimen of andere vruchten mee brandewijn te zetten Ik heb echter snel aan zijn verstand gebracht, dat het niet zou gaan en de ektra- bon zou worden omgezet in jam. Dat leek mij minder zelfzuchtig. Mijn lieve nicht heeft op die manier heel wat te stellen met haar twee mannelijke familieleden. Ik moet haar echter de eer gunnen, welke haar toekomt en bekennen, dat wij het onder haar huis houdelijke leiding nog zoo kwaad niet hebben. We konden er slechter aan toe zijn. Het verduisteren, hoewel het allengs beter wordt, beantwoordt nog altijd niet aan de eischen door de autoritei ten gesteld. Telkenmale is er reeds op gewezen, hoe dan hier dan daar weer onvoldoend afgeschermde ramen zijn te ontdekken en zulks is uiter aard niet geoorloofd. Ieder voor zich zal er dus goed aan doen om de ver duistering in huis ter dege te contro- leeren, wil men er prijs op stellen, geen aanmerking te krijgen. Geen aanmerking zal men maand nog krijgen indien men niet in het bezit is* van een plaatje. Er schijnen namelijk belastingmerken te de vcorraad geheel uitverkocht is en de aanmaak van nieuwe daarmede geen gelijken tred kan houden. Niette min mag dit voor niemand aanleiding zijn om te speculeeren op het feit, dat straks weer een nieuw uitstel zal wor den verleend. Dat zal niet het geval zijn. Door den Gemeenteraad is het besluit genomen om wederom een be drag beschikbaar te stellen tot steun aan beeldende kunstenaars. Ik noem het een verheugend feit, dat in zware tijden toch ook de steun aan de kunst niet wordt vergeten. Veel behoefde er niet over gepraat te worden. Trouwens de Raad heeft zich in dit opzicht be- wonderenswaardige beperkingen opge legd. Veel doen en weinig redeneeren is een leuze, welke men zich daar in korten tijd eigen heeft gemaakt. Het geen naar mijn zeer bescheiden mee ning nog zoo slecht niet is. - Het waren deze woorden, welke de leider van den Opbouwdienst, majoor J. N. Breunese, gisteren sprak tot onze gedemobiliseerde mannen bij den officieelen aanvang der werkzaamheden, voor de inpoldering der Ketelplaat en Slikplaat in de gemeente Papendrecht. - :Z-.; z-.;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9