het Prinsenhof van ALLE SPOREN LEIDEN NAAR ULF De overhandiging der maarschalkstaven - Restauratie te Delft - „Lappendag” te Hoorn - Brand in een boerderij met vluchtelingen .-dl /O n'Sr UAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 AUGUSTUS 194Ö TWEEDE BLAD FEUILLETON. KJ mUF K tw (Nadruk verboden.) Hart- opmerk- EEN AANTAL VAN DE VELE VOOR DE ENGELSCHE BOMBARDE MENTEN GEVLUCHTE HELDERSCHE BEWONERS was in een boer derij te Julianadorp ondergebracht. Ook hier vonden zij geen rust, want het hooi op den zolder ging broeien en opnieuw moesten zij vluchten. Links het van den zolder gehaalde broeiende hooi. (Polygoon) zegt hebt een af- 300 MAN allen gedemobiliseerde beroepsmilitairen, die deel zullen uit maken van het Amsterdamsche politiekorps, traden voor de eerste maal aan. Zes maanden zal de opleiding duren. De eerste les door inspecteur van der Mark. (Polygoon) NEERGESCHOTEN ENGELSCH VLIEGTUIG. DE RESTEN VAN EEN IN WESTFALEN DOOR JACHTVLIEGTUIGEN NEERGEHAALDEN ENGELSCHEN BOMMENWERPER. (Hoffmann) TE HOORN werd de traditioneele „lappendag” gehouden. Vele huis moeders uit geheel West-Friesland trekken dien dag naar Hoorn, be lust op koopjes. De hoofdstraat gevuld met kramen. (Polygoon) 7) De commissaris kijkt de lijst door en legt haar bij de andere. U moet eens nagaan, Schweikert, wie gisteren les heeft gehad bij juffrouw Merz bach. Wij moeten morgen alle leerlin gen dagvaarden, zoodat wij een voor stelling kunnen krijgen over den dag vsn gisteren. En vandaag? Hoe is het vandaag? De beambte bladert in een kalender, Welke hij op de schrijftafel heeft ge vonden. Vandaag, antwoordt hij, heeft juffrouw Merzbach klaarblijkelijk geen leerlingen verwacht. Er staat tenminste geen enkele aanteekening. Goed Schweikert. De commissa ris denkt na. De politiedokter nadert hem. Dood door een steekwonde, meldt hij zakelyk, het is een groot mes •net een breede kling geweest. Min stens vier centimeter breed. De eerste steek was doodelijk. En het mes? vraagt dr. Peter- ihann. Voorloopig nergens te vinden. De Mevrouw Breitspecht is de belee- digde onschuld. En ik heb ge dacht, dat ik zoo goed deed en nog wel op een belooning gerekend en nu... Ja, onderbreekt de commissaris haar, dat zult u ’n volgenden keer handiger moeten aanpakken. Gaat u nu alstublieft naar uw huis, ik zal u later nog ondervragen. Het verhoor van Fritz Schroter duurt niet lang. Hij heeft maar wei nig te zeggen en mag reeds enkele mi nuten later het huis verlaten. Als hij op de gang komt, ziet hij nog juist hoe het lijk op een baar wordt gelegd en weggedragen wordt. Een oogenblik blijft hij peinzend staan. Dan snelt hij twee trappen af en schelt aan de deur met het bordje „Jenny mann”. Lore doet de deur open. Zij is nog steeds erg opgewonden en onderdrukt met moeite haar tranen. Zonder een woord trekt zij hem mee naar de huiskamer, waar mevrouw Hartmann schreiend aan de tafel zit. Zij heeft de armen op de tafel gelegd, in haar handen houdt zij een zakdoek en haar oogen staren voor zich uit. Maar lieve mevrouw Hartmann, zegt Fritz, zooiets is wel verschrik kelijk, maar u behoeft het zich toch niet zoo aan te trekken. U kende deze juffrouw Merzbach nauwelijks. Mevrouw Hartmann antwoordt niet dadelijk. Lore werpt hem een smee kenden blik toe. Moes beweert, dat er in het huis over Ulf en Hilde Merz bach gekletst wordt. Dat is natuurlijk onzin. Haar blik smeekt hem deze praatjes als onzin te beschouwen, maar Fritz is met zijn eigen gedach ten bezig. De portiersvrouw maak te daarstraks een dergelijke opmer king, zegt hij peinzend. Zij beweert te hebben gezien, dat Ulf gister avond laat bij juffrouw Merzbach was. Mevrouw Hartmann luistert opeens, een ontzettende angst teekent zich op haar gelaat af. Ulf en Hilde Merz bach? herhaalt zij met een toonlooze stem. Lore schuift haar stoel naast dien van haar moeder en streelt over de grijze haren, zij probeert zelfs te glimlachen. Maar wat zit u daar nu te piekeren, praat zij. Mevrouw Breitspecht zal zich vergist hebben! Wij weten toch allemaal dat Ulf gis teren niet meer thuis was. Hebt u dan zijn brief vergeten? Fritz kijkt op. Heeft Ulf geschre ven? Natuurlijk. Lore knikt levendig en is blij, dat zy van het onderwerp kan afstappen. Hij heeft gister avond laat nog een brief gestuurd, welke vanmiddag pas bezorgd is, om dat hy hem over tijd op de post had gedaan. Mevrouw Hartmann schudt in zwij gende wanhoop het hoofd. Ulf is nog nooit op reis gegaan, klaagt zij, en nu gaat hy weg zonder woord van opheldering of zelfs scheid. Zjj kijkt bij deze woorden verwijtend naar Fritz Schroter alsof deze er iets aan doen kan. (Wordt vervolgd.)) HET VERMAARDE PRINSENHOF TE DELFT wordt grondig gerestaureerd. Aan de achterzijde van het historische complex zijn steigers gebouwd. Het gebouw in de steigers. Op den achter grond de toren van de oude kerk. (Polygoon); juffrouw, daarom domheid begaan. Mevrouw Breitspecht is verbluft. Ik een domheid begaan, neen maar zoo iets, en ik heb het mes toch maar gevonden. Dr. Petermann blijft vriendelijk. Juist daarom, u had mij dadelijk beneden moeten roepen. Inplaats daar van hebt u het mes aangeraakt en het iedereen laten zien, waardoor u natuurlijk alle sporen van vingeraf drukken hebt weggenomen. denk, voor ongeveer achttien of twin tig uren. Dr. Petermann kijkt op zijn horlo ge. Dus gisteravond tegen tien of elf uur. Het feit, dat hier en in de kamer het licht brandt bewijst, dat dit mogelijk is. Roept u nu den jon gen man, die den moord ontdekt heeft. Maar voordat Fritz Schroter geroe pen kan worden, komt de agent, die totnutoe voor de straatdeur de wacht heeft gehouden, binnen. Commissa ris, meldt hij, de portiersvrouw heeft zooeven een met bloed bevlekt mes in den vuilnisemmer gevonden. Achter hem-verschijnt de breede fi guur van mevrouw Breitspecht, in haar hand heeft zij een groot mes, dat duidelijke bloedsporen draagt. Zij beeft van opwinding. Legt u het daar op de tafel, beveelt de commis saris. Ik ben er akelig van, zucht zij en veegt het voorhoofd af. Dat geloof ik graag, mijn beste de commissaris, u de catastrofale dat naar de keuken leidt. Voor een groote keukentafel houdt het spoor op, dan gaat het verder naar het raam dat open staat. De commissaris kijkt' uit het raam naar de binnenplaats beneden. Beneden op de binnenplaats precies onder het raam staan de geopende vuilnisem mers en daar naast staat een dikke opgewonden vrouw, zij heeft iets in de hand en praat levendig met andere menschen, die om haar heen staan. Eenige keeren wijst de vrouw naar den muur. De commissaris wenkt Schweikert naderbij. Wie is die vrouw daar beneden? Schweikert kijkt naar beneden. Mevrouw Breitspecht, de portiers vrouw, zegt hij dan, ik heb de lijst der bewoners van haar gekregen. De commissaris kijkt eenige oogen- blikken lang naar de scène beneden. Dan keert hij zich weer om. Zijn blik glijdt over de keukentafel, waar het vuile spoor dik ligt. Schweikert, die den blik van zijn chef gevolgd heeft, maakt plotseling een beweging. Ik herinner mij opeens, zegt hij, dat mevrouw Breitspecht meent, dat juf frouw Merzbach haar geld in de keu kentafel bewaarde. Ik heb er echter niets gevonden. Er is niets. U weet commissaris, dat vele vrouwen haar geld in de keukentafel bewaren. De commissaris knikt verstrooid. Hij keert zich naar den politiedokter. Wanneer is, volgens uw meening, de dood ingetreden? Dat kan pas na de schouwing worden vastgesteld, commissaris. Ik dokter neemt zijn ronden hoed van het hoofd. Dan keert hij zich om. De commissaris beveelt. De ge- heele woning moet onderzocht worden naar een mes. Hij kijkt naar het zoe ken van zijn beambten. Bijna twintig minuten lang doorzoekt men het huis. Geen kast, geen lade blijft gesloten voor de blikken der mannen. Ook niet het bed, het fornuis, de vuilnisemmer of de kolenkast. Niets gevonden commissaris, meldt Schweikert zijn chef. Maar de politiedokter heeft een ont dekking gedaan. Komt u toch eens even hier commissaris. Zij naderen de doode. De commissaris buigt zich voorover en bekijkt de schoenen, waar de dokter naar wijst. Het zijn heel gewone schoenen, zegt de commissa ris met een zwijgende vraag in den ondertoon, schoon, heelemaal... De politiedokter knikt. Juist daarom, de doode heeft schoone schoenen aan, maar naast haar is een spoor van vuil, dat naar de keuken voert. Nu ziet de commissaris ook het voetspoor. Dat wil dus zeggen, be gint de commissaris, dat er iemand naast de doode heeft gestaan, die vuile schoenen droeg. Van hier is hy naar de keuken gegaan, terug ge komen en... interessant... Daarom heb ik u er zaam op gemaakt. Maar het is niet noodig, dat deze sporen van den moordenaar afkomstig zijn. Het vuil kan er al langer liggen. De commissaris volgt het spoor, DE OVERHANDIGING VAN DE MAARSCHALKSTAVEN DOOR DEN FÜHRER aan den Rijksmaarschalk en de op 19 Juli bevorderde generaals- veldmaarschalken. V.r.n.L: de generaals-veldmaarschalken von Reichenau, von Witzleben, von Kluge, List, Ritter von Leeb en von Bock. (Hoffmann) i tiw ■'::A - iiliKgjvó r ,Z;; - i ü-- - -4':zz- Ür 'z^z/^ iWWAz-i ff

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5