ALLE SPOREN LEIDEN
NAAR ULF
Vorderingen bij den bouw van de Maastunnel - De jeugd helpt mee op het land
Restauratie gemeentehuis te Nieuwe Niedorp- Nieuwe waterleiding voor Rome
o
o o
T
bH
rei
LS4
ha
.4 MM
Il -
o
UA'AGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 'AUGUSTUS 1940
TWEEDE BEAD'
FEUILLETON.
7^
1
O X/
I
voor
HET RAADHUIS TE NIEUWE NIEDORP IS GERESTAUREERD. DE RAAD
(Polygoon)
VERGADERDE ER WOENSDAG VOOR HET EERST.
(Nadruk verboden.)
'(.Wordt vervolgd^
DE MAASTUNNELBOUW TE ROTTERDAM. In de landtunnel wordt reeds de
definitieve bepleistering van den zolder aangebracht. Men ziet de spieetvormige uit
sparingen voor de verlichting. (Polygoon)
Schweikert
*- Mijnheer
DE DOMPTEUR ERICH HAGENBECK TE ROT
TERDAM heeft den jongen olifant „Aïda” aller
lei kunstjes geleerd. Vóór het giraffenhuis kan men
de resultaten zien. „Aïda” loopt op flesschen. (Pol.)
DE JEUGD HELPT. Te Middenmeet arriveerden honderd Rotterdamsche kinderen,
leerlingen van middelbare scholen, die in de Wieringermeer tegen vergoeding gedu
rende hun vacantie bij den oogst behulpzaam zijn. Bovende meisjes worden van
landbouwwerktuigen voorzien. Onder zwaar werk, maar gezond en sportief. (Polygoon)
missaris, op een stoel neer. Schwei
kert heeft een actetasch op een
stoel gelegd, hij gaat op een wenk
van den commissaris naar de keuken
en haalt een glas water. Lore drinkt.
Dank u, zegt zij zacht De
commissaris opent de tasch. Een
oogenblik nog, juffrouw, zegt hij en
haalt een, in een doek gewikkeld,
lang voorwerp te voorschijn. Lore
durft pas na enkele minuten te kijken,
op de tafel ligt een lang, blinkend
mes. Zij ziet dadelijk de donkere
vlekken op de kling en huivert. Als
van heel ver hoort zij de stem van
den commissaris. Kent u dit mes,
juffrouw Hartmann?
Met haar laatste krachten schudt
zij ontkennend het hoofd. Neen,
commissaris. Haar woorden zijn bijna
onhoorbaar. Dr. Petermann pakt het
mes weer in en grijpt naar zijn
hoed. En nu nog een laatste vraag,
zegt hij en er is een beetje vriende
lijkheid in zijn stem. Weet u er
iets van, dat uw broer nu en dan
geld van juffrouw Merzbach kreeg?
Had hij rechten daarop? Is het u
bekend, dat hij gisteren weer geld
van haar heeft ontvangen?
Zij slikt heftig. Ik weet, zegt
zij, dat mijn broer haar leerlingen
aanbracht en daar was juffrouw
Merzbach dankbaar voor, zij bood
mijn broer vaak aan hem daarvoor
provisie te betalen. Maar Ulf wilde
daar nooit iets van weten. Ik geloof
ook niet, dat hij gisteren opeens be
sloten had er geld voor aan te nemen.
De commissaris antwoordt niet da-
Lore blijft in de gang staan.
geeft inlichtingen.
Hartmann is gisteren
*roeg precies op tijd op zijn kantoor
Gekomen. Volgens verklaringen van de
gekleed. Zijn gelaatstrekken zijn
krachtig. Het machtige hoofd heeft
kort geknipt haar. De oogen zijn
lichtblauw.
Het opvallendste is de snor, zij
bedekt de geheele bovenlip. Zij is
niet modern geknipt, maar breed en
lang. De snor is zwart, terwijl het
hoofdhaar lichtbruin is. Men heeft
er Theo Hermsbach vaak van ver
dacht, dat hij zijn snor laat verven.;
Hij lacht daar dreunend om.
Hermsbach’s kantoor is op de twee
de étage. De secretaresse, juffrouw
Heine, wacht een beetje zenuwachtig
op haar chef, die vandaag van zijn
korte vakantiereis is teruggekomem
BRONWATER VOOR ROME. Mussolini heeft het eerste gedeelte van de reus
achtige waterleiding, welke 8000 liter water per minuut geeft, ingewijd. De leiding
loopt van de Noordwestelijk van de stad liggende bergen naar Rome. (Holland)
EEN DUITSCHE SCHILDWACHT
het gedenkteeken, dat bij Verdun sur Mer
aan de deelname van Amerika aan den
wereldoorlog 19141918 herinnert. (Holland)
De beambte wijst naar de binnen
plaats beneden. Kijkt u eens com
missaris, precies onder dit raam
staat de vuilnisemmer, waarin me
vrouw Breitspecht het mes heeft ge
vonden. Het is intusschen volkomen
donker geworden maar de commissa
ris kan nog juist zien, dat, dicht
tegen den muur, de vuilnisemmers
staan.
Inderdaad, zegt hij verrast.
Dan keert hij zich naar Lore, die
ieder woord heeft gehoord. Zij staat
nog steeds tegen den deurpost geleund
en het lijkt alsof zij zich met uiter
ste krachtsinspanning op de been
houdt. De commissaris fluistert den
ander enkele woorden in, waarop
Schweikert onmiddellijk weg gaat. Dr.
Petermann is in twee stappen bij
Lore. Juffrouw Hartmann, zegt hij
en zijn stem heeft een vaderlijken
klank. U blijft er bij, dat uw
broer gisteravond niet thuis is ge
weest?
Zij knikt. Ja, fluistert zij. Het
bloed hamert in haar slapen, met
uiterste krachten vecht zij tegen het
gevoel van zwakte, dat haar over
valt. Donkere vlekken dansen voor
haar oogen, haar hoofd doet pijn en
haar keel is als dichtgesnoerd. Er
heerscht een diepe stilte in het ver
trek, een stilte, die de sterkste zenu
wen sloopt. Schweikert komt terug,
hij had de huisdeur slechts op ^en
kier laten staan. Zijn plotselinge ver
schijning doet Lore beven. Zij wan
kelt naar de tafel in het midden en
zinkt daar, gesteund door den com-
VROUWEN EN MEISJES in een Duitsche mu
nitiefabriek in haar schilderachtige kleederdracht
aan den arbeid. Zij naaien hier de z.g. bijlading-
zakken. waarin de springlading komt. (Holland)
door Schweikert, binnen en het onder
zoek begint. In de volgende minuten
wordt Lore Hartmann getuige van de
grondige doorzoeking van een kamer,
niets wordt overgeslagen, niets blijft
onaangeroerd. Op de tafel in het mid
den van de kamer worden brieven ver
zameld, welke de commissaris snel
doorleest. Het is meerendeels onbe
langrijk, maar er zijn enkele brieven
van Hilde Merzbach bij. De commis
saris leest enkele daarvan opmerk
zaam door. Den laatsten brief, welken
Hilde Merzbach kort voor haar dood
heeft geschreven, leest hij tweemaal
door en streept enkele zinnen daarin
aan. Hilde Merzbach schrijft daar:
...Meen je, dat ik niet merk, dat
je je terugtrekt? Je ontloopt mij, je
vermijdt het angstig om mij te ont
moeten.
Ik vraag mij af, waarom je niets
meer van mij wilt weten. Het is waar,
je bent nooit heelemaal vertrouwelijk
geweest. Ik had altijd het gevoel, dat
je gedachten ver weg waren, terwijl
je bij mij was. Ik wil zekerheid heb
ben Ulf en de hoop, je liefde niet ver
loren te hebben. Of heb je nooit van
mij gehouden?
De oogen van den commissaris
rusten op zijn hoed, welken hij naast
zich heeft neer gelegd. Schweikert
onderbreekt zijn gedachtengang.
Commissaris! roept hij met op
gewonden stem, komt u eens hier.
Schweikert staat bij het raam en
buigt zich ver naar voren. Peter
mann komt naast hem staan. Wat
is er dan Schweikert?
9)
De commissaris blijft zitten. Hm,
zegt hij en grijpt plotseling naar zijn
hoed. Hij staat langzaam op en ook
Lore staat op en kijkt hem vragend
aan. Ik zou graag de kamer van
Uw broer zien, zegt hij.
Lore neemt een aanloopje. Zeker
conunissaris, met genoegen, maar ik
krijg hoe langer hoe meer den indruk,
dat u Ulf verdenkt en...
Zij wordt onderbroken door het ge
luid van de bel. Met een woord van
Verontschuldiging verlaat zij de ka-
Uier om de deur te gaan openen.
Commissaris Petermann, die haar
Gevolgd is, gaat nu snel op den man,
die voor de deur staat, toe. Aha,
bent u het Schweikert, komt u een
Oogenblik binnen.
Hij kijkt een seconde rond en trekt
den ander dan in de kamer van Lore
terwijl hij de deur achter zich sluit.
typiste, die ik in haar huis heb opge
zocht, heeft hij een afspraak met een
zakenvriend van zijn chef gemaakt
om des middags samen in een restau
rant te eten. Om half zeven was hij,
volgens de verklaring van Lieske, den
tuinman van Hermsbach, in Wannsee,
in de villa, welke hij om ongeveer
acht uur verlaten heeft.
Dr. Petermann denkt een oogenblik
na. Dus hij is volgens deze ver
klaringen werkelijk in den loop van
den avond bij juffrouw Merzbach ge
weest en de bewering van de portiers-
vrouw, dat zij hem om tien heeft ge
zien, kan juist zijn.
Toen zij in de gang terugkwamen,
zag hij Lore, in elkaar gezonken, op
een stoel zitten, de handen voor de
oogen gedrukt.
Zij springt op en kijkt hem verward
aan.
De kamer van uw broer, zegt hij
kort en dan alsof hij zich iets herin
nert, laat hij erop volgen: U vroeg
mij daarstraks waarom ik mij juist
zoo voor uw broer interesseer, alle
feiten wijzen er op, dat uw broer de
laatste bezoeker is, dien juffrouw
Merzbach heeft ontvangen.
Uit Lores gezicht is alle kleur ge
weken. Dus? zegt zij toonloos.
De commissaris trekt de schouders
op.
Met langzame, slepende stappen
gaat Lore hem voor en opent de deur
van Ulf’s kamer. Op den drempel
blijft zij staan. Zooals zijn gewoonte
is, neemt de commissaris eerst even
de kamer op, dan gaat hij, gevolgd
delijk. Hij neemt enkele brieven, die
nog op de tafel liggen, stopt ze in
zijn tasch en staat langzaam op.
Zoo, zegt hij dan, en nu heb
ik uw moeder nog enkele vragen te
stellen, het zal niet moeilijk voor
haar zijn.
Den anderen morgen stopt een
donkerblauwe limousine voor het huis
op den Kurfurstendamm. De chauf
feur steekt de hand door het geopen
de portierraam en grijpt naar de
kruk. Wanneer kan ik u afhalen,
mijnheer Hermsbach? vraagt hij
daarbij.
Theo Hermsbach denkt een oogen
blik na. Ik weet het niet, Schrader,
zegt hij, rijd naar Wannsee terug
en wacht totdat ik opbel.
Hermsbach is een groote, flinke
man van veertig jaar. Hij is keurig
gekleed. Zijn gelaatstrekken zijn
'W? f W
L
t -
a
1W**
WWW.
b.
OP
jisS;
<jSk