van
en
voor
m
ALLE SPOREN LEIDEN
NAAR OLE
Hard-zeildag in de Sneekweek onder stroomenden regen - Een huwelijkstram
de hoofdstad - Vlas voor de fabricage van touw, garen en koord
I
||fb t
KAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1940 TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
Bh
DE VISCHROOKERIJEN LANGS DE KUST VAN HET IJSSELMEER
IN HET KADER VAN DE SNEEKWEEK werd de groote hard-
zeildag gehouden, georganiseerd door de zeilvereeniging ,,Sneek”.
ongekende drukte. In verband met de
beleven
thans
een
De wind en de zon hadden verstek laten gaan. De wedstrijden
schaarschte van zeevisch is de vraag naar gerookte paling zeer groot.
hadden in den stroomenden regen plaats. De 1 arken in den strijd.
De paling wordt aan stalen pennen geregen, om daarna in de rookerij
(Polygoon)
opgehangen te worden.
(Polygoon#
EEN FRANSCHE VISSCHER BEKIJKT EEN DRAAGVLAK VAN EEN NEER-
Hoffmann)
GESCHOTEN ENGELSCH VLIEGTUIG.
de
(Wordt vervolgd^
PER HUWELIJKSTRAM NAAR HET STADHUIS. Een bruidspaar
in Amsterdam laat zich met de familieleden per versierde tram
naar het stadhuis rijden. (Polygoon)
(Nadruk verboden.)
OPRUIMINGSWERK IN ROUAAN. Door middel van een kraan
worden de brokstukken van de Seine-brug, welke de Franschen op
geblazen hebben, verwijderd. Op den achtergrond
de onbeschadigde kathedraal. (Holland)
NU DE INVOER VAN KATOEN EN HENNEP STILLIGT is men voor de fabri
cage van touw, weefgaren en koord geheel aangewezen op het Nederlandsche
product vlas. Op groote schaal is men nu bezig met het verbouwen van vlas, ter
wijl in de Nederlandsche touwfabrieken en garenspinnerijen hoogconjunctuur
heerscht. Het hekelen van vlas. (Polygoon)
Eigenlijk is hij boos over het eigen
machtig optreden van Hartmann,
aan den anderen kant wil hij zijn
secretaris tegenover het andere per
soneel niet hard vallen.
Het is goed, beslist hij daarom
en meent de zaak zeer tactvol te
hebben behandeld. Op dit oogenblik
komt een klerk binnen. Buiten
wacht een zekere dr. Petermann, hij
zegt, dat hij inzake Hartmann komt.
Hermsbach kijkt nijdig op. Dr.
Petermann ken ik niet. Maar dan
bedenkt hij zich plotseling. Laat
dien heer binnenkomen.
Samen met den klerk verlaat ook
juffrouw Heine het vertrek. Zij was
er natuurlijk graag bij gebleven als
haar chef met dezen dr. Petermann
over Hartmann komt spreken. Zij
is een weinig beleedigd, dat de zaak
Hartmann niet zoo eenvoudig en dui
delijk is als mijnheer Hermsbach
het wil doen voorkomen. Jammer
en nu men misschien iets naders
zal hooren...
In haar ergernis heeft zij niet ge
merkt, dat dr. Petermann binnenge
komen is en nu langs haar heen
loopt terwijl hij haar met een door
dringenden blik bekijkt. Zij huivert,
de zaak Hartmann klopt niet, voelt
zij, dat is haar vaste overtuiging!
Intusschen zit commissaris dr.
Petermann tegenover Theo Herms
bach, die hem verstolen bekijkt. U
komt in verband met mijn privése-
cretaris bij mij? vraagt hij.
Jawel, antwoordt Petermann en
Hermsbach, wij kregen gisteren een
brief van Hartmann, waarin hij
schreef, dat hij plotseling op reis
moest. Daarom belden wij Lieske
op of hij soms iets naders wist.
Op reis, zegt Hermsbach ge
ërgerd, ja, waarom dan eigenlijk?
Juffrouw Heine trekt de schouders
op. Ik weet het niet, mijnheer
Hermsbach. Maar hier, tusschen de
post, is nog een persoonlijke brief
voor u, hij komt van Hartmann.
Hermsbach heeft den brief reeds
ontdekt. Hij scheurt hem open, leest
en schudt het hoofd, leest nog eens
en heft dan plotseling het hoofd op.
Leest u dat eens door! Zijn
stem klinkt als de rollende donder.
Is de kerel plotseling gek ge
worden. Hij dwingt zich tot een
lachje, terwijl juffrouw Heine den
brief van Ulf Hartmann leest.
Zeer geachte heer Hermsbach. Ik
verzoek u voor een dringende aan
gelegenheid, die geen uitstel kan
lijden, om een kort verlof. Helaas
kon ik u niet van tevoren waarschu
wen en heb daarom eigenmachtig
gehandeld. Het spijt mij,.dat ik u,
na uw terugkeer op deze wijze voor
een feit moet stellen. Zakelijk is
alles in orde, ik hoop, dat u mij
de enkele dagen van mijn afwezig
heid niet zult missen.
Ook juffrouw Heine trekt een ver
wonderd gezicht. Wij hebben hier
allen gedacht, dat mijnheer Hart
mann voor u op reis moest gaan.
Theo Hermsbach is besluiteloos.'
is heel gek, dat mijnheer Hartmann
juist nu op reis is gegaan. Hebt u
vanmorgen de kranten gelezen, mijn
heer Hermsbach? Het verslag over
den moord in de Bandelstraat?
Hermsbachs stem dreunt door
kamer. Een moord in de Bandel
straat? Gelezen niet, even doorgeke
ken. Wat heeft mijnheer Hartmann
daarmee te maken?
Dat zou ik hem ook graag ge
vraagd hebben, maar helaas is hij een
beetje plotseling en onder merkwaar
dige omstandigheden op reis gegaan.
Theo Hermsbach kijkt zijn bezoeker
aan, hij twijfelt aan diens verstand.
Een drukkende stilte ligt over beiden.
Eindelijk lacht Hermsbach zijn schal
lenden lach. Ulf Hartmann in ver
band met een moord? Neen, commis
saris, u bent op den verkeerden weg.
Het idee is zoo dwaas, dat ik er geen
oogenblik aan behoef te denken.
Dr. Petermann is erg vriendelijk
als hij nu antwoordt: Ik moet iede
re mogelijkheid onderzoeken, mijn
heer Hermsbach, denkt u niets ver
keerds. De reis van mijnheer Hart
mann gebeurt onder hoogst verdach
te omstandigheden. Ik zelf zou niets
liever willen dan dat de verdenking
geheel zonder grond was. Nu vertelt
hij in het kort van de gedane onder
zoekingen en de gevonden resultaten.
Theo Hermsbach hoort hem met
groeiende verbazing aan. Ik kan er
geen wijs uit worden commissaris,
maar dat is mijn zaak ook niet. Dus
Eindelijk kijkt hij op en zegt: Het mijnheer Hartmann is, volgens u, ou-(
middellijk uit mijn villa daarheen ge
gaan. Zonder eerst nog thuis te zijn
geweest.
Zoo schijnt het tenminste, na het
gedane onderzoek, te zijn, antwoordt
de commissaris voorzichtig.
Theo Hermsbach staat plotseling op
en loopt met groote schreden door de
kamer. Dr. Petermann bekijkt hem
in spanning. Er gaat op dit oogenblik
klaarblijkelijk iets in Theo Herms
bach om dat hij zelf nog niet begrijpt.
Een keer blijft hij staan, lacht kort
en schudt het hoofd, waarop hij on
middellijk zijn wandeling voortzet. De
commissaris stoort hem niet bij zijn
overpeinzingen. Hij houdt zich met
zijn hoed bezig en werpt nu en dan
een korten, scherpen blik op den op
gewonden man.
Met een plotselinge beweging keert
Theo Hermsbach zich om en blijft
voor den commissaris staan. Het
is natuurlijk alles onzin, zegt hij na
een korte aarzeling, maar ik moet
u iets vertellen.
Gaat uw gang, knikt de commis
saris.
Theo Hermsbach gaat zitten, hij
trekt zijn stoel naast dien van den
commissaris.
Het heeft immers eergisteren ge
regend? vraagt iwj dan plotseling.
10)
Wel, juffrouw Heine, begroet
Hermsbach haar, alles nog in
orde? Komt u dadelijk met de geheele
Post binnen.
Zijn dreunende stem vult de ver
trekken met lawaai. Hermsbach heeft
dit lawaai om zich heen noodig, men-
schen, zaken, bevelen, hij kan er niet
buiten.
De secretaresse heeft een bouquet
bloemen ter verwelkoming op zijn
schrijftafel gezet. Hermsbach, die
zijn hoed heeft opgehangen, kijkt
nauwelijks naar de bloemen. Zij val
len hem niet op, hij is met zijn ge
dachten alweer midden in het werk.
Wat is er eigenlijk met Hart-
biann aan de hand? vraagt hij met
zijn dreunende stem. Lieske heeft
blij verteld, dat hij eergisteren in
de villa was om een telefoongesprek
op te nemen. Hij zegt ook, dat u
Bisteren hebt opgebeld, waarom Hart-
hiann niet op het kantoor is geko-
hien.
De secretaresse legt de post op
de schrijftafel. Ja, mijnheer
toont zijn identiteitspapier en politie
penning. Theo Hermsbach is in dit
oogenblik werkelijk ontsteld. Nou,
nou, politie, mijnheer Hartmann
heeft toch niets uitgehaald?
Dr. Petermann wacht een oogen
blik. Neen, mijnheer Hermsbach,
hij is enkel op reis, dat is alles!
Zoo, denkt Hermsbach, alweer die
reis. Ja, waarom is Ulf Hartmann
plotseling op het idee gekomen op
reis te gaan? En waarom stelt deze
commissaris daar zulk een belang
in?
Ik vermoed, commissaris, dat
uw bezoek met Hartmann’s reis in
verband staat?
Dr. Petermann kijkt op. Dus
deze reis is voor u ook een verras
sing, jammer, ik meende, dat u mij
daaromtrent een inlichting had kun
nen geven, bijvoorbeeld waarom
mijnheer Hartmann plotseling zoo
dringend op reis moest?
Mijnheer Hermsbach kan dr. Pe
termann helaas deze opheldering niet
geven. Hij vertelt hem in het kort,
dat hij zelf nog het meeste verwon
derd is geweest over dit feit. Hij
merkt, dat de commissaris opmerk
zaam naar hem luistert en om elke
onnoodige verdenking af te wijzen,
zegt hij snel. Maar er is geen
enkele onregelmatigheid ontdekt,
commissaris.
Dr. Petermann antwoordt niet, hij
strijkt nadenkend over den rand van
zijn hoed.
I
H
A
A
•XS-