nieuwe van NAAR ULF Duitsche soldaten houden parade op Jersey - Kruisboogschutters-festijn Een nieuwe landbouwmachine - Moderniseering van de „Cinetone” studio’s IJ ALLE SPOREN LEIDEN I [a o IkW s-1 ll w Feuilleton HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 AUGUSTUS 1940 TWEEDE BLAD 1 Hk f pji ïd 14 i t i - ^4.,. CONCOURS CONCOURS-HIPPIQUE IN OPMEER (N.H.) DE EERSTE-PRIJS-WINNAAR HET (Polygoon-) TWEESPANNEN VOOR DE JURY. de* B)J EEN NACHTELIJKEN BRITSCHEN LUCHTAANVAL IN DUITSCHLAND WERDEN BOMMEN GEWORPEN OP DE HISTORISCHE KERK BIJ DERICHS- WEILER. GROOTE SCHADE WERD AANGERICHT. (Holland) op- het- dezer kleine, arbeid in de (Polygoon) en be- pas 4 (Nadruk verboden.) is de „Lilliput-tractor”. handige machines aan omgeving van Hoorn. TE TILBURG hield de Bond van Kruisboogschuttersgezel- schappen ter gelegenheid van zijn 25-jarig bestaan een groot concours. Een der deelnemers mikt. (Het Zuiden) plausibele reden voor hebben gehad. Hoe het zij, hij heeft het aangenomen, en vlak daarop is Hilde Merzbach door iemand anders vermoord. Ulf kan ervan hebben gehoord, misschien was hij onvrijwillige getuige van dezen moord. En stel je nu eens zijn toestand voor: kende hij den moorde naar, dan behoeft hij maar naar de politie te gaan en zijn naam te noe men, om dadelijk van elke verdenking ontheven te zijn. Maar dan zou hij hebben moeteg vertellen, waarom hij dien avond zelf bij Hilde Merzbach was gekomen, waarom hij zoo plotse ling geld noodig had. En dit nu, kon hij niet zeggen! Het moet een zeer dringende reden zijn, een reden, w elke hij voorloopig geheim moet houden. Wat blijft hem dan over te doen? Hij moet zich verbergen totdat de moord is opgehelderd. Totdat men den wer- kelijken dader heeft gevonden. Zoo is het Lorekind. Lore trekt haar voorhoofd in rim pels en probeert deze gedachten te verwerken. Het gelukt haar niet dade lijk. Welke geheimzinnige redenen moet Ulf hebben gehad, om van Hilde Merzbach geld aan te nemen? Waar om zouden deze redenen zoo dwingend geweest zijn, dat hij terwille daarvan zelfs de verdenking van moord op zich laadt? Fritz trekt de schouders op. Dat weten wij niet Lore. Dat kan Ulf zelf ons pas verklaren als hij weer duikt. En hij zal opduiken, op zelfde oogenblik als de dader gevat wordt* haar, omdat juist zijn tram aankomt. Eigenlijk een erg aardige man, denkt zij halfluid. Doch zij schrikt hevig als een stem naast haar eens klaps zegt: Een handige vent, deze commissaris Petermann, dat moet ik zeggen. Zij is bleek geworden van schrik. Fritz Schroter staat voor haar. Ach, wat doe je mij schrikken! Hij steekt zijn arm door den hare en schuift haar den Dierentuin binnen. Ik ben helaas een beetje te laat gekomen, zegt Fritz, je ging juist de Friederichstraat in en ik zag aan den anderen kant commissaris Peter mann. Merkwaardig niet? Lore Hartmann blijft staan. De commissaris, in de Mauerstraat dus al? Hij heeft mij pas Unter den Lin den aangesproken. En zei nog dat’het zulk een toeval was, dat hij mij tegen kwam. Het zag er niet naar een toeval uit, antwoordt Fritz, waarna hij Lore precies laat vertellen wat de commis saris heeft gezegd. Zij kunnen er beiden geen wijs uit worden. Lbre heeft plotseling haast, zij gaan den kortsten weg naar huis. Misschien is Ulf gekomen, mijn hemel, hij moet zich aangemeld heb ben. Zij wordt vreeselijk angstig. Zij verdenken hem, Fritz, dat is duidelijk! De commissaris wilde mij uithooren. Dat zou hij niet doen als hij niet iets wilde, of iets voorhad met Ulf. Misschien hebben zij al een bevel tot inhechtenisneming. Of is hij al ge pakt. Onzin, zegt Fritz, onzin, als PARADE VAN DUITSCHE TROEPEN IN HET STADJE ST. HELIER OP HET BRITSCHE KANAAL-EILAND JERSEY, DAT EENIGEN TIJD GELEDEN BIJ VERRASSING WERD BEZET. (Hoffmann) EINDELIJK WEER ZO- MERWEER. Een pes simist met winterjas werd er door verrast. (Pol.) DE STUDIO’S EN LABORATORIA VAN DE FILMFABRIEK „CINE TONE” TE DUIVENDRECHT worden grondig gemoderniseerd als voorbereiding van de in September aanvangende nieuwe productie. (Polygoon) specht ook niet, hoewel zij „het won der”, dat zij ziet komen, op een zeer naturalistische manier heeft aange duid. „De verloopen kerel’, over wien Minna Breitspecht spreekt en aan wien Weichert denkt, is Hermann Se- gelke, de knecht die in de kelderwo ning op de binnenplaats wöont. Het wordt inderdaad van dag tot dag er ger met hem, eigenlijk bestaat zijn taak alleen hierin, dat hij zich 's avonds een roes drinkt, welke hij overdag uitslaapt. Er bestonden totnu- toe tusschen Waldemar Weichert Hermann Segelke geen nauwere trekkingen. Zij hebben elkaar twee dagen geleden leeren kennen. Dat was ’s morgens om vier uur. De melkwagen had juist een dozijn ronde melkkannen voor Weicherts deur af geladen, welke hij bezig was naar binnen te rollen. Toen was zwaaiend en waggelend Hermann Segelke aange komen. IETS NIEUWS OP LANDBOUWGEBIED Een den zij hem gepakt hadden, zou je al be richt hebben. Ik geloof er niet aan. Het klinkt echter niet overtuigd. Lore denkt na. Plotseling drukt zij zich tegen Fritz aan en haar stem siddert als zij vraagt: Fritz, acht jij Ulf tot moord in staat? Zeg iets, ik houd het niet meer uit! Deze vraag is voor Fritz zeer on aangenaam, hij heeft haar den gehee- len dag zelf overwogen en is toch tot geen conclusie gekomen. Maar op dit oogenblik bedenkt hij zich iets, het is maar een armzalige inval, doch mis schien is hij een opheldering voor alles. Hij klemt zich met zooveel kracht aan deze mogelijkheid vast, dat hij er zelf aan gelooft. Neen Lorekind, zegt hij daarom met vaste stem, Ulf is geen moordenaar, in geen geval! Ik heb een theorie voor mezelf opgebouwd. Zij moet goed zijn, er is geen andere verklaring. Dan zet hij in korte duidelijke woor den zijn theorie uiteen. Het staat vast, dat Ulf en Hilde Merzbach vroe ger zeer goed bevriend zijn geweest. Van Ulf’s kant in alle onschuld, of ook Hilde Merzbach van dit gevoelen was, is natuurlijk een ander geval. In ieder geval, Ulf heeft zich langzamer hand teruggetrokken. Nu. op den avond, welke Hilde Merzbach’s laat ste levensavond zou worden, was Ulf bij haar. Hij heeft geld van haar aan genomen. Een soort provisie, welke zy hem al zoo vaak had aangeboden. Wij weten niet, gaat Schroter voort, waarom Ulf dat geld noo dig had. Dat interesseert ons voor het oogenblik ook niet. Hij zal er wel een Lore denkt nog steeds na. Doch plotseling krijgt zij een idee. Fritz, ik geloof, dat Ulf in Berlijn is, wij moeten hem vinden, hoor je, wij moe ten hem vinden!... De koopman Weichert uit het huis Bandelstraat 85, van wien men zegt, dat hij tot een religieuze sekte be hoort, had zijn grooten dag. Zijn zorg vol gezicht straalt bijna van zalig heid. Het is zeer ernstig met hem gesteld, verkondigt mijnheer Wei chert allen die h"et hooren willen, maar ook hen die het niet hooren willen, het is zeer ernstig! Maar juist aan de meest verdorven zielen kan de grootste genade bewezen worden. Men moet alleen die genade onderkennen en zich deemoedig daaraan onderwerpen. De huisvrouwen die hun inkoopen bij mijnheer Weichert doen, luisteren en knikken en denken er over na of zij uit zullen komen met het geld wat haar nog rest. Slechts een van hen heeft stelling genomen tegen de woorden van Weichert en dat is mevrouw Min na Breitspecht. Ik begrijp niet, dat u zooveel op hebt met dien verloopen kerel, zegt zij tot Weichert, die gaat nog eens aan delirium ten gron de, geloof dat maar vast! Ik ken dat, het was met mijn oude net zoo. Neen, daar is niets aan te doen. Maar zoo gemakkelijk laat Walde mar Weichert zich' niet verslaan. Breitspecht, u ook, u zult ook het U zult het nog beleven mevrouw wonder nog beleven. Daaraan twijfelt mevrouw Breit- Voor den winkel van Weichert was hij een oogenblik blijven staan en had gekeken naar het werken van den ijve- rjgen Weichert, zonder echter te be grijpen wat hier gebeurde. Doch dan moest plotseling het verlangen, zich nuttig te maken, bezit van hem geno men hebben. Hy had een der kannen gegrepen en begon haar den winkel binnen te dragen. Maar juist de melkkan had Weichert bestemd om dadelijk te openen en in flesschen over te gieten en daar Segelke niet erg vast op zijn beenen stond is het niet moeilijk te verklaren, wat er gebeur- J iLWo^dt vervolgd.)] 13) Hij zucht. Ik zeide het al, ik heb geen tijd voor zooiets. Denkt u niet, dat ik nu heel graag een kop koffie öiet u zou drinken? Maar het gaat niet. Ja, als men een betrekking heeft, Zooals u of als uw broer, dan... Lore weert af. Als ik van de Zaak kom, ben ik meestal te moe Commissaris. En mijn broer, lieve deugd, ik weet niet meer wanneer hij het laatst koffie op een terras heeft gedronken. Sedert bij bij mijnheer Hermsbach is, heeft hij geen tijd ftieer. Nu ja, ondanks dat, zal hij wel een aardig meisje kennen, tot wie hij zich aangetrokken voelt, antwoordt hij lachend. Ónmogelijk commissaris. Wij Hartmanns zjjn een beetje eigenaar dig in zulke dingen. Noemt u het ge- bist ouderwetsch. •*- Nu wij er toch over praten, Juffrouw Hartmann, hebt u al bericht yan uw broer ontvangen? Neen? Dat la jammer... Hij praat nog over alles en nog wat neemt dan plotseling afscheid van 4 w *1 '■■'I IN rr ■'ty

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5