BINNENLAND en De melkvoorziening van ons land Het personeel der voor malige Nederlandsche Zee- en Landmacht HAAdsCHE TWEEDE BLAD, PAGINA 2 COURANT VAN VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1940 Voor rekening en risico van het Rijk Distributie niet waarschijnlijk en aan de Maatregelen ten behoeve luchtbescherming Bezichtiging zoutindustrie en textielfabrieken Aanwijzingen ten behoeve van zelfbescherming tegen lucht aanvallen Landdag van Protestantsch-Christe- lijken te Leeuwarden De lessen aan de Rijksuniversiteiten de Technische Hoogeschool Bezoldiging en verzorging Winkelsluiting in den komenden winter Oorlogsmolestcredieten voor bedrijven van de De Rükscommissaris in Twente de De melkprijzen Naar Enschede. De boterproductie be de Burgerwerkkrachten Het afslachten van vee tf dat De correspondent te Leiden van „N. R. Crt.” heeft een onderhoud gehad met den heer J. v. d. Kooy, voorzitter van den Prot. Chr. Bond van hande laren in melk- en zuivelproducten in Nederland, inzake de melkvoorziening van ons land. De opbouw van Overijsel. Naar wij vernemen heeft de commis saris der provincie Overijsel het initiatief genomen tot het oprichten van een stich ting, die tot doel heeft het bevorderen van het herstel van de provincie. Zij tracht dit doel te bereiken door het ver- leenen van bedrijfscredieten, ten behoe ve van het weder op gang brengen van bedrijven, die als gevolg van oorlogs- molest zijn gestagneerd. Door bemiddeling van stichtingen Het Verordeningenblad bevat een be sluit van de secretarisseri-generaal van de departementen van Financiën en van Justitie betreffende oorlogsmolest- credieten voor bedrijven. Art 1. Onder „oorlogsmolestcredie- ten” verstaat dit besluit credieten, wel ke aan door oorlogsmolest getroffen be drijven op den voet van de navolgende artikelen voor rekening en risico van hef Rijk worden verstrekt. Zij hebben ten doel de bedrijven weder op gang te brengen. Art. 2. De verstrekking van oorlogs- molestcredieten geschiedt door stichtin gen, welke uitsluitend of mede ten doel hebben zoodanige credieten te verstrek ken. Van Rijkswege kunnen aan deze stichtingen tot dit doel voorschotten worden verleend. De verliezen, op de credieten geleden, worden, voor zoover zij niet uit de eigen inkomsten der stichtingen kunnen worden gedekt, ge bracht ten laste van het ..Herstelfonds 1940”. Art. 3. De secretaris-generaal van het departement van Financiën stelt nadere voorschriften vast betreffende de ver- leening van de voorschotten en de ver strekking van de credieten. Hij voegt aan iedere stichting een commissaris toe, die op de verstrekking van de cre dieten toezicht uitoefent. De commis sarissen handelen naar de aanwijzin gen, hun door de secretarissen-generaal van de departementen van Financiën en Justitie gegeven. Art. 4. De toekenning en de defini tieve afwikkeling van oorlogsmolest- credieten wordt ingeschreven in het handelsregister. De aan den credietge- ver toegevoegden commissaris doet daartoe onverwijld opgave aan iedere Kamer van koophandel en fabrieken, bij welke gegevens omtrent de zaak van den credietnemer zijn ingeschreven. In- dien de zaak niet is ingeschreven, ge schiedt de opgave aan de Kamer van koophandel en fabrieken, in welker ge bied de credietnemer is gevestigd. In het Verordeningenblad is opgenomen een Verordening van den Rijkscommis- saris voor het bezette Nederlandsche. ge bied nopens maatregelen ten aanzien van de bezoldiging van militair en burgerlijk personeel der voormalige Nederlandsche Zee- en Landmacht. Hierbij wordt het hoofd van het afwik kelingsbureau van het departement van Defensie gemachtigd, na verkregen in stemming van den secretaris-generaal 'van het departement van Financiën en, voor zooveel noodig, van den secretaris-gene raal van het departement van Binnenland- sche Zaken, voorzieningen te treffen no pens de bezoldiging, het wachtgeld en het pensioen van het militaire personeel van de voormalige Nederlandsche Zee- en Landmacht en nopens de verzorging van hun nabestaanden. Voorts wordt het hoofd van het afwik kelingsbureau gemachtigd voorzieningen te treffen nopens de schadeloosstelling van in dienst van de voormalige Neder landsche Zee- en Landmacht gebezigde burgerwerkkrachten, die in en door dien dienst lichamelijk letsel hebben bekomen, zoomede nopens de verzorging van hun nabestaanden. Op grond van bovengenoemde Verorde ning heeft het hoofd van het afwikkelings bureau het volgende bepaald: Artikel 1. 1. In artikel 72 van de Bevorderingswet voor de Landmacht 1902, worden na het eerste lid de volgende vier leden inge voegd: ,,2. Indien een officier, die op non- activiteit is gesteld, op grond van het bepaalde bij artikel 70, onder 2., 3., 4., 5. of 6., inkomsten geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na den dag, waarop de nonactiviteit is inge gaan, wordt, indien de nonactivite'its- bezoldiging, vermeerderd met de aldus over eenig kalenderjaar 'verkregen in komsten. zou overschrijden het bedrag van de activiteits-bezoldiging, de nonactivi- teitsbezoldiging met het bedrag dier over schrijding verminderd. 3. Het in het tweede lid bepaalde vindt overeenkom stige toepassing ten aanzien van inkom sten, verkregen uit of in verband met arbeid of bedrijf, welke geacht moet worden te zijn ter hand genomen geduren de verlóf, voorafgaande aan de non activiteit. 4. Wanneer een op nonactiviteit gesteld officier inkomsten geniet uit of in Verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen voor den dag, waarop de non activiteit, c.q. het verlof bedoeld in het tweede en derde lid, is ingegaan en deze inkomsten zijn vermeerderd, zijn ten aan zien van de vermeerdering en bepalingen van dit artikel van övereenkomstige toe passing. 5. Een vermindering, als in het tweede, derde en vierde lid bedoeld, wordt voorloopig maandelijks en definitief na afloop van het kalenderjaar vastgesteld”. Artikel 2. De voor militairen beneden den rang van offjcier gestelde minimum- pensioensgrondslag, bedoeld in het 6de lid van art. 14 der Pensioenwet voor de Zee macht, in het 6de lid van art. 14 der Pen sioenwet voor de Landmacht, in het 5de lid van art. 14 der Pensioenwet voor het personeel der Marine-reserve en in het 6de lid van art. 14 der Pensioen wet voor het reservepersoneel der Land macht wordt, indien het recht op pensioen berust op het bepaalde in punt 2. van art. 2 der hiervoren aangehaalde wetten, dan wel in art. 2 der Pensioenwet voor de vrijwilligers bij den Landstorm, voor de militairen of de gewezen militairen be neden den rang van officier, die op of na 1 April 1939 in werkelijken dienst zijn gekomen, gesteld op niet minder dan een duizend gulden. Artikel 3. 1. Aan de op of na 1 April 1939 te werk gestelde burgerwerkkrachten, wier dien sten ten behoeve van den Nederlandschen militairen dienst werden gevorderd, wordt, indien zij in en door of gedeeltelijk in en door de van hen gevorderde diensten ar beidsongeschikt zijn geworden, ten laste van het Rijk een schadeloosstelling toe gekend naar dezelfde regelen en maat staven als die, waarop krachtens de Land macht voor dienstplichtigen der Land macht recht bestaat op toekenning van in validiteitspensioen. 2. De in de artikelen 36 en 37 der voor melde wet nader aangegeven betrekkingen van vorenbedoelde burgerwerkkrachten, die tengevolge van één der oorzaken, als in de voorgaande alinea nader aangeduid, het leven hebben verloren of komen te overlijden, wordt, mede ten laste van het Rijk, een schadeloosstelling toegekend naar dezelfde regelen en maatstaven als die, waarop krachtens de Pensioenwet voor de Landmacht voor de nagelaten be trekkingen van d^nstplichtigen recht op toekenning van pensioen bestaat. 3. De bepalingen der hiervoren meer aangehaalde wet, alsmede de uitvoerings bepalingen dier wet, zijn in daartoe lei dend geval ten deze van overeenkomstige toepassing, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 2. Artikel 4. Dit besluit treedt heden in werking, voor zoover betreft de artikelen 2. en 3 met terugwerkende kracht tot 1 April 1939. De Rijkscommissaris besloot met den leider der Nederlandsche zoutindustrie en het personeel veel succes toe te wenschen. Hierna werden de fabrieken te Boekelo bezichtigd. Van Boekelo ging de tocht naar Enschedé, waar in hotel Graaff de lunch werd gebruikt. Het volgende bezoek gold de textiel fabrieken der N.V. vaij Heek en Co. aan den Lagen Bothof. Hier hadden de leidende figuren uit de Twentsche textielindustrie zich ver- eenigd en werd het woord gevoerd door den heer A. H. Ledeboer, voorzitter van i de fabrikantenvereeniging, die den Rijkscommissaris dank bracht voor zijn bezoek. Spreker verklaarde, dat de Ne- derlandsche textielindustrie de belang- stelling van den Rijkscommissaris zeer op prijs stelde. Hij schetste in het kort de ontwik keling der Nederlandsche textiel industrie, welke haar goede en kwade jaren beleefd heeft en vertelde het een en ander over loonen, arbeidsverhou dingen, sociale verzorging, aantal ar beiders, enz. Hij wees er verder op, 1 dat de Twentsche textielindustrie goed gefundeerd is en ook in moeilijke dagen de taak heeft vol te houden en door te zetten. De Rijkscommissaris dankte hierop voor de begroeting en het overzich't van den toestand der industrie. Hij gaf de verzekering, dat hij en zijn medewer- kers levendig belang stellen in deze be langrijke bedrijven en in het zoo goed mogelijk voortzetten ervan. De Rijkscommissaris wees er op, dat de door Engeland veroorzaakte totale oorlog, moeilijkheden ook voor de in dustrie meebrengt. Deze toestand eischt van ons allen de noodzakelijke aanpas sing en invoeging in de nieuwe verhou dingen. Hij besloot met de verwachting uit te spreken, dat de reorganisatie in het nieuwe economische kader uitein delijk tot grooten bloei zal leiden en dat de arbeiders in volle mate deel zul len hebben aan de resultaten. Hierna volgde een rondgang door de fabriek, waarbij de Rijkscommissaris herhaaldelijk informeerde naar de so ciale omstandigheden waaronder de ar beiders werken. Tenslotte maakten de hooge bezoeker eq de hem vergezellen lenden een rondrit door de arbeiders wijken van Enschedé. Vervolgens ging de tocht naar Olden- zaal, waar een bezoek gebracht werd aan de fabrieken der firma H. P. Gel- derman. De heer Gelderman begroette de gasten, waarna een rondgang volgde. Van hier uit ging het naar bad Boe kelo, waar de Rijkscommissaris met zijn gevolg den avond en nacht doorbracht. De geruchten, dat volle melk door tapte melk zou worden vervangen, achtte de heer v. d. Kooy echter uit de lucht gegrepen.. De melkprijzen zullen zich ongetwij feld op hetzelfde niveau als voorgaan de jaren bewegen. Zooals altijd zal de melkprijs ook nu in het najaar resp. met één of twee cent de hoogte ingaan. Maar hier ligt niets verontrustends in, daar dit ieder jaar voorkomt. Trou wens, in het voorjaar gaat dit percen tage er weer af. Dat de melkprijs aan een extra-ver- hooging onderworpen zou zijn, is niet te verwachten. Het vervoer is al tamelijk goed ge regeld. W^ren er in het begin enkele moeilijkheden te overwinnen, thans is voor een geregelden aanvoer naar de productie-centra gezorgd. Er wordt zoo economisch mogelijk gereden, waartoe het melkwinningsgebied in rayons is verdeeld. Rede van dr. H. Colijn Woensdagmiddag werd op het terrein van de Ijsclub te Leeuwarden een land dag gehouden, georganiseerd door de Anti-Revolutionnairen en Christelijk- Historischen in Friesland. Meer dan 10.000 mannen en vrouwen woonden deze bijeenkomst bij. De eerste spreker was mr. R. Pollema, uit Leeuwarden, die erop wees, dat zij, die tevoren in de genoemde partijen hun vertrouwen schonken, recht hebben ook thans te hooren, waarheen zij moeten gaan. Nadat de menigte uit Valerius’ Ga- denck-Clanck had gezongen: „O Heer, Die daar des Hemels tenten spreyt”, was het woord aan dr. H. Colijn. Spre ker begon met op te merken, dat wan neer een eenheidsbeweging thans in schitterende kleuren ons wordt afge schilderd, dit niet natuurlijk is- Uit de beduchtheid voor de N.S.B. verklaarde spr. den drang van yelen om zich bij de Nederlandsche Unie aan te sluiten. Toch zijn ook wij van oordeel vol gens spr. dat er behoefte is aan hechtere samenbinding in het Neder landsche volk, .om gezamenlijk ons volksleven te stutten. De weg. dien wij daarvoor aanprijzen, is evenwel een andere: niet datgene wat bestaat,' ver smelten en vermengen om dan een illusie na te jagen: de illusie van een volkomen eenheid, maar ons opmaken om in eensgezindheid gezamenlijk te arbeiden voor een welomschreven ge meenschappelijk doel. De huidige, dat is de tweede Neder landsche Unie, mist juist de grondsla gen, die door allen aanvaard kunnen worden. Er zijn er onder, die zeer be paaldelijk moeten worden teruggewe zen. Maar juist daarom kan deze Ne derlandsche Unie geen werkelijke unie worden. Ook kan men door toetreding in geen enkel opzicht invloed uitoefe nen op de denkbeelden, die door de unie gepropageerd zijn. In haar methodolo gie heeft zij het N.S.B.-principe geïntro duceerd. En tot het orthodox protestan tisme is nu het verwijt gericht, dat het zich afzijdig houdt bij den roep om ver antwoordelijkheid te dragen. Intusschen stelt spreker er prijs op. te verklaren, dat hij nog altijd bereid is mede te werken aan de bevordering van de eensgezindheid onder ons volk. Hij vreest echter, gelet op de uitingen van de leidende personen der Unie, dat die samenwerking door hen uitgesloten wordt geacht. Er blijft ons dus geen andere weg, dan dat wij onze eigen in zichten in het openbaar tot uiting bren gen. Negatief zoowel als positief door ons plaatsen op het standpunt, dat neer gelegd is in de redevoeringen van den Rijkscommissaris Seyss Inquart van 29 Mei en 27 Juli. Het is onze plicht dit te doen. Bij den positieven arbeid zal men niets kunnen bereiken, tenzij men de nuchtere werkelijkheid bereid is- te aan vaarden: dat Duitschland op het vaste land een overheerschende positie zal innemen, dat wij ons niet moeten in beelden vruchtbaar werk te kunnen verrichten voor de wijzigingen in ons staatsbestel gedurende den bezettings tijd, dat de sociale en economische wij zigingen uit dezen oorlog voortvloeien de van zeer groote beteekenis zullen zijn. Er is zoo ontzaglijk veel practische arbeid te verrichten, dat men het phili- sofeeren over corporatieven staat beter naar de toekomst kan verschuiven. De handen ineenslaan tot versterking van het gemeenschapsgevoel, saambundeling van alle krachten, die het welzijn van het Nederlandsche volk beoogen, die oog, oor en hart hebben voor onze beste volkstradities, waaronder de vrijheid van geestesuiting en verzekering van volksinvloed op wetgeving en bestuur de voornaamste plaats innemen, dat alles geeft ons waarlijk werk genoeg. Ter voortzetting van zijn inspectie tochten door ons land, bracht de Rijks commissaris Donderdag een bezoek aan Twente. In Deventer, aan de grens van de provincie Overijsel, werd de Rijks commissaris begroet door den gevol machtigde voor de provincie, Gau- hauptstellenleiter dr. Schreuder, aan den ingang van de gemeente Hengelo door de Duitsche kolonie en het perso neel en de leerlingen van de Duitsche school. Ongeveer 250 kinderen zongen den Rijkscommissaris een lied toe, waarna eenige leerlingen den hoogen bezoeker bloemen aanboden. Daarna reed men naar de bedrijven van de Nederlandsche Zoutindustrie, waar de directeur, ir. G. de Haas, een begroetingswoord sprak. Hij gaf den Rijkscommissaris en den hem verge zellenden heeren een overzicht van de positie der Nederlandsche Zout industrie. „Er zijn moeilijkheden te overwin nen”, zoo zeide hij, „doch wij zijn opti mistisch gestemd, omdat wij beschik ken over eigen grondstoffen.” Voorts gaf de directeur een schets van het productieproces en lichtte in het kort toe welke producten de zout industrie fabriceert. De Rijkscommissaris dankte voor de begroeting en verklaarde dat hij en ook zijn medewerkers, groote belangstelling hebben voor de constructie, de positie en de ontwikkeling der Nederlandsche zoutindustrie. „Voor zoover het in den, ons door En geland opgedrongen, totalen .oorlog mo gelijk is, zullen wij er toe medewer ken”, aldus de Rijkscommissaris, „dat allen, die in de bedrijven leiding geven, en vooral ook de arbeiders, er een ver zekerde levenspositie vinden.” De sterkte van auto- en motorlampen Het Verordeningenblad bevat thans een verordening van den Rijkscommis saris betreffende bijzondere maatrege len ten behoeve van de luchtbescher ming, waarin zijn opgenomen de reeds bekend gemaakte verboden om tus- schen 10 uur n.m. en 4 uur 's morgens motorrijtuigen in het openbaar ver keer te gebruiken en tot het betreden van het strand tusschen zonsondergang en zonsopgang. Verder is bepaald, dat met ingang van 5 September het vermogen van in motorrijtuigen gebruikte gloeilampen niet te boven mag ga^n: 35 watt voor koplichten en 10 watt voor spatbord- lampjes of torpedo-frontlampjes. Op overtreding van bovenstaande bepalingen is een hechtenisstraf van ten hoogste 6 maanden gesteld' en een geldboete van ten hoogste duizend gulden of een van deze straffen. Tenslotte is bepaald, dat motorrij tuigen, waarmede genoemde bepalin gen worden overtreden, voor onbe- paalden tijd in beslag kunnen worden genomen, terwijl de bestuurders van zoodanige motorrijtuigen in voorloo- pige hechtenis kunnen worden geno men. Dezer dagen zijn enkele berichten ver schenen omtrent de in voorbereiding zijnde regeling der winkelsluiting in den komenden winter in het bijzonder in verband met de verplichte verduistering en omtrent de terzake door het geor ganiseerde bedrijfsleven gedane stappen. Naar aanleiding van deze berichten vestigt de contactcentrale van de Ned. middenstandsbonden er de aandacht op, dat deze berichten daargelaten de graad van juistheid of onjuistheid van hun inhoud eiken officieelen grond slag missen. Inderdaad zijn ten aanzien van dit vraagstuk de noodige besprekin gen gevoerd tusschen de Ned. Midden standsbonden gezamenlijk met den raad voor het grootwinkelbedrijf, de gezamen lijke verbruikscoöperaties en de organi saties der winkelbedienden. -Van het re sultaat van een en ander is mededeeling gedaan aan het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en aan den Middenstandsraad. Publicaties, welke vooruitloopen op den definitieven inhoud eener komende regeling moeten echter als voorbarig worden beschouwd. Vergadering van den Nederlandschen bakkersbond. Onder voorzitterschap van den heer Herm, C. Kloet uit Haarlem, was gisteren de Nederlandsche bakkersbond in alge- meene vergadering bijeen. Nadat een oogenblik van eerbiedige stilte was gewijd aan hen, die voor het vaderland vielen, werd aan den heer Ninteman uit Groningen, die gedurende 25 jaar lid van het centraal bestuur is geweest de gouden medaille van ver dienste uitgereikt. Vervolgens besprak de heer Kloet op uitvoerige wijze de moei lijkheden, waarmede de bakkerswereld ie kampen heeft, moeilijkheden die veelal nog niet tot oplossing zijn gekomen, of waarvan het eindresultaat dermate is, dat de bakkers er in zullen moeten berusten. In de roggebroodkwestie is een resultaat bereikt, dat zeer effectief is geweest. De oplossing is spoediger gekomen dan men gedacht had en al is deze nog niet ideaal te noemen, toch noemde spr. het een verheugend feit, dat men aan de bezwa- len is tegemoet gekomen. Naast deze pro blemen nbemde spr. het aanvangsuur van drie uur op Zaterdag, de verkrijging van olie en vetten en de kolenvoorziening voor de bakkersbedrijven. Spr.’s indruk is, dat aan verlangens, welke werkelijk recht vaardig zijn tegemoet gekomen wordt, mits de toestand zulks toelaat. De heer Kloet herinnerde er vervolgens aan. dat het ontvangen bedrag voor het noodfonds 75.100 groot is. terwijl de commissie tot op heden een bedrag van 37.455 heeft uitgekeerd. Uit het jaarverslag van den secretaris bleek, o.m., dat van een verbetering over de geheele linie van den toestand in de bakkerij nog geen sprake was. In som mige plaatsen en streken zijn de brood prijzen van dien aard, dat men zich af vraagt. hoe het bedrijf hier in stand wordt gehouden. Het ledental blijft zich nog steeds in opgaande lijn bewegen, terwijl de samenwerking met de zusterorganisa ties goed was te noemen. Besloten werd een vergunning aan te vragen om des Zaterdags den arbeid twee uur vroeger te doen aanvangen. De ver gadering sprak zich verder uit om zich neer te leggen bij een door de regeerinS nader vast te stellen wettelijk winkel- sluitingsuur. Nieuwe richtlijnen verschenen De Rijksinspectie luchtbescherming heeft een brochure uitgegeven onder den titel„Aanwijzingen ten behoeve van de zelfbescherming”. De aanwijzingen, welke de inspectie hier geeft, zijn vastgesteld o.m. op grond van de verkregen oorlogs- praktijk. Een goedkoope uitgave van deze brochure wordt door de organen van de Nederlandsche vereeniging voor luchtbescherming tegen 5 cent voor het publiek beschikbaar gesteld. Uit boven staande blijkt reeds, dat, nu deze nieuw ste aanwijzingen aan de practijk getoetst zijn, bestaande publicaties, met deze aanwijzingen in strijd, van onwaarde zijn. Tevens beoogt dit boekje naar Groote invloed van het afslachten van vee op de melkproductie is niet te verwachten, daar de goede melk- koeien vanzelfsprekend niet worden geslacht. Zij zijn van te groote betee kenis voor de melk-opbrengst. Zeer zeker zal er ook voldoende win tervoet voor de koeien zijn. De boeren, die zelf het grootste be lang hebben bij een mooie melk- opbrengst, hebben er ongetwijfeld voor gezorgd, dat zij voldoende voedsel in voorraad hebben. De meesten hebben er rekening mede gehouden, dat waar schijnlijk niet voor Februari kracht voer zal worden verstrekt. Tenslotte verklaarde de lieer van der Kooy, dat er voldoende consump- tiemelk beschikbaar zal blijven. Ook bij de industrie-melk zal dit wel het geval zijn, maar in ieder geval bij de consumptie-melk, daar, mocht hier de opbrengst maar even haperen, de boe ren, die voor de industrie-melk zorgen, dan consumptie-melkers zouden worden. Onze boterproductie, aldus de heer van der Kooy, bedroeg in 1939 honderd- en-acht-millioen k.g. Hiervan werd vijftig millioen k.g. in Nederland ver bruikt, terwijl de overige acht-en-vijf- tig millioen werd uitgevoerd en wel in hoofdzaak naar Engeland. Daarnaast namen Duitschland en België ook nog wat boter van ons af. Door de thans geldende distributie- regeling ligt het voor de hand, dat er in ons land meer roomboter voor de consumptie bestemd is. Dat dit uiteindelijk zou leiden tot een botertekort is vrijwel uitgesloten, daar toch altijd een afzetgebied ge zocht moet worden voor de boter, die anders naar Engeland gaat. Wat de gecondenseerde melk treft, is het te verwachten, dat deze eerlang weer vrij zal worden gegeven. Men wenschte echter eerst de aan de fabrieken aanwezige voorraden op te nemen. De heer v. d. Kooy was van mee- ning, dat er' geen distributie van melk zal komen, tenzij door aller lei omstandigheden het verbruik zóó groot zou worden, dat slechts door een distributieregeling een billijke verdeeling wordt gewaar borgd. Voorzieningen inzake oude overeenkomsten. Art. 5. Onder oude overeenkomsten worden verstaan: 1. de overeenkomsten, door den credietnemer vóór 15 Mti 1940 aangegaan. 2. De overeenkomsten, door schuldvernieuwing in de plaats gesteld van overeenkomsten, door den Credietnemer vóór 15 Mei 1940 aange gaan, tenzij de schuldvernieuwing door den aan den credietgever toegevoegden commissaris is goedgekeurd. Artikel 6. Tot het tijdstip, waarop de definitieve afwikkeling van een oorlogs- molestcrediet in het handelsregister is ingeschreven, gelden met betrekking tot de oude overeenkomsten van den cre dietnemer de navolgende artikelen. Art. 7. Aan de verbintenissen, welke voor den credietnemer uit oude over eenkomsten voortvloeien, kan slechts worden voldaan en voldoening daaraan kan slechts worden afgedwongen, voor zoover de aan den credietgever toege voegde commissaris daartoe toestem ming verleent. Zoodanige toestemming is ook vereischt voor een tusschen den credietnemer en zijn schuldeischer aan gaande de verbintenissen getroffen re geling. Voor zoover deze toestemming niet is verkregen, wordt de schuld als niet opeischbaar beschouwd. Hetgeen zonder toestemming is voldaan, kan teruggevorderd worden. Art. 8. Is een oude overeenkomst, waarbij de credietnemer partij is, we- derkeerig, en is deze zoowel door hem als door zijn wederpartij niet of slechts gedeeltelijk nagekomep, dan kan de Wederpartij den credietnemer sommee- ren om binnen acht dagen te verklaren, öt hij de overeenkomst gestand wil doen. Verklaart hij zich daartoe binnen dien tijd niet bereid, zoo is de overeen komst ontbonden en heeft de wederpar tij recht op schadevergoeding. Artikel 7 is van toepassing. Verklaart hij zich wel bereid de overeenkomst gestand te doen, dan is op de daaruit voortvloeiende ver bintenissen art. 7 niet van toepassing. De bereidverklaring is slechts mogelijk met toestemming van den aan den cre dietgever toegevoegden commissaris. Art. 9. De artikelen 7 en 8 zijn niet van toepassing op: 1) Arbeidsovereen komsten, behalve voor zoover betreft vóór 15 Mei 1940 vervallen loonen; 2) Huur- en pachtovereenkomsten; 3) Ren ten van schuldvorderingen, waarvoor hypotheek is verleend; 4) Verplichte pe riodieke aflossingen van schuldvorderin gen, waarvoor eerste hypotheek is ver leend. Het bepaalde in het eerste lid onder 24 geldt niet, voor zoover de aan den credietgever toegevoegde commissaris in bijzondere gevallen anders beslist, de schuldeischer wordt tevoren gehoord, al thans behoorlijk opgeroepen. Art. 10. De artikelen 7 en 8 stuiten den loop niet van reeds aanhangige rechtsvorderingen inzake oude overeen komsten, noch beletten zij het aanleg gen van nieuwe rechtsvorderingen. Art. 11. Indien, ingevolge het bepaal de in art. 7, voldoening aan een verbin tenis niet kan worden afgedwongen, ver vallen de gelegde beslagen en wordt de schuldenaar uit de gijzeling ontslagen. De president van de rechtbank beveelt, voor zooveel noodig, de doorhaling der vervallen beslagen. Op de kosten, waar in de schuldenaar is of wordt verwezen, vindt art. 7 overeenkomstige toepassing. Art. 12. Dit besluit is mede van toe passing op reeds verleende oorlogsmo lestcredieten. Artikel 13. Dit besluit is gisteren in werking getreden. Vaststelling der collegegelden Het gisteren verschenen Verordenia- genblad bevat een besluit van den seae- taris-generaal van het departement «a Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen betreffende de gelden, verschuldigd gens het bij wonen der lessen aan Rijksuniversiteiten en de Technische Hoogeschool te Delft. Hierbij wordt, in afwijking met het be paalde in de Hooger Onderwijswet, om het volgende bepaald: Terzake van het onderwijs der hoof leeraren en lectoren aan de Rijksuniver siteiten en de Technische Hoogeschool is. voor elk studiejaar door hem, die dit on derwijs eens of meermalen bijwoont, een som verschuldigd van 32», die in ’s rijks schatkist gestort wordt. Wonen uit een - zelfde gezin twee of meer kinderen in hetzelfde studiejaar eens of meermalen het onderwijs bij der hoog- leeraren en lectoren van -een in Neder land gevestigde universiteit of hooge school, welke voor het onderwijs der hoogleeraren en andere docenten een be drag, tenminste gelijkstaande met dat verschuldigd aan de Rijksuniversiteit en de Technische Hoogeschool, vordert dan is door één hunner een som van 32i, door één hunner een som van ƒ275 en door elk ander hunner een som van 225 verschuldigd. De secretaris-generaal behoudt zich voor om in bijzondere tijdsomstandigheden, te zijner beoordeeling, de over een bepaald studiejaar verschuldigde collegegelden vast te stellen op bedragen, welke lager zijn. De secretaris-generaal behoudt zich voor, onder nader vast te stellen voor waarden toe te staan, dat het college geld in twee gelijke termijnen wordt be taald Vrijstelling van betaling wordt genoten door hem, die voor het aan de Rijksuni versiteiten of aan de Technische Hoo geschool genoten onderwijs een aantal achtereenvolgende studiejaren, dat ten minste drie en ten hoogste vijf bedraagt en dat voor iedere faculteit en studie richting aan de Rijksuniversiteiten en voor de Technische Hoogeschool doof den secretaris-generaal nader wordt vast gesteld, de verschuldigde gelden heeft betaald. Hem, die ter voorbereiding tot een examen, dat niet aan één der Rijksuni versiteiten of aan de Technische Hooge school wordt afgelegd, lessen van hoog leeraren en lectoren wenscht te volgen, kan daartoe door curatoren der betrokken Rijksuniversiteit of der Technische Hoo geschool telkens voor één studiejaar toe stemming worden verleend. In dat geval is voor dit onderwijs een som verschul digd van 225, die in ’s Rijks schatkist gestort wordt. Aan hem, die slechts enkele lessen van hoogleeraren en lectoren wenscht te vol gen, kan daartoe door curatoren telkens voor één studiejaar toestemming word#1 verleend, in dat geval is voor dit onder wijs verschuldigd, indien de lesuren ge geven worden eenmaal p. week 20 twee maal per week 35. driemaal per weeK 55, viermaal of meermalen per weeK 70. Aan hem, die na het inwerkingtreden van dit besluit vrijstelling van verdere betaling van collegegelden verzoekt op grond van de omstandigheid, dat hij even zoovele of meer studiejaren voor volledig onderwijs is ingeschreven ge weest als voor zijn faculteit of studie richting van de Rijksuniversiteiten of voor de Technische Hoogeschool door den secretaris-generaal nader wordt vast gesteld, wordt die vrijstelling verleend- ook wanneer de studiejaren, gedurende welke hij bij het in werking treden van dit besluit, voor volledig onderwijs was ingeschreven, geen aaneengesloten reeks vormen of niet bij het in werking treden van dit besluit aansluiten. Dit besluit is gisteren in werking g®* treden. uit het voorwoord blijkt „den stroom van onzakelijke en ondeskundige voor lichting in betere bedding te leiden” In het eerste hoofdstuk, waarin het nut der zelfbescherming wordt aange toond, wordt betoogd, dat er helaas veel verloren is gegaan, wat niet had be hoeven ten onder te gaan indien de zelf bescherming maar behoorlijk had ge- functionneerd De feiten hebben nogeens extra onderlijndzelfbescherming is zelfbehoud. Voorts wordt besproken de moreele kracht van het individu, die door één simpele handeling, met een zekere kor' bloedigheid verricht, rampen kaia. vo' komen. Algemeene wen'., Aan het slot van dit geschriftje kqme eenige „algemeene wenken” voor, welke wij hier overnemen. Door het toepassen van zelfbescher- mingsmaatregelen wordt de gevarenkans aanmerkelijk verminderd. Op een ieder -rust de plicht tot het nemen van maat regelen, waardoor eigen have en goed wordt beschermd. Hierdoor «werkt men tevens mede aan het voorkomen, althans verminderen, van het gevaar voor zijn naaste omgeving. Bewaar uw koelbloe digheid. waardoor rampen te voorkomen zijn. Binnenshuis bestaat grootere kans op levensbehoud dan daar buiten. Indien gij een kelder bezit, laat deze door des kundigen van den luchtbeschermingsdienst keuren op zijn deugdelijkheid. Laat u ad- viseeren omtrent de inrichting van den keldêr door deskundigen van den lucht beschermingsdienst. Zoek nooit dekking in' een kelder, welke door de bevoegde overheid niet is goedgekeurdlaat dezen door de overheid registreeren. Draag er zorg voor, dat in den kelder naast de gebruikelijke uitrusting zooals voedsel, water, lampen, verbandmid delen, enz. steeds een schel klinkende fluit aanwezig is. Indien geen goedge keurde kelder aanwezig is, bertt u het veiligst plat op den vloer van de be- nedenverdieping, zoover mogelijk ver- wijderd van de buitenmuren; bij voor keur achter een binnenmuur. Indien gij in uw tuin een schuilloopgraaf wenscht aan te leggen, moet deze overdekt zijn. Alleen deze geven voldoende bescher- ming tegen inslaande scherven, uitwer king luchtstoot, mitrailleurkogels, weer gesteldheid, enz. Indien gij op een éatge woont, doet gij verstandig bij lucht alarm naar uw buren beneden te gaan. Bevredig uw nieuwsgierigheid niet met naar een luchtgevecht te kijken. Blijf van deuren en ramen verwijderd. Een brandbom is onschadelijk te maken. Zorg dat water, zand, schop steeds bij de hand zijn. Draag zorg, dat steeds een kol- fertje gepakt is met de meest noodzake lijke artikelen als waarde-papieren, on- derkleeding. schoenen e.d. Dit kan u te pas komen bij een plotseling moeten ver laten van uw woning. Verschaf u nog eenig verbandmateriaal. „Eerste hulp” kan van zeer groot belang zijn. Verstaat u met uw buren inzake wederzij dsche hulp. Denk aan ouden van dagen, ge- brekkigen en jonge kinderen. Helpt hen zooveel als mogelijk is. Sluit u aan bij de afdeeling van de Nederlandsche ver eeniging voor luchtbescherming, die on getwijfeld in uw gemeente werkzaam is. Deze kan u onschatbare voorlichting verstrekken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 6