aan
ALLE SPOREN LEIDEN
NAAR ULF
Onderzoek toren St. Laurenskerk te Rotterdam - Buslichting per fiets - De
Opbouwdienst te Bemmel aan den arbeid - Engelsch vliegtuig neergeschotèn
iWI
gg
o
fan
L
1
Zin
■te> i
HAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 5 SEPTEMBER 1940 TWEEDE BEAD
FEUILLETON.
FT
1 j| ri
lil
lacht. Goed,
(Nadruk verboden.)
ge-
de
De
OP DE FIETS. De buslichtingen geschieden niet meer per
auto, doch per fiets, zonder dat de posterijen iets van haar
snelheid inboeten. (Polygoon)
Je droomt bij klaarlichten dag,
hoort hij een stem naast zich en als
hij opkijkt, ziet hij Isabella naast zich
staan. Haar oogen stralen en Ulf weet
op het oogenblik niets beters te den
ken dan dat een uur zeer snel voorbij
kan gaan. Hij moet er zelf om lachen,
dat hem niets beters invalt. Dan ziet
hij dr. Joachimczyk, die een weinig
op den achtergrond staat en deze
scène mede aanziet. De beide man
nen geven elkander een hand.
Maak Isabella gelukkig, zegt dr.
Joachimczyk met dezen handdruk en
de andere hand antwoordt hem zwij
gend, daar kunt u staat op maken!
Op weg naar het station merkt Ulf
aan een uitlating van dr. Joachim
czyk, dat deze de hotelrekening heeft
betaald. Ik begreep uit Isabella’s
verwarde verhalen hoe het met uw
financiën stond, ik hoop niet, dat u
mij kwalijk neemt? zeide hij lachend.
Ulf knikt. Maar u moet ons nu
beloven, dat u spoedig bij ons zult
komen?
Dr. Joachimczyk aarzelt een oogen
blik, dan zegt hij opeens: Bij den
doop van uw kind kom ik graag.
En nu bloost Isabella.
Commissaris Petermann is in een
verschrikkelijk humeur. In den mid
dag van dezen dag heeft hij Schwei-
kert opgebeld, maar mevrouw Schwei-
kert, die aan de telefoon kwam, heeft
verbaasd geantwoord: Mijn man
is heelemaal niet thuis, commissaris.
Hij kwam alleen koffiedrinken en is
dadelijk weer weggegaan.
mij had gekoesterd. Toen ontmoette
ik hem weer, jij was er bij. Het was
een toeval. Hun oogen ontmoeten el
kaar.
En dr. Joachimczyk heeft
geholpen? vraagt hij langzaam.
Ja, ik vertelde hem van onze
pogingen en onze mislukkingen. Ik
vertelde hem ook, Ulf, dat ik van je
hield en toch ging hij met mij mee
naar Warschau, deed daar onderzoe
kingen en vanmiddag zal ik, uit zijn
handen, alle papieren ontvangen, die
ik noodig heb!
Buiten op straat gaat het leven
voort, in de eetzaal van het hotel zijn
vele gasten binnengekomen. Borden
en messen rammelen en kellners loo-
pen af en aan en toch hangt er om
Isabella en Ulf een stilte, die ver
lammend is.
Totdat Ulf zich over de tafel buigt.
Hij moet heel veel van je houden,
zegt hij zacht. En zij antwoordt even
zacht. Ik dank je.
Later is Ulf heel alleen, omdat Isa
bella dr. Joachimczyk nog eens moet
ontmoeten, die voor haar naar hier
was teruggekomen. Ulf heeft eindelijk
tijd over zichzelf na te denken. Met
schrik bedenkt hij zich, dat hij in al
deze dagen geen enkel bericht naar
Berlijn gezonden heeft. Zij moeten
hem voor gek houden! Hij zou het
liefste opspringen en een telegram
sturen. Maar hij weet niet hoe hij
in een telegram alles zal zeggen, wat
hem nu zoo bezig houdt. Morgen
vroeg, denkt hij, zal ik hun alles
uitleggen! Zouden zij het begrijpen?
HET LIED VAN DEN AR
BEID klinkt in het plaatsje
Bemmel. De Opbouwdienst
doet daar nuttig werk. Ieder
is in zijn eigen vak te werk
gesteld. De timmerlieden in
de werkplaats.
(Polygoon)
ONDERZOEK naar den
toestand van den St. Laurens-
toren te Rotterdam. Het fraaie
carillon bleef geheel onbe
schadigd. Het onderzoek
der klokken.
Polygoon)
Dit is de reden waarom dr. Peter
mann zulk een slechte bui heeft. Wat
denkt deze Schweikert eigenlijk wel?
Hij zal dezen Schweikert eens goed
zijn meening vertellen! Dr. Peter
mann krijgt eerder de gelegenheid
dezen Schweikert zijn meening te
vertellen, dan hij gedacht heeft. Want
juist, als hij zuchtend vaststelt, dat
het tijd wordt eens aan rust en slaap
te denken, wordt de deur van zijn
kamer eenigszins heftig opengerukt.
Schweikert staat op den drempel en
kijkt zijn chef stralend aan. Kerel,
wil Petermann beginnen, maar
Schweikert heeft de deur gesloten en
komt zijn chef tegemoet en dr. Peter
mann kan alleen maar lachen, als
Schweikert zijn hand grijpt. Ik
heb ze, commissaris!
Dr. Petermann steunt; hij drukt den
ander in een stoel. Mijn beste
Schweikert, ik ben den geheelen dag
bezig raadsels op te lossen en nu
komt u bovendien tegen alle af
spraken in en geeft mij weer
nieuwe raadsels op! U hebt „ze”,
maar nu moet u mij eerst vertellen
wie „ze” zijn.
Schweikert jubelt het uit.
schilderijen commissaris!
Petermann kijkt hem verbluft aan.
De schilderijen, de schilderijen, die
bjj mijnheer Hermsbach gestolen zijn?
Schweikert knikt. Ja commissa
ris, deze schilderijen bedoel ik. Ik
heb ze gevonden. Dat is te zeggen,
voegt hij er aan toe. Ik weet voor-
loopig pas waar ik ze waarschijnlijk
kan vinden,-Ze zullen daar vanavond 1 schilderijen had.
DE NEDERLANDSCHE CIRCUS-REVUE gaat thans in Amsterdam op
treden. Het opslaan van de tent op het terrein van het voormalige
Paleis voor Volksvlijt. (Polygoon)
zicht ligt een schaduw.
dr. Joachimczyk de man,
je dank verschuldigd bent?
Zij knikt. Ja, zegt zij, dr.
Joachimczyk kent mij sedert vier
jaar. Hij is nu een hooge beambte
bij het ministerie. Toen ik hem leerde
kennen was hij in Berlijn werkzaam.
Ik wist toen al, dat hij mij liefhad.
Zij zwijgt en een oogenblik heerscht
er een drukkend zwijgen tusschen
hen. Vertel verder, zegt hij dan
kalm.
Zij kijkt hem even aan. Ik heb
hem nooit in twijfel gelaten om
trent mijn gevoelens voor hem. Hij
legde er zich bij neer en ik meende,
dat hij geen diepgaande neiging yoor
DRIE ENGELSCHE BOMMENWERPERS van het type Bristol-Blenheim
werden boven Nederland door Duitsche Flaks neergeschoten. De overblijfselen
van een der neergehaalde Engelsche machines op een weide. (Stapf)
DE HEILIGE LOTUSBLOEM, DE HEILIGE BLOEM DER BOEDDHISTEN,
STAAT IN BLOEI IN DEN AMSTERDAMSCHEN HORTUS.
(Polygoon)
verschijnen, samen met den heer, die
ze uit de villa heeft meegenomen.
Petermann gaat naar zijn schrijf
tafel terug en neemt het kistje siga
ren. Eerst wil hij tellen, hoeveel er
nog in zijn, maar dan geeft hij dit
plan op. Zoo, zegt hij als de si
gaar trekt, en vertel nu eens in
volgorde Schweikert. Hij houdt den
ander het kistje voor.
Er valt niet veel te vertellen,
commissaris. Ik heb het volgende
gedacht: Al onze vrienden, die iets
voor schilderijen voelden, zitten ach
ter slot en grendel, dat heb ik van de
afdeeling diefstal gehoord.
Petermann knikt. Dus een bui
tenstaander, die hier is bezig
weest?
Ja, geeft Schweikert toe, een
buitenstaander! En wat doet een bui
tenstaander, als hij internationale
verbintenissen heeft, probeert hij de
schilderijen over de grens te verkoo-
pen en als hij die niet heeft, moet
hij het ondershands probeeren. Hij
kan ze niet in de kunsthandels aan
bieden. Hij kent geen helers voor
zulke dingen en daarom tracht hij uit
te vinden, wie belang in zulke dingen
stelt.
De commissaris knikt. Ja, dat
zou ik ook meenen.
Schweikert gaat voort. Kent u
onzen vriend Henne, commissaris?
Van de muntenklasse? Nu dan Henne
vertelde mij, dat er vanmiddag ie
mand bij hem was, die hem vroeg
of hij soms liefhebbers voor z oude
21)
Isabella geeft het op, zich daarover
uit te laten. Zij leunt achteruit en
bekijkt hem zeer opmerkzaam en dan
zegt zij plotseling. Dr. Joachim
czyk zal ons straks naar het station
brengen.
Ulf is eensklaps zeer ontnuchterd
als hij dezen naam hoort. Hij kijkt
haar vragend aan en over zijn ge-
- Is deze
aan wien
Dr. Petermann
Schweikert, goed.
Nu Henne wist natuurlijk iemand
en vanavond zal de man met de schil
derijen komen. Henne zal hem ech
ter niet naar den kooper brengen,
maar mij een stillen wenk geven, en
dan is het zaakje in orde commissa
ris.
De commissaris springt op.
Schweikert, heeft Henne u een be
schrijving van den man gegeven?
Schweikert grinnikt. Natuurlijk,
commissaris, Ulf Hartmann is het in
geen geval, de zaak ziet er echter
zoo uit... Hij onderbreekt zichzelf en
haalt een foto uit de zaak, die hy
den commissaris voorlegt. Dr. Peter
mann werpt een korten blik op het
portret. Maar dat is toch...
Schweikert knikt. Natuurlijk
commissaris, en weet u hoe ik aan
die foto kom? Van onze rechercheaf-
deeling. Gevangenisstraf uitgezeten
voor diefstal met inbraak en derge
lijke dingen.
En deze man heeft Henne
schilderijen aangeboden?
Schweikert knikt. Deze man,
commissaris.
Dr. Petermann vervalt in een diep
gepeins. Natuurlijk zijn wij van
avond op de genoemde plaats! Dat
hebt u schitterend gedaan, Schwei
kert, maar één ding blijft desondanks
onopgehelderd.
Schweikert is niet erg verrukt «ra
deze mededeeling. Onopgehelderd
wat dan commissaris?
IWordt vervolgd^
WW
- l:
ift
g
BIJ DEN STAF VAN EEN VLIEGERKORPS. Generaal-veldmaarschalk
Sperrle bij een bespreking met zijn generaals en stafofficieren
in de open lucht. (Holland)
S;
■T
Tl
W?
B:
F
Sit
-
7 - ',7z7 "T
je
F
x
F 1
R.-..
k'A
L