HAAGSCHE COURANT HET PAKJE SIGARETTEN BINNENLAND Zaterdag 7 September 194). IN EN OM DEN HAAG '7^/lh Mr. H. J. Kist VIERDE BLAD Nationale Reclasseeringsdag De klant is niet meer Koning. aan Duitsche tuinbouw nabij de Nederlandsche grens Levensmiddelendistributie hotels, café’s e.d. Nederlandsche Midden standsbond Nieuwe brochures Ml km Krijgen de helft van het verbruik in September 1939 Het publiek toone meer begrip. Over de vraagstukkenvan dezen tijd De bondsraad te Utrecht bijeen No. 17667 en als de trot- OOM KOOS. beweren heden, lebben geroepen aan door een kort fstand te doen op te kunnen ie voor de erg in de uitglijpartij over iets,{wat eenmaal aangenaam lijkt mij de iheil te stichten, daarbij een be uren het, die den Hij zou alle vol- n onderdrukking De burgemeestersvacature te Hilversum Naar „de Zaanlander” verneemt, komt voor de benoeming tot burgemeester var. Hilversum zeer ernstig in aanmerking het cud-lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal voor het Verbond voor Nationaal Herstel, mr. dr. W. M. Westerman, oud- raadslid van den Haag en oud-direc- teur van de Rotterdamscbe Bankvereeni- ging. niet is d< titel Sto turn c serie srschenen Friedrich n strijd met Enge- de aanbieding, in October 1939 van het ieuwe plan van Hit ler voor den vrede ilEuropa. „Naat Staat er st a n d”, richtlijnen voor een corporatie1 maatschappij is de titel van een broche van S. Th. Vissen Prof. mr. dr. R. Kranenburg De Leidsche hoogleeraar, prof. mr. dr^ R. Kranenburg, lid van de Eerste Kamet en voorzitter van den Vrijz, Dem. bon<^ viert morgen zijn 60sten verjaardag. auto aangewezen, welke o] stookt wordt. Natuurlijk v zeer economisch en heel i besloten; veiligheid, vrede en rust. Van grootere beteekenis De eerste druk ervan, zag het licht in het najaar van 1936. De schrijver deelt in zijn voorwoord mede, dat hij den tweeden druk ervan in ongewijzigden vorm meent te moeten laten verschijnen, zonder de ge wijzigde omstandigheden te bespreken. „Immers wat in dit boekje als wensche- lijk wordt betoogd, is gewenscht niet door de omstandigheden, maar om zichzelf”. Deze brochure zet in groote lijnen uiteen hoe een corporatieve maatschappij op staat en stand gebouwd er uit ziet. De schrijver baseert zijn betoog hoofdzakelijk op de pauselijke encycliek „Quadragesimo Anno” Hij bespreekt achtereenvolgens de klas sen, de standen, bondsvorming der be roepsstanden, bondsvorming der cultuur - standen, standsbehoeften en het aan ban den leggen van het kapitaal. Hij meent, dat het allereerst noodige is: de oogen te openen voor de innige samenhoorigheid door het eene product, dat aan alle mede werkers levensonderhoud geeft en waar digheid van stand.Op deze eenige beroeps- saamhoorigheid als grondslag moeten de menschen van hetzelfde beroep tot bonds vorming komen en gemeenschappen stich ten, aan welke de Staat wettelijke be voegdheden verleent, die deze gemeen schappen noodig hebben om de hoogheid en de waarde van hun product en hun eigen levensonderhoud op peil te houden. Al deze gemeenschappen of bedrijfschap pen vormen tezamen een algemeenen raad tot regeling der onderlinge verhoudingen met het oog op het algemeen welzijn. En tenslotte, zooals over ieder lagere gemeen schap, houdt ook over deze de Staat zijn wakend oog. Door deze verwerkelijking van het beginsel der subsidiaire werk zaamheid komt ook de Staat weer vrij voor zijn eigen taak: de verzorging van het totaal der menschelijke goederen. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Land bouw en Visscherij, deelt mede In verband met een billijke verdee- ling van de beschikbare voorraden, is het noodzakelijk gebleken, de toewij zingen aan hotels, café’s, restaurants, lunchrooms, cantines en dergelijke in stellingen te bepalen op vijftig procent van het verbruik gedurende de maand September 1939. De aandacht wordt er op gevestigd, dat van de bovenbedoelde regeling in het algemeen niet zal kunnen worden afgeweken, zoodat het geen zin heeft klachten of verzoeken te dier zake tot het Centraal Distributiekantoor of de plaatselijke distributiekantoren te rich ten. Eiervol ontslag als griffier van den; Hoogen Raad Bij besluit van den secretaris-gene raal. wnd. hoofd van het departement van Justitie, van 2 September is aan mr. H. J. Kist in verband met het bereiken van den pensioengerechtig den leeftijd met ingang van 16 Sep tember 1940 eervol ontslag verleend als griffier van den Hoogen Raad der Nederlanden onder dankbetuiging voor de in rechterlijke betrekkingen bewe zen diensten., Na achtereenvolgens als griffier van de kantongerechten te Bergen op Zoom en te Gouda in de rechterlijke macht te hebben gediend, werd mr. Kist 15 Januari 1915 tot substituut-griffier bij den Hoogen Raad aangesteld, waarna 2 Augustus 1927 zijn benoeming tot griffier volgde. Mr. Kist is dus meer dan een kwart eeuw bij den Hoogen Raad werkzaam geweest. Een tweede Westland Uit Keulen wordt aan het Nederland sche Perskantoor te Berlijn gemeld In het gebied van den Beneden-Rijn breidt zich de tuinbouw, met name die onder glas, voortdurend uit. In een aan tal dorpen, onmiddellijk nabij de Neder landsche grens gelegen, waant men zich in een tweede Westland. Een middelpunt van den glastuinbouw is te Straelen. Straelen was het eerste Duitsche plaatsje, waar men met de kasteelt begon. Het plan hiertoe is uitgegaan van den eigenaar van een houtzaagmolen. De molenaar ergerde zich aan den steeds omvangrijker worden den invoer van groenten uit Nederland. Hij spoorde eenige Nederlandsche tuin ders aan, naar Straelen te komen om den boeren de groententeelt, met name den glastuinbouw, te leer en. Te Straelen werd toen de groenteteelt en de verkoop geheel naar Nederlandsch voorbeeld ingericht. Zelfs het Nederlandsche veilingstelsel met de bekende veilingklok werd overgenomen. Andere plaatsen in het gebied van den Beneden-Rijn volgden spoedig het voor beeld van Straelen en de groenteteelt in deze gebieden is thans inderdaad aan zienlijk, ook al heeft men nog niet het bedrijf tot het peil van het Westland op gevoerd. Men moet niet meenen, dat deze wed ijver in het nadeel van Nederland is ge weest. Tengevolge van den toenemenden tuinbouw in het gebied van den Beneden- Rijn, leerde de bevolking der Duitsche steden nog meer de groenten waardeeren. Dit heeft ertoe geleid, dat de hoeveelheid groenten, die West-Duitschland thans af neemt, een veelvoud is van die van 30 jaar geleden en Nederland, ondanks de toenemende Duitsche voortbrenging, nog veel meer kan leveren dan vroeger. In „Europa zonder Engeland”, door Carlo Scarfoglio, een brochure uitge geven door W. J. Ort, den Haag, wordt ’n pleidooi geleverd voor de noodzakelijkheid van een continentaal gevoel, dat er op ge richt is de staten van het Europeesche vasteland los te maken van de overheer- sching door Engeland. De schrijver is ge treden in de voetstappen van zijn vader, die in Italië de eerste is geweest, die deze ideëen propageerde en zijn geschrift, is de tekst van een voordracht, welke hij kort geleden te Berlijn hield en waarvan nu een Nederlandsche vertaling is versche nen. De schrijver is van oordeel, dat sedert het bombardement van Alexandrië en de bezetting van Egypte in 1882 het werke lijke liberalisme in Europa dood is. Enge land, dat aan de continenale volken nood zakelijke verbindingswegen onthoudt of de totstandkoming ervan belemmert uit eigen baat, dat geen recht heeft op koloniën in Europa, zooals Malta en Gibraltar, moet een natie worden met dezelfde rechten en plichten als elke andere. Het Suezkanaal moet behooren aan het continent, alleen reeds ter wille van de waardigheid van het continent, af gezien nog van zijn veilig heid. Vooraan moeten alle continentale vraagstukken als gemeenschappelijke vraagstukken worden behandeld, die ons allen gelijkelijk interesseeren. Wanneer Engeland aan het continentale leven wil deelnemen, moet het dat doen evenals elke andere natie. Met de „Inleiding” tot de werken „Looking Backard en Equality”, door Edw. Bellamy, in het Nederl. vertaald onder den titel: „In het jaar 2000” en „Gelijkheid voor allen”, is een handig boekje versche nen als uitgave van de Centrale Admini stratie Bellamy, waarin de hoofdgedachten van dezen hervormer op economisch en sociaal gebied zijn neergelegd. In deze brochure worden de voornaamste begrip pen uit beide genoemde werken samenge vat. Zij moet als een inleiding en een stimulans tot de nadere bestudeering daar van worden beschouwd. Een korte le vensschets van Bellamy, wiens eerste boek een geweldigen opgang in 1888 in Amerika, zijn geboorteland, maakte, gaat er, mèt zijn portret, aan vooraf. „Kop op!”. Een bemoedigend woord in deze dagen, is de titel van een door W. van Gorcum geschreven brochure, die bij de N.V. voorheen Batteljee en Terp- stra te Leiden, is verschenen. De gewel dige gebeurtenissen van Mei hebben ook op vele volwassenen een zoo verbijste renden indruk gemaakt, dat het hun ge gaan is als kinderen, wien een groote angst overvallen is, toen ze plotseling tot de ontdekking kwamen, dat zij verdwaald waren en den weg naar huis niet meer konden terugvinden. In dat ..thuis” ligt voor de menschen heel veel dat woord is identiek, met voor een corporatie1 tiiei van een brochie van o. in. vissen bij de N.V. De Re dentiebode, uitg. te ’s-Gravenhage verscjnen. Extra-broodrantsoen voor aardappelen* en bietenrooiers De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Land* bouw en Visscherij maakt bekend, dat aar» mannelijke arbeiders belast met het aardappelen- en bietenrooien tot 1 Noverru ber a.s. extra broodrantsoens op basis van 100 pCt. mogen worden verstrekt. Deza tijdelijke extra verstrekking heeft alleen betrekking op brood en niet op boter of vet. Arbeiders, die gedurende deze periode andere oogstwerkzaamheden verrichten en vrouwelijke werkkrachten komen hiervoor niet in aanmerking wilde van een en Zoon „Histo- bro- Het publiek profiteert in hooge mate van deze gunstige distributieregeling voor het restaurantbedrijf mee, al moet men ook met minder tevreden zijn dan voor heen. De menu- en dagkaarten blijven „voor elck wat wils” bieden en de koks doen extra hun best om het bestelde zoo smakelijk mogelijk op te dienen. Op deze wijze wordt het. publiek gedistribueerd zonder dat het zulks merkt. .Het blijft daarom aanlokkelijk om eehs in een restaurant te eten. Wilt gij, dat die toestand gehandhaafd blijft? Dan rust ook op u, bezoeker van onze restaurants, de plicht om den restaurateur te steunen bij zijn streven naar zuinigheid met grondstoffen. Toon begrip voor de moeilijkheden welke daar aan verbonden zijn en toon dankbaarheid door uw eischen niet te hoog te stellen. Vraag geen extra’s welke niet op de kaar ten vermeld staan. Verwacht geen toegiften of kleine attenties, bestaande in extra hapjes. De restaurateur, die niet de uiter ste soberheid betracht brengt de mooie distributieregeling in gevaar en het pu bliek, dat hem daarin niet steunt, toont weinig begrip van den tegenwoordigen toestand. Wies en Jodocus hebben zich dezer dagen voor het eerst des avonls op straat gewaagd op hun rijwielen «n h,un oordeel is, dat men uiterst voordehtig dient te rijden en de voetganger zich vooral niet op de rijwielpaden noeten begeven. Dit laatste behoort men uiter aard nooit te doen, doch ’s avoids bij verduistering is het zonder meer heel gevaarlijk èn voor den wandelaar èn voor den fietser. Zoo zijn er meerdere dingen, waarop de poditie zeer uitdruk kelijk de aandacht heeft gevestigd. Ik noem o.a. het plaatsen van fietsen op de trottoirs. Vooral ouderen, zcoals ik, die toch al moeite hebben met ie duis ternis en dus gaarne den huiienkant houden, loopen groot risico, eikels of scheenbeenen te blesseeren of vel hun kleeren te beschadigen. Dat ales kan gemakkelijk vermeden worden, indien iedereen de voorschriften trouw opvolgt en daarmede geheel in overeensfcmming handelt. Een aantal trouwe lezers schrijft mij, hoe aangenaam het zou zijn, indien men op nog meer uigebrei de schaal hoeken, trottoirbanden en hekjes zou gaan wit verven. Dit is natuurlijk zoo. Hoe meer met derge lijke goed zichtbare punten kan fabri- ceeren, hoe beter het is. De Gemeente zou in dit opzicht veel en nuttig werk kunnen verrichten. Zoo nam bijvoor beeld onze Raad deze week nog een uitstekende verordeningsaanvulling aan, n.l., dat het des avonds verboden is, z.g. inbrekerswerktuigen te vervoeren. Tot dusver was dit niet het geval. Ik heb verder gelezen, hoe zwaïr iemand gestraft wordt, die van de verduiste- ringsorder gebruik maakt om in te bre ken. Lieden, die daar vroeger geen been in zagen, zullen zich onder de tegen woordige omstandigheden wefeens twee maal bedenken, voor en aleer zij zoo’n onsociale daad plegen. De politie ziet er buitengewoon streng op toe, hetgeen ons allen een prettig gevoel ran veilig heid geeft. De mensch moet zich nu een maal aan de voorgeschrevfln regelen houden. Jodocus heeft me in de stad een hout ge ld ik dat ischikt in deze tijden, doch mooi nitt. Bij de Reiniging zullen binnenkort de wagens op lichtgas gaan rijden. Tom Wies dit hoorde, vroeg zij, hoe het <an met de gasproductie stond. Is di( voor het komende winterseizoen verzekerd of zullen we, evenals in de mobilisatie van 19141918 speruren krijg^i? Jodocus meende mijn nichtje geru: stellen, omdat de gasafn? reinigingswagens niet zo< papieren zal loopen. In den Gemeenteraad zin onze vier voetige vrienden aan banden gelegd. Voor de donkere avonden toirs als veilig worden tjschouwd en een des honds was, verre va genoemd kan worden, ftieuwe verordening niet 2>o kwaad. De eigenaar van den hond Heeft het voor zijn dier gaarne over om Ie avondwan deling wat verder uit te strekken dan tot dusver de gewoonte w s. Mijn kater Piet lacht in zijn baard, omdat hij en zijn ras den dans voor e< i verordening zijn ontsprongen. breuk, omdat niemandibereid was, er op in te gaan; omdat in Linden, in Parijs en bij de vazallen der Wt «rsche mogendhe den slechts één wil dft doorslag gaf: de gewelddaad van Versflles te vereeuwi gen”. De schrijver toont d overzicht van de belan ijkste gebeurtenis sen sedert het voorjar van 1933, begin nend met de Rijksda; ede van Hitler op 17 Mei, waarin Duitse and te kennen gaf van aanvalswapenen fstand te doen op voet van wederkeerig >id, en zijn nieuwe aanbod (van 18 Dec. 33) tot verbetering van de internationale erhoudingen, nadat Duitschland in Octo' r tevoren uit den Volkenbond was getr en. Hij eindigt met depermelding van het uitbreken van het o flict met Polen en het ontbranden van land en Frankrijk, De economische aansluiting van den Noordoostpolder Op 25 Juli j.l. hielden, onder voorzitter schap van den commissaris der provincie Overijsel, Gedep. Staten dezer provincie een vergadering met afgevaardigden uit de besturen van een aantal uitgenoodigde organisaties, met de bedoeling, een com missie te vormen ter bestudeering van de vragen, welke zich zullen voordoen met betrekking tot de economische aansluiting van den nieuwen Noordoostpolder met het direct aan den polder grenzende land. Er werd een commissie samengesteld, aan wie o.m. werd opgedragen zich een zelfstandig en objectief oordeel over de materie te vormen. Dit rapport is thans aan Ged. Staten aangeboden. Het bevat bijna 60 pagina’s druk en een drietal kaarten, o.a. een kaart, waarmede wordt gedemonstreerd, hoe de indeeling van den polder bij Overijsel zou leiden tot een lo gisch geheel, waartoe de gunstige ligging van Zwolle t.a.v. den polder in belang rijke mate zou bijdragen, terwijl indee ling bij Friesland niet alleen tot gevolg zou hebben, dat deze thans afgeronde pro vincie een hoogst merkwaardigen uitwas zou krijgen, doch ook, dat de administra tieve en economische oriënteering van het poldergebied elkaar niet zouden on dersteunen. De commmissie heeft het ontwerp van het rapport voorgelegd aan prof. W. E. Boerman te Rotterdam en prof. L. van Vuuren te Utrecht. Beide hoogleeraren verklaarden met instemming van het rap port te hebben kennis genomen en zich met de conclusies geheel te kunnen ver- eenigen. Collecte op Zaterdag 14 September De Nationale Reclasseeringsdag, die door de omstandigheden moest worden uitgesteld, zal nu, naar wij vernemen, plaats hebben op Zaterdag 14 Septem ber. De reclassecrders hebben in het huidige tijdsgewricht een zeer bijzon dere taak. Zij hebben 7214 voorwaar delijk veroordeelden onder hun toe zicht. Zij zijn wel allen door den rech ter reclassabel beschouwd, maar be hoeven toch tevens leiding en toezicht. Ruim zevenduizend man, die zich eco nomisch niet hebben kunnen handha ven, of die zich niet hebben weten aan te passen aan beperkte financieele om standigheden, of die hun driftigen of onbeheerschten aanleg of hun drank zucht niet hebben weten te beteugelen. Een eigenaardig legertje van menschen, die den druk in hun leven niet hebben aangekund en die daardoor gekomen zijn tot explosies, tot misdrijven van allerlei aard. Een legertje, dat reeds in normalen tijd faalde en waarvan een aantal onder den extra druk en span ning van den tegenwoordigen tijd, zich zou kunnen laten meeslepen tot on- wenschelijke daden van allerlei aard. Ten opzichte van die allen heeft het leger der reclasseerders reclassee- ringsambtenaren en vrijwilligers, in totaal ongeveer 3000 toezicht leiding en verantwoordelijkheid. Op 14 September a.s. zal overal in den lande een collecte worden gehou den voor dit mooie doel. De Ned. bond van werkgevers in hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrij ven „Horecaf’ schrijft ons: Het Nederlandsche publiek is verwend, dat weten de restaurateurs uit ondervin ding. Het publiek wil in hun inrichtingen goed eten, liefst nog een tikje overdadig en in elk geval beter dan thuis. Het restaurant is voor hen een „uitje”, waarbij de kwaliteit en hoeveelheid van het ge- bodene het hunne moeten bijdragen om de stemming te verhoogen. In de restaurants heeft het Nederland sche publiek lot op heden van distributie nog niet veel gemerkt. Het kon vrijwel nog bestellen wat het wilde en van een rompslomp met bonnen was bovendien geen sprake. Integendeel, sommige slim merds hadden reeds gemerkt dat zij zich in het huishouden wel eens een bonnetje konden uitsparen door in een restaurant te eten. Gelden de distributiemaatregelen dan niet voor hotels? Vraag het den restaura teurs en ge zult zien hoe hun gezicht be trekt. Ook zij zijn voor hun inrichting on derworpen aan dezelfde restricties als het publiek, alleen volgens een ander systeem. Maar vraag hun niet hoeveel kopzorgen het hen kost om het publiek er zoo weinig mogelijk van te laten merken. Zij zien zich n.l. maandelijks van de waren, welke aan distributie onderhevig zijn, een percen tage toegewezen van de hoeveelheden, welke zij verleden jaar in dezelfde maand gebruikten. Daarmede moeten zij rondko men, hetgeen wil zeggen, dat zij de por ties voor het publiek van de gedistribueer de goederen in evenredige mate moeten inkrimpen. Deze werkwijze brengt voor hen vele moeilijkheden mee, doch deze wegen ruimschoots op tegen de soepel heid van het systeem, dat hen niet nood zaakt voor elke bestelling bonnen van de gasten te vragen. Zij zullen u zeggen, dat zij de overheidsinstanties hoogst dankbaar zijn voor de getroffen regeling, welke te vens het bewijs vormt voor het gewicht, dat de overheid aan het restaurantbedrijf als economische factor in onze volkshuis houding toekent. Deze regeling beteekent een groote gunst, daarom verwacht de overheid, dat de restaurateur blijk geeft van zijn waardeering door de uiterste zui nigheid met de hem toegewezen levens- 'middelen in acht te nemen. Soberheid en eenvoudigheid zullen daarom hun stempel drukken, niet alleen op de menu- en dag kaarten doch ook op de opgediende scho tels. Geen keuze meer uit een dagkaart van eenige bladzijden, immers uitgebreide dagkaarten noodzaken tot het aanhouden van groote verscheidenheid van voorra den en tevoren klaargemaakte spijzen en daaruit voortvloeiende evenredige stijging van bederf. Geen zoodanige hoeveelheid van jus meer op schotels of in kannen, dat het publiek een gedeelte laat staan, wat in den gootsteen verdwijnt Geen brood meer bij de soep en geen mooi op gemaakte schotels, waarbij extra grond stoffen moeten worden verwerkt. Kleine geschenken als toegiften bij de thee en ae borrel zullen eveneens verdwijnen al naar mate de distributie voortgang vindt. Onder den titel „Slaat de handen ineen” heeft de Corporatieve Neder landsche Volksgemeenschap, waarvan de zetel te ’s-Gravenhage is gevestigd, een brochure uitgegeven, waarin de schrij- .ver, de heer L. F. Slebos, een uiteenzet ting geeft van hét doel en streven dezer beweging, dat er op is gericht de zoo noodige samenwerking tusschen de ver schillende groepeeringen onzer bevolking te bereiken. Het eerste punt van het pro gramma luidt: „Volledige onvoorwaardelijke samen werking van alle Nederlanders ter behar tiging van de belangen en de welvaart van staat en volksgemeenschap, welke zal heeten „de corporatieve Nederland sche volksgemeenschap”. Dit punt bedoelt uitsluitend de aankweeking van een geest van eenheid, van samenwerking, waarvan de noodzakelijkheid voor een ieder, ongeacht zijn aanleg of vroegere politieke richting even groot is. Vandaar de oproep: „Slaat de handen ineen”. „Wat de wereld aanvaa rden” bij W. P. van te ’s-Gravenhage in rische Geschriften” chure, waarin de set ijver, Stieve, Hitler’s vredesvoi stellen in de ja- rén 19331939 de revue lat passeeren. In zijn inleiding doet hij o. opmerken: „De vijanden van Duitschlan dat Adolf Hitler de groi ste rustverstoor der in de geschiedenis i4 7T“-- ken met overrompeling bedreigen en een verv^rlijke oorlogsor- ganisatie in het leven met het doel rondom hin heen verwoes ting aan te richten en Opzettelijk verzwijgen slissend feit: Zij zélf 1 Führer van het Duitschdmlk er toe brach ten, eindelijk-het zwaar! uit de scheede te trekken”. „Door het geheele o ireden van Adolf Hitler, van het begin vu zijn arbeid voor het Duitsche Rijk af, Ibpt als een roode draad de steeds herhaide poging om de andere landen tot een «meenschappelijke vernieuwing van Europ te bewegen. Deze poging leed echter t< tens weer schip- is echter voor den mensch, zekerheid en vrede in zijn hart besloten te hebben en om die te verkrijgen, moet hij trach ten de onzienlijke waarden des levens te ontdekken. De verhouding, die men schept tusschen zichzelf en de dingen dezer wereld, is maatgevend voor ons geluk. Daarom moeten we leeren „aan vaarden” en de consequenties van de on voorziene wending, onder het oog zien. Onze persoonlijke begeerten zullen het moeten afleggen tegen de nooden van de geheele wereld. Te veel zich gebonden gevoelen aan wat bestond veroorzaakt verstarring en tenslotte ondergang van het bestaan, want het leven is dynamisch. Wij moeten daarom den weg naar onze ziel terugvinden, en Gods stem leeren verstaan, opdat wij voorbereid worden op beïnvloeding van de wording en het karakter der komende, hoogere totaliteit. Door mede te werken aan deze bewust wording van onze bindingen en remmin gen dragen wij bij tot het herstel van de thans verwarde wereld Ons heil ligt in Gods hand en wat geschiedt voert ons tot Hem, dat is de diepere zin van deze wijsgeerige en religieuze beschouwing, welke wij zeer beknopt hebben getracht weer te geven. „Arbeid” door dr. M. de Berne, uitg. N.V. Leiter-Nijpels, Maastricht. In deze brochure staat op den voorgrond de eisch dat een andere mentaliteit het staatkun dige en economische leven moet gaan be- heerschen. Volgens den schrijver, is het fundament van den staat niet de poli tiek (staatkunde), doch de arbeid; poli tiek is slechts middel. Hij bespreekt in het bijzonder de „erkenning van den ar beid”, welke een programmapunt is, dat alle hedendaagsche gr oepeerin- gen op den voorgrond plaatsen, waaruit al blijkt, dat in breede kringen de nood zakelijkheid wordt aangevoeld, In dit op zicht een nieuwen weg in te slaan. Deze tijd heeft ons het wij-bewustzijn bij te brengen, n.l. op te voeden tot be wuste medewerkers van de volksgemeen schap in de plaats van het ik-bewustzijn dat de Fransche revolutie bracht Ons rechtsgevoel, dat zijn uitdrukking vindt in onze rechten en onze instellin gen, gaat uit van het geld en niet van den arbeid. Schr. wil den arbeid erkend zien als de meest fundamenteele expres sie, van het gemeenschapsleven, mits men bovenal vasthoudt aan de bron van alle vernieuwingen, „de geestelijke vrij heid” want deze is onmisbaar om waar achtig mensch te worden. De arbeidsverhoudingen loopen vast, indien men niet de volgende punten in het oog houdt: le. dat het leiderschap van den, ondernemer, kapitaal en arbeid in de onderneming moeten samengaan; 2e. dat deze verhouding moet zijn gere geld op grond van rechtsregels, die zich baseeren op het arbeidsrecht en niet op het geldrecht, omdat slechts door arbeid de gemeenschap in stand kan worden gehouden en de arbeid derhalve de hoofdpijler is waarop de gemeenschap rust; 3e. dat het loon zich niet baseert op de ruilvaardigheid, doch veeleer op de sociale rechtvaardigheid. Schr. is aanhanger van de corporatieve gedachte op staatkundig terrein, omdat zij een staatsvorm beoogt, die den ar beid erkent. Voor de practische uitvoe ring daarvan geeft hij eenige richtlijnen aan. Hij ziet de vertegenwoordiging van den burger drrievoudig: staatkundig in parlement, provinciale staten en gemeen teraad. geestelijk, in de betreffende cor poraties en economisch in het desbetref fende bedrijfschap. Dezer dagen is de bondsraad van den Nederlandschen Middenstandsbond te Utrecht bijeengeweest, ter behandeling van de aanhangige voorstellen inzake concentratie in de middenstandsbewe- ging. De bondsvoorzitter, de heer L. de Groot uit Rotterdam heeft een openings rede uitgesproken, waarin hij o.m. uit- eenzettee dat het noodzakelijk is, de een heid ook in de middenstandsbeweging vast te houden en aan te kweeken. Wie thans als middenstander nog in isolement zijn kracht wil zoeken, geeft blijk, dat hij van de gebeurtenissen ih de laatste maanden niets heeft begrepen, dat hij niets geleerd heeft en dat het eenige middel om als volk staande te blij ven, niet tot hem is doorgedrongen. Spr. drong er op aan, dat men vertrou wen zou blijven stellen in de leiding van den bond, opdat de bond in staat zal zijn zelf te doen en te bereiken wat nuttig en noodig is, om zonder inmenging van anderen, een bevredigende oplossing te vinden voor de moeilijkheden van het oogenblik en voor de toekomstige ontwik keling van de juiste bedrijfsorganisatie. Vervolgens kwam het eenige punt der agenda, de voorstellen inzake Concen tratie in de Middenstandsbeweging aan de orde. Deze voorstellen beoogen de oprichting van een Nederlandsche Middenstands- Centrale (N.M.C.) als top-orgaan van den geheelen Nederlandschen Middenstand. De drie bestaande Nederlandsche Mid denstandsbonden zullen daartoe hun werkzaamheid en beslissingsbevoegdheid op sociaal-economisch terrein volledig aan de N.M.C. overdragen, zoodat deze naar buitenwals eenig vertegenwoordiger van het georganiseerde middenstandsbe» drijfsleven kan optreden. Eenzelfde regeling zal ook voor den on derbouw met name voor de Vakpa- troonsorganisaties in eiken bedrijfstak worden toegepast, en wel door het stich ten van één Centraal Bureau per bedrijfs tak en het benoemen van één vertrou wensman. Het hoofdbestuur had deze voorstellen,, met 5 tegen 4 stemmen aangenomen, doch achtte het noodzakelijk, gezien de draagwijdte dezer beslissing, dit vraag stuk aan het vertegenwoordigend college, den bondsraad, voor te leggen. Tevoren waren ook Vakraad en Stands- raad in de gelegenheid gesteld een oriën- teerende bespreking aan deze plannen te wijden. Zooals in al deze colleges, bestond er ook in de vergadering van den bondsraad volledige overeenstemming omtrent de noodzakelijkheid van maatregelen tot concentratie. Naar de meening van de minderheid in het hoofdbestuur gingen de in OVerleg tusschen de drie Middenstandsbonden ontworpen plannen niet ver genoeg. Men wenschte, nu het oorspronkelijke voorstel van den N.M.B. om volledig tot één Mid denstandsbond te komen, dat door de confessioneele Middenstandsbonden niet kon worden aanvaard, althans volledige vereeniging van alle Vak-organisaties in éénzelfde bedrijfstak. De behartiging van de c.ultureele, godsdienstige, en zedelijke belangen zou dan toevertrouwd worden aan de drie landelijke Middenstandsbon den, en hun plaatselijke afdeelingen. Aangezien de beide confessioneele bon den niet bereid bleken om hun Vakpa- troonsorganisaties tot het aanvaarden van dit voorstel te advlseeren, bleven er slechts twee mogelijkheden: le. De concentratieplannen, voor zoover daarover wel overeenstemming was be reikt te aanvaarden in het vertrouwen, dat de groei tot verdere eenheid in de practijk zal volgen, en uit overweging, dat deze plannen in ieder geval een hech tere eenheid beteekenden, dan de tot he den bestaande toestand (standpunt van de meerderheid van het hoofdbestuur); 2e. de voorstellen, omdat zij niet ver genoeg gaan, afwijzen en den N.M.B. eventueel op corporatieven grondslag ge organiseerd, als algemeen centrale orga nisatie van den middenstand verder zijn eigen weg te doen gaan (standpunt van de minderheid van het hoofdbestuur). In een nota van den bondssecretaria waren de plannen, en de voor- en nadee- len van beide mogelijkheden uitvoerig toevoerig toegelicht, zoodat terstond met de discussie een aanvang kon worden gemaakt. Hierbij bleek, dat ook de opvattingen van de leden van den bondsraad zich over de beide standpunten, welke zich reeds in het hoofdbestuur af toeken den» verdeelden. Na beantwoording van de sprekers doo® den bondssecretaris den heer Swagerman» werden de hoofdlijnen voor de toekom stige organisatieleven, overeenkomstig het voorstel van de meerderheid van hef hoofdbestuur, met 12 tegen 11 stemmen aanvaard.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13