HAAGSCHE COURANT
HET PAKJE SIGARETTEN
BINNENLAND
Zaterdag 7 September 194).
IN EN OM DEN HAAG
'7^/lh
Mr. H. J. Kist
VIERDE BLAD
Nationale Reclasseeringsdag
De klant is niet meer Koning.
aan
Duitsche tuinbouw nabij de
Nederlandsche grens
Levensmiddelendistributie
hotels, café’s e.d.
Nederlandsche Midden
standsbond
Nieuwe brochures
Ml
km
Krijgen de helft van het verbruik in
September 1939
Het publiek toone meer
begrip.
Over de vraagstukkenvan dezen tijd
De bondsraad te Utrecht bijeen
No. 17667
en
als de trot-
OOM KOOS.
beweren heden,
lebben geroepen
aan door een kort
fstand te doen op
te kunnen
ie voor de
erg in de
uitglijpartij over iets,{wat eenmaal
aangenaam
lijkt mij de
iheil te stichten,
daarbij een be
uren het, die den
Hij zou alle vol-
n onderdrukking
De burgemeestersvacature te Hilversum
Naar „de Zaanlander” verneemt, komt
voor de benoeming tot burgemeester var.
Hilversum zeer ernstig in aanmerking het
cud-lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal voor het Verbond voor Nationaal
Herstel, mr. dr. W. M. Westerman, oud-
raadslid van den Haag en oud-direc-
teur van de Rotterdamscbe Bankvereeni-
ging.
niet
is d< titel
Sto turn
c serie
srschenen
Friedrich
n strijd met Enge-
de aanbieding, in
October 1939 van het ieuwe plan van Hit
ler voor den vrede ilEuropa.
„Naat Staat er st a n d”, richtlijnen
voor een corporatie1 maatschappij is de
titel van een broche van S. Th. Vissen
Prof. mr. dr. R. Kranenburg
De Leidsche hoogleeraar, prof. mr. dr^
R. Kranenburg, lid van de Eerste Kamet
en voorzitter van den Vrijz, Dem. bon<^
viert morgen zijn 60sten verjaardag.
auto aangewezen, welke o]
stookt wordt. Natuurlijk v
zeer economisch en heel i
besloten;
veiligheid,
vrede en rust. Van grootere beteekenis
De eerste druk ervan, zag het licht in
het najaar van 1936. De schrijver deelt in
zijn voorwoord mede, dat hij den tweeden
druk ervan in ongewijzigden vorm meent
te moeten laten verschijnen, zonder de ge
wijzigde omstandigheden te bespreken.
„Immers wat in dit boekje als wensche-
lijk wordt betoogd, is gewenscht niet door
de omstandigheden, maar om zichzelf”.
Deze brochure zet in groote lijnen uiteen
hoe een corporatieve maatschappij op staat
en stand gebouwd er uit ziet. De schrijver
baseert zijn betoog hoofdzakelijk op de
pauselijke encycliek „Quadragesimo Anno”
Hij bespreekt achtereenvolgens de klas
sen, de standen, bondsvorming der be
roepsstanden, bondsvorming der cultuur -
standen, standsbehoeften en het aan ban
den leggen van het kapitaal. Hij meent,
dat het allereerst noodige is: de oogen te
openen voor de innige samenhoorigheid
door het eene product, dat aan alle mede
werkers levensonderhoud geeft en waar
digheid van stand.Op deze eenige beroeps-
saamhoorigheid als grondslag moeten de
menschen van hetzelfde beroep tot bonds
vorming komen en gemeenschappen stich
ten, aan welke de Staat wettelijke be
voegdheden verleent, die deze gemeen
schappen noodig hebben om de hoogheid
en de waarde van hun product en hun
eigen levensonderhoud op peil te houden.
Al deze gemeenschappen of bedrijfschap
pen vormen tezamen een algemeenen raad
tot regeling der onderlinge verhoudingen
met het oog op het algemeen welzijn. En
tenslotte, zooals over ieder lagere gemeen
schap, houdt ook over deze de Staat zijn
wakend oog. Door deze verwerkelijking
van het beginsel der subsidiaire werk
zaamheid komt ook de Staat weer vrij
voor zijn eigen taak: de verzorging van
het totaal der menschelijke goederen.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Land
bouw en Visscherij, deelt mede
In verband met een billijke verdee-
ling van de beschikbare voorraden, is
het noodzakelijk gebleken, de toewij
zingen aan hotels, café’s, restaurants,
lunchrooms, cantines en dergelijke in
stellingen te bepalen op vijftig procent
van het verbruik gedurende de maand
September 1939.
De aandacht wordt er op gevestigd,
dat van de bovenbedoelde regeling in
het algemeen niet zal kunnen worden
afgeweken, zoodat het geen zin heeft
klachten of verzoeken te dier zake tot
het Centraal Distributiekantoor of de
plaatselijke distributiekantoren te rich
ten.
Eiervol ontslag als griffier van den;
Hoogen Raad
Bij besluit van den secretaris-gene
raal. wnd. hoofd van het departement
van Justitie, van 2 September is aan
mr. H. J. Kist in verband met het
bereiken van den pensioengerechtig
den leeftijd met ingang van 16 Sep
tember 1940 eervol ontslag verleend
als griffier van den Hoogen Raad der
Nederlanden onder dankbetuiging voor
de in rechterlijke betrekkingen bewe
zen diensten.,
Na achtereenvolgens als griffier van
de kantongerechten te Bergen op Zoom
en te Gouda in de rechterlijke macht
te hebben gediend, werd mr. Kist 15
Januari 1915 tot substituut-griffier bij
den Hoogen Raad aangesteld, waarna
2 Augustus 1927 zijn benoeming tot
griffier volgde.
Mr. Kist is dus meer dan een kwart
eeuw bij den Hoogen Raad werkzaam
geweest.
Een tweede Westland
Uit Keulen wordt aan het Nederland
sche Perskantoor te Berlijn gemeld
In het gebied van den Beneden-Rijn
breidt zich de tuinbouw, met name die
onder glas, voortdurend uit. In een aan
tal dorpen, onmiddellijk nabij de Neder
landsche grens gelegen, waant men zich
in een tweede Westland. Een middelpunt
van den glastuinbouw is te Straelen.
Straelen was het eerste Duitsche plaatsje,
waar men met de kasteelt begon. Het plan
hiertoe is uitgegaan van den eigenaar van
een houtzaagmolen. De molenaar ergerde
zich aan den steeds omvangrijker worden
den invoer van groenten uit Nederland.
Hij spoorde eenige Nederlandsche tuin
ders aan, naar Straelen te komen om den
boeren de groententeelt, met name den
glastuinbouw, te leer en. Te Straelen werd
toen de groenteteelt en de verkoop geheel
naar Nederlandsch voorbeeld ingericht.
Zelfs het Nederlandsche veilingstelsel met
de bekende veilingklok werd overgenomen.
Andere plaatsen in het gebied van den
Beneden-Rijn volgden spoedig het voor
beeld van Straelen en de groenteteelt
in deze gebieden is thans inderdaad aan
zienlijk, ook al heeft men nog niet het
bedrijf tot het peil van het Westland op
gevoerd.
Men moet niet meenen, dat deze wed
ijver in het nadeel van Nederland is ge
weest. Tengevolge van den toenemenden
tuinbouw in het gebied van den Beneden-
Rijn, leerde de bevolking der Duitsche
steden nog meer de groenten waardeeren.
Dit heeft ertoe geleid, dat de hoeveelheid
groenten, die West-Duitschland thans af
neemt, een veelvoud is van die van 30
jaar geleden en Nederland, ondanks de
toenemende Duitsche voortbrenging, nog
veel meer kan leveren dan vroeger.
In „Europa zonder Engeland”,
door Carlo Scarfoglio, een brochure uitge
geven door W. J. Ort, den Haag, wordt ’n
pleidooi geleverd voor de noodzakelijkheid
van een continentaal gevoel, dat er op ge
richt is de staten van het Europeesche
vasteland los te maken van de overheer-
sching door Engeland. De schrijver is ge
treden in de voetstappen van zijn vader,
die in Italië de eerste is geweest, die deze
ideëen propageerde en zijn geschrift, is
de tekst van een voordracht, welke hij
kort geleden te Berlijn hield en waarvan
nu een Nederlandsche vertaling is versche
nen. De schrijver is van oordeel, dat sedert
het bombardement van Alexandrië en de
bezetting van Egypte in 1882 het werke
lijke liberalisme in Europa dood is. Enge
land, dat aan de continenale volken nood
zakelijke verbindingswegen onthoudt of de
totstandkoming ervan belemmert uit eigen
baat, dat geen recht heeft op koloniën in
Europa, zooals Malta en Gibraltar, moet
een natie worden met dezelfde rechten en
plichten als elke andere. Het Suezkanaal
moet behooren aan het continent, alleen
reeds ter wille van de waardigheid van
het continent, af gezien nog van zijn veilig
heid. Vooraan moeten alle continentale
vraagstukken als gemeenschappelijke
vraagstukken worden behandeld, die ons
allen gelijkelijk interesseeren. Wanneer
Engeland aan het continentale leven wil
deelnemen, moet het dat doen evenals elke
andere natie.
Met de „Inleiding” tot de werken
„Looking Backard en Equality”, door Edw.
Bellamy, in het Nederl. vertaald onder
den titel: „In het jaar 2000” en „Gelijkheid
voor allen”, is een handig boekje versche
nen als uitgave van de Centrale Admini
stratie Bellamy, waarin de hoofdgedachten
van dezen hervormer op economisch en
sociaal gebied zijn neergelegd. In deze
brochure worden de voornaamste begrip
pen uit beide genoemde werken samenge
vat. Zij moet als een inleiding en een
stimulans tot de nadere bestudeering daar
van worden beschouwd. Een korte le
vensschets van Bellamy, wiens eerste boek
een geweldigen opgang in 1888 in
Amerika, zijn geboorteland, maakte, gaat
er, mèt zijn portret, aan vooraf.
„Kop op!”. Een bemoedigend woord
in deze dagen, is de titel van een door
W. van Gorcum geschreven brochure, die
bij de N.V. voorheen Batteljee en Terp-
stra te Leiden, is verschenen. De gewel
dige gebeurtenissen van Mei hebben ook
op vele volwassenen een zoo verbijste
renden indruk gemaakt, dat het hun ge
gaan is als kinderen, wien een groote
angst overvallen is, toen ze plotseling tot
de ontdekking kwamen, dat zij verdwaald
waren en den weg naar huis niet meer
konden terugvinden. In dat ..thuis” ligt
voor de menschen heel veel
dat woord is identiek, met
voor een corporatie1
tiiei van een brochie van o. in. vissen
bij de N.V. De Re dentiebode, uitg. te
’s-Gravenhage verscjnen.
Extra-broodrantsoen voor aardappelen*
en bietenrooiers
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Land*
bouw en Visscherij maakt bekend, dat aar»
mannelijke arbeiders belast met het
aardappelen- en bietenrooien tot 1 Noverru
ber a.s. extra broodrantsoens op basis van
100 pCt. mogen worden verstrekt. Deza
tijdelijke extra verstrekking heeft alleen
betrekking op brood en niet op boter of
vet.
Arbeiders, die gedurende deze periode
andere oogstwerkzaamheden verrichten en
vrouwelijke werkkrachten komen hiervoor
niet in aanmerking
wilde
van een
en Zoon
„Histo-
bro-
Het publiek profiteert in hooge mate
van deze gunstige distributieregeling voor
het restaurantbedrijf mee, al moet men
ook met minder tevreden zijn dan voor
heen. De menu- en dagkaarten blijven
„voor elck wat wils” bieden en de koks
doen extra hun best om het bestelde zoo
smakelijk mogelijk op te dienen. Op deze
wijze wordt het. publiek gedistribueerd
zonder dat het zulks merkt. .Het blijft
daarom aanlokkelijk om eehs in een
restaurant te eten.
Wilt gij, dat die toestand gehandhaafd
blijft? Dan rust ook op u, bezoeker van
onze restaurants, de plicht om den
restaurateur te steunen bij zijn streven
naar zuinigheid met grondstoffen. Toon
begrip voor de moeilijkheden welke daar
aan verbonden zijn en toon dankbaarheid
door uw eischen niet te hoog te stellen.
Vraag geen extra’s welke niet op de kaar
ten vermeld staan. Verwacht geen toegiften
of kleine attenties, bestaande in extra
hapjes. De restaurateur, die niet de uiter
ste soberheid betracht brengt de mooie
distributieregeling in gevaar en het pu
bliek, dat hem daarin niet steunt, toont
weinig begrip van den tegenwoordigen
toestand.
Wies en Jodocus hebben zich dezer
dagen voor het eerst des avonls op
straat gewaagd op hun rijwielen «n h,un
oordeel is, dat men uiterst voordehtig
dient te rijden en de voetganger zich
vooral niet op de rijwielpaden noeten
begeven. Dit laatste behoort men uiter
aard nooit te doen, doch ’s avoids bij
verduistering is het zonder meer heel
gevaarlijk èn voor den wandelaar èn
voor den fietser. Zoo zijn er meerdere
dingen, waarop de poditie zeer uitdruk
kelijk de aandacht heeft gevestigd. Ik
noem o.a. het plaatsen van fietsen op
de trottoirs. Vooral ouderen, zcoals ik,
die toch al moeite hebben met ie duis
ternis en dus gaarne den huiienkant
houden, loopen groot risico, eikels of
scheenbeenen te blesseeren of vel hun
kleeren te beschadigen. Dat ales kan
gemakkelijk vermeden worden, indien
iedereen de voorschriften trouw opvolgt
en daarmede geheel in overeensfcmming
handelt. Een aantal trouwe lezers
schrijft mij, hoe aangenaam het zou
zijn, indien men op nog meer uigebrei
de schaal hoeken, trottoirbanden en
hekjes zou gaan wit verven. Dit is
natuurlijk zoo. Hoe meer met derge
lijke goed zichtbare punten kan fabri-
ceeren, hoe beter het is. De Gemeente
zou in dit opzicht veel en nuttig werk
kunnen verrichten. Zoo nam bijvoor
beeld onze Raad deze week nog een
uitstekende verordeningsaanvulling aan,
n.l., dat het des avonds verboden is,
z.g. inbrekerswerktuigen te vervoeren.
Tot dusver was dit niet het geval. Ik
heb verder gelezen, hoe zwaïr iemand
gestraft wordt, die van de verduiste-
ringsorder gebruik maakt om in te bre
ken. Lieden, die daar vroeger geen been
in zagen, zullen zich onder de tegen
woordige omstandigheden wefeens twee
maal bedenken, voor en aleer zij zoo’n
onsociale daad plegen. De politie ziet
er buitengewoon streng op toe, hetgeen
ons allen een prettig gevoel ran veilig
heid geeft. De mensch moet zich nu een
maal aan de voorgeschrevfln regelen
houden.
Jodocus heeft me in de stad een
hout ge
ld ik dat
ischikt in
deze tijden, doch mooi nitt. Bij de
Reiniging zullen binnenkort de wagens
op lichtgas gaan rijden. Tom Wies dit
hoorde, vroeg zij, hoe het <an met de
gasproductie stond. Is di( voor het
komende winterseizoen verzekerd of
zullen we, evenals in de mobilisatie van
19141918 speruren krijg^i? Jodocus
meende mijn nichtje geru:
stellen, omdat de gasafn?
reinigingswagens niet zo<
papieren zal loopen.
In den Gemeenteraad zin onze vier
voetige vrienden aan banden gelegd.
Voor de donkere avonden
toirs als veilig worden tjschouwd en
een
des honds was, verre va
genoemd kan worden,
ftieuwe verordening niet 2>o kwaad. De
eigenaar van den hond Heeft het voor
zijn dier gaarne over om Ie avondwan
deling wat verder uit te strekken dan
tot dusver de gewoonte w s. Mijn kater
Piet lacht in zijn baard, omdat hij en
zijn ras den dans voor e< i verordening
zijn ontsprongen.
breuk, omdat niemandibereid was, er op
in te gaan; omdat in Linden, in Parijs en
bij de vazallen der Wt «rsche mogendhe
den slechts één wil dft doorslag gaf: de
gewelddaad van Versflles te vereeuwi
gen”.
De schrijver toont d
overzicht van de belan ijkste gebeurtenis
sen sedert het voorjar van 1933, begin
nend met de Rijksda; ede van Hitler op
17 Mei, waarin Duitse and te kennen gaf
van aanvalswapenen fstand te doen op
voet van wederkeerig >id, en zijn nieuwe
aanbod (van 18 Dec. 33) tot verbetering
van de internationale erhoudingen, nadat
Duitschland in Octo' r tevoren uit den
Volkenbond was getr en.
Hij eindigt met depermelding van het
uitbreken van het o flict met Polen en
het ontbranden van
land en Frankrijk,
De economische aansluiting van den
Noordoostpolder
Op 25 Juli j.l. hielden, onder voorzitter
schap van den commissaris der provincie
Overijsel, Gedep. Staten dezer provincie
een vergadering met afgevaardigden uit
de besturen van een aantal uitgenoodigde
organisaties, met de bedoeling, een com
missie te vormen ter bestudeering van de
vragen, welke zich zullen voordoen met
betrekking tot de economische aansluiting
van den nieuwen Noordoostpolder met
het direct aan den polder grenzende land.
Er werd een commissie samengesteld,
aan wie o.m. werd opgedragen zich een
zelfstandig en objectief oordeel over de
materie te vormen. Dit rapport is thans
aan Ged. Staten aangeboden. Het bevat
bijna 60 pagina’s druk en een drietal
kaarten, o.a. een kaart, waarmede wordt
gedemonstreerd, hoe de indeeling van den
polder bij Overijsel zou leiden tot een lo
gisch geheel, waartoe de gunstige ligging
van Zwolle t.a.v. den polder in belang
rijke mate zou bijdragen, terwijl indee
ling bij Friesland niet alleen tot gevolg
zou hebben, dat deze thans afgeronde pro
vincie een hoogst merkwaardigen uitwas
zou krijgen, doch ook, dat de administra
tieve en economische oriënteering van
het poldergebied elkaar niet zouden on
dersteunen.
De commmissie heeft het ontwerp van
het rapport voorgelegd aan prof. W. E.
Boerman te Rotterdam en prof. L. van
Vuuren te Utrecht. Beide hoogleeraren
verklaarden met instemming van het rap
port te hebben kennis genomen en zich
met de conclusies geheel te kunnen ver-
eenigen.
Collecte op Zaterdag 14 September
De Nationale Reclasseeringsdag, die
door de omstandigheden moest worden
uitgesteld, zal nu, naar wij vernemen,
plaats hebben op Zaterdag 14 Septem
ber. De reclassecrders hebben in het
huidige tijdsgewricht een zeer bijzon
dere taak. Zij hebben 7214 voorwaar
delijk veroordeelden onder hun toe
zicht. Zij zijn wel allen door den rech
ter reclassabel beschouwd, maar be
hoeven toch tevens leiding en toezicht.
Ruim zevenduizend man, die zich eco
nomisch niet hebben kunnen handha
ven, of die zich niet hebben weten aan
te passen aan beperkte financieele om
standigheden, of die hun driftigen of
onbeheerschten aanleg of hun drank
zucht niet hebben weten te beteugelen.
Een eigenaardig legertje van menschen,
die den druk in hun leven niet hebben
aangekund en die daardoor gekomen
zijn tot explosies, tot misdrijven van
allerlei aard. Een legertje, dat reeds in
normalen tijd faalde en waarvan een
aantal onder den extra druk en span
ning van den tegenwoordigen tijd, zich
zou kunnen laten meeslepen tot on-
wenschelijke daden van allerlei aard.
Ten opzichte van die allen heeft het
leger der reclasseerders reclassee-
ringsambtenaren en vrijwilligers, in
totaal ongeveer 3000 toezicht
leiding en verantwoordelijkheid.
Op 14 September a.s. zal overal in
den lande een collecte worden gehou
den voor dit mooie doel.
De Ned. bond van werkgevers in hotel-,
restaurant-, café- en aanverwante bedrij
ven „Horecaf’ schrijft ons:
Het Nederlandsche publiek is verwend,
dat weten de restaurateurs uit ondervin
ding. Het publiek wil in hun inrichtingen
goed eten, liefst nog een tikje overdadig
en in elk geval beter dan thuis. Het
restaurant is voor hen een „uitje”, waarbij
de kwaliteit en hoeveelheid van het ge-
bodene het hunne moeten bijdragen om
de stemming te verhoogen.
In de restaurants heeft het Nederland
sche publiek lot op heden van distributie
nog niet veel gemerkt. Het kon vrijwel
nog bestellen wat het wilde en van een
rompslomp met bonnen was bovendien
geen sprake. Integendeel, sommige slim
merds hadden reeds gemerkt dat zij zich
in het huishouden wel eens een bonnetje
konden uitsparen door in een restaurant
te eten.
Gelden de distributiemaatregelen dan
niet voor hotels? Vraag het den restaura
teurs en ge zult zien hoe hun gezicht be
trekt. Ook zij zijn voor hun inrichting on
derworpen aan dezelfde restricties als het
publiek, alleen volgens een ander systeem.
Maar vraag hun niet hoeveel kopzorgen
het hen kost om het publiek er zoo weinig
mogelijk van te laten merken. Zij zien
zich n.l. maandelijks van de waren, welke
aan distributie onderhevig zijn, een percen
tage toegewezen van de hoeveelheden,
welke zij verleden jaar in dezelfde maand
gebruikten. Daarmede moeten zij rondko
men, hetgeen wil zeggen, dat zij de por
ties voor het publiek van de gedistribueer
de goederen in evenredige mate moeten
inkrimpen. Deze werkwijze brengt voor
hen vele moeilijkheden mee, doch deze
wegen ruimschoots op tegen de soepel
heid van het systeem, dat hen niet nood
zaakt voor elke bestelling bonnen van de
gasten te vragen. Zij zullen u zeggen, dat
zij de overheidsinstanties hoogst dankbaar
zijn voor de getroffen regeling, welke te
vens het bewijs vormt voor het gewicht,
dat de overheid aan het restaurantbedrijf
als economische factor in onze volkshuis
houding toekent. Deze regeling beteekent
een groote gunst, daarom verwacht de
overheid, dat de restaurateur blijk geeft
van zijn waardeering door de uiterste zui
nigheid met de hem toegewezen levens-
'middelen in acht te nemen. Soberheid en
eenvoudigheid zullen daarom hun stempel
drukken, niet alleen op de menu- en dag
kaarten doch ook op de opgediende scho
tels. Geen keuze meer uit een dagkaart
van eenige bladzijden, immers uitgebreide
dagkaarten noodzaken tot het aanhouden
van groote verscheidenheid van voorra
den en tevoren klaargemaakte spijzen en
daaruit voortvloeiende evenredige stijging
van bederf. Geen zoodanige hoeveelheid
van jus meer op schotels of in kannen,
dat het publiek een gedeelte laat staan,
wat in den gootsteen verdwijnt Geen
brood meer bij de soep en geen mooi op
gemaakte schotels, waarbij extra grond
stoffen moeten worden verwerkt. Kleine
geschenken als toegiften bij de thee en ae
borrel zullen eveneens verdwijnen al naar
mate de distributie voortgang vindt.
Onder den titel „Slaat de handen
ineen” heeft de Corporatieve Neder
landsche Volksgemeenschap, waarvan de
zetel te ’s-Gravenhage is gevestigd, een
brochure uitgegeven, waarin de schrij-
.ver, de heer L. F. Slebos, een uiteenzet
ting geeft van hét doel en streven dezer
beweging, dat er op is gericht de zoo
noodige samenwerking tusschen de ver
schillende groepeeringen onzer bevolking
te bereiken. Het eerste punt van het pro
gramma luidt:
„Volledige onvoorwaardelijke samen
werking van alle Nederlanders ter behar
tiging van de belangen en de welvaart
van staat en volksgemeenschap, welke
zal heeten „de corporatieve Nederland
sche volksgemeenschap”. Dit punt bedoelt
uitsluitend de aankweeking van een
geest van eenheid, van samenwerking,
waarvan de noodzakelijkheid voor een
ieder, ongeacht zijn aanleg of vroegere
politieke richting even groot is. Vandaar
de oproep: „Slaat de handen ineen”.
„Wat de wereld
aanvaa rden”
bij W. P. van
te ’s-Gravenhage in
rische Geschriften”
chure, waarin de set ijver,
Stieve, Hitler’s vredesvoi stellen in de ja-
rén 19331939 de revue lat passeeren. In
zijn inleiding doet hij o. opmerken: „De
vijanden van Duitschlan
dat Adolf Hitler de groi ste rustverstoor
der in de geschiedenis i4 7T“--
ken met overrompeling
bedreigen en een verv^rlijke oorlogsor-
ganisatie in het leven
met het doel rondom hin heen verwoes
ting aan te richten en
Opzettelijk verzwijgen
slissend feit: Zij zélf 1
Führer van het Duitschdmlk er toe brach
ten, eindelijk-het zwaar! uit de scheede te
trekken”.
„Door het geheele o ireden van Adolf
Hitler, van het begin vu zijn arbeid voor
het Duitsche Rijk af, Ibpt als een roode
draad de steeds herhaide poging om de
andere landen tot een «meenschappelijke
vernieuwing van Europ te bewegen. Deze
poging leed echter t< tens weer schip-
is echter voor den mensch, zekerheid
en vrede in zijn hart besloten te hebben
en om die te verkrijgen, moet hij trach
ten de onzienlijke waarden des levens
te ontdekken. De verhouding, die men
schept tusschen zichzelf en de dingen
dezer wereld, is maatgevend voor ons
geluk. Daarom moeten we leeren „aan
vaarden” en de consequenties van de on
voorziene wending, onder het oog zien.
Onze persoonlijke begeerten zullen het
moeten afleggen tegen de nooden van de
geheele wereld. Te veel zich gebonden
gevoelen aan wat bestond veroorzaakt
verstarring en tenslotte ondergang van
het bestaan, want het leven is dynamisch.
Wij moeten daarom den weg naar onze
ziel terugvinden, en Gods stem leeren
verstaan, opdat wij voorbereid worden
op beïnvloeding van de wording en het
karakter der komende, hoogere totaliteit.
Door mede te werken aan deze bewust
wording van onze bindingen en remmin
gen dragen wij bij tot het herstel van
de thans verwarde wereld Ons heil ligt
in Gods hand en wat geschiedt voert ons
tot Hem, dat is de diepere zin van deze
wijsgeerige en religieuze beschouwing,
welke wij zeer beknopt hebben getracht
weer te geven.
„Arbeid” door dr. M. de Berne, uitg.
N.V. Leiter-Nijpels, Maastricht. In deze
brochure staat op den voorgrond de eisch
dat een andere mentaliteit het staatkun
dige en economische leven moet gaan be-
heerschen. Volgens den schrijver, is het
fundament van den staat niet de poli
tiek (staatkunde), doch de arbeid; poli
tiek is slechts middel. Hij bespreekt in het
bijzonder de „erkenning van den ar
beid”, welke een programmapunt is,
dat alle hedendaagsche gr oepeerin-
gen op den voorgrond plaatsen, waaruit
al blijkt, dat in breede kringen de nood
zakelijkheid wordt aangevoeld, In dit op
zicht een nieuwen weg in te slaan.
Deze tijd heeft ons het wij-bewustzijn
bij te brengen, n.l. op te voeden tot be
wuste medewerkers van de volksgemeen
schap in de plaats van het ik-bewustzijn
dat de Fransche revolutie bracht
Ons rechtsgevoel, dat zijn uitdrukking
vindt in onze rechten en onze instellin
gen, gaat uit van het geld en niet van
den arbeid. Schr. wil den arbeid erkend
zien als de meest fundamenteele expres
sie, van het gemeenschapsleven, mits
men bovenal vasthoudt aan de bron van
alle vernieuwingen, „de geestelijke vrij
heid” want deze is onmisbaar om waar
achtig mensch te worden.
De arbeidsverhoudingen loopen vast,
indien men niet de volgende punten in
het oog houdt: le. dat het leiderschap
van den, ondernemer, kapitaal en arbeid
in de onderneming moeten samengaan;
2e. dat deze verhouding moet zijn gere
geld op grond van rechtsregels, die zich
baseeren op het arbeidsrecht en niet op
het geldrecht, omdat slechts door arbeid
de gemeenschap in stand kan worden
gehouden en de arbeid derhalve de
hoofdpijler is waarop de gemeenschap
rust; 3e. dat het loon zich niet baseert
op de ruilvaardigheid, doch veeleer op de
sociale rechtvaardigheid.
Schr. is aanhanger van de corporatieve
gedachte op staatkundig terrein, omdat
zij een staatsvorm beoogt, die den ar
beid erkent. Voor de practische uitvoe
ring daarvan geeft hij eenige richtlijnen
aan. Hij ziet de vertegenwoordiging van
den burger drrievoudig: staatkundig in
parlement, provinciale staten en gemeen
teraad. geestelijk, in de betreffende cor
poraties en economisch in het desbetref
fende bedrijfschap.
Dezer dagen is de bondsraad van den
Nederlandschen Middenstandsbond te
Utrecht bijeengeweest, ter behandeling
van de aanhangige voorstellen inzake
concentratie in de middenstandsbewe-
ging. De bondsvoorzitter, de heer L. de
Groot uit Rotterdam heeft een openings
rede uitgesproken, waarin hij o.m. uit-
eenzettee dat het noodzakelijk is, de een
heid ook in de middenstandsbeweging
vast te houden en aan te kweeken.
Wie thans als middenstander nog in
isolement zijn kracht wil zoeken, geeft
blijk, dat hij van de gebeurtenissen ih
de laatste maanden niets heeft begrepen,
dat hij niets geleerd heeft en dat het
eenige middel om als volk staande te blij
ven, niet tot hem is doorgedrongen.
Spr. drong er op aan, dat men vertrou
wen zou blijven stellen in de leiding van
den bond, opdat de bond in staat zal zijn
zelf te doen en te bereiken wat nuttig
en noodig is, om zonder inmenging van
anderen, een bevredigende oplossing te
vinden voor de moeilijkheden van het
oogenblik en voor de toekomstige ontwik
keling van de juiste bedrijfsorganisatie.
Vervolgens kwam het eenige punt der
agenda, de voorstellen inzake Concen
tratie in de Middenstandsbeweging aan
de orde.
Deze voorstellen beoogen de oprichting
van een Nederlandsche Middenstands-
Centrale (N.M.C.) als top-orgaan van den
geheelen Nederlandschen Middenstand.
De drie bestaande Nederlandsche Mid
denstandsbonden zullen daartoe hun
werkzaamheid en beslissingsbevoegdheid
op sociaal-economisch terrein volledig
aan de N.M.C. overdragen, zoodat deze
naar buitenwals eenig vertegenwoordiger
van het georganiseerde middenstandsbe»
drijfsleven kan optreden.
Eenzelfde regeling zal ook voor den on
derbouw met name voor de Vakpa-
troonsorganisaties in eiken bedrijfstak
worden toegepast, en wel door het stich
ten van één Centraal Bureau per bedrijfs
tak en het benoemen van één vertrou
wensman.
Het hoofdbestuur had deze voorstellen,,
met 5 tegen 4 stemmen aangenomen,
doch achtte het noodzakelijk, gezien de
draagwijdte dezer beslissing, dit vraag
stuk aan het vertegenwoordigend college,
den bondsraad, voor te leggen.
Tevoren waren ook Vakraad en Stands-
raad in de gelegenheid gesteld een oriën-
teerende bespreking aan deze plannen te
wijden.
Zooals in al deze colleges, bestond er
ook in de vergadering van den bondsraad
volledige overeenstemming omtrent de
noodzakelijkheid van maatregelen tot
concentratie.
Naar de meening van de minderheid
in het hoofdbestuur gingen de in OVerleg
tusschen de drie Middenstandsbonden
ontworpen plannen niet ver genoeg. Men
wenschte, nu het oorspronkelijke voorstel
van den N.M.B. om volledig tot één Mid
denstandsbond te komen, dat door de
confessioneele Middenstandsbonden niet
kon worden aanvaard, althans volledige
vereeniging van alle Vak-organisaties in
éénzelfde bedrijfstak. De behartiging van
de c.ultureele, godsdienstige, en zedelijke
belangen zou dan toevertrouwd worden
aan de drie landelijke Middenstandsbon
den, en hun plaatselijke afdeelingen.
Aangezien de beide confessioneele bon
den niet bereid bleken om hun Vakpa-
troonsorganisaties tot het aanvaarden
van dit voorstel te advlseeren, bleven er
slechts twee mogelijkheden:
le. De concentratieplannen, voor zoover
daarover wel overeenstemming was be
reikt te aanvaarden in het vertrouwen,
dat de groei tot verdere eenheid in de
practijk zal volgen, en uit overweging,
dat deze plannen in ieder geval een hech
tere eenheid beteekenden, dan de tot he
den bestaande toestand (standpunt van
de meerderheid van het hoofdbestuur);
2e. de voorstellen, omdat zij niet ver
genoeg gaan, afwijzen en den N.M.B.
eventueel op corporatieven grondslag ge
organiseerd, als algemeen centrale orga
nisatie van den middenstand verder zijn
eigen weg te doen gaan (standpunt van
de minderheid van het hoofdbestuur).
In een nota van den bondssecretaria
waren de plannen, en de voor- en nadee-
len van beide mogelijkheden uitvoerig
toevoerig toegelicht, zoodat terstond met
de discussie een aanvang kon worden
gemaakt.
Hierbij bleek, dat ook de opvattingen
van de leden van den bondsraad zich
over de beide standpunten, welke zich
reeds in het hoofdbestuur af toeken den»
verdeelden.
Na beantwoording van de sprekers doo®
den bondssecretaris den heer Swagerman»
werden de hoofdlijnen voor de toekom
stige organisatieleven, overeenkomstig
het voorstel van de meerderheid van hef
hoofdbestuur, met 12 tegen 11 stemmen
aanvaard.