nieuwe
Hitler reikt maarschalkstaven uit - Boerderij te Apeldoorn door brand verwoest
Een nieuwe Duitsche bommenwerper - Een zomerpostz egel met opdruk
ALLE SPOREN LEIDEN
NAAR OLE
I
4
1
J
ït
f
HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 10 SEPTEMBER 1940 TWEEDE BLAD
FEUILLETON
few"
ÏB
y x i
I
f
,1
kW
(Nadruk verboden.)
Hermsbach.
dat
EINDE
EEN FELLE BRAND WOEDDE OP EEN BOERENERF IN DE NABIJHEID VAN APEL
DOORN. Een hooiberg, een roggemijt, de stal en de hoeve gingen verloren. De be
woners wisten zich slechts met moeite te redden. Wat het vuur overliet. (Polygoon)
de
ge-
U
DE UITWERKING VAN DE DUITSCHE BOMMEN. Een vernield magazijn in de Engek
sche oorlogshaven Southampton na een effectieven bomaanval door Duitsche vliegtuigen,
(Scherl)
EEN NIEUWE ZOMERPOSTZEGEL
MET OPDRUK VAN 7’/2 CENT.
De zegel vertoont de beeltenis van
Jan Steen. (Polygoon)
25)
Ulf glimlacht. Bij deze gelegen
heid, vertelde hij met onverschillige
stem, leerde ik deze jongedame
kennen, die op een ietwat ongewone
manier hier binnenkwam, namelijk
door den tuin, de waranda en de zit
kamer...
--En heelemaal als een volleerde
dief, zegt de commissaris.
Ulf kijkt hem verbluft aan. Weet
u dat?
Petesmann knikt. Ik weet nog
meer, ik kan deze dame, als zij mor
gen bij mij wil komen, haar eigendom
teruggeven, een zakdoek. Zij verloor
hem bij haar onaangediend bezoek in
deze kamer.
Ulf kijkt Isabella verwijtend aan.
Inbreken is ook een vak, zegt hij
op onderwijzenden toon, den eersten
keer lukt het niet altijd.
Hij lacht en Isabella glimlacht te
rug.
Theo Hermsbach voelt- zich zonder
ling temoede, hij begrijpt er niets
van. Hij kan niets anders zeggen dan:
Dat geloof ik niet.
heelemaal niet meer van Isabella
scheiden.
Maar de commissaris laat hem
geen tijd iets te zeggen. Hij neemt af
scheid van Isabella en drukt Ulf en
hand, waarbij hij even knipoogt. Dan
grijpt hij Hermsbach onder den arm
en sleept hem eenvoudig mee naar de
hall. Voordat hij Hermsbach de hand
ten afscheid drukt, bekijkt hij naden
kend zijn hoed. Eigenlijk, zeide hij
peinzend, was een kleine wandeling
na al deze opwinding heel goed voor
u
Hermsbach is heelemaal overtuigd
van het nut eener wandeling, maar
plotseling schiet hij in den lach.
Misschien hebt u gelijk, commissa
ris, een half uurtje loopen zal mij
g en kwaad doen!
Een lichte verlegenheid is er tus-
schen Isabella en Ulf als zij plotseling
alleen zijn gebleven. Jij, zegt hij
zacht. Hij ziet, bij het flauwe licht
van de lamp, welke in de naaste ka
me’- staat, hoe zij het hoofd opheft.
Hij trekt haar zacht naar zich toe en
kust haar
Zij slaat de armen om zijn hals en
Ulf hoort haar fluisteren: Nu ben
ik pas een mensch, nu ben ik iemand,
o Ulf, ik houd zoo vap je!
Hij kijkt in haar oogen en ziet het
lichte schemeren als van een morgen-
hemel, het is de schemer der liefde.
Kleine Isabella, kan hij enkel
zeggen.
Alleen Isabella heeft blijkbaar den
zin van deze woorden begrepen, ter
wijl Ulf er tamelijk dom uitziet.
Wat gelooft u niet, mynheer
Hermsbach?
Dat deze dame, dat uw verloof
de, een inbreekster...
Ach juist, zegt Ulf, nu ja, het
was ook geen gewone dievegge. Zij
zocht hier ook geen juweelen, of goud
of andere aardsche dingen, zy zocht
alleen haar... vader.
Een zonderlinge als betooverende
stilte hangt in het vertrek. Totdat
Theo Hermsbach hijgend zegt:
Alstublieft, spreekt u verder, en
zijn oogen rusten daarbij weer op Isa-
knllr.
DE BLADEREN VALLEN. In het
Haagsche Bosch vermaken de kin
deren zich ermee. (Polygoon)
GEITENTENTOONSTELLING TE BUSSUM. ER BESTOND GROOTE BELANGSTELLING
VOOR DE FRAAIE DIEREN, WELKE TEGENWOORDIG OOK ALS MELKLEVERANCIERS
ZEER IN TEL ZUN. (Holland)
DE MODERNSTE HORIZONTAAL- EN DUIKBOMMENWERPER VAN DE DUITSCHE
LUCHTMACHT, DE JU 88. Dit type vliegtuig is reeds met groot succes bij de
aanvallen op Engeland gebruikt (Hoffmann)
DE FÜHRER REIKTE IN TEGENWOORDIGHEID VAN RIJKSMAARSCHALK GÖRING
aan de generaals-veldmaarschalk van het Luchtwapen Milch, Sperrle en Kesselring den
maarschalkstaf uit. (Hoffmann)
Eindelijk zegt de coirimissaris na
lang zwijgen: De foto, daarginds
op de schrijftafel...?
Ja, dat is Isabella’s moeder. Zij
zwijgen opnieuw. Opeens hooren zij,
dat achter hen een deur wordt open
geschoven. Toen zij omkeken, zagen
zij Hermsbach en Isabella staan, en
omdat er geen licht in de zitkamer
brandt, kan Ulf zich vergissen, als
hij meent, dat er tranen in Herms-
bach’s oogen staan. Met zware, slee-
pende stappen komt hij op hen toe.
Zwijgend drukt hij hem de hand. Ulf
is nu erg verlegen. Ja, kan hij
enkel zeggen: dat is een domme
geschiedenis, mijnheer
Daar heb ik u gelukkig uw dochter
gebracht, om haar dadelijk weer weg
te nemen.
Hermsbach begrijpt. Maar hy heeft
zichzelf zoover beheerscht, dat hij Ulf
op den schouder kan kloppen en erbij
zeggen: Een reuze vent ben je,
Hartmann en als het zoo moet zijn,
kinderen, dit huis is hier zoo groot...
Ulf wil iets stamelen, maar hij kan
het eenvoudig niet. Hij kan alleen in
Isabella’s stralende oogen kijken.
Dr. Petermann kucht. Neemt u
mij de prozaische opmerking niet
kwalijk, zegt hy, maar ik heb een
zaren dag achter mij. Als ik dus af
scheid mag nemen... Mijnheer Herms
bach wil my zeker wel uitgeleide
doen?...
Hermsbach ziet niet in waarom de
commissaris niet alleen den weg naar
i 3 deur kan vinden. Hy wil het liefste
plicht, die het verbood, haar iets om
trent haar ouders te vertellen.
Hermsbach sluit de oogen. Ver
telt u toch, dringt hy opnieuw aan.
Mijn verloofde had haar onwe
tendheid nooit zoo zeer betreurd, dan
op het oogenblik waarop men haar
de vage aanduiding gaf. Zij belde u
op, mijnheer Hermsbach, maar u
was op reis. Toen kwam zij op het
wanhopige idee hier binnen te dringen
en naar papieren of iets dergelijks te
zoeken. Zij vond alleen mij!
Hermsbach haalt moeilijk adem.
En dan? vraagt hij, zich moeilijk
beheerschend.
Ik ging met haar naar haar ge
boortestreek. Het was een avontuur,
den inval van een oogenblik, geboren
uit den wensch een wanhopig mensch,
die schuw en angstig was geworden,
te helpen. Misschien was er ook veel
egoisme bij, want... ik hield van Isa
bella...
Theo Hermsbach knikt.
Commissaris Petermann, die
drie menschen nauwkeurig heeft
observeerd, grijpt tenslotte in.
hebt zich dus met deze zaak bemoeid
en wat hebt u óntdekt?
Inplaats van een antwoord te geven
staat Ulf Hartmann langzaam op,
kijkt Hermsbach vast aan en grijpt
dan den commissaris bij den arm.
Kom, dr. Petermann, de rest ver
tel ik u buiten. Hij trekt den commis
saris mede naar de zitkamer en sluit
de deur zorgvuldig achter zich dicht.
De commissaris kijkt hem opmerk
zaam aan. Een familieaangelegen
heid dus? vraagt hij kort en zakelijk.
Ja, een familieaangelegenheid.
Hermsbach’s vader was vóór 1914
een zeer hoog beambte in Posen. Zijn
zoon, dus onze Theo Hermsbach, mijn
chef, werd verliefd op een jonge Pool-
sche gravin. Aan een huwelijk viel
niet te denken, want de Poolsche aris
tocratie kon er niet toe besluiten een
dochter uit zulk een aanzienlijk ge
slacht aan den zoon van een Prui
sische beambte te geven en omge
keerd, Theo Hermsbach zou in geval
van een huwelijk nooit meer carrière
kunnen maken. Doch zij trouwden
toch en wel in het geheim.
Dr. Petermann kijkt naar den tuin,
hij vermoedt wat er in de naaste ka
mer gebeurt. De rest kan ik my
wel indenken, zegt hij zacht.
Ja, zij trouwden in het geheim,
maar toen brak de oorlog uit. De
gravin, nu mevrouw Hermsbach,
bracht een dochter ter wereld. Een
klooster, dat den plicht tot zwijgen
werd opgelegd, nam de opvoeding op
zich want Isabella’s moeder stierf
bij de geboorte van het meisje en
haar familie drong er op aan,
Isabella nooit zou weten, wie haar
ouders waren. Hermsbach zelf, zon
der eenig bericht gebleven, heeft, zoo-
als later gebleken is, al het mogelyke
gedaan om zijn kind te vinden. Men
heeft hem later verteld, dat ook het
kind bij de geboorte was gestorven.
Ulf heeft zijn verhaal beëindigd.
Hij zit nu naast den commissaris en
staart naar den donkeren tuin.
bella.
Er valt niet veel meer te ver
tellen, mijnheer Hermsbach. Totnu-
toe is mijn verloofde, die hier in Ber
lijn als kunstkenster leefde en haar
brood daarmede verdiende, door een
klooster ondersteund, zij werd name
lijk in dit klooster opgevoed. Veertien
dagen geleden deelde de abdis van
het klooster haar mede, dat de som
geld, die voor haar gestort was, op
gebruikt was. De ondersteuning zou
dus ophouden.
Theo Hermsbach heeft zich ver
naar voren gebogen. Verder, dringt
hij aan.
Het klooster ried haar aan, om
zich tot u te wenden, zonder dat men
daarvoor redenen opgaf. Nu moet u
weten, dat mijn verloofde tot dat
oogenblik nog niet wist wie zij was.
Het klooster beriep zich op zijn zwijg-
|AN STEEN *K>2ü lG79*$CHtlön
v
<1
Bk- V
i
x'