Brandhout
is
een
in
veelgevraagd artikel - Drukte in de pijpen-industrie
Vlierbessenoogst - Bommen worden .ingeladen - De Gooische schapen
De verdwenen erfgenaam
ROMAN VAN BERT OEHLMANN
BEWERKT DOOR E. KOK
«Él»
MS&J
WR
P' -
w
9
SM
MB
F
2/
ÉIHÏ
3 r
7;
O'-
OW
8b. .wfQiXQ
HAAGSCTTE COURANT VAN WOENSDAG 11 SEPTEMBER 194Ü TWEEDE BLAD
FEUILLETON
i
K
L1,.
zich,
(Wordt vervolgd.^
1
De Kopenhaagsche weergodin toon
de zich van den besten kant toen de
veerboot uit Malmo naar den landings
steiger stoomde. Een uur geleden had
het hevig geregend, nu echter droog
de de zon de laatste plassen op.
heb-
liet
en
IN VERBAND MET DE GROOTE VRAAG NAAR BRAN DHOUT VOOR DEN WINTER worden in het Gooische
natuurreservaat maatregelen genomen om hieraan te voldoen. In de omgeving van het Waschmeer worden in
de voor uitdunning in aanmerking komende bosschen de stammen gehakt en van de schors ontdaan.
(Polygoon)
OP HET HOOFDBUREAU VAN POLITIE TE DEN HAAG heerscht een enorme
drukte, in verband met de vele aanvragen van personen, die mennen, dat zij een
geldige reden hebben om ’s avonds na tien uur op straat te mogen komen. De ge
gadigden voor een speciale vergunning worden ondervraagd. (Polygoon)
DE BEKENDE GOOISCHE SCHAPENKUDDE IS VAN 200 TOT
80 STUKS INGEKROMPEN. De herder en zijn hond
houden een oogje in het zeil. (Holland)
Waarom?
Omdat ik mij iederen morgen
pas om half elf laat wekken.
Sven Jeppersen boog zich naar haar
over, een betooverende geur steeg
naar hem op. U móet mij opbellen,
fluisterde hij bezwerend. Of zegt
u mij, waar u uw intrek zult nemen,
ik ben...
Op dit oogenblik naderde een dou
ane hen, Dagmar stond op van de
bank op het voorschip. U bent de
mooiste vrpuw, die ik ooit heb ge
zien, fluisterde Jeppersen.
Dagmar’s lachje verdiepte
maar het was niet duidelijk of het
Jeppersen’s compliment gold of den
beambte, die haar nu met een buiging
de pas teruggaf.
Ik moet nu afscheid nemen.
Belooft u mij te zullen opbellen?
Misschien. Zij wenkte den ste
ward, die haar beide zware koffers
droeg.
Vaarwel!
Tot ziens! riep Jeppersen, maar
zij hoorde het al niet meer. Aan het
eind van de loopbrug gaf zij den
steward een vijfkronenstuk, een taxi
chauffeur bemachtigde haar bagage
en maakte deze achter aan zijn auto
vast.
Nu zij vasten bodem onder haar
voeten voelde, kon zij zich niet los
maken van een gevoel van beklem
ming. Toen zij Kopenhagen had ver
laten. was het nacht geweest. Merk
waardig, dat haar nu alle détails van
haar vlucht duidelijk voor oogen ston-
VELE SIGARETTEN- EN SIGARENROOKERS GAAN ZICH NU TOE
LEGGEN OP HET PIJP-ROOKEN. De drukte in de Goudsche pijpen-
industrie is dan ook groot. De afwerking van de pijpen
het z.g. „opstoppen”. (Polygoon)
IN WEST-FRIESLAND IS MEN BEZIG MET HET PLUKKEN VAN
VLIERBESSEN. De vruchten worden uitgeperst, waarna uit het sap
een siroop wordt gemaakt, welke als hoestdrankje heilzaam werkt.
De bessen leenen zich ook tot het maken van jam. (Polygoon)
i.
1)
Het fabrieksmerk der Loretti A.G.
twee olifanten, die op omhoogge
heven slurven een aardbal droegen
bevond zich op al het postpapier
en rekeningen der firma. Ook de pri-
vévlag van de onderneming, die op
een goeden dag geheschen werd, ver
toonde op een gelen ondergrond, de
grijskleurige reuzen der Afrikaan-
sche wildernis, als symbool van de
betrekkingen van het huis met het
zwarte werelddeel.
Hoewel advocaat Palmer bijziende
was, kon hij bij het naderkomen vast
stellen, dat de vlag op het gebouw
der Loretti A.G. halfstok woei. Deze
omstandigheid verwonderde hem niet
in het minst. Integendeel! Hij zou
zich verwonderd hebben haar in het
geheel niet te hebben zien wapperen.
De heeren der Loretti A.G. had het
nog nooit aan de noodige piëteit ont
broken. Ook in het gebouw zelf deed
Palmer ontdekkingen, die zich in
mets onderscheidden van die. welke
hij zich van vroegere jaren herinner
de.
den. Voor het huis had de zware
wagen gestaan, donker en met geblin
deerde lichten. En toen zij er naar
toe was gegaan, langzaam en luiste
rend naar het huis achter zich, werd
het portier geopend. En toen had zich
een mannenhand vertoond, Ekeberg’s
lieve, nerveuze, brutale hand en zij
was er op toe gestormd als een ver
drinkende, die zich aan een stroo-
halm vastklampt. De motor had ge
bruld en dan... en dan!... Ja en nu
was zij teruggekomen, de geur van
het water, de aanblik der huizen, de
Harden gesprekken, die zij opving, dit
alles wond haar op, maar het ver
heugde haar niet. Hier leefde Torger.
Ja, hier leefde hij nog altijd!
Zij gooide het hoofd achterover.
Ik ben dadelijk terug, zeide zij
tot den chauffeur en liep naar een
telefooncel in de nabijheid. Onrustig
bladerde zij in het telefoonboek om
het nummer van Loretti A.G. op te
zoeken. Zij draaide de schijf en toen
zij antwoord kreeg, kon zij het beven
van haar stem nauwelijks bedwingen.
Mijnheer Torger is op het oogen
blik niet te spreken.
Maar het is zeer dringend, zeide
Dagmar.
Mijnheer Torger is in conferen
tie. Ik mag niet storen. Als u tien
minuten eerder had opgebeld... En
dan na een korte pauze: Kan ik
mijnheer Torger misschien een bood
schap overbrengen?
Neen, dank u. Dagmar belde af.
Misschien was het zelfs goed, dat hij
-
(Nadruk verboden.)
t
niet geroepen kon worden. Dé ver
rassing kon slechts grooter zijn als
zij plotseling tegenover hem stond.
Zij had kamers besteld in het „Tou
rist Hotel”. Als zij zich haastte met
het verkleeden en slechts het noodige
uitpakte, kon zij over een uur bij
Loretti zijn. "Misschien was de confe
rentie dan geëindigd. Dagmar had
haar zelfbeheersching teruggekregen,
zij liet zich naar het hotel brengen.:
Hij zal uit de wolken vallen, dacht
zij en lachte merkwaardig, tien klei
nen dokter Jeppersen was zij allang
vergeten.
Ook buiten in de Kristgade, waar
zich’de reusachtige gebouwen van de
Loretti A.G. bevonden met hun woon
barakken, hun schuren en stallen,
woei de gele vlag met de twee olifan
ten halfstok. Alleen van de plechtig
heid, die men in het gebouw zelf be
trachtte, merkte men hier niets. In
specteur Gjellerup vloekte, wat hij
eigenlijk zelden deed. De punten van
zijn grijze snor, die hem iets van een
zeehond gaf, trilden van woede, want
hij probeerde nu al voor de vierde
maal om met Torger te spreken, wat
hem opnieuw mislukfe.
De conferentie duurt nog steeds
voort, u moet wachten.
Gjellerup gooide den hoorn neer.
Veertigduizend kronen waren naar de
maan. Veertigduizend kronen en het
meisje aan het schakelbord wist niets
beters te zeggen dan: U moet wach
ten!
Hoewel de passencontrole en het
douaneonderzoek snel verliepen, ging
het Dagmar niet gauw genoeg. Zij
verlangde er naar Torger’s donkere
stem te hooren, zijn nabijheid te voe
len en zich op zijn verrassing te ver
heugen. Terwijl zij op haar pas
wachtte, zocht zij in het telefoon
boek naar het nummer van Loretti
A.G. Maar zij kon het niet vinden
en ook in haar taschje was het papier
tje met het nummer niet meer, mis
schien was het weggewaaid toen zij
tijdens den overtocht naar haar zak
doek zocht.
Wanneer zien wij elkaar terug?
vroeg zij den jongen dokter, dien zij
in den restauratiewagen op de reis
van Stockholm naar Malmo had lee-
ren kennen en op de veerpont terug
gezien had. Hij scheen in ernst be
sloten om de flirt voort te zetten,
want hij krabbelde iets op een kaartje
voordat hij het haar gaf. Op dit
nummer kunt u mij iederen morgen
om tien uur bereiken.
Dagmar stak het in haar taschje
en keek hem met een geamuseerde
uitdrukking op haar gezicht aan. Haar
smal gezicht zag er, onder het kleine
hoedje, snoezig uit. De lange, donkere
wimpers beschaduwden haar oogen
en als zij lachte verloren haar mond
hoeken de spottende uitdrukking, die
er meestal omheen lag.
Jammer, zeide zij, als u elf
uur had gezegd, zou ik misschien heb
ben kunnen opbellen, maar zoo...
neen...
DAG IN DAG UIT VLIEGEN DE DUITSCHE VLIEGTUIGEN
NAAR ENGELAND. HET INLADEN VAN EENIGE BOMMEN
IN EEN GEVECHTSVLIEGTUIG. (Hojfmann)
DE BEMANNING VAN EEN DUITSCH GEVECHTSVLIEGTUIG
onderzoekt de schade, welke door een scherf van het vijandelijke lucht
afweergeschut aan hun toestel is toegebracht. (Holland#
w-
AWW*
Lorenz Ettinger’s buste, middelpunt
van de met jachttropheeen versierde
entree, was omhangen met een zwar
te draperie. Aan den voet van het
beeld lag een groote krans op welks
gele linten de woorden: „Den stichter
Van ons huis in groote dankbaarheid”
stonden. Een breed floers hing ook
om het levensgroote schilderij, dat
tegen den muur hing en dat Lorenz
Ettinger voorstelde in khaki uniform
en tropenhelm. De plechtigheid van
de half donkere hal, die anders vol
licht was, werd nog verhoogd door
den ernst, waarmede het personeel
rondliep.
Stokstijf, zooals zijn aard was,
stond Palmer een oogenblik bij de
draaideur en liet zijn oogen in het
rond gaan tot zij op een ouderen man
rustten, dit dit scheen te
ben afgewacht, want hij
zijn stijve houding varen
kwam met een buiging naderbij, ter
wijl hij zeide: De heeren wachten
u, mijnheer.
Dan zullen wij maar dadelijk
naar hen toe gaan, antwoordde Pal
mer en nam zijn tasch onder den arm
terwijl hij den ander naar de trap
volgde.
v ...y
I
1^’7
WH
PW
1
Wik
f 1
4^,.
'f:
V.
7Ó?
I
dl
Sg. v
X- ax'
a
r: -.x