VOOR DEN PUZZELAAR
HAAGSCHE COURANT
DE BEGRAFENIS VAN
DEN W.A.-MAN
PETER TON
Donderdag 12 September 1940
STADSNIEUWS
r/A
3
Z
4
<9
7
47
9
6
Z?
zr
/4
'6
VIERDE BLAD.
Z<P
23
2/
2o
22
Zr
24
26
29
29
27
3o
3/
32
34
33
3r
36
3&
37
4o
39
42
43
43-
47
44
4e
3b
4a
3-4
49
J3
57
^7
5T5
6o
S3
67
62
6X
6e
67
7'
€9
G9
7o
73
74
76
7r
is
77
<?c
92
93
94
99
97
99
9o
9/
Horizontaal:
verkoud-
probleem
VERSLAG OVER HET JAAR 1939
Nazorg
Sterftecijfers
sterfte in de gemeente bedroeg
het
AFSCHEID A. VAN DUKE
De stoet onderweg
(Nationaal Foto Kantoor)
RICHTLIJNEN VOOR EEN
NIEUWE WONINGPOLITIEK
DE GEZONDHEIDS
TOESTAND VAN ONZE STAD
den
zich
een
Als onderdeel van de nieuwe gemeen-
schapspolitiek, waarbij de volkshuis
vesting betrokken is, noemde ik voorts
de verhooging van de weerstandskracht
van het platteland.
Het is wenschelijk, dat het groeitem
po der groote steden wordt gematigd,
dat het contact tusschen stad en land
wordt hersteld en dat door verhooging
Verhooging weerstandskracht
platteland
No. 17671
Uiteenzetting van
dr. ir. F. Bakker Schut
1 stram
5 Europeaan
13 voederbak
15 niet weinig
16 steensoort
17 Godsdienst
19 fijngekookte appels
21 deel van een bloem
23 scheik. symbool voor
neon
24 schip
26 behoudens de titels
28 inwendig lichaamsdeel
30 plaatsje in Limburg
32 verschuldigd recht
34 muziekinstrument
36 turfstof
38 telwoord
40 groot-tenue
43 zuivelproduct
45 voegwoord
47 keukengerei
48 deel van een schip
50 deel van het hoofd
52 deel van het hoofd
54 geheel de Uwe
55 bidt (Lat.)
57 tablet
59 planeet
61 ontkenning (Duitsch)
63 vreemde op een be
paald gebied
65 plaats in N. Brabant
67 deel van Azië
69 gazon
27 vervoermiddel
29 aardigheidje
31 op den schoorsteen
33 opgedragen werk
35 zonder verhoogingen
37 nauw verwant aan een
schroef
39 venster
41 Belgische stad
42 stad in Noord-
Nederland
44 gemalen graan
46 knolgewas
49 dragers van graan
korrels
51 handig
53 ronding
56 een opera
58 landstreek in Zuid-
Nederland
60 menschelijk geluid
62 sprookjesfiguur
64 sterk, stevig
66 steenkoolproduct
68 verharde huid
70 roover
73 gevolg van
heid
75 naar beneden
78 lyrisch gedicht
80 hoen
82 een voormalige mili
taire instelling
85 watertje in Friesland
87 vorm van onderwijs
89 muzieknoot
Logementen en bnrgerkost-
huizen
71 huid
72 het zij zoo
74 weg met boomen
76 klap
77 ga (Eng.)
79 choc, lekkernij
81 product van een
varken
83 muzieknoot
84 plaats in Gelderland
86 tobbe
88 rivier in N. W.
Duitsch land
90 familielid
91 noodig voor treinen-
Verticaal:
1 strak
2 rijkstelegraaf
3 lichaamsdeel
4 jongensnaam
6 als voren
7 teer
8 klei
9 Mohammedaansche
godheid
10 inhoudsmaat
11 lidwoord
12 waterplant
14 hechtspeld
18 gebogen
loop
20 houdt stil
22 platboomd binnen
vaartuig
25 verzamelnaam voor
zangers
Bij de nazorg stonden 1 Januari
1939 ingeschreven 547 (336) patiënten.
In den loop van 1939 werden 606 (402
nieuwe patiënten ingeschreven, t.w. 361
mannen en 245 vrouwen, zoodat de na
zorg in totaal bemoeiing had met 1153
(738) patiënten. In den loop van het
jaar weren afgevoerd 223 (191) pa
tiënten, zoodat op het einde van het
jaar nog 930 (547) onder nazorgtoe-
zicht stonden. Van de 1153 patiënten
waren 652 mannen en 501 vrouwen.
Arbeidstherapie
In arbeidstherapie werden door be
middeling der ,,’s-Gravenhaagsche Ver-
eeniging dr. Schroeder van der Kolk”
318 (224) patiënten te werk gesteld en
wel 203 (172) in de nazorg-werkinrich-
tingen voor volwassenen, 46 (35 jon
gens, 11 meisjes) in de door deze ver-
eeniging op 1 Juli 1939 in gebruik ge
nomen werkinrichting voor zwakzinni
gen, 37 (32) bij den dienst der Gemeen-
teplantsoenen en 32 (20) bij de stich
ting „Rosenburg”.
Op 1 Januari 1939 waren in arbeids
therapie werkzaam 134 patiënten, er
werden 184 nieuwe patiënten geplaatst,
144 werden afgevoerd, zoodat op 31 De
cember 1939 nog 174 patiënten op deze
wijze bezigheid vonden.
kundige materie een m.i. alleszins
bruikbare regeling. Deze is geheel ge
zien uit het oogpunt van een praevalee-
ren van het gemeenschapsbelang, doch
onder nauwkeurige afweging van an
dere belangen.
Als voor de volkshuisvesting belang
rijke onderdeelen van een nieuwe ge-
meensphapspolitiek moeten worden ge
noemd de reguleering van de woning
markt, de publiekrechtelijke organisa
tie van het bouwbedrijf en de verhoo
ging van de weerstandskracht van het
platteland.
Eenige dagen geleden kwamen het
onderwijzend personeel en de oudercom-
missie van de Openbare School Storten-
bekerstraat 10, bijeen om afscheid te
nemen van den onderwijzer, den heer A.
van Dijke, die na bijna veertig jaren ar
beid het onderwijs heeft verlaten. Daar
van is hij ruim 33 jaar aan de school
Stortenbekerstraat verbonden geweest
Bij dit afscheid was aanwezig de heer
Pattist, Rijksinspecteur van het onderwijs.
Het hoofd der school, de heer J. Ver
niers, sprak den heer van Dijke toe en
liet vooral uitkomen, dat de heer van
Dijke den kinderen niet alleen de onder-
wijsvakken, heeft gegeven, doch ook dat
hij den leerlingen ernstige levenslessen
meegaf. De gemoedelijkheid en rust, den
heer van Dijke eigen, lieten haar invloed
gelden in de klasse. Het personeel had
gemeend dit afscheid niet onopgemerkt
te doen voorbijgaan en daarom werden
den heer van Dijke eenige blijvende her
inneringen medegegeven.
Heel hartelijke woorden werden voorts
gesproken door den heer Pattist. De heer
van Dijke dankte tenslotte met enkele
woorden alle sprekers.
Verschenen is het verslag van den
gemeentelijken geneeskundigen en ge
zondheidsdienst van ’s Gravenhage
over het jaar 1939. Hieraan ontleenen
wij het volgende (de tusschen haakjes
geplaatste cijfers hebben betrekking op
1938)
Uitgerukt werd door de geneeskun
dige eenheid arts, verpleger en
chauffeur-helper overdag in twee
voud aanwezig 6810 (6799) maal.
Aantal gevallen, waarbij hulp
werd verleend dan wel de dood ge
constateerd 6568 (6549).
De drukste maand was Mei met 608
gevallen, de kalmste November met 493
gevallen.
In
maal
Contróle op de zwembaden
De 3 in de Gemeente gevestigde par
ticuliere bad- en zweminrichtingen
werden geregeld gecontroleerd op de
hoedanigheid van het zwemwater: hoe
veelheid, bacteriegetal en kiemdoodend
vermogen (chloor). De resultaten wa
ren steeds zeer gunstig.
Het water in het Zuiderpark-zwem-
bad stelde aan de zorg en oplettendheid
van den leider en zijn technische per
soneel de hoogste eischen, daar een
paar warme dagen, met het daarmee
gepaard gaande drukke bezoek, de al-
gengroei, en daarmee het groen worden
van het zwemwater, uitermate bevor
deren.
Door dezen moord is Peter Ton van
zijn moeder weggerukt. Wat is begrij
pelijker dan dat zij vraagt: Waarom?
Ton is het slachtoffer geworden van
den haat, dien men tegen ons koesterde.
De Vrijmetselarij heeft ons steeds te
gengewerkt. Zij heeft ons steeds haat
toegedragen. Onmiddellijk na den oorlog
hield de Vrijmetselarij zich stil. Toen
de reactie uitbleef, stak zij echter het
hoofd weer op en werd zij weer stout
moediger. Het incident te Naaldwijk
was het eerste sein.
Peter Ton is gesneuveld, evenals zoo
vele andere leden der N.S.B. vóór hem
stierven. Thans vindt zijn stoffelijk
overschot een plaats in een gewoon
graf. Eens komt echter de tijd, dat ze
naar een Nationaal Socialistisch huis
zullen worden overgebracht.
Het lijden en het geluk zijn niet in
de eerste plaats in het hart van den-
gene die bemind wordt, maar in dat van
hem, die bemint. Wij hebben ons volk
lief. Het bestaat uit de goede klei en
wij zullen er een beeld uit vormen, dat
beantwoordt aan onze wenschen en ver
langens.
Wien de góden liefhebben, dien ne
men zij jong tot zich. Peter Ton is jong
tot hen gekomen. Hij vertegenwoordig
de in hooge mate de eigenschappen
moed en trouw. Wij vreezen den dood
niet, wel vreezen wij te versterven, zon
der dat wij gedaan hebben, wat onze
plicht is.
Wij zijn de tijden van terreur voor
bij. Wij zullen de macht overnemen en
de Nationaal-socialistische orde hand
haven.
Nooit zijn groote dingen door een
groote massa tot stand gebracht, wel
door kleine groepen van vastberaden
mannen.
Hierop klonk tromgeroffel en werd
de Nationaal-socialistische groet ge
bracht.
Dr. Schuon, de Kreisleiter van de
N.S.D.A.P. in Nederland, bracht een
laatsten groet aan den gevallen kame
raad. Moge zijn offer een offer voor
volk en beweging zijn.
Hierna daalde de kist met het stoffe
lijk overschot, bedekt door de Natio
naal-socialistische vlag, langzaam in
het graf, terwijl het Amsterdamsche
W.A.-orkest speelde „Ik had een wa
penbroeder” en de aanwezigen den Na-
tionaal-socialistischen groet brachten.
Namens de moeder en de zuster van
den overledene, dankte hopman van
Leeuwen, commandant van het vendel,
waartoe Peter Ton behoorde, voor de
laatste eer aan haar zoon en broeder
bewezen.
Hierna defileerden nog eenige duizen
den W.A.-mannen en jeugdstormers
langs de baar.
De
in het afgeloopen jaar 9,1 pCt. (8,9
pCt. in 1938 en 1937) tegen 8,7 pCt.
(8,5 pCt. in 1938 en 8,8 pCt. in 1937)
voor het Rijk. De zuigelingensterfte
bedroeg per 1000 levend geborenen 25,6
tegen 33,7 voor het Rijk.
Aan de verschillende tuberculose-
soorten stierven 165 personen of 3.30
per 10.000 inwoners (1939 3.30, 1938
3,18).
Redevoeringen van mr. Zondervan
en mr. van Genechten
Tegelijk met het intreden van den
mobilisatietoestand werd de contróle
op logementen en burgerkosthuizen
herhaald en verscherpt. Immers, de
vrees bestond, dat de Gemeente een
stroom vluchtelingen kon verwachten,
met al de sanitaire moeilijkheden, die
dit medebrengt.
Over het algemeen is de zindelijkheid
der hier bedoelde inrichtingen redelijk,
de vluchtgelegenheid bij brand daaren
tegen veelal volkomen onvoldoende.
Een groot bezwaar voor het nemen
van maatregelen bij dreigend vlekty-
phus-gevaar lijkt ons het over de stad
verspreid wonen van door Maatschap
pelijk Hulpbetoon gesteunden, die niet
in gezinsverband leven. Het zou ons
beter voorkomen, deze menschen in
door ons hygiënisch gecontroleerde
burgerkosthuizen onder te brengen,
waar ze een behoorlijke verzorging en
pension konden hebben, benevens een
klein zakgeidje.
de posten werd 34.758 (34.641)
hulp verleend.
Rede mr. Zondervan
Aan de groeve voerde als eerste spre
ker het woord mr. A. Zondervan,
hoofdleider van de W.A. en adjudant
van den leider der N.S.B., die zeide, dat
de W.A. uit het geheele land gekomen
is om afscheid te nemen van en de
laatste eer te bewijzen aan den geval
len kameraad Peter Ton. Gij waart een
eenvoudig man met een kalm en rustig
karakter. Toen het er echter om ging
onze jeugd te beschermen, hebt gij met
moed het offer van uw leven gebracht-
Het is de taak der W.A. te zorgen,
dat onzen leden, onzen vrouwen en
onzen kinderen nooit meer zal over
komen, wat hun is overkomen van
1015 Mei. Het eerste bloedoffer is
door de W.A. gebracht. Hiermee is de
W.A. onsterfelijk verbonden met de
beweging. Peter Ton heeft zijn leven
niet voor niets gegeven, aldus mr.
Zondervan. W.A. beteekent Peter Ton
en Peter Ton beteekent W.A., zij zijn
thans een geworden.
Mr. Zondervan deelde mede, dat be
paald is, dat het vendel, waartoe Peter
Ton behoorde, voortaan zijn naam zal
dragen.
Kameraad, wij zullen den strijd tot
een goed einde brengen. Ik breng u een
laatsten groet en wensch u uit naam
van alle W.A.-leden toe: Peter Ton
rust zacht.
Besmettelijke ziekten
Voor de typhusachtige ziekten was
1939 weer een gunstig jaar 6 geval
len van febris typhoïdea (waarvan 3
patiënten uit één gezin) en in totaal
15 gevallen van paratyphus werden
aangegeven. De laatste waren alle soli
taire gevalleneenig onderling ver
band was niet aantoonbaar, evenmin
als besmetting door bacillendragers.
Ook de besmettingsbronnen werden
ons niet duidelijk sommige gevallen
werden vastgesteld in gezinnen, waar
dysenterie heerschte of geheerscht had.
Bij andere werd gedacht aan het ge
bruik van ondeugdelijke taartjes, ap
pelbollen e.d. uit automaten maar tot
positieve gegevens kwamen wij niet.
Dit jaar spant met 118 gevallen van
dysenterie wel de kroon het vorige
jaar hadden we slechts 19 gevallen.
Het overwegend aantal gevallen
werd veroorzaakt door bac. dys. „Son-
ne”, maar ook de stam Flexner „W”
vonden wij in een aantal gevallen van
dysenterie, verspreid over eenige
scholen.
Het aantal gevallen van poliomyelitis
anterior acuta bedroeg dit jaar 9 (uit
negen verschillende gezinnen), waar
van de leeftijden bedroegenJ jaar,
1 jaar, 2 jaar, twee van 4 jaar, 5 jaar,
Het Tijdschrift voor Volkshuisvesting
en Stedebouw bevat een artikel van
dr. ir. F. Bakker Schut, inspecteur der
Volkshuisvesting, getiteld: Richtlijnen
voor een nieuwe woningpolitiek.
Hieraan ontleenen wij het volgende
Volkshuisvesting en stedebouw zijn
terreinen van het maatschappelijke
leven, waarop tengevolge van de mis
standen der 19e eeuw eerder dan
elders het besef is doorgedrongen van
de ellende, welke een ongebreidelde
werking van vraag en aanbod teweeg
kan brengen. Dientengevolge heeft hier
het streven naar synthese, naar coördi
natie van belangen en naar bevorde
ring van den gemeenschapszin eerder
en sterker dan op vele andere gebieden
uitdrukking gevonden.
Indien ik goed zie, zal de naaste toe
komst pogingen brengen tot verwezen
lijking van de z.g. „organische staats
idee” op alle gebieden van wetgeving
en bestuur. Onder de huidige politieke
omstandigheden zal ook zeker aan een
z.g. „gebonden economie” niet kunnen
worden ontkomen.
Deze beide factoren nu vormen m.i.
aanleiding zich te bezinnen op de richt
lijnen, welke een nieuwe woningpoli
tiek zal moeten volgen. Een woning
politiek, welke ik zie als een historisch
gefundeerde vernieuwing, naar Neder-
landschen aard en in geleidelijkheid
zich voltrekkende.
Over de wenschelijkheid van een
nieuwe woningpolitiek op stedebouw-
kundig gebied kan ik kort zijn. De
administratieve basis daarvoor zie ik
in het rapport van de Staatscommissie
voor de herziening van de Woningwet.
Op ondergeschikte punten aangepast
aan de tegenwoordige omstandigheden,
geeft het rapport voor de stedebouw-
van het levensniveau ten plattelande
deze bevolkingsgroep haar functie naar
behooren kan vervullen.
Matiging van den aanwas der groote
steden kan worden bereikt door bevor
dering van de decentralisatie van
industrie en vestiging. Beperking van
de vestigingsvrijheid kan daartoe in
bepaalde gevallen noodzakelijk blijken.
Decentralisatie van industrie moet
slechts daar worden toegepast, waar
geen aantasting van natuurschoon
plaats vindt en decentralisatie van
vestiging slechts in kernen, welker be
woners door werk en mentaliteit een
blijvenden band met hét land kunnen
vormen. Deze blijvende band is er
slechts daar, waar beroep en bedrijf
ter plaatse kunnen worden uitgeoefend.
Dus concentratie van bebouwing, ge
paard gaande met decentralisatie van
industrie en vestigingskernen. De groei
van woonkernen los van werkkernen
leidt tot een onorganische en onmaat
schappelijke ontwikkeling en tot onge-
wenschte financieele toestanden.
Voor de stedelijke ontwikkeling zal
de tuinstadgedachte door moeten wer
ken.
De vlucht van de beste elementen
van het land naar de stad kan worden
tegengegaan door de bevordering van ’t
kleingrondbezit door middel van ver
snelde „binnenkolonisatie” van land
arbeiders en op den duur van
arbeiders uit industrieën, die voor ves
tiging op het land in aanmerking ko
men.
Het woningpeil op het platteland
steekt schril af bij dat in de stad. Naast
krotopruiming op groote schaal zijn
bijzondere financieele maatregelen noo
dig om het landelijk woonpeil, dat het
levensniveau ten deele bepaalt, op te
voeren tot het stedelijke woonpeil.
Het behoud van traditie en karakter
van de oude dorpskernen is voorts een
essentieele voorwaarde voor de geeste
lijke verheffing van het platteland.
Een der ergste euvelen op het platte
land is een bouwtoezicht, dat gespeend
is van de noodzakelijke kennis om tech
nische en aesthetische problemen te
beoordeelen en dat bovendien niet vrij
staat tegenover de gemeentenaren in
verband met particuliere opdrachten.
Door onkunde en door onwilligheid
blijven vele voorschriften een doode
letter. Maar ook voor dit punt is in het
rapport van de Staatscommissie voor
de herziening der Woningwet een be
vredigende oplossing te vinden.
Sommige van deze richtlijnen kun
nen, in het kader van de bestaande
wetgeving, door een gewijzigde wets
toepassing worden verwezenlijkt. An
dere sluiten ten nauwste aan bij de
richtlijnen, welke door de genoemde
Staatscommissie voor de herziening van
de Woningwet zijn gegeven en zijn dus
reeds vóór den oorlog in breeden kring
als noodzakelijk gevoeld.
Reguleering woningmarkt
Een reguleering van de woningmarkt
dient niet slechts den woningbouw te
betreffen, doch omvat tevens de wo-
ningexploitatie, omdat deze beide fac
toren in sociaal en in economisch op
zicht ten nauwste met elkaar verband
houden.
De factor, welke bij woningexploita-
tie in de eerste plaats de aandacht
vraagt, is het huurniveau. Wij moeten
er daarbij van uitgaan, dat een goede
woning een object is van groote sociale
en cultureele waarde en dat de woning
dus slechts als winstobject mag dienen,
voorzoover zulks vereenigbaar is met
deze belangen. Tenzij de materialen-
aanvoer uit het buitenland spoedig
weer normaal mocht worden, moet
voor een toenemend woninggebrek
worden gevreesd. Ongemotiveerde
huurverhooging dient in dat geval te
worden voorkomen.
Carl Major Wright meent de oplos
sing van het probleem te zien in de
heffing van een speciale belasting.
Deze zou komen ten laste van gezin
nen, die meer woongerief wenschen en
kunnen betalen dan overwegingen van
gezondheid en socialen welstand zou
den rechtvaardigen, terwijl de opge
brachte middelen zouden worden ge
bezigd voor subsidies aan of belasting
vermindering voor arme gezinnen.
Voor den oorlogstijd (dus bij gebrek
aan woonruimte en onmogelijkheid van
voldoenden aanbouw) voorziet de
schrijver als gevolg van zijn systeem
een herverdeeling van den bestaanden
woningvoorraad, waarbij de voor elk
gezin beschikbare woningruimte zich
automatisch zoo nauw mogelijk zou
aanpassen bij de behoefte. Nadere be-
studeering van dit voorstel acht ik van
belang. Behalve het huurniveau is ook
de wijze van woningexploitatie van be
lang, zulks met het oog op een zoo eco
nomisch mogelijk beheer.
Met een regeling van de woningpro
ductie alleen wordt niet voldoende
effect bereikt, doch deze dient hand
aan hand te gaan met een regeling
omtrent het uit de markt nemen van
het oude huizenbezit
Onder de huidige omstandigheden is
echter een primaire vraag hoe een zoo
danige organisatie te verkrijgen, dat
voldoende bouwmaterialen uit het bui
tenland kunnen worden aangevoerd,
waarbij de verdeeling van de materia
len over de verschillende takken van
bouwnijverheid een tweede
vormt.
Is hiervoor een oplossing gevonden
en wijst de productieregeling aan hoe
veel woningen moeten worden ge
bouwd, dan herleeft de oude strijd
vraag door wie worden deze wonin
gen gebouwd Mijn persoonlijke opinie
omtrent dit punt is, dat de bouw vafi
bepaalde categorieën woningen met het
oog op de daarmede verbonden sociale
belangen uitsluitend door overheid en
bouwvereenigingen dient te geschieden
en dat boven een bepaalde (voor ver
schillende categorieën gemeenten ver
schillende) huurwaarde de bouw als
regel niet door deze lichamen ter hand
behoort te worden genomen.
Deze „grenshuurwaarde” dient zoo
danig te worden gekozen, dat daarbij
de exploitatie van een minimumwoning
volgens de eischen der bouwverorde
ning, doch met drie slaapvertrekken,
bij een redelijke winstmarge mogelijk
is. Het aantal beneden deze huurwaar
de door gemeente en bouwvereenigin
gen te bouwen woningen kan dan wor
den bepaald op grond van de gegevens
van de woningstatistiek. Dit aantal zal
onder de huidige omstandigheden in ver
band met de gestegen bouwprijzen een
groot deel van de arbeiderswoningpro-
ductie omvatten.
In deze woningen behooren geen ge
zinnen te worden toegelaten met in
komsten, welke meer bedragen dan een
in verband met de gezinssamenstelling
vast te stellen aantal malen de huur.
Woningen met een hoogere huur dan
de „grenshuurwaarde” behooren door
gemeenten en bouwvereenigingen
slechts dan te mogen worden gebouwd
en bestaande woningen slechts dan aan
gezinnen met hoogere inkomsten te
mogen worden verhuurd, indien kan
worden aangetoond, dat boven de
grenshuurwaarde door de particuliere
bouwers niet voldoende in de behoefte
is voorzien.
In de productieregeling ware een en
ander nader vast te leggen.
Hand in hand hiermede moet gaan
een nauwkeurige handhaving van de in
de bouwverordeningen voorkomende
bepalingen nopens toelaatbare bewo
ning (dus tegen overbevolking) alsook
voor wat de gemeente en bouwvereeni-
gingswoningen betreft, een contróle,
dat geregeld mutaties plaats vinden,
wanneer de woningen aanmerkelijk
meer ruimte bezitten dan de gezinnen
bij afnemende gezinsgrootte noodig
hebben, en wanneer de gezinnen een
te groot inkomen hebben naar verhou
ding van de huurwaarde.
Rede van mr. R. van
Genechten
Na mr. Zondervan voerde mr. R. van
Genechten, leider van de vorming der
N.S.B., procureur-generaal bij
Haagsch Gerechtshof, het woord.
Door den leider van de beweging is
mij opgedragen aan de groeve een
laatste woord te spreken. Wij mannen
en jongemannen kunnen het leed van
een moeder niet peilen. Een kind is
het schoonste, dat een man van zijn
vrouw kan vragen. De zoon groeit naar
den vader toe. Anders is het met de
liefde voor de moeder. Het kind groeit
heel geleidelijk steeds verder van Jiaar
af.
6 jaar en twee van 12 jaar. De meeste
kinderen herstelden met weinig blij
vend letsel.
Het aantal roodvonkgevallen is met
377 vrij veel minder dan het vorige
jaar. Bijzondere moeilijkheden met
contactbesmettingen in de huisgezin
nen deden zich, ondanks de zeer be
perkte opneming in de barak, niet
voor.
Het laagterecord, dat wij verleden
jaar met 12 gevallen meenden bereikt
te hebben, is dit jaar overtroffen
slechts 7 gevallen werden aangegeven,
waarvan één met verdachte bacillen in
de keel van een kind en één bij een
patiënte van 52 jaar.
Wij zijn wel zeer geneigd dit gun
stige cijfer toe te schrijven aan de
voortdurend (op de scholen) geboden
gelegenheid tot prophylactische in
enting en herinenting tegen diphtheria^
waarvan steeds een ruim gebruik ge
maakt wordt.
Ingeënd werd op 164 scholen. Hierbij
werden in totaal behandeld 7268 kin
deren, waarvan 3951 volledig (2 injec
ties) en 3317 met één injectie. Bij deze
laatste categorie was een zeer groot
aantal kinderen, dat eenige jaren gele
den ingeënd, maar voor wie thans een
herhalings-injectie nuttig werd geoor
deeld.
In het gebouw van den Dienst werden
tegen diphtherie behandeld 118 kinde
ren, waarvan 36 volledig (2 injecties)^
en 82 met slechts één injectie. Van
deze laatsten werden 75 uitgezonden
naar een koloniehuis of sanatorium;
dezen konden derhalve maar één in
jectie krijgen.
Tegen typhus werden 8 personen vol
ledig behandeld (3 injecties), 4 perso
nen kregen slechts één of twee injec
ties.
De ’s-Gravenhaagsche Vereeniging
voor Koepokinenting en Immunisatie
verrichtte 469 vaccinaties tegen pok
ken, waarvan 237 bij kinderen beneden
het jaar.
Eenige duizenden W.A.-
mannen brengen een
laatsten groet
Zooals wij reeds gemeld hebben,
gistermiddag het stoffelijk overschot
van den W.A.-man Peter Ton, die het
slachtoffer werd van de politieke bot
sing in de Balistraat op Zaterdag j.l.,
ter aarde besteld op de begraafplaats
Nieuw Eyk en Duynen.
Tijdens het voorbijtrekken van
ongeveer 2 k.m. langen stoet had
voor de oude-Alexanderkazerne
eerewacht van Duitsche militairen op
gesteld. In den stoet marcheerde een
delegatie van de N.S.D.A.P. met vaan
del mee.
Op de baar waren alleen kransen
gelegd van de moeder van het slacht
offer, van ir. A. A. Mussert, van de
WA., de N.J.S., van den Beauftragte
des Reichskommissaris en van de Lan-
desgruppe der N.S.D.A.P.
De verschillende vendels en N.J.S.,
die meemarcheerden, stelden zich in de
Kamperfoeliestraat op en vormden al-
zoo een eerehaag.
Om ongeveer 2.30 uur bereikte de
stoet over de samenstelling daarvan
schreven wij gisteren Nieuw Eyk en
Duinen.
Om hef graf schaarden zich met ir.
Mussert, de hooge functionarissen van
de N.S.B., delegaties van de N.S.D.A.P.
en van de Hitlerjugend, de eerewacht
van de bloedvlag, dragers van de ven
dels der verschillende afdeelingen, een
afdeeling van de N.J.S., het Amster
damsche W.A.-orkest en het eerste
vendel van Ban 6 der W.A.
Voorts merkten wij nog op majoor
O’Gilvie, gedelegeerde van den Rijks-
commissaris voor den Opbouwdienst,
den hoofdcommissaris van politie in
den Haag kapitein mr. P. M. J. C.
Hamer en commissaris H. Ph. Clasie.
X.
Hi®
7Z
y<$>