VOOR DEN PUZZELAAR HAAGSCHE COURANT DE BEGRAFENIS VAN DEN W.A.-MAN PETER TON Donderdag 12 September 1940 STADSNIEUWS r/A 3 Z 4 <9 7 47 9 6 Z? zr /4 '6 VIERDE BLAD. Z<P 23 2/ 2o 22 Zr 24 26 29 29 27 3o 3/ 32 34 33 3r 36 3& 37 4o 39 42 43 43- 47 44 4e 3b 4a 3-4 49 J3 57 ^7 5T5 6o S3 67 62 6X 6e 67 7' €9 G9 7o 73 74 76 7r is 77 <?c 92 93 94 99 97 99 9o 9/ Horizontaal: verkoud- probleem VERSLAG OVER HET JAAR 1939 Nazorg Sterftecijfers sterfte in de gemeente bedroeg het AFSCHEID A. VAN DUKE De stoet onderweg (Nationaal Foto Kantoor) RICHTLIJNEN VOOR EEN NIEUWE WONINGPOLITIEK DE GEZONDHEIDS TOESTAND VAN ONZE STAD den zich een Als onderdeel van de nieuwe gemeen- schapspolitiek, waarbij de volkshuis vesting betrokken is, noemde ik voorts de verhooging van de weerstandskracht van het platteland. Het is wenschelijk, dat het groeitem po der groote steden wordt gematigd, dat het contact tusschen stad en land wordt hersteld en dat door verhooging Verhooging weerstandskracht platteland No. 17671 Uiteenzetting van dr. ir. F. Bakker Schut 1 stram 5 Europeaan 13 voederbak 15 niet weinig 16 steensoort 17 Godsdienst 19 fijngekookte appels 21 deel van een bloem 23 scheik. symbool voor neon 24 schip 26 behoudens de titels 28 inwendig lichaamsdeel 30 plaatsje in Limburg 32 verschuldigd recht 34 muziekinstrument 36 turfstof 38 telwoord 40 groot-tenue 43 zuivelproduct 45 voegwoord 47 keukengerei 48 deel van een schip 50 deel van het hoofd 52 deel van het hoofd 54 geheel de Uwe 55 bidt (Lat.) 57 tablet 59 planeet 61 ontkenning (Duitsch) 63 vreemde op een be paald gebied 65 plaats in N. Brabant 67 deel van Azië 69 gazon 27 vervoermiddel 29 aardigheidje 31 op den schoorsteen 33 opgedragen werk 35 zonder verhoogingen 37 nauw verwant aan een schroef 39 venster 41 Belgische stad 42 stad in Noord- Nederland 44 gemalen graan 46 knolgewas 49 dragers van graan korrels 51 handig 53 ronding 56 een opera 58 landstreek in Zuid- Nederland 60 menschelijk geluid 62 sprookjesfiguur 64 sterk, stevig 66 steenkoolproduct 68 verharde huid 70 roover 73 gevolg van heid 75 naar beneden 78 lyrisch gedicht 80 hoen 82 een voormalige mili taire instelling 85 watertje in Friesland 87 vorm van onderwijs 89 muzieknoot Logementen en bnrgerkost- huizen 71 huid 72 het zij zoo 74 weg met boomen 76 klap 77 ga (Eng.) 79 choc, lekkernij 81 product van een varken 83 muzieknoot 84 plaats in Gelderland 86 tobbe 88 rivier in N. W. Duitsch land 90 familielid 91 noodig voor treinen- Verticaal: 1 strak 2 rijkstelegraaf 3 lichaamsdeel 4 jongensnaam 6 als voren 7 teer 8 klei 9 Mohammedaansche godheid 10 inhoudsmaat 11 lidwoord 12 waterplant 14 hechtspeld 18 gebogen loop 20 houdt stil 22 platboomd binnen vaartuig 25 verzamelnaam voor zangers Bij de nazorg stonden 1 Januari 1939 ingeschreven 547 (336) patiënten. In den loop van 1939 werden 606 (402 nieuwe patiënten ingeschreven, t.w. 361 mannen en 245 vrouwen, zoodat de na zorg in totaal bemoeiing had met 1153 (738) patiënten. In den loop van het jaar weren afgevoerd 223 (191) pa tiënten, zoodat op het einde van het jaar nog 930 (547) onder nazorgtoe- zicht stonden. Van de 1153 patiënten waren 652 mannen en 501 vrouwen. Arbeidstherapie In arbeidstherapie werden door be middeling der ,,’s-Gravenhaagsche Ver- eeniging dr. Schroeder van der Kolk” 318 (224) patiënten te werk gesteld en wel 203 (172) in de nazorg-werkinrich- tingen voor volwassenen, 46 (35 jon gens, 11 meisjes) in de door deze ver- eeniging op 1 Juli 1939 in gebruik ge nomen werkinrichting voor zwakzinni gen, 37 (32) bij den dienst der Gemeen- teplantsoenen en 32 (20) bij de stich ting „Rosenburg”. Op 1 Januari 1939 waren in arbeids therapie werkzaam 134 patiënten, er werden 184 nieuwe patiënten geplaatst, 144 werden afgevoerd, zoodat op 31 De cember 1939 nog 174 patiënten op deze wijze bezigheid vonden. kundige materie een m.i. alleszins bruikbare regeling. Deze is geheel ge zien uit het oogpunt van een praevalee- ren van het gemeenschapsbelang, doch onder nauwkeurige afweging van an dere belangen. Als voor de volkshuisvesting belang rijke onderdeelen van een nieuwe ge- meensphapspolitiek moeten worden ge noemd de reguleering van de woning markt, de publiekrechtelijke organisa tie van het bouwbedrijf en de verhoo ging van de weerstandskracht van het platteland. Eenige dagen geleden kwamen het onderwijzend personeel en de oudercom- missie van de Openbare School Storten- bekerstraat 10, bijeen om afscheid te nemen van den onderwijzer, den heer A. van Dijke, die na bijna veertig jaren ar beid het onderwijs heeft verlaten. Daar van is hij ruim 33 jaar aan de school Stortenbekerstraat verbonden geweest Bij dit afscheid was aanwezig de heer Pattist, Rijksinspecteur van het onderwijs. Het hoofd der school, de heer J. Ver niers, sprak den heer van Dijke toe en liet vooral uitkomen, dat de heer van Dijke den kinderen niet alleen de onder- wijsvakken, heeft gegeven, doch ook dat hij den leerlingen ernstige levenslessen meegaf. De gemoedelijkheid en rust, den heer van Dijke eigen, lieten haar invloed gelden in de klasse. Het personeel had gemeend dit afscheid niet onopgemerkt te doen voorbijgaan en daarom werden den heer van Dijke eenige blijvende her inneringen medegegeven. Heel hartelijke woorden werden voorts gesproken door den heer Pattist. De heer van Dijke dankte tenslotte met enkele woorden alle sprekers. Verschenen is het verslag van den gemeentelijken geneeskundigen en ge zondheidsdienst van ’s Gravenhage over het jaar 1939. Hieraan ontleenen wij het volgende (de tusschen haakjes geplaatste cijfers hebben betrekking op 1938) Uitgerukt werd door de geneeskun dige eenheid arts, verpleger en chauffeur-helper overdag in twee voud aanwezig 6810 (6799) maal. Aantal gevallen, waarbij hulp werd verleend dan wel de dood ge constateerd 6568 (6549). De drukste maand was Mei met 608 gevallen, de kalmste November met 493 gevallen. In maal Contróle op de zwembaden De 3 in de Gemeente gevestigde par ticuliere bad- en zweminrichtingen werden geregeld gecontroleerd op de hoedanigheid van het zwemwater: hoe veelheid, bacteriegetal en kiemdoodend vermogen (chloor). De resultaten wa ren steeds zeer gunstig. Het water in het Zuiderpark-zwem- bad stelde aan de zorg en oplettendheid van den leider en zijn technische per soneel de hoogste eischen, daar een paar warme dagen, met het daarmee gepaard gaande drukke bezoek, de al- gengroei, en daarmee het groen worden van het zwemwater, uitermate bevor deren. Door dezen moord is Peter Ton van zijn moeder weggerukt. Wat is begrij pelijker dan dat zij vraagt: Waarom? Ton is het slachtoffer geworden van den haat, dien men tegen ons koesterde. De Vrijmetselarij heeft ons steeds te gengewerkt. Zij heeft ons steeds haat toegedragen. Onmiddellijk na den oorlog hield de Vrijmetselarij zich stil. Toen de reactie uitbleef, stak zij echter het hoofd weer op en werd zij weer stout moediger. Het incident te Naaldwijk was het eerste sein. Peter Ton is gesneuveld, evenals zoo vele andere leden der N.S.B. vóór hem stierven. Thans vindt zijn stoffelijk overschot een plaats in een gewoon graf. Eens komt echter de tijd, dat ze naar een Nationaal Socialistisch huis zullen worden overgebracht. Het lijden en het geluk zijn niet in de eerste plaats in het hart van den- gene die bemind wordt, maar in dat van hem, die bemint. Wij hebben ons volk lief. Het bestaat uit de goede klei en wij zullen er een beeld uit vormen, dat beantwoordt aan onze wenschen en ver langens. Wien de góden liefhebben, dien ne men zij jong tot zich. Peter Ton is jong tot hen gekomen. Hij vertegenwoordig de in hooge mate de eigenschappen moed en trouw. Wij vreezen den dood niet, wel vreezen wij te versterven, zon der dat wij gedaan hebben, wat onze plicht is. Wij zijn de tijden van terreur voor bij. Wij zullen de macht overnemen en de Nationaal-socialistische orde hand haven. Nooit zijn groote dingen door een groote massa tot stand gebracht, wel door kleine groepen van vastberaden mannen. Hierop klonk tromgeroffel en werd de Nationaal-socialistische groet ge bracht. Dr. Schuon, de Kreisleiter van de N.S.D.A.P. in Nederland, bracht een laatsten groet aan den gevallen kame raad. Moge zijn offer een offer voor volk en beweging zijn. Hierna daalde de kist met het stoffe lijk overschot, bedekt door de Natio naal-socialistische vlag, langzaam in het graf, terwijl het Amsterdamsche W.A.-orkest speelde „Ik had een wa penbroeder” en de aanwezigen den Na- tionaal-socialistischen groet brachten. Namens de moeder en de zuster van den overledene, dankte hopman van Leeuwen, commandant van het vendel, waartoe Peter Ton behoorde, voor de laatste eer aan haar zoon en broeder bewezen. Hierna defileerden nog eenige duizen den W.A.-mannen en jeugdstormers langs de baar. De in het afgeloopen jaar 9,1 pCt. (8,9 pCt. in 1938 en 1937) tegen 8,7 pCt. (8,5 pCt. in 1938 en 8,8 pCt. in 1937) voor het Rijk. De zuigelingensterfte bedroeg per 1000 levend geborenen 25,6 tegen 33,7 voor het Rijk. Aan de verschillende tuberculose- soorten stierven 165 personen of 3.30 per 10.000 inwoners (1939 3.30, 1938 3,18). Redevoeringen van mr. Zondervan en mr. van Genechten Tegelijk met het intreden van den mobilisatietoestand werd de contróle op logementen en burgerkosthuizen herhaald en verscherpt. Immers, de vrees bestond, dat de Gemeente een stroom vluchtelingen kon verwachten, met al de sanitaire moeilijkheden, die dit medebrengt. Over het algemeen is de zindelijkheid der hier bedoelde inrichtingen redelijk, de vluchtgelegenheid bij brand daaren tegen veelal volkomen onvoldoende. Een groot bezwaar voor het nemen van maatregelen bij dreigend vlekty- phus-gevaar lijkt ons het over de stad verspreid wonen van door Maatschap pelijk Hulpbetoon gesteunden, die niet in gezinsverband leven. Het zou ons beter voorkomen, deze menschen in door ons hygiënisch gecontroleerde burgerkosthuizen onder te brengen, waar ze een behoorlijke verzorging en pension konden hebben, benevens een klein zakgeidje. de posten werd 34.758 (34.641) hulp verleend. Rede mr. Zondervan Aan de groeve voerde als eerste spre ker het woord mr. A. Zondervan, hoofdleider van de W.A. en adjudant van den leider der N.S.B., die zeide, dat de W.A. uit het geheele land gekomen is om afscheid te nemen van en de laatste eer te bewijzen aan den geval len kameraad Peter Ton. Gij waart een eenvoudig man met een kalm en rustig karakter. Toen het er echter om ging onze jeugd te beschermen, hebt gij met moed het offer van uw leven gebracht- Het is de taak der W.A. te zorgen, dat onzen leden, onzen vrouwen en onzen kinderen nooit meer zal over komen, wat hun is overkomen van 1015 Mei. Het eerste bloedoffer is door de W.A. gebracht. Hiermee is de W.A. onsterfelijk verbonden met de beweging. Peter Ton heeft zijn leven niet voor niets gegeven, aldus mr. Zondervan. W.A. beteekent Peter Ton en Peter Ton beteekent W.A., zij zijn thans een geworden. Mr. Zondervan deelde mede, dat be paald is, dat het vendel, waartoe Peter Ton behoorde, voortaan zijn naam zal dragen. Kameraad, wij zullen den strijd tot een goed einde brengen. Ik breng u een laatsten groet en wensch u uit naam van alle W.A.-leden toe: Peter Ton rust zacht. Besmettelijke ziekten Voor de typhusachtige ziekten was 1939 weer een gunstig jaar 6 geval len van febris typhoïdea (waarvan 3 patiënten uit één gezin) en in totaal 15 gevallen van paratyphus werden aangegeven. De laatste waren alle soli taire gevalleneenig onderling ver band was niet aantoonbaar, evenmin als besmetting door bacillendragers. Ook de besmettingsbronnen werden ons niet duidelijk sommige gevallen werden vastgesteld in gezinnen, waar dysenterie heerschte of geheerscht had. Bij andere werd gedacht aan het ge bruik van ondeugdelijke taartjes, ap pelbollen e.d. uit automaten maar tot positieve gegevens kwamen wij niet. Dit jaar spant met 118 gevallen van dysenterie wel de kroon het vorige jaar hadden we slechts 19 gevallen. Het overwegend aantal gevallen werd veroorzaakt door bac. dys. „Son- ne”, maar ook de stam Flexner „W” vonden wij in een aantal gevallen van dysenterie, verspreid over eenige scholen. Het aantal gevallen van poliomyelitis anterior acuta bedroeg dit jaar 9 (uit negen verschillende gezinnen), waar van de leeftijden bedroegenJ jaar, 1 jaar, 2 jaar, twee van 4 jaar, 5 jaar, Het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw bevat een artikel van dr. ir. F. Bakker Schut, inspecteur der Volkshuisvesting, getiteld: Richtlijnen voor een nieuwe woningpolitiek. Hieraan ontleenen wij het volgende Volkshuisvesting en stedebouw zijn terreinen van het maatschappelijke leven, waarop tengevolge van de mis standen der 19e eeuw eerder dan elders het besef is doorgedrongen van de ellende, welke een ongebreidelde werking van vraag en aanbod teweeg kan brengen. Dientengevolge heeft hier het streven naar synthese, naar coördi natie van belangen en naar bevorde ring van den gemeenschapszin eerder en sterker dan op vele andere gebieden uitdrukking gevonden. Indien ik goed zie, zal de naaste toe komst pogingen brengen tot verwezen lijking van de z.g. „organische staats idee” op alle gebieden van wetgeving en bestuur. Onder de huidige politieke omstandigheden zal ook zeker aan een z.g. „gebonden economie” niet kunnen worden ontkomen. Deze beide factoren nu vormen m.i. aanleiding zich te bezinnen op de richt lijnen, welke een nieuwe woningpoli tiek zal moeten volgen. Een woning politiek, welke ik zie als een historisch gefundeerde vernieuwing, naar Neder- landschen aard en in geleidelijkheid zich voltrekkende. Over de wenschelijkheid van een nieuwe woningpolitiek op stedebouw- kundig gebied kan ik kort zijn. De administratieve basis daarvoor zie ik in het rapport van de Staatscommissie voor de herziening van de Woningwet. Op ondergeschikte punten aangepast aan de tegenwoordige omstandigheden, geeft het rapport voor de stedebouw- van het levensniveau ten plattelande deze bevolkingsgroep haar functie naar behooren kan vervullen. Matiging van den aanwas der groote steden kan worden bereikt door bevor dering van de decentralisatie van industrie en vestiging. Beperking van de vestigingsvrijheid kan daartoe in bepaalde gevallen noodzakelijk blijken. Decentralisatie van industrie moet slechts daar worden toegepast, waar geen aantasting van natuurschoon plaats vindt en decentralisatie van vestiging slechts in kernen, welker be woners door werk en mentaliteit een blijvenden band met hét land kunnen vormen. Deze blijvende band is er slechts daar, waar beroep en bedrijf ter plaatse kunnen worden uitgeoefend. Dus concentratie van bebouwing, ge paard gaande met decentralisatie van industrie en vestigingskernen. De groei van woonkernen los van werkkernen leidt tot een onorganische en onmaat schappelijke ontwikkeling en tot onge- wenschte financieele toestanden. Voor de stedelijke ontwikkeling zal de tuinstadgedachte door moeten wer ken. De vlucht van de beste elementen van het land naar de stad kan worden tegengegaan door de bevordering van ’t kleingrondbezit door middel van ver snelde „binnenkolonisatie” van land arbeiders en op den duur van arbeiders uit industrieën, die voor ves tiging op het land in aanmerking ko men. Het woningpeil op het platteland steekt schril af bij dat in de stad. Naast krotopruiming op groote schaal zijn bijzondere financieele maatregelen noo dig om het landelijk woonpeil, dat het levensniveau ten deele bepaalt, op te voeren tot het stedelijke woonpeil. Het behoud van traditie en karakter van de oude dorpskernen is voorts een essentieele voorwaarde voor de geeste lijke verheffing van het platteland. Een der ergste euvelen op het platte land is een bouwtoezicht, dat gespeend is van de noodzakelijke kennis om tech nische en aesthetische problemen te beoordeelen en dat bovendien niet vrij staat tegenover de gemeentenaren in verband met particuliere opdrachten. Door onkunde en door onwilligheid blijven vele voorschriften een doode letter. Maar ook voor dit punt is in het rapport van de Staatscommissie voor de herziening der Woningwet een be vredigende oplossing te vinden. Sommige van deze richtlijnen kun nen, in het kader van de bestaande wetgeving, door een gewijzigde wets toepassing worden verwezenlijkt. An dere sluiten ten nauwste aan bij de richtlijnen, welke door de genoemde Staatscommissie voor de herziening van de Woningwet zijn gegeven en zijn dus reeds vóór den oorlog in breeden kring als noodzakelijk gevoeld. Reguleering woningmarkt Een reguleering van de woningmarkt dient niet slechts den woningbouw te betreffen, doch omvat tevens de wo- ningexploitatie, omdat deze beide fac toren in sociaal en in economisch op zicht ten nauwste met elkaar verband houden. De factor, welke bij woningexploita- tie in de eerste plaats de aandacht vraagt, is het huurniveau. Wij moeten er daarbij van uitgaan, dat een goede woning een object is van groote sociale en cultureele waarde en dat de woning dus slechts als winstobject mag dienen, voorzoover zulks vereenigbaar is met deze belangen. Tenzij de materialen- aanvoer uit het buitenland spoedig weer normaal mocht worden, moet voor een toenemend woninggebrek worden gevreesd. Ongemotiveerde huurverhooging dient in dat geval te worden voorkomen. Carl Major Wright meent de oplos sing van het probleem te zien in de heffing van een speciale belasting. Deze zou komen ten laste van gezin nen, die meer woongerief wenschen en kunnen betalen dan overwegingen van gezondheid en socialen welstand zou den rechtvaardigen, terwijl de opge brachte middelen zouden worden ge bezigd voor subsidies aan of belasting vermindering voor arme gezinnen. Voor den oorlogstijd (dus bij gebrek aan woonruimte en onmogelijkheid van voldoenden aanbouw) voorziet de schrijver als gevolg van zijn systeem een herverdeeling van den bestaanden woningvoorraad, waarbij de voor elk gezin beschikbare woningruimte zich automatisch zoo nauw mogelijk zou aanpassen bij de behoefte. Nadere be- studeering van dit voorstel acht ik van belang. Behalve het huurniveau is ook de wijze van woningexploitatie van be lang, zulks met het oog op een zoo eco nomisch mogelijk beheer. Met een regeling van de woningpro ductie alleen wordt niet voldoende effect bereikt, doch deze dient hand aan hand te gaan met een regeling omtrent het uit de markt nemen van het oude huizenbezit Onder de huidige omstandigheden is echter een primaire vraag hoe een zoo danige organisatie te verkrijgen, dat voldoende bouwmaterialen uit het bui tenland kunnen worden aangevoerd, waarbij de verdeeling van de materia len over de verschillende takken van bouwnijverheid een tweede vormt. Is hiervoor een oplossing gevonden en wijst de productieregeling aan hoe veel woningen moeten worden ge bouwd, dan herleeft de oude strijd vraag door wie worden deze wonin gen gebouwd Mijn persoonlijke opinie omtrent dit punt is, dat de bouw vafi bepaalde categorieën woningen met het oog op de daarmede verbonden sociale belangen uitsluitend door overheid en bouwvereenigingen dient te geschieden en dat boven een bepaalde (voor ver schillende categorieën gemeenten ver schillende) huurwaarde de bouw als regel niet door deze lichamen ter hand behoort te worden genomen. Deze „grenshuurwaarde” dient zoo danig te worden gekozen, dat daarbij de exploitatie van een minimumwoning volgens de eischen der bouwverorde ning, doch met drie slaapvertrekken, bij een redelijke winstmarge mogelijk is. Het aantal beneden deze huurwaar de door gemeente en bouwvereenigin gen te bouwen woningen kan dan wor den bepaald op grond van de gegevens van de woningstatistiek. Dit aantal zal onder de huidige omstandigheden in ver band met de gestegen bouwprijzen een groot deel van de arbeiderswoningpro- ductie omvatten. In deze woningen behooren geen ge zinnen te worden toegelaten met in komsten, welke meer bedragen dan een in verband met de gezinssamenstelling vast te stellen aantal malen de huur. Woningen met een hoogere huur dan de „grenshuurwaarde” behooren door gemeenten en bouwvereenigingen slechts dan te mogen worden gebouwd en bestaande woningen slechts dan aan gezinnen met hoogere inkomsten te mogen worden verhuurd, indien kan worden aangetoond, dat boven de grenshuurwaarde door de particuliere bouwers niet voldoende in de behoefte is voorzien. In de productieregeling ware een en ander nader vast te leggen. Hand in hand hiermede moet gaan een nauwkeurige handhaving van de in de bouwverordeningen voorkomende bepalingen nopens toelaatbare bewo ning (dus tegen overbevolking) alsook voor wat de gemeente en bouwvereeni- gingswoningen betreft, een contróle, dat geregeld mutaties plaats vinden, wanneer de woningen aanmerkelijk meer ruimte bezitten dan de gezinnen bij afnemende gezinsgrootte noodig hebben, en wanneer de gezinnen een te groot inkomen hebben naar verhou ding van de huurwaarde. Rede van mr. R. van Genechten Na mr. Zondervan voerde mr. R. van Genechten, leider van de vorming der N.S.B., procureur-generaal bij Haagsch Gerechtshof, het woord. Door den leider van de beweging is mij opgedragen aan de groeve een laatste woord te spreken. Wij mannen en jongemannen kunnen het leed van een moeder niet peilen. Een kind is het schoonste, dat een man van zijn vrouw kan vragen. De zoon groeit naar den vader toe. Anders is het met de liefde voor de moeder. Het kind groeit heel geleidelijk steeds verder van Jiaar af. 6 jaar en twee van 12 jaar. De meeste kinderen herstelden met weinig blij vend letsel. Het aantal roodvonkgevallen is met 377 vrij veel minder dan het vorige jaar. Bijzondere moeilijkheden met contactbesmettingen in de huisgezin nen deden zich, ondanks de zeer be perkte opneming in de barak, niet voor. Het laagterecord, dat wij verleden jaar met 12 gevallen meenden bereikt te hebben, is dit jaar overtroffen slechts 7 gevallen werden aangegeven, waarvan één met verdachte bacillen in de keel van een kind en één bij een patiënte van 52 jaar. Wij zijn wel zeer geneigd dit gun stige cijfer toe te schrijven aan de voortdurend (op de scholen) geboden gelegenheid tot prophylactische in enting en herinenting tegen diphtheria^ waarvan steeds een ruim gebruik ge maakt wordt. Ingeënd werd op 164 scholen. Hierbij werden in totaal behandeld 7268 kin deren, waarvan 3951 volledig (2 injec ties) en 3317 met één injectie. Bij deze laatste categorie was een zeer groot aantal kinderen, dat eenige jaren gele den ingeënd, maar voor wie thans een herhalings-injectie nuttig werd geoor deeld. In het gebouw van den Dienst werden tegen diphtherie behandeld 118 kinde ren, waarvan 36 volledig (2 injecties)^ en 82 met slechts één injectie. Van deze laatsten werden 75 uitgezonden naar een koloniehuis of sanatorium; dezen konden derhalve maar één in jectie krijgen. Tegen typhus werden 8 personen vol ledig behandeld (3 injecties), 4 perso nen kregen slechts één of twee injec ties. De ’s-Gravenhaagsche Vereeniging voor Koepokinenting en Immunisatie verrichtte 469 vaccinaties tegen pok ken, waarvan 237 bij kinderen beneden het jaar. Eenige duizenden W.A.- mannen brengen een laatsten groet Zooals wij reeds gemeld hebben, gistermiddag het stoffelijk overschot van den W.A.-man Peter Ton, die het slachtoffer werd van de politieke bot sing in de Balistraat op Zaterdag j.l., ter aarde besteld op de begraafplaats Nieuw Eyk en Duynen. Tijdens het voorbijtrekken van ongeveer 2 k.m. langen stoet had voor de oude-Alexanderkazerne eerewacht van Duitsche militairen op gesteld. In den stoet marcheerde een delegatie van de N.S.D.A.P. met vaan del mee. Op de baar waren alleen kransen gelegd van de moeder van het slacht offer, van ir. A. A. Mussert, van de WA., de N.J.S., van den Beauftragte des Reichskommissaris en van de Lan- desgruppe der N.S.D.A.P. De verschillende vendels en N.J.S., die meemarcheerden, stelden zich in de Kamperfoeliestraat op en vormden al- zoo een eerehaag. Om ongeveer 2.30 uur bereikte de stoet over de samenstelling daarvan schreven wij gisteren Nieuw Eyk en Duinen. Om hef graf schaarden zich met ir. Mussert, de hooge functionarissen van de N.S.B., delegaties van de N.S.D.A.P. en van de Hitlerjugend, de eerewacht van de bloedvlag, dragers van de ven dels der verschillende afdeelingen, een afdeeling van de N.J.S., het Amster damsche W.A.-orkest en het eerste vendel van Ban 6 der W.A. Voorts merkten wij nog op majoor O’Gilvie, gedelegeerde van den Rijks- commissaris voor den Opbouwdienst, den hoofdcommissaris van politie in den Haag kapitein mr. P. M. J. C. Hamer en commissaris H. Ph. Clasie. X. Hi® 7Z y<$>

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13