school
naar
in
aan
De verdwenen erfgenaam
De Opbouwdienst leert goed zingen - Per hooiwagen
Hoog bezoek aan de Jaarbeurs - Tentoonstelling in het Koloniaal Instituut
SM
HAAGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1940
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
fa t
ALS ONDERDEEL VAN DE
WERKZAAMHEDEN AAN
DEN NOORD-OOSTPOLDER.
WORDT
VAN
BLOKZIJL
NAAR KADOELEN EEN
KANAAL GEGRAVEN.
(Polygoon)
(Holland).
een
zitten.
‘(/Wordt vervolgd./
EEN LUCHTAFWEERKANON IN STELLING. Dag en
nacht zijn de kanonniers bedacht op aanvallen door de
Engelsche vliegtuigen. (Holland)
DE COMMISSARIS VAN DE PROVINCIE UTRECHT, jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch
Ridder van Rosenthal, bracht een bezoek aan de Jaarbeurs te Utrecht. V.l.n.r.: ir. W.
Terpstra, chef technischen dienst der Jaarbeurs, jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder
van Rosenthal en mr. Milius, directeur der Jaarbeurs. (Polygoon)
(Nadruk verboden.)
DE GROOTE JUNKERS-TRANSPORTVLIEGTUIGEN zijn gebleken van
groote waarde te zijn in de moderne oorlogvoering. Groote hoeveelheden
materiaal kunnen er snel mede vervoerd worden. Het inladen.
TER GELEGENHEID VAN HET 30-JAR1G BESTAAN VAN HET KOLO-
NIAAL INSTITUUT wordt van 14 September19 October een jubileum
tentoonstelling gehouden. Het model van het schip „Mercurius”
der Oost-Indische Compagnie. (PoVygoon)
derlinge brief bij mij bezorgd. In dit
schrijven, dat uit Valparaiso komt en
onderteekend is door een zekeren Jo
sé de Freitas, wordt mij medege
deeld, dat zeven weken geleden in het
ziekenhuis in die stad, een man is
geweest, genaamd Kurt Ettinger en
op wien de beschrijving, voor zoover
die gegeven was, uitstekend paste. De
schrijver van dezen brief, een drogist,
heeft meermalen met dezen Kurt Et
tinger in het zjekenhuis gesproken.
Eenigen tijd later, zoo schrijft deze
José de Freitas mij, moest hij op het
consulaat zijn en toen las hij den op
roep daar aangeplakt. Helaas was
deze Kurt Ettinger uit-het ziekenhuis
ontslagen, waar hij heen gegaan was,
kon de briefschrijver niet vermoeden.
Hij hield het echter voor zijn plicht
mij dit alles te schrijven.
Zwijgend keken Lund en Storslaapen
den advocaat aan. Alleen Torger, die
ook geluisterd had, glimlachte. Een
toevallige gelijkheid van naam, mijn
heer Palmer.
Misschien, desondanks is het on
ze plicht dadelijk de noodzakelijke
stappen te doen.
Lund veegde met de hand over het
voorhoofd, waar plotseling zweet
druppeltjes op stonden. Maar dat
is belachelijk! riep hij uit. Als het
werkelijk Kurt Ettinger was, dien wij
sedert jaar en dag zoeken, dan zou
hij zich toch allang hebben aange
meld!
Mag ik den brief eens zien? vroeg
Storslaapen, die geen geheim van zijn
verwarring maakte.
Palmer gaf hem den brief, maar
toen hij' de Spaansche letters zag,
gaf hij hem aan Torger. Leest u
ons hem eens in het Duitsch voor?
Torger deed het en het bleek, dat
alles overeenkwam, met wat de ad
vocaat had gezegd.
Hebt u al iets gedaan?
Nog niet. Ik stel echter voor
dadelijk het Duitsche consulaat in
Valparaiso te schrijven, het vertegen
woordigt daar ook de Deensche be
langen. Als dit tot niets voert, moet
er een vertrouwensman heen gezonden
worden, die daar nasporingen zal moe
ten doen.
Daar zullen achttienduizend kronen
nauwelijks toereikend voor zijn, ant
woordde Lund.
U vergeet, zeide Palmer koel,
dat wjj ook nog dertigduizend kro
nen voor dit doel moeten uittrekken.
En als ook dit zoeken op niets
uitloopt?
Dan, mijnheer Storslaapen, zullen
de aandeelen onder de heeren hier
aanwezig, ikzelf uitgesloten, verdeeld
worden. Palmer nam den brief weer
terug en legde hem in zyn tasch.
Volgens de testamentaire beschik
kingen verwacht ik van u, mijne hee
ren, dat u mij van de stappen, die
u doet, op de hoogte houdt. En hier
mede zijn de verschillende dingen voor
vandaag afgehandeld. Ik verzoek u
met mij op te willen staan en den
NU HET VERVOER PER AUTOBUS VELE MOEILIJKHEDEN ONDERVINDT
worden de leerlingen der bijzondere scholen te Zwolle, wonende in de naaste om
geving, met een Amerikaanschen hooiwagen naar school vervoerd. (Holland)
3)
Dat is dus vandaag over ’n jaar.
vervolgde Palmer. Menschelijk
gesproken kan ik dus begrijpen, dat
u geen belang hebt bij het terug
vinden van den verdwenen zoon, even
wel...
Met een woedend gebaar sprong
Lund op. Wij zijn geen erfenisja
gers, mijnheer Palmer!
Palmer bewoog zich niet, even
wel, ging hij daar waar hij onderbro
ken was voort, eischt de erflater
in zijn laatste clausule onder cijfer IX
kort en duidelijk, dat voor de onder-
zoekactie jaarlijks dertigduizend kro
nen beschikbaar worden gesteld. In
het eerste jaar is dit bedrag ook ge
heel gebruikt voor advertenties in de
kranten der geheele wereld, aanvra
gen bij consulaten en eigen nasporin
gen. Daarentegen wijst het huidige
conto van dit jaar slechts een bedrag
van twaalf duizend kronen uit. Het
gaat hier dus duidelijk om het feit
van handelingen tegen den wil van den
erflater! U hebt geen recht om deze
besparingen te doen en als uitvoerder
van den laatsten wil van den over
ledene eisch ik van u, dat u de acht
tienduizend kronen, welke u dit jaar
MUZIEKINSTITUUT VAN DEN OPBOUWDIENST. Naast de sport- en andere op
leidingen, is er ook een muziekinstituut, dat den leiders van den Opbouwdienst
muziek- en zanglessen geeft. Tijdens een zangles in het muziekinstituut
in den Haag. (Stapf)
ger dan Storslaapen en Lund, hij was
vijf en dertig jaar. Er gingen talrijke
.verhalen van hem rond, schonk men
aan deze verhalen geloof, dan moest
hij een tamelijk avontuurlijk leven
achter den rug hebben. Hij was pas
sedert tien jaren in de firma Loretti
opgenomen.
Storslaapen was weer gaan
Lund, die tegenover hem zat, speelde
nerveus met zijn potlood. Palmer
greep naar het voor hem staande glas
water en bracht het aan zijn mond.
Ik zeide daarstraks, t begon hij,
dat de achtergehouden achttiendui
zend kronen voor een uitzonderlijke
actie gebruikt moeten worden. Als na
melijk de teekenen niet bedriegen,
staat de Loretti A.G. een hoogst inte
ressante gebeurtenis te wachten.
Storslaapen en Lund keken den ad
vocaat verwonderd aan. Deze begon
in een dossier, dat hij uit zijn tasch
had gehaald, te bladeren. Alleen Tor
ger bleef in zijn verveelde houding
volharden. Hij scheen aan geheel an
dere dingen te denken. Zekere fei
ten wijzen erop, dat Lorenz Ettingers
vurigste wensch, zijn zoon terug te
vinden, toch nog, om zoo te zeggen, op
het laatste oogenblik in vervulling zal
gaan.
Storslaapen boog zich naar voren en
Lund wierp met een verraste bewe
ging het potlood neer. Moet dat
beteekenen, dat u...
Neen, weerde Palmer af, ik
heb den verdwenene niet gevonden.
Maar twee dagen geleden is een zon
overledene door enkele minuten stilte
te eeren... Ik dank u heeren.
Palmer ging naar de deur en Stor
slaapen vergezelde hem tot de deur.
Uit de Kristgade is al viermaal
opgebeld, mijnheer Torger, En een
dame wilde u spreken.
Uit de Kristgade?
Torger liet zich met de schuren ver
binden. Wat is er Gjellerup?
Het is mis, schreeuwde Gjelle
rup. Angersen heeft krampen en
Nielsen heeft tien minuten geleden een
been gebroken. Het is om gek te wor
den. De bamboesbeer was namelijk
weg...
Het was alsof Torger een slag kreeg.
Man! schreeuwde hjj. De bam
boesbeer! Windt u zich nu ook niet
op, wij hebben hem weer. Daardoor
heeft Nielsen zijn been gebroken. Het
beest was in een boom geklommen,
bij een poging om hem naar beneden
te halen is Nielsen gevallen. Hij is al
onderweg naar het ziekenhuis. De
beer zit weer in zijn kooi en ’n twee
de maal ontkomt hij niet. Daar be
hoeft u niet bang voor te zijn! Ik had
aan Angersen de zorg voor het dier
opgedragen. Maar de man is voor
zooiets niet meer te gebruiken. Wij
moeten probeeren hem ergens anders
onder te brengen. Wanneer komt u
hier mijnheer Torger?
Waarschijnlijk tegen twee uur<
hebt bespaard, voor een uitzonderlijke
nasporingsactie zult gebruiken.
Mag ik hier een opmerking over
maken? vroeg Storslaapen.
Gaarne.
Mijnheer Ettinger, begon Stors
laapen en stond langzaam op, was
een voorzichtig wagend koopman,
royaal daar waar hij het noodig vond,
pijnlijk zuinig echter daar waar hij
geen succes meende te zien. Wij heb
ben getracht zijn voorbeeld te volgen.
Zoolang wij de hoop koesteren zijn
verdwenen zoon te zullen vinden, ga
ven wij de daarvoor bestemde som
men gaarne uit. Toen wij echter
merkten, dat elke maatregel zonder
succes was, meenden naar den zin van
den overledene te handelen als wij op
hielden met verder nutteloos geld ver
spillen. U hebt daarstraks gezegd,
mijnheer Palmer, dat u menschelijk
beschouwd, begrijpen kon, dat wij
geen belang hadden bij het vinden van
den zoon. Ik moet, zooals mijnheer
Lund ook reeds deed, deze beschuldi
ging van de hand wijzen. Wij hebben
in goed geloof gehandeld. Als u ech
ter aandringt op navolging van het
testament, zullen ook deze achttien
duizend kronen voor verdere nasporin
gen worden gebruikt.
Ik moet mij hieraan houden, om
dat ik niet volgens inzichten, maar
volgens de wet handel en volgens let
ters, welke .door de hand van den
overledene zijn neergeschreven.
Torger was in zijn verveelde hou
ding teruggevallen. Hij was veel jon-
Mi
i
t
"***“**-