BAAGSCHE COURANT Het vraagstuk van de huishoudelijke voorlichting Donderdag 26 September 1940. r Engelsch vliegtuig bij Leidschendam neergekomen BINNENLAND genomen Het Nederlandsch Arbeidsfront wordt ontbonden Reeds in 1934 werd het op groote schaal ter hand VIERDE BLAD De aardappelvoorziening het deviezen- Regeling van verkeer Kleine grondgebruikers Leden moeten zich aansluiten bij het N.V.V. Voorschriften betreffende de benoodigde deviezen Engelsch vliegtuig neer gekomen Reizigersverkeer met het buitenland Voor het grensverkeer met Duitschiand 1937 1938 1939 Vergunningen voor het betreden van geëvacueerde eilanden Voorschot op kostwinners vergoeding Geen plannen om tot distributie over te gaan Het Engelsche vliegtuig, dat Dinsdagochtend m de gemeente Leidschendam is neergekomen (Polygoon) 1 Prijsvraag R.V.S.-stichting, Reisbagage De commissaris van het N.V.V., de beer H. J. Woudenberg, heeft aan de verschillende bonden order gegeven, dat de leden van het vroegere Arbeids front onmiddellijk als lid kunnen wor den aangenomen. Door de wijziging van het Werk- Joozeribesluit 1917 kunnen ook de werk- Jooze leden van het N.A.F. direct als M in het verband van het N.V.V. warden opgenomen. In 66 gemeenten voor- lichtingscursussen Ontstaan en streven van het Arbeidsfront heid moet worden aangenomen, dat zij in strijd met de voorafgaande bepalingen voor uitvoer naar het buitenland bestemd zijn. zonden, kunnen worden genomen. van brandstoffenbij- kostwinnersvergoeding is te komen. Men arbeid; No. 17683 Mr. J. Luden overleden. Na een kortstondig ziekbed is mr. J.* Luden te Overveen heengegaan. Wijlen mr. Luden bereikte den hoogen leeftijd van ruim 80 jaar. Hij was in financieele •kringen een bekende persoonlijkheid, die een belangrijk aandeel had in de ontwik keling van het Nederlandsche bankwezen. Bijzondere bekendheid heeft de heer Luden zich verworven toen hij destijds als voorzitter van de commissie optrad, die zich met succes ter taak stelde het z.g. Belgisch verdrag niet te doen aannemen. Aanvragen te richten tot burgemeester van betreffende gemeente In de toekomst moeten aanvragen om uitzonderingsvergunningen tot het be treden van de geëvacueerde eilanden uitsluitend aan de burgemeesters van die gemeenten worden gericht, waar voor de uitzonderingsvergunning zal moeten gelden. Na onderzoek van de aanvragen woiylen deze dan doorgezon den aan den voor de betrokken provincie bevoegden stafofficier van de Ordnungs- Polizei bij den gevolmachtigde van den Rijkscommissaris, die de uitzonderings vergunning zal verleenen. Aanvragen die aan andere instanties worden ge niet in behandeling Zesde kindertrein komt heden uit de Oostmark te Rotterdam aan De zesde kindertrein uit de Oostmark komt hedenmiddag te Rotterdam aan. na de schokkende Mei-dagen zich bui tengewoon snel uitbreidde tot 17.000v De N.W.V. werd tegelijk omgedoopt in „Nederlandsch Arbeidsfront” ter wijl ook de interne organisatie meer en meer naar den geest van het lei dersbeginsel werd ingericht. De naam „Arbeidsfront” werd gekozen om den wil tot uitdrukking te brengen naar een eenheid van alle Nederlandsche werkers, op zuiver socialen grondslag, onder uitschakeling van alle politieke invloeden. In tegenstelling met de groote vak centrales was het „Nederlandsch Ar beidsfront” geen federatief verband van zelfstandige bonden of vereenigin- gen. Het N.A.F. vormde een algemee- ne organisatie, waar de bijzondere be langen van de leden, hun vak en him bestaansvoorwaarden rakende, behar tigd werden door zoogenaamde „vak groepen”. De reisroute Art. 10. Het verlaten en het binnenko. men van het bezette Nederlandsche ge bied met inachtneming van de bepalingen der voorafgaande artikelen, is slechts ge oorloofd langs de door den secretaris-ge- neraal van het departement van Finan ciën aangewezen kantoren, Art. 11. De voor de uitvoering van dit besluit noodige bepalingen worden door den secretaris-generaal van het depar tement van Financiën uitgevaardigd en in de Nederlandsche Staatscourant afgekon. digd. Art. 12. Dit besluit treedt in werking op den vijfden dag na zijn afkondiging. sie opgericht door d«i bond v*n leer krachten bij het Nijverheidsonderwijs. Spoedig werd de medewerking verkre gen van den toenmaligen minister van Sociale Zaken, professor Sletemaker de Bruine, die er voor zorgde, dat hoofdambtenaren van verschillende departementen als adviseurs toetraden. Ook de vier groote arbeidersbonden toonden hun daadwerkelijke belang stelling. Verder zocht en verkreeg men verbinding met alle groote vrouwen organisaties, terwijl ook de arbeids- en woninginspectrices haar medewerking verleenden. Een commissie, die zooveel medewer king verkreeg, hoefde niet maanden lang te delibereeren om tot een besluit toog direct aan den In het „Verordeningenblad”, nr. 28, heden verschenen, is een verordening (nr. 153) afgekondigd, omvattende het uitvoeringsbesluit van de secretarissen- generaal van de departementen van Financiën, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Landbouw en Vis- scherij betreffende de regeling van het deviezenverkeer. Deze verordening re gelt ter uitvoering van de deviezenver ordening 1940 de toepassing van de deviezenbepalingen op het kleine grens verkeer tusschen Duitschiand en het be zette Nederlandsche gebied. Zij sluit aan op de reeds uitgevaardigde veror dening op het grensverkeer met Bel gië. Grensbewoners, dat zijn bewoners van de grensgebieden, kunnen voortaan zonder toestemming van het Deviezen instituut bij iedere grensoverschrijding binnenlandsche betaalmiddelen tot ten hoogste vijf gulden, ten hoogste echter twintig gulden per maand uitvoeren of invoeren. Bovendien mogen personen, die in het naburige grensgebied gere geld werkzaam zijn, een arbeidsloon in zijn geheel op grond van loonverklarin- gen hunner werkgevers in- en uitvoe ren. Ook bepaalde roerende zaken, zoo- als voorwerpen voor persoonlijk ge bruik e.d. kunnen zonder meer in- en uitgevoerd worden. Bij het bestuur der stichting van de R.V.S. te Rotterdam aangewezen tot be- oordeeling van de ingekomen antwoorden op de prijsvraag, luidende: is een wette lijke voorziening wenschelijk, en zoo ja, in welken zin met het oog op de rechten der schuldeischers en legitimarissen van dengenen, die een overeenkomst van le vensverzekering heeft gesloten met aan wijzing van een derden bevoordeelde? Is een wettelijke voorziening wenschelijk krachtens welke de uitkeering ingevolge zoodanige overeenkomst ten behoeve van bepaalde personen (ev. van de weduwe of een kind van den verzekeringnemer) ge heel of ten deele onaantastbaar zal zijn? Hierop zijn ingekomen acht antwoorden, resp. onder de zinspreuken: 1. Bescher ming wie bescherming toekomt; 2. Justitia; 3 Dertien Juli; 4. Simplex Sigillum veri; 5 Ut desint Vires; 6. Het betere is vaak de vijand van het goede; 7. Labor Vincit; 8 Dothemi. De commissie van beoordeeling, bestaan de uit prof. mr. P. Schollen, prof, mr. C. W. Star Busman en den heer D. J. de Lange, vindt verreweg de beste van de ingezonden antwoorden no. 7. Hier wordt een degelijke arbeid geboden, die buitenlandsch recht, jurisprudentie en lite ratuur beheerscht, waarin met beslistheid een richting wordt gekozen en vandaar uit de consequenties voor rechtspraak en wet geving aangeduid. In de verhandeling komt echter het bijzondere der levensver zekering, voor de ontwikkeling van de verhouding van erfrecht en contractrecht van zoo groot belang, niet tot zijn recht. Op grond hiervan wil de commissie aan deze inzending niet het volle uitgeloofde bedrag van 1000, maar een bedrag van 650 toekennen. Zij heeft daartoe te meer grond, omdat zij zoo gelegenheid krijgt ook een andere verhandeling, no. 6, het betere, te onderscheiden. Aan deze inzen ding zou de commissie een bedrag van 350 willen toekennen. Bij openjng der betreffende naambriefjes bleek de inzender van no. 7 te zijn mr. H. Kahrel te Heemstede, die van mo. 6 mr. J. de Vries te ’s-Gravenhage. In het Verordeningenblad no. 28 is ver schenen Verordening no. 154, houdende het vierde uitvoeringsbesluit van de se- cretarissen-generaal van de departemen ten van Financiën; van Handel, Nijver heid en Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij betreffende de regeling van het deviezenverkeer. Dit luidt als volgt: Artikel 1. (1) . Het is aan ingezetenen, die het be zette Nederlandsche gebied tijdelijk ver laten, zonder vergunning van het Devie- zen-instituut geoorloofd, betaalmiddelen en geldswaardige papieren uit te voeren tot de maxima en in de geldsoorten, door het Deviezeninstituut te bepalen. Deze maxima en geldsoorten worden in de Ne derlandsche Staatscourant bekend ge maakt. (2) . Voor het medenemen van register- mark-reis-chèques naar Duitschiand gel den geen maxima. Artikel 2. Ingezetenen, die voornemens zijn het bezette Nederlandsche gebied tijdelijk te verlaten en die in het bezit zijn van een geldig paspoort en een geldige „passier- schein”, zijn bevoegd zonder vergunning van het Deviezeninstituut van deviezen banken buitenlandsche betaalmiddelen en buitenlandsche geldswaardige papieren tot ten hoogst de krachtens art 1 be paalde maxima in de aangewezen geld soorten tegen betaling in binnenlandsche geldsoort te verkrijgen en over de aldus verkregen waarden buiten het bezette Ne derlandsche gebied voor reisdoeleinden te beschikken. De huishoudelijke voorlichting is een van de vraagstukken, die in het mid delpunt der belangstelling staan. Zij begint meer en meer een zaak te wor den, waarvoor de overheid zich interes seert, aangezien men van oordeel is, dat ons heele volk gediend wordt met een deskundige huishoudelijke voor lichting. Al wordt er de laatste maan den veel geschreven en nog meer ge sproken over dit onderwerp, nieuw is het in het geheel niet, want van 1934 af bestond in vele plaatsen van ons land reeds een behoorlijke deskundige voorlichting, waarvan duizenden vrou wen, mitsgaders haar mannen en kin deren, de vruchten geplukt hebben. Daarbij dient men echter op te mer ken, dat men zich bij de voorlichting speciaal richtte tot dje vrouwen, die met een minimaal huishoudgeld rond moesten komen, terwijl men zich thans richt tot alle huisvrouwen in Nederland. Wij hebben dezer dagen een onderhoud gehad met mej. Mesdag, directrice van de Huishoudschool Laan van Meerder- voort, over de Commissie inzake Huis houdelijke Voorlichting en Gezinslei- ding, die op dit gebied pionierswerk heeft verricht In November 1934 werd de Commis- De in- en uitvoer van roerende goede ren als reisbagage is zonder overlegging van documenten, als bedoeld in artikel 22 der Deviezenverordening 1940, geoorloofd mits: 1. aannemelijk is, dat ten aanzien van die goederen geen betalingsverplichtingen meer bestaan of alsnog zullen ontstaan 2. die goederen naar het oordeel van de ambtenaren der invoerrechten en accijn zen niet worden in. of uitgevoerd voor handelsdoeleinden; 3. die goederen naar het oordeel van de ambtenaren der invoerrechten en accijn zen niet worden in. of uitgevoerd, met de bedoeling om de bepalingen van de De. viezenverordening 1940 te ontduiken. Art. 9. Medegevoerde betaalmiddelen of roerende goederen worden ook dan als uitgevoerd aangemerkt, indien in redelijk. Deze verordening is, naar van bevoegde Duitsche zijde nog wordt opgemerkt, een uitvoeringsverordening op de Deviezen verordening 1940 en heeft betrekking op het reizigersverkeer Teneinde de hoogte der bedragen, welke in het reizigersver keer zonder toestemming van het deviezen instituut in. en uitgevoerd mogen worden, zooveel mogelijk bewegelijk te houden, bevat deze verordening in het algemeen geen bepaalde maximum-grenzen, maar machtigt zij het deviezen-instituut tot vaststelling van deze grenzen. Opmerking verdient, dat voor reizen naar Duitschiand geen maximum-grenzen gelden voor het medenemen van register- mark-reis-chèques. Bij terugkeer in Nederland mag de rei ziger slechts die bedragen in binnenland sche betaalmiddelen weder invoeren, die hij bij het vertrek overeenkomstig de voorschriften heeft aangegeven. Buiten landsche betaalmiddelen moeten door den reiziger, die in Nederland terugkeert, binnen drie dagen» na zijn terugkeer aan de Nederlandsche Bank worden aange boden. Bemanning gevlucht, maar korten tijd later aangehouden Het publiek koope niet meer dan voor geregeld gebruik noodig is Het Rijksbureau voor de voedselvoor ziening in oorlogstijd deelt het volgen de mede Het is gebleken, dat ondanks de her haalde geruststellende mededeelingen door de overheid inzake de aardappel voorziening gedaan, er toch weer steeds opnieuw ongerustheid bij de bevolking ontstaat. Er wordt daarom nogmaals met nadruk verklaard, dat de overheid volstrekt geen plannen heeft om tot distributie van aardappelen over te gaan. Inmiddels heeft deze ongerust heid belangrijke nadeelen tengevolge. Door de groote vraag van het publiek wordt de handel ernstig ontwricht en kan af en toe in sommige plaatsen niet dagelijks voldoende aan de vraag wor den voldaan. Dit heeft dan weer toe nemende ongerustheid bij de bevolking tengevolge. Verder worden op het oogenblik door particulieren op onoor deelkundige wijze en op volstrekt onge schikte plaatsen aardappelen opgesla gen. Het gevaar is zeer groot, dat een groot deel van deze voorraden zal be derven. Hierdoor worden niet alleen de eigenaren van deze aardappelen bena deeld, maar bovendien zou op den lan gen duur de aardappelpositie tengevolge hiervan veel ongunstiger kunnen wor den. Het publiek wordt daarom nogmaals met nadruk verzocht, niet meer aardap pelen op te doen dan voor geregeld ge bruik noodig is. Inmiddels worden door de overheid maatregelen voorbereid om 'een bij voortduring goede aardappelvoorziening te waarborgen. Het afleveren van aardappelen door de telers en het ver handelen van aardappelen wordt onder toezicht gesteld van de Nederlandsche Akkerbouw-Centrale en de provinciale voedselcommissarissen. Dit toezicht dient om onder alle omstandigheden, ook bij eventueele groote vervoersmoei- lijkheden, de consumptie in het geheele land voortdurend tegen redelijke prij zen van de noodige aardappelen te kun nen voorzien. Daarom ook worden de voorraden in de buurt van de groote steden vastgelegd. In afwachting van deze regeling, welke zeer binnenkort in werking zal treden, is inmiddels door de Neder landsche Akkerbouw-Centrale bepaald, dat met ingang van heden o.a. het af leveren doof telers van alle soorten aardappelen uit de Haarlemmermeer- polder, de IJpolders, de Wijkermeer-, Spaarndammer- en Houtrakpolders van het eiland IJsselmonde en het vaste land van Zuid-Holland is verboden. Deze maatregel is uitsluitend genomen om een einde te maken aan de wilde jacht naar aardappelen, welke de in woners van Amsterdam en Rotterdam sinds enkele dagen in de omgeving van die steden hielden. Inmiddels zal voort durend gezorgd worden voor ruimen aanvoer van aardappelen van elders naar de groote steden. De overheid ver trouwt, dat het publiek zoo verstan dig zal zijn, de aankoopen tot norma len omvang te beperken. Mocht dit niet het geval blijken te zijn, dan zal de aflevering aan particulieren noodge- gedwongen worden beperkt, terwijl desnoods de voorraden van particulie ren in beslag zullen worden genomen. Naar wij vernemen, is door de secre- tarissen-generaal van de departemen ten van Landbouw en Visscherij en van Sociale Zaken aan de burgemees ters medegedeeld, dat behoudens en kele ondergeschikte wijziging het regle ment tot tewerkstelling op eigen bedrijf voer kleine „grondgebruikers”, waarbij dezen een minimum-inkomen van 9. gulden per week wordt gegarandeerd, ook voor 1941 van toepassing is ver klaard. Onder haar auspiciën worden thans in 66 gemeenten, door de zgn. plaat selijke commissies voorlichtingscursus- sen voor huisvrouwen gegeven. Zij worden voornamelijk gegeven op het gebied van naaien, verstellen van kleeding en huishoudgoed, koken, huis houdelijk werk, waschbehandeling en kinderverzorging en opvoeding. Het is bedroevend maar waar, aldus mej. Mes dag, dat er honderden gezinnen zijn, waar de vrouw nooit iets nieuws krijgt. Alles is voor vader en de kinderen. Leert nu zoo’n vrouw, zelf een jurk maken, dan kan zij ook voor zichzelf eens iets vervaardigen. Onder de groep kinderverzorging en opvoeding vallen de zoogenaamde „vadercursussen”; dit zijn cursussen waarvan het doel is aan huisvaders, die hun vrouwen werk uit de handen kunnen nemen en gelegen heid hebben om aan de opvoeding van de kinderen mede te werken, voorlich ting geven. Voor dit speciale werk is een subcommissie ingesteld. Bovendien worden op geregelde tijden wandeltoch ten voor vaders georganiseerd, tijdens welke hun gewezen wordt op het na tuurschoon. De bedoeling is natuurlijk, dat deze vaders later hun kinderen meenemen en hun spruiten wijzen op de schoonheden van de natuur. Verder zijn voor vaders in verschillende plaat sen cursussen georganiseerd in het vervaardigen van speelgoed en eenvou dig meubilair. In het algemeen doen wij de ervaring op, dat de menschen zeer graag willen leerem Zij toonen zich erg dankbaar. De meeste weten echter niet hoe zij het moeten aanpak ken om hun kennis en vaardigheid uit te breiden. Verschillende plaatselijke commissies geven ook cursussen in het maken van matrassen en gestikte dekens aan hen, die aan beddegoed behoefte hebben. In Drente b.v. zijn deze cursussen op groote schaal georganiseerd. Zij heb ben practische resultaten opgeleverd. Bovendien wordt het eigengemaakte beddegoed altijd veel beter verzorgd, dan het gekochte. Men stelt er a.h.w. een eer in het nieuw te houden. Door het zelf maken van beddegoed konden veel meer menschen geholpen worden voor hetzelfde geld. Dat het aantal deelnemers en deel neemsters aan de cursussen steeds stij gende is blijkt uit de volgende cijfers: Naast het stimuleeren van deze cur sussen geeft de Commissie raad en voorlichting door middel van verschil lende uitgaven, kookboekjes en vouw bladen met recepten voor eenvoudige en goedkoope maaltijden en naaipatro nen. Ook propageert en activeert de com missie het voorlichtingswerk door de organisatie van verschillende tentoon stellingen. Deze worden met medewer king van het „Reizend Museum voor Ouders en Opvoeders” te Rotterdam, samengesteld en hebben betrekking op voeding, kleeding, lichaamsverzorging en het zelf maken van eenvoudig huisraad. Dat door middel van deze tentoonstellingen talloozen met het voorlichtingswerk kennis maken, blijkt wel uit het aantal bezoekers van de tot dusver gehouden 97 tentoonstellin gen, dat ruim 68.000 bedraagt Teneinde de band tusschen de Com missie en de leeraressen die. de voor- lichtingscursussen geven, te vernauwen, organiseert de Commissie af en toe bij eenkomsten voor leeraressen, welke tot een nuttige uitwisseling van gedachten en een verruiming van blik op ede kanders werk leiden. In verband met de veranderde tijds omstandigheden werd in October 1939 speciaal voor leeraressen in koken en waschbehandeling te Amsterdam een bijeenkomst belegd, welke ten doel had de leeraressen die in mobilisatie tijd cursussen geven, op de hoogte te brengen van de bijzondere eischen welke aan de voorlichting gesteld worden. Deze bijeenkomst werd gevolgd doof parallel cursussen, gegeven in Amster dam, Rotterdam, Utrecht, Roermond en Zwolle. Op deze bijeenkomsten waren teza men ruim 700 leeraressen bijeen. Zooals wij zeiden veranderen de cursussen in dezen tijd van karakter. De uitvoering van de voorlichting is opgedragen aan het Nijverheidsonder wijs, de eomyissie inzake Huishoude lijke VoerljchtiMg en de Stichting voor Huishoudelijke Veerlichtiag tan platr telaade. Voor het aanschaffen van brandstof In verband met de kolendistributie- regeling is bepaald, dat men vóór 1 October 1940 20 pct. van de hoeveel heid kolen, waarover men den vorigen winter heeft beschikt, kan inkoopen. In afwachting van een nader te ont werpen regeling inzake de verstrek king van een brandstoffenbijslag in de komende wintermaanden, heeft het hoofd van het afwikkelingsbureau vun het departement van Defensie aan de burgemeesters medegedeeld, dat voor kostwinners bijzondere voorzieningen moeten worden getroffen. Deze voor zieningen houden in, dat de verwanten van de dienstplichtigen, ook voor zoo ver deze bij den Opbouwdienst zijn ge plaatst, te wier aanzien kostwinners vergoeding wordt toegekend en die ten tijde van hun opkomst steun genoten of in werkverruiming geplaatst wa ren, in de gelegenheid worden gesteld om 20 pct. van hun kolenverbruik in den winter 1939-1940 in te slaan. Te dien einde kan aan de verwanten van de bovenbedoelde dienstplichtigen voor zoover deze als gezinshoofd worden aangemerkt, een voorschot op de kostwinnersvergoeding worden ver strekt ten bedrage van 5,75. Dit be drag beloopt ongev. één-vijfde gedeelte van het totaalbedrag, waarmede ge durende den winter 1939-1940, terzake van het gemis slag, de verhoogd. 1936 totaal 11.970 deelneemsters 12.322 13.273 14.000 Het thans ontbonden „Nederlandsch Arbeidsfront” werd onder de naam „Nationale Werknemers Vereeniging” in den zomer van het jaar 1933 opge richt. De doelstelling luidde, het al gemeen welzijn van de leden te be hartigen en hun bestaansvoorwaarden zoo gunstig mogelijk te maken. Bij de middelen om dit doel te bereiken stond voorop het streven naar de corpora tieve gemeenschapsgedachte. Nog in hetzelfde jaar verwierf de pasopge richte N.W.V. de vereischte goedkeu ring op haar statuten en verkreeg daardoor de rechtspersoonlijkheid, be- noodigd voor het instellen van een dienst arbeidsbemiddeling ten behoeve Van de leden. Het ledental van de organisatie ver kreeg eerst beteekenis, toen onder den druk der steeds toenemende uitzonde ringsbepalingen, vele arbeiders uit nationaal-socialistische kringen tot de N.W.V. toetraden. In November 1935 werd de huidige N.V.V.-commissaris, de heer H. J. Woudenberg, tot voor zitter van de Nationale Werknemers Vereeniging verkozen. Uit den aard der zaak deed zich het gemis aan eigen werkloozenkassen sterk gevoe len, een gemis waarin hier en daar door particuliere verzekering kon wor den voorzien. Op 1 Mei 1939 werd vanwege de N.W.V. een „Handvest van den Ar beid” uitgegeven, bevattende een tien tal grondslagen en eischen voor den opbouw van een corporatief-socialis- tische arbeidsgemeenschap. Bij het uitbreken van den oorlog omvatte de Nationale Werknemersver- eeniging ruim 4000 leden, welk aantal De persdienst van het N.V.V. deelt I mede Bij het besluit van den leider der I N. S. B., ir. A. A. Mussert, is de organisatie van het „Nederlandsch Arbeidsfront” met ingang van 1 October ontbonden. Aan de leden van het N.A.F. is tegelijkertijd de opdracht gegeven, zich aan te slui- ten bij het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen. Artikel 3. (1) . Het is aan ingezetenen verboden bij terugkeer binnen het bezette Nederland sche gebied, binnenlandsche betaalmidde len en binnenlandsche geldswaardige pa pieren tot een hoogere gezamenlijke waar de dan de bij het verlaten van het bezette Nederlandsche gebied door hen uitge voerd, en, overeenkomstig de geldende voorschriften, opgegeven bedragen, in te voeren. (2) Heeft hun verblijf buiten het be zette Nederlandsche gebied korter ge duurd dan den bij het verlaten van dit gebied opgegeven vermoedelijken duur, dan is de ingezetene verplicht de uitge voerde waarden weder in te voeren, met aftrek van de bedragen, waarover hij, op grond van de krachtens artikel 1 be paalde maxima, gedurende de dagen van zijn verblijf in het buitenland kon be schikken. (3) De ingezetene is verplicht, buiten landsche betaalmiddelen en buitenland sche geldwaardige papieren, welke door hem bij terugkeer binnen het bezette Nederlandsch gebied worden ingevoerd, binnen drie dagen na dien terugkeer overeenkomstig artikel 9 der Deviezen verordening 1940, rechtstreeks of door tusschenkomst van een deviezenbank aan de Nederlandsche Bank aan te bieden. Gelijke verplichting bestaat, wanneer de ingezetenen niet binnen veertien dagen na de verkrijging der buitenlandsche betaal middelen en buitenlandsche geldwaardige papieren het bezette Nederlandsche ge bied heeft verlaten. (1) Het is aan ingezetenen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit be sluit tijdelijk buiten het bezette Neder landsch gebied vertoeven, verboden bij terugkeer binnen dit gebied, binnenland sche betaalmiddelen en binnenlandsche geldswaardige papieren in te voeren tot een hoogere gezamenlijke waarde dan vijfhonderd gulden. (2) Het Deviezeninstituut kan in bij zondere gevallen het in het vorige lid genoemde bedrag verhoogen. Het is aan niet-ingezetenen, die het bezette Nederlandsche gebied binnenko men, verboden binnenlandsche betaalmid delen en binnenlandsche geldswaardige papieren in te voeren tot hoogere bedra gen dan de door het Deviezeninstituut te bepalen maxima. Deze maxima wor den in de Nederlandsche Staatscourant bekend gemaakt. Art. 6. De deviezenbanken zijn bevoegd zonder vergunning van het Deviezen-in stituut middellijk of onmiddellijk ten gunste van een binnen het bezette Ne derlandsche gebied vertoevende niet-in- gezetene: 1) buitenlandsche betaalmiddelen in te wisselen tegen binnenlandsche betaalmid delen; 2) uitbetalingen te doen op binnenland sche geldswaardige papieren en binnen landsche vorderingen tot de door het De viezeninstituut te bepalen maxima. Deze maxima worden in de Nederlandlsche Staatscourant bekend gemaakt. Art. 7: (1) Het is aan niet-ingezetenen zonder vergunning van het deviezeninsti tuut geoorloofd de bij' het binnenkomen van het bezette Nederlandsche gebied in gevoerde betaalmiddelen en geldswaar dige papieren weder uit te voeren. (2). Hebben niet-ingezetenen door in? wisselingen of uitbetalingen op grond van artikel 6 binnenlandsche betaalmid delen verkregen, dan is het hun geoor loofd deze in plaats van de door hen in gevoerde buitenlandsche betaalmiddelen en buitenlandsche geldswaardige papieren uit te voeren. Naar uit een mededeeling van den procureur-generaal bij het Gerechtshof hier ter stede blijkt, is op 24 dezer, des ochtends om 6 uur, onder de gemeente Leidschendam, een vliegtuig van Engel- sche nationaliteit neergekomen, waar van de uit vijf personen bestaande be manning vluchtte. Voor de opsporing en aanhouding werd een belooning van 500 uitgeloofd. Van bevoegde zijde wordt nader ge meld, dat het door de activiteit van de Wassenaarsche politie gelukt is in den loop van den avond van den 25sten September drie leden van de beman ning gevangen te nemen. In den loop van den daaropvolgen- den nacht werden in de buitenplaats Duivenvoorde bij Voorschoten nog twee leden der bemanning gearresteerd. Allen zijn aan de Duitsche militaire autoriteiten overgeleverd. Waarschijn lijk zijn drie der gearresteerden Tsjechen. De ontbinding van het Nederlandsch Arbeidsfront is gebaseerd op de over weging, dat thans de aanleiding ver vallen is, op grond waarvan deze or ganisatie destijds in het leven werd geroepen. Deze aanleiding lag namelijk opgeslo ten in het feit, dat de toenmalige lei ding van het N.V.V., evenals die van de andere groote vakcentrales, zich ging bezighouden met de persoonlijke poli tieke overtuiging van zijn leden. Daar door werd het aan vele Nederlandsche arbeiders onmogelijk gemaakt, zich in de groote vakbeweging te organiseeren of hun lidmaatschap daarvan voort te zetten. De gewijzigde verhoudingen hebben thans het N.V.V. teruggebracht tot de vervulling van zijn eigenlijke taak: de behartiging van de sociale en cultureele belangen der Nederlandsche arbeiders, een taak, welke door eiken werker in ons land volledig kan worden onder schreven. De toetreding van duizenden nieuwe leden uit den kring van het Neder landsch Arbeidsfront beteekent een nieuwe versterking van de N.V.V.- organisatie en daardoor tevens een be langrijke stap voorwaarts op den weg naar de eenheid op sociaal terrein van alle Nederlandsche arbeiders. Deze toetreding houdt tevens de er kenning in van de kracht van de groote vakorganisatie, welke in den loop der jaren is opgebouwd uit den arbeid en de opofferingen van honderdduizenden Nederlandsche arbeiders. Ook in nationaal-socialistische krin gen blijkt dus de overtuiging te leven, dat deze kracht, die uit het werkende volk van Nederland zelf is voortgeko- men, niet kan worden verwaarloosd of genegeerd bij het streven naar een rechtvaardige sociale positie voor den Nederlandschen arbeider. De leden van het N.A.F. kunnen zich aanmelden bij de plaatselijke besturen in hun woonplaats van den voor hen geschikten vakbond van het N.V.V.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13