BAAGSCHE COURANT
Het vraagstuk van de huishoudelijke
voorlichting
Donderdag 26 September 1940.
r
Engelsch vliegtuig bij Leidschendam neergekomen
BINNENLAND
genomen
Het Nederlandsch
Arbeidsfront wordt
ontbonden
Reeds in 1934 werd het op
groote schaal ter hand
VIERDE BLAD
De aardappelvoorziening
het deviezen-
Regeling
van
verkeer
Kleine grondgebruikers
Leden moeten zich aansluiten
bij het N.V.V.
Voorschriften betreffende de
benoodigde deviezen
Engelsch vliegtuig neer
gekomen
Reizigersverkeer met het
buitenland
Voor het grensverkeer met
Duitschiand
1937
1938
1939
Vergunningen voor het betreden van
geëvacueerde eilanden
Voorschot op kostwinners
vergoeding
Geen plannen om tot distributie over
te gaan
Het Engelsche vliegtuig, dat Dinsdagochtend m de gemeente
Leidschendam is neergekomen (Polygoon)
1
Prijsvraag R.V.S.-stichting,
Reisbagage
De commissaris van het N.V.V., de
beer H. J. Woudenberg, heeft aan de
verschillende bonden order gegeven,
dat de leden van het vroegere Arbeids
front onmiddellijk als lid kunnen wor
den aangenomen.
Door de wijziging van het Werk-
Joozeribesluit 1917 kunnen ook de werk-
Jooze leden van het N.A.F. direct als
M in het verband van het N.V.V.
warden opgenomen.
In 66 gemeenten voor-
lichtingscursussen
Ontstaan en streven van het
Arbeidsfront
heid moet worden aangenomen, dat zij in
strijd met de voorafgaande bepalingen
voor uitvoer naar het buitenland bestemd
zijn.
zonden, kunnen
worden genomen.
van brandstoffenbij-
kostwinnersvergoeding is
te komen. Men
arbeid;
No. 17683
Mr. J. Luden overleden.
Na een kortstondig ziekbed is mr. J.*
Luden te Overveen heengegaan. Wijlen
mr. Luden bereikte den hoogen leeftijd
van ruim 80 jaar. Hij was in financieele
•kringen een bekende persoonlijkheid, die
een belangrijk aandeel had in de ontwik
keling van het Nederlandsche bankwezen.
Bijzondere bekendheid heeft de heer
Luden zich verworven toen hij destijds
als voorzitter van de commissie optrad,
die zich met succes ter taak stelde het z.g.
Belgisch verdrag niet te doen aannemen.
Aanvragen te richten tot burgemeester
van betreffende gemeente
In de toekomst moeten aanvragen om
uitzonderingsvergunningen tot het be
treden van de geëvacueerde eilanden
uitsluitend aan de burgemeesters van
die gemeenten worden gericht, waar
voor de uitzonderingsvergunning zal
moeten gelden. Na onderzoek van de
aanvragen woiylen deze dan doorgezon
den aan den voor de betrokken provincie
bevoegden stafofficier van de Ordnungs-
Polizei bij den gevolmachtigde van den
Rijkscommissaris, die de uitzonderings
vergunning zal verleenen. Aanvragen
die aan andere instanties worden ge
niet in behandeling
Zesde kindertrein komt heden uit de
Oostmark te Rotterdam aan
De zesde kindertrein uit de Oostmark
komt hedenmiddag te Rotterdam aan.
na de schokkende Mei-dagen zich bui
tengewoon snel uitbreidde tot 17.000v
De N.W.V. werd tegelijk omgedoopt
in „Nederlandsch Arbeidsfront” ter
wijl ook de interne organisatie meer
en meer naar den geest van het lei
dersbeginsel werd ingericht. De naam
„Arbeidsfront” werd gekozen om den
wil tot uitdrukking te brengen naar
een eenheid van alle Nederlandsche
werkers, op zuiver socialen grondslag,
onder uitschakeling van alle politieke
invloeden.
In tegenstelling met de groote vak
centrales was het „Nederlandsch Ar
beidsfront” geen federatief verband
van zelfstandige bonden of vereenigin-
gen. Het N.A.F. vormde een algemee-
ne organisatie, waar de bijzondere be
langen van de leden, hun vak en him
bestaansvoorwaarden rakende, behar
tigd werden door zoogenaamde „vak
groepen”.
De reisroute
Art. 10. Het verlaten en het binnenko.
men van het bezette Nederlandsche ge
bied met inachtneming van de bepalingen
der voorafgaande artikelen, is slechts ge
oorloofd langs de door den secretaris-ge-
neraal van het departement van Finan
ciën aangewezen kantoren,
Art. 11. De voor de uitvoering van dit
besluit noodige bepalingen worden door
den secretaris-generaal van het depar
tement van Financiën uitgevaardigd en in
de Nederlandsche Staatscourant afgekon.
digd.
Art. 12. Dit besluit treedt in werking
op den vijfden dag na zijn afkondiging.
sie opgericht door d«i bond v*n leer
krachten bij het Nijverheidsonderwijs.
Spoedig werd de medewerking verkre
gen van den toenmaligen minister van
Sociale Zaken, professor Sletemaker
de Bruine, die er voor zorgde, dat
hoofdambtenaren van verschillende
departementen als adviseurs toetraden.
Ook de vier groote arbeidersbonden
toonden hun daadwerkelijke belang
stelling. Verder zocht en verkreeg men
verbinding met alle groote vrouwen
organisaties, terwijl ook de arbeids- en
woninginspectrices haar medewerking
verleenden.
Een commissie, die zooveel medewer
king verkreeg, hoefde niet maanden
lang te delibereeren om tot een besluit
toog direct aan den
In het „Verordeningenblad”, nr. 28,
heden verschenen, is een verordening
(nr. 153) afgekondigd, omvattende het
uitvoeringsbesluit van de secretarissen-
generaal van de departementen van
Financiën, van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart en van Landbouw en Vis-
scherij betreffende de regeling van het
deviezenverkeer. Deze verordening re
gelt ter uitvoering van de deviezenver
ordening 1940 de toepassing van de
deviezenbepalingen op het kleine grens
verkeer tusschen Duitschiand en het be
zette Nederlandsche gebied. Zij sluit
aan op de reeds uitgevaardigde veror
dening op het grensverkeer met Bel
gië.
Grensbewoners, dat zijn bewoners
van de grensgebieden, kunnen voortaan
zonder toestemming van het Deviezen
instituut bij iedere grensoverschrijding
binnenlandsche betaalmiddelen tot ten
hoogste vijf gulden, ten hoogste echter
twintig gulden per maand uitvoeren of
invoeren. Bovendien mogen personen,
die in het naburige grensgebied gere
geld werkzaam zijn, een arbeidsloon in
zijn geheel op grond van loonverklarin-
gen hunner werkgevers in- en uitvoe
ren. Ook bepaalde roerende zaken, zoo-
als voorwerpen voor persoonlijk ge
bruik e.d. kunnen zonder meer in- en
uitgevoerd worden.
Bij het bestuur der stichting van de
R.V.S. te Rotterdam aangewezen tot be-
oordeeling van de ingekomen antwoorden
op de prijsvraag, luidende: is een wette
lijke voorziening wenschelijk, en zoo ja,
in welken zin met het oog op de rechten
der schuldeischers en legitimarissen van
dengenen, die een overeenkomst van le
vensverzekering heeft gesloten met aan
wijzing van een derden bevoordeelde? Is
een wettelijke voorziening wenschelijk
krachtens welke de uitkeering ingevolge
zoodanige overeenkomst ten behoeve van
bepaalde personen (ev. van de weduwe of
een kind van den verzekeringnemer) ge
heel of ten deele onaantastbaar zal zijn?
Hierop zijn ingekomen acht antwoorden,
resp. onder de zinspreuken: 1. Bescher
ming wie bescherming toekomt; 2. Justitia;
3 Dertien Juli; 4. Simplex Sigillum veri;
5 Ut desint Vires; 6. Het betere is vaak
de vijand van het goede; 7. Labor Vincit; 8
Dothemi.
De commissie van beoordeeling, bestaan
de uit prof. mr. P. Schollen, prof,
mr. C. W. Star Busman en den heer D. J.
de Lange, vindt verreweg de beste van
de ingezonden antwoorden no. 7. Hier
wordt een degelijke arbeid geboden, die
buitenlandsch recht, jurisprudentie en lite
ratuur beheerscht, waarin met beslistheid
een richting wordt gekozen en vandaar uit
de consequenties voor rechtspraak en wet
geving aangeduid. In de verhandeling
komt echter het bijzondere der levensver
zekering, voor de ontwikkeling van de
verhouding van erfrecht en contractrecht
van zoo groot belang, niet tot zijn recht.
Op grond hiervan wil de commissie aan
deze inzending niet het volle uitgeloofde
bedrag van 1000, maar een bedrag van
650 toekennen. Zij heeft daartoe te meer
grond, omdat zij zoo gelegenheid krijgt
ook een andere verhandeling, no. 6, het
betere, te onderscheiden. Aan deze inzen
ding zou de commissie een bedrag van
350 willen toekennen.
Bij openjng der betreffende naambriefjes
bleek de inzender van no. 7 te zijn mr.
H. Kahrel te Heemstede, die van mo. 6
mr. J. de Vries te ’s-Gravenhage.
In het Verordeningenblad no. 28 is ver
schenen Verordening no. 154, houdende
het vierde uitvoeringsbesluit van de se-
cretarissen-generaal van de departemen
ten van Financiën; van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart en van Landbouw en
Visscherij betreffende de regeling van het
deviezenverkeer.
Dit luidt als volgt:
Artikel 1.
(1) . Het is aan ingezetenen, die het be
zette Nederlandsche gebied tijdelijk ver
laten, zonder vergunning van het Devie-
zen-instituut geoorloofd, betaalmiddelen
en geldswaardige papieren uit te voeren
tot de maxima en in de geldsoorten, door
het Deviezeninstituut te bepalen. Deze
maxima en geldsoorten worden in de Ne
derlandsche Staatscourant bekend ge
maakt.
(2) . Voor het medenemen van register-
mark-reis-chèques naar Duitschiand gel
den geen maxima.
Artikel 2.
Ingezetenen, die voornemens zijn het
bezette Nederlandsche gebied tijdelijk te
verlaten en die in het bezit zijn van een
geldig paspoort en een geldige „passier-
schein”, zijn bevoegd zonder vergunning
van het Deviezeninstituut van deviezen
banken buitenlandsche betaalmiddelen en
buitenlandsche geldswaardige papieren
tot ten hoogst de krachtens art 1 be
paalde maxima in de aangewezen geld
soorten tegen betaling in binnenlandsche
geldsoort te verkrijgen en over de aldus
verkregen waarden buiten het bezette Ne
derlandsche gebied voor reisdoeleinden te
beschikken.
De huishoudelijke voorlichting is een
van de vraagstukken, die in het mid
delpunt der belangstelling staan. Zij
begint meer en meer een zaak te wor
den, waarvoor de overheid zich interes
seert, aangezien men van oordeel is,
dat ons heele volk gediend wordt met
een deskundige huishoudelijke voor
lichting. Al wordt er de laatste maan
den veel geschreven en nog meer ge
sproken over dit onderwerp, nieuw is
het in het geheel niet, want van 1934
af bestond in vele plaatsen van ons
land reeds een behoorlijke deskundige
voorlichting, waarvan duizenden vrou
wen, mitsgaders haar mannen en kin
deren, de vruchten geplukt hebben.
Daarbij dient men echter op te mer
ken, dat men zich bij de voorlichting
speciaal richtte tot dje vrouwen, die
met een minimaal huishoudgeld rond
moesten komen, terwijl men zich thans
richt tot alle huisvrouwen in Nederland.
Wij hebben dezer dagen een onderhoud
gehad met mej. Mesdag, directrice van
de Huishoudschool Laan van Meerder-
voort, over de Commissie inzake Huis
houdelijke Voorlichting en Gezinslei-
ding, die op dit gebied pionierswerk
heeft verricht
In November 1934 werd de Commis-
De in- en uitvoer van roerende goede
ren als reisbagage is zonder overlegging
van documenten, als bedoeld in artikel 22
der Deviezenverordening 1940, geoorloofd
mits:
1. aannemelijk is, dat ten aanzien van
die goederen geen betalingsverplichtingen
meer bestaan of alsnog zullen ontstaan
2. die goederen naar het oordeel van de
ambtenaren der invoerrechten en accijn
zen niet worden in. of uitgevoerd voor
handelsdoeleinden;
3. die goederen naar het oordeel van de
ambtenaren der invoerrechten en accijn
zen niet worden in. of uitgevoerd, met de
bedoeling om de bepalingen van de De.
viezenverordening 1940 te ontduiken.
Art. 9. Medegevoerde betaalmiddelen
of roerende goederen worden ook dan als
uitgevoerd aangemerkt, indien in redelijk.
Deze verordening is, naar van bevoegde
Duitsche zijde nog wordt opgemerkt, een
uitvoeringsverordening op de Deviezen
verordening 1940 en heeft betrekking op
het reizigersverkeer Teneinde de hoogte
der bedragen, welke in het reizigersver
keer zonder toestemming van het deviezen
instituut in. en uitgevoerd mogen worden,
zooveel mogelijk bewegelijk te houden,
bevat deze verordening in het algemeen
geen bepaalde maximum-grenzen, maar
machtigt zij het deviezen-instituut tot
vaststelling van deze grenzen.
Opmerking verdient, dat voor reizen
naar Duitschiand geen maximum-grenzen
gelden voor het medenemen van register-
mark-reis-chèques.
Bij terugkeer in Nederland mag de rei
ziger slechts die bedragen in binnenland
sche betaalmiddelen weder invoeren, die
hij bij het vertrek overeenkomstig de
voorschriften heeft aangegeven. Buiten
landsche betaalmiddelen moeten door den
reiziger, die in Nederland terugkeert,
binnen drie dagen» na zijn terugkeer aan
de Nederlandsche Bank worden aange
boden.
Bemanning gevlucht, maar korten tijd
later aangehouden
Het publiek koope niet meer dan voor
geregeld gebruik noodig is
Het Rijksbureau voor de voedselvoor
ziening in oorlogstijd deelt het volgen
de mede
Het is gebleken, dat ondanks de her
haalde geruststellende mededeelingen
door de overheid inzake de aardappel
voorziening gedaan, er toch weer steeds
opnieuw ongerustheid bij de bevolking
ontstaat. Er wordt daarom nogmaals
met nadruk verklaard, dat de overheid
volstrekt geen plannen heeft om tot
distributie van aardappelen over te
gaan. Inmiddels heeft deze ongerust
heid belangrijke nadeelen tengevolge.
Door de groote vraag van het publiek
wordt de handel ernstig ontwricht en
kan af en toe in sommige plaatsen niet
dagelijks voldoende aan de vraag wor
den voldaan. Dit heeft dan weer toe
nemende ongerustheid bij de bevolking
tengevolge. Verder worden op het
oogenblik door particulieren op onoor
deelkundige wijze en op volstrekt onge
schikte plaatsen aardappelen opgesla
gen. Het gevaar is zeer groot, dat een
groot deel van deze voorraden zal be
derven. Hierdoor worden niet alleen de
eigenaren van deze aardappelen bena
deeld, maar bovendien zou op den lan
gen duur de aardappelpositie tengevolge
hiervan veel ongunstiger kunnen wor
den.
Het publiek wordt daarom nogmaals
met nadruk verzocht, niet meer aardap
pelen op te doen dan voor geregeld ge
bruik noodig is.
Inmiddels worden door de overheid
maatregelen voorbereid om 'een bij
voortduring goede aardappelvoorziening
te waarborgen. Het afleveren van
aardappelen door de telers en het ver
handelen van aardappelen wordt onder
toezicht gesteld van de Nederlandsche
Akkerbouw-Centrale en de provinciale
voedselcommissarissen. Dit toezicht
dient om onder alle omstandigheden,
ook bij eventueele groote vervoersmoei-
lijkheden, de consumptie in het geheele
land voortdurend tegen redelijke prij
zen van de noodige aardappelen te kun
nen voorzien. Daarom ook worden de
voorraden in de buurt van de groote
steden vastgelegd.
In afwachting van deze regeling,
welke zeer binnenkort in werking zal
treden, is inmiddels door de Neder
landsche Akkerbouw-Centrale bepaald,
dat met ingang van heden o.a. het af
leveren doof telers van alle soorten
aardappelen uit de Haarlemmermeer-
polder, de IJpolders, de Wijkermeer-,
Spaarndammer- en Houtrakpolders van
het eiland IJsselmonde en het vaste
land van Zuid-Holland is verboden.
Deze maatregel is uitsluitend genomen
om een einde te maken aan de wilde
jacht naar aardappelen, welke de in
woners van Amsterdam en Rotterdam
sinds enkele dagen in de omgeving van
die steden hielden. Inmiddels zal voort
durend gezorgd worden voor ruimen
aanvoer van aardappelen van elders
naar de groote steden. De overheid ver
trouwt, dat het publiek zoo verstan
dig zal zijn, de aankoopen tot norma
len omvang te beperken. Mocht dit niet
het geval blijken te zijn, dan zal de
aflevering aan particulieren noodge-
gedwongen worden beperkt, terwijl
desnoods de voorraden van particulie
ren in beslag zullen worden genomen.
Naar wij vernemen, is door de secre-
tarissen-generaal van de departemen
ten van Landbouw en Visscherij en
van Sociale Zaken aan de burgemees
ters medegedeeld, dat behoudens en
kele ondergeschikte wijziging het regle
ment tot tewerkstelling op eigen bedrijf
voer kleine „grondgebruikers”, waarbij
dezen een minimum-inkomen van 9.
gulden per week wordt gegarandeerd,
ook voor 1941 van toepassing is ver
klaard.
Onder haar auspiciën worden thans
in 66 gemeenten, door de zgn. plaat
selijke commissies voorlichtingscursus-
sen voor huisvrouwen gegeven.
Zij worden voornamelijk gegeven op
het gebied van naaien, verstellen van
kleeding en huishoudgoed, koken, huis
houdelijk werk, waschbehandeling en
kinderverzorging en opvoeding. Het is
bedroevend maar waar, aldus mej. Mes
dag, dat er honderden gezinnen zijn,
waar de vrouw nooit iets nieuws krijgt.
Alles is voor vader en de kinderen.
Leert nu zoo’n vrouw, zelf een jurk
maken, dan kan zij ook voor zichzelf
eens iets vervaardigen. Onder de groep
kinderverzorging en opvoeding vallen
de zoogenaamde „vadercursussen”; dit
zijn cursussen waarvan het doel is aan
huisvaders, die hun vrouwen werk uit
de handen kunnen nemen en gelegen
heid hebben om aan de opvoeding van
de kinderen mede te werken, voorlich
ting geven. Voor dit speciale werk is
een subcommissie ingesteld. Bovendien
worden op geregelde tijden wandeltoch
ten voor vaders georganiseerd, tijdens
welke hun gewezen wordt op het na
tuurschoon. De bedoeling is natuurlijk,
dat deze vaders later hun kinderen
meenemen en hun spruiten wijzen op
de schoonheden van de natuur. Verder
zijn voor vaders in verschillende plaat
sen cursussen georganiseerd in het
vervaardigen van speelgoed en eenvou
dig meubilair. In het algemeen doen
wij de ervaring op, dat de menschen
zeer graag willen leerem Zij toonen
zich erg dankbaar. De meeste weten
echter niet hoe zij het moeten aanpak
ken om hun kennis en vaardigheid uit
te breiden.
Verschillende plaatselijke commissies
geven ook cursussen in het maken van
matrassen en gestikte dekens aan hen,
die aan beddegoed behoefte hebben.
In Drente b.v. zijn deze cursussen
op groote schaal georganiseerd. Zij heb
ben practische resultaten opgeleverd.
Bovendien wordt het eigengemaakte
beddegoed altijd veel beter verzorgd,
dan het gekochte. Men stelt er a.h.w.
een eer in het nieuw te houden. Door
het zelf maken van beddegoed konden
veel meer menschen geholpen worden
voor hetzelfde geld.
Dat het aantal deelnemers en deel
neemsters aan de cursussen steeds stij
gende is blijkt uit de volgende cijfers:
Naast het stimuleeren van deze cur
sussen geeft de Commissie raad en
voorlichting door middel van verschil
lende uitgaven, kookboekjes en vouw
bladen met recepten voor eenvoudige
en goedkoope maaltijden en naaipatro
nen.
Ook propageert en activeert de com
missie het voorlichtingswerk door de
organisatie van verschillende tentoon
stellingen. Deze worden met medewer
king van het „Reizend Museum voor
Ouders en Opvoeders” te Rotterdam,
samengesteld en hebben betrekking op
voeding, kleeding, lichaamsverzorging
en het zelf maken van eenvoudig
huisraad. Dat door middel van deze
tentoonstellingen talloozen met het
voorlichtingswerk kennis maken, blijkt
wel uit het aantal bezoekers van de
tot dusver gehouden 97 tentoonstellin
gen, dat ruim 68.000 bedraagt
Teneinde de band tusschen de Com
missie en de leeraressen die. de voor-
lichtingscursussen geven, te vernauwen,
organiseert de Commissie af en toe bij
eenkomsten voor leeraressen, welke tot
een nuttige uitwisseling van gedachten
en een verruiming van blik op ede
kanders werk leiden.
In verband met de veranderde tijds
omstandigheden werd in October 1939
speciaal voor leeraressen in koken en
waschbehandeling te Amsterdam een
bijeenkomst belegd, welke ten doel
had de leeraressen die in mobilisatie
tijd cursussen geven, op de hoogte te
brengen van de bijzondere eischen
welke aan de voorlichting gesteld
worden.
Deze bijeenkomst werd gevolgd doof
parallel cursussen, gegeven in Amster
dam, Rotterdam, Utrecht, Roermond
en Zwolle.
Op deze bijeenkomsten waren teza
men ruim 700 leeraressen bijeen.
Zooals wij zeiden veranderen de
cursussen in dezen tijd van karakter.
De uitvoering van de voorlichting is
opgedragen aan het Nijverheidsonder
wijs, de eomyissie inzake Huishoude
lijke VoerljchtiMg en de Stichting voor
Huishoudelijke Veerlichtiag tan platr
telaade.
Voor het aanschaffen van brandstof
In verband met de kolendistributie-
regeling is bepaald, dat men vóór 1
October 1940 20 pct. van de hoeveel
heid kolen, waarover men den vorigen
winter heeft beschikt, kan inkoopen.
In afwachting van een nader te ont
werpen regeling inzake de verstrek
king van een brandstoffenbijslag in de
komende wintermaanden, heeft het
hoofd van het afwikkelingsbureau vun
het departement van Defensie aan de
burgemeesters medegedeeld, dat voor
kostwinners bijzondere voorzieningen
moeten worden getroffen. Deze voor
zieningen houden in, dat de verwanten
van de dienstplichtigen, ook voor zoo
ver deze bij den Opbouwdienst zijn ge
plaatst, te wier aanzien kostwinners
vergoeding wordt toegekend en die ten
tijde van hun opkomst steun genoten
of in werkverruiming geplaatst wa
ren, in de gelegenheid worden gesteld
om 20 pct. van hun kolenverbruik in
den winter 1939-1940 in te slaan. Te
dien einde kan aan de verwanten van
de bovenbedoelde dienstplichtigen voor
zoover deze als gezinshoofd worden
aangemerkt, een voorschot op de
kostwinnersvergoeding worden ver
strekt ten bedrage van 5,75. Dit be
drag beloopt ongev. één-vijfde gedeelte
van het totaalbedrag, waarmede ge
durende den winter 1939-1940, terzake
van het gemis
slag, de
verhoogd.
1936 totaal 11.970 deelneemsters
12.322
13.273
14.000
Het thans ontbonden „Nederlandsch
Arbeidsfront” werd onder de naam
„Nationale Werknemers Vereeniging”
in den zomer van het jaar 1933 opge
richt. De doelstelling luidde, het al
gemeen welzijn van de leden te be
hartigen en hun bestaansvoorwaarden
zoo gunstig mogelijk te maken. Bij de
middelen om dit doel te bereiken stond
voorop het streven naar de corpora
tieve gemeenschapsgedachte. Nog in
hetzelfde jaar verwierf de pasopge
richte N.W.V. de vereischte goedkeu
ring op haar statuten en verkreeg
daardoor de rechtspersoonlijkheid, be-
noodigd voor het instellen van een
dienst arbeidsbemiddeling ten behoeve
Van de leden.
Het ledental van de organisatie ver
kreeg eerst beteekenis, toen onder den
druk der steeds toenemende uitzonde
ringsbepalingen, vele arbeiders uit
nationaal-socialistische kringen tot de
N.W.V. toetraden. In November 1935
werd de huidige N.V.V.-commissaris,
de heer H. J. Woudenberg, tot voor
zitter van de Nationale Werknemers
Vereeniging verkozen. Uit den aard
der zaak deed zich het gemis aan
eigen werkloozenkassen sterk gevoe
len, een gemis waarin hier en daar
door particuliere verzekering kon wor
den voorzien.
Op 1 Mei 1939 werd vanwege de
N.W.V. een „Handvest van den Ar
beid” uitgegeven, bevattende een tien
tal grondslagen en eischen voor den
opbouw van een corporatief-socialis-
tische arbeidsgemeenschap.
Bij het uitbreken van den oorlog
omvatte de Nationale Werknemersver-
eeniging ruim 4000 leden, welk aantal
De persdienst van het N.V.V. deelt
I mede
Bij het besluit van den leider der
I N. S. B., ir. A. A. Mussert, is de
organisatie van het „Nederlandsch
Arbeidsfront” met ingang van
1 October ontbonden. Aan de leden
van het N.A.F. is tegelijkertijd de
opdracht gegeven, zich aan te slui-
ten bij het Nederlandsch Verbond
van Vakvereenigingen.
Artikel 3.
(1) . Het is aan ingezetenen verboden bij
terugkeer binnen het bezette Nederland
sche gebied, binnenlandsche betaalmidde
len en binnenlandsche geldswaardige pa
pieren tot een hoogere gezamenlijke waar
de dan de bij het verlaten van het bezette
Nederlandsche gebied door hen uitge
voerd, en, overeenkomstig de geldende
voorschriften, opgegeven bedragen, in te
voeren.
(2) Heeft hun verblijf buiten het be
zette Nederlandsche gebied korter ge
duurd dan den bij het verlaten van dit
gebied opgegeven vermoedelijken duur,
dan is de ingezetene verplicht de uitge
voerde waarden weder in te voeren, met
aftrek van de bedragen, waarover hij, op
grond van de krachtens artikel 1 be
paalde maxima, gedurende de dagen van
zijn verblijf in het buitenland kon be
schikken.
(3) De ingezetene is verplicht, buiten
landsche betaalmiddelen en buitenland
sche geldwaardige papieren, welke door
hem bij terugkeer binnen het bezette
Nederlandsch gebied worden ingevoerd,
binnen drie dagen na dien terugkeer
overeenkomstig artikel 9 der Deviezen
verordening 1940, rechtstreeks of door
tusschenkomst van een deviezenbank aan
de Nederlandsche Bank aan te bieden.
Gelijke verplichting bestaat, wanneer de
ingezetenen niet binnen veertien dagen na
de verkrijging der buitenlandsche betaal
middelen en buitenlandsche geldwaardige
papieren het bezette Nederlandsche ge
bied heeft verlaten.
(1) Het is aan ingezetenen, die op het
tijdstip van inwerkingtreding van dit be
sluit tijdelijk buiten het bezette Neder
landsch gebied vertoeven, verboden bij
terugkeer binnen dit gebied, binnenland
sche betaalmiddelen en binnenlandsche
geldswaardige papieren in te voeren tot
een hoogere gezamenlijke waarde dan
vijfhonderd gulden.
(2) Het Deviezeninstituut kan in bij
zondere gevallen het in het vorige lid
genoemde bedrag verhoogen.
Het is aan niet-ingezetenen, die het
bezette Nederlandsche gebied binnenko
men, verboden binnenlandsche betaalmid
delen en binnenlandsche geldswaardige
papieren in te voeren tot hoogere bedra
gen dan de door het Deviezeninstituut
te bepalen maxima. Deze maxima wor
den in de Nederlandsche Staatscourant
bekend gemaakt.
Art. 6. De deviezenbanken zijn bevoegd
zonder vergunning van het Deviezen-in
stituut middellijk of onmiddellijk ten
gunste van een binnen het bezette Ne
derlandsche gebied vertoevende niet-in-
gezetene:
1) buitenlandsche betaalmiddelen in te
wisselen tegen binnenlandsche betaalmid
delen;
2) uitbetalingen te doen op binnenland
sche geldswaardige papieren en binnen
landsche vorderingen tot de door het De
viezeninstituut te bepalen maxima. Deze
maxima worden in de Nederlandlsche
Staatscourant bekend gemaakt.
Art. 7: (1) Het is aan niet-ingezetenen
zonder vergunning van het deviezeninsti
tuut geoorloofd de bij' het binnenkomen
van het bezette Nederlandsche gebied in
gevoerde betaalmiddelen en geldswaar
dige papieren weder uit te voeren.
(2). Hebben niet-ingezetenen door in?
wisselingen of uitbetalingen op grond
van artikel 6 binnenlandsche betaalmid
delen verkregen, dan is het hun geoor
loofd deze in plaats van de door hen in
gevoerde buitenlandsche betaalmiddelen
en buitenlandsche geldswaardige papieren
uit te voeren.
Naar uit een mededeeling van den
procureur-generaal bij het Gerechtshof
hier ter stede blijkt, is op 24 dezer, des
ochtends om 6 uur, onder de gemeente
Leidschendam, een vliegtuig van Engel-
sche nationaliteit neergekomen, waar
van de uit vijf personen bestaande be
manning vluchtte. Voor de opsporing en
aanhouding werd een belooning van
500 uitgeloofd.
Van bevoegde zijde wordt nader ge
meld, dat het door de activiteit van
de Wassenaarsche politie gelukt is in
den loop van den avond van den 25sten
September drie leden van de beman
ning gevangen te nemen.
In den loop van den daaropvolgen-
den nacht werden in de buitenplaats
Duivenvoorde bij Voorschoten nog twee
leden der bemanning gearresteerd.
Allen zijn aan de Duitsche militaire
autoriteiten overgeleverd. Waarschijn
lijk zijn drie der gearresteerden
Tsjechen.
De ontbinding van het Nederlandsch
Arbeidsfront is gebaseerd op de over
weging, dat thans de aanleiding ver
vallen is, op grond waarvan deze or
ganisatie destijds in het leven werd
geroepen.
Deze aanleiding lag namelijk opgeslo
ten in het feit, dat de toenmalige lei
ding van het N.V.V., evenals die van de
andere groote vakcentrales, zich ging
bezighouden met de persoonlijke poli
tieke overtuiging van zijn leden. Daar
door werd het aan vele Nederlandsche
arbeiders onmogelijk gemaakt, zich in
de groote vakbeweging te organiseeren
of hun lidmaatschap daarvan voort te
zetten.
De gewijzigde verhoudingen hebben
thans het N.V.V. teruggebracht tot de
vervulling van zijn eigenlijke taak: de
behartiging van de sociale en cultureele
belangen der Nederlandsche arbeiders,
een taak, welke door eiken werker in
ons land volledig kan worden onder
schreven.
De toetreding van duizenden nieuwe
leden uit den kring van het Neder
landsch Arbeidsfront beteekent een
nieuwe versterking van de N.V.V.-
organisatie en daardoor tevens een be
langrijke stap voorwaarts op den weg
naar de eenheid op sociaal terrein van
alle Nederlandsche arbeiders.
Deze toetreding houdt tevens de er
kenning in van de kracht van de groote
vakorganisatie, welke in den loop der
jaren is opgebouwd uit den arbeid en
de opofferingen van honderdduizenden
Nederlandsche arbeiders.
Ook in nationaal-socialistische krin
gen blijkt dus de overtuiging te leven,
dat deze kracht, die uit het werkende
volk van Nederland zelf is voortgeko-
men, niet kan worden verwaarloosd of
genegeerd bij het streven naar een
rechtvaardige sociale positie voor den
Nederlandschen arbeider.
De leden van het N.A.F. kunnen zich
aanmelden bij de plaatselijke besturen
in hun woonplaats van den voor hen
geschikten vakbond van het N.V.V.