van en in De verdwenen erfgenaam w De Rijkscommissaris woont bijeenkomst Voetbalwedstrijden in den Haag o den Ned. Cultuur Kring bij Amsterdam - Tenniswedstrijden af LiJ gf Hf BIB I HOÉ? HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 30 SEPTEMBER 1940 TWEEDE BLAD FEUILLETON ft w j f jiw (Nadruk verboden.) 17) I £Wordt vervolgd^ ver- Tor- DE WEDSTRIJDEN OM HET CLUBKAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND OP DEN WEG 1940, uitgeschreven en georganiseerd door de Nederlandsche Wielren Unie, en gehouden in de gemeente Haarlemmermeer. De H. R. C. „Excelsior” wordt gepasseerd door den kampioen van het vorige jaar „Le Cham pion”. Beide ploegen langs de Ringvaart. (Polygoon) OP HOUTRUST IN DEN HAAG WERD DE VOETBALWEDSTRIJD GESPEELD TUSSCHEN DE BEIDE HAAGSCHE EERSTE KLASSERS H.B.S. EN V.Ü.C., welke door V.U.C. met 32 gewonnen werd. Spannend moment voor het V.U.C.-doel. (Polygoon) DE „ONBEKENDEN” VAN DE KRIEGSMARINE. Onbekend is de belangrijke en zware arbeid van de mijnenvegers. Als zij lan gen tijd op zee geweest zijn, is een dag in de haven niet te versmaden. Duitsche mijnenvegers in een Fransche haven. (Polygoon) DE BELANGRIJKE COMPETITIEWEDSTRIJD D.W.S.—A.D.O- (1—0). De achterspeler van het Nederlandsch elftal, de populaire Bertus Caldenhove. is, na ruim een half jaar rust tengevolge van een blessure, weer van de partij. Caldenhove gaat er met den bal vandoor. (Polygoon) lil zeggen, dat u met mijnheer Storslaa- pen moet spreken over alles, wat u nood»é mocht hebben. Misschien kunt u nog even naar het Lorettihuis gaan, dan is deze zaak geregeld. Het zal dadelijk gebeuren, juf frouw Madsen. Hij verlangde er naar de leidende mannen van de firma te leeren ken nen en nam met vreugde de gelegen heid waar. Hij verkleedde zich en ging op weg. Maar hij had pech. Storslaapen was voor een belangrij ke aangelegenheid weggeroepen en niemand wist te zeggen wanneer hij terug zou zijn. Weer op straat geko men, dacht dokter Jeppersen erover wat hij zou doen. De gedachte om naar de haven te gaan en het schip „Kora” op te zoeken, verwierp hij weer, omdat hij niet wist of dit Tor- ger wel aangenaam zou zijn. Doch om dadelijk weer naar de Kirstgade terug te keeren, lokte hem ook niet aan. Toen hij voorbij het postkantoor kwam, herinnerde hij zich, dat hij postzegels moest koopen, maar op het punt het gebouw binnen te gaan, aar zelde hij en kneep de oogen van ver rassing half dicht. In het eerste oogenblik wist hij niet of hij zich vergist had, maar toen hij goed keek, zag hij, dat hij juist had gezien. Is het mogelijk! riep hij uit en trad met vlugge stappen op Dagmar toe. Mijn mooie reisgezellin van Stockholm naar Kopenhagen. Een jaar kan lang en kort zijn, dokter, waarom vraagt u dat? Ja, waarom vroeg hij het? Dat wist hij zelf niet. Hij voelde alleen be hoefte met dit wonderlijke meisje te praten. Een jaar lang? riep hij uit. En dat hebt u uitgehouden? Steeds van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan de schrijfmachine. En dan nog in gezelschap van zulk een verschrikkelijken menscheneter? Deze tijger is de trots van mijn heer Torger! lachte zij en streelde liefkozend over het glanzende vel van den opgezetten tijger. Hij heeft hem zelf neergelegd. Toch, hij knikte, iemand als u moet licht en zonneschijn hebben. Het ontbreekt mij aan beiden niet, dokter. Zij zette een vel papier in de ma chine, een handeling, die hem noopte naar de deur te gaan. Over een uur kom ik nog eens vragen, juffrouw Madsen. Dan zal mijnheer Torger er wel zijn. Jeppersen ging weer naar beneden. De zon was vandaag niet goed ge luimd. Zware, loodgrijze wolken dre ven langs den hemel. Waarschijnlijk zou het ’s middags gaan regenen. Hallo dokter! Jeppersen keerde zich om en keek naar de eerste verdieping omhoog. Elina Madsen stond voor het raam en wenkte hem. Bijna had ik het vergeten. Mijnheer Torger laat u DE NED. CULTUUR KRING kwam Zaterdag in Pulchri Studio in den Haag bijeen. Op deze bij eenkomst werd o.a. het woord gevoerd door den Rijkscommissaris, Rijksmi- nister Seyss Inquart. De Rijkscommissaris luisterend haar de rede van den voorzitter prof. dr. G. A. S. Snijder. (Polygoon) Het aapje zat samengehurkt in een hoek van zijn hok en liet alles met zich doen. Jeppersens diagnose luid de: een heftige maagaandoening, met Jeppersens hulp gaf hij het diertje een raaKmiddel. Het beest schijnt iets gegeten te hebben, wat hem niet goed bekomen is, wij moeten afwachten. Gjellerups snor begon te trillen. U bedoelt toch niet... Welneen, laten wij hopen, dat het hier om iets zeer onschuldigs gaat. Gjellerup staarde naar het aapje, dan keerde hij zich om en zuchtte. Hebt u nog andere patiënten? Niet dat ik weet. Jeppersen zette zijn visites alleen voort. Toen hij een uur later over de binnenplaats liep, ontmoette hij Gjel lerup opnieuw, nu in ernstig gepeins verdiept. Hij ging naar hem toe en klopte hem op den schouder. Denkt U nog steeds over de geschiedenis met de zeehonden. Gjellerup bekeek hem met een vreemden blik. Heelemaal niet, zei- de hij en liep weg. Jeppersen keek hem hoofdschuddend DE HOCKEYDAG 1940 werd te Amsterdam onder groote belangstelling in het hockey-stadion gehouden. De Togo-keeper tracht den bal weg te werken, maar slaat hem in eigen doel. Moment uit de finale H.D.M.Togo. (Polygoon). TENNISWEDSTRIJDEN. Amateurs tegen oefenmees ters op de METS-banen te Scheveningen. Links de Mos (oefenmeester) en rechts Borren (amateur). (Polygoon) Verward hief Dagmar het hoofd op. Zegt u nu niet, dat wij elkaar nooit ontmoet hebben, mevrouw. Dat zal ik zeker niet zeggen. Dagmar dwong zich tot een lachje. Zoolang zij in Kopenhagen was, had zij niet meer aan den man gedacht, die zich op reis zulk een moeite voor haar had gegeven. Zij reikte hem een hand. Zien wij elkaar weer eens terug. Mag ik een eindje met u mee- loopen? Het is de moeite niet waard, ik ben dadelijk op mijn bestemming. Dit verhinderde hem echter niet naast haar te blijven. En ik heb zoo op uw telefoontje gewacht, begon hij. Waarom hebt u niet van u laten hooren? Misschien beschik ik niet over zooveel tijd als u. Hij lachte hartelijk. Ik ben altijd in dienst, ook nu, maar een paar mi nuten moet men altijd over hebben. Eigenlijk moet ik mij nu onder leeu wen, slangen en wilde dieren begeven, maar zooals u ziet, verheug ik mij op het oogenblik over mijn vrijheid. Onder leeuwen, slangen en wilde dieren? Zij deed moeite vroolijk te schijnen, hoewel haar hoofd er hee lemaal niet naar stond. Dan bent u zeker circusdirecteur of dierentem mer. Misgeraden, zeide hij vroolijk. Zij bekeek hem van terzijde. Zijn frisch jongensgezicht straalde. Er is z'"^*** na. Het was niet zoo eenvoudig con tact met Gjellerup te krijgen. Maar dat was juist van belang, want Gjel lerup bekleedde blijkbaar een trouwenspost. Bovendien scheen ger zeer op hem gesteld te zijn. Zon der Gjellerup’s welwillendheid zou het erg moeilijk zijn hier vasten voet te krijgen. Jeppersen waschte zijn han den en trok een schoone jas aan, dan ging hij de trap op naar de eerste verdieping. Het meisje aan de schrijfmachine beantwoordde zijn groet op vriende lijke manier en weer kon Jeppersen zich bijna niet tegen zijn verlegenheid verzetten. Als mijnheer Torger een oogen blik tijd voor mij zou hebben, juf frouw Madsen... Mijnheer Torger is nog niet hier, hij is bij de haven. Het gaat om de zebra's. Wist u dat niet? Jeppersen wist niets en liet het zich uitleggen. Elina’s stem was vol en week. Als muziek! dacht hij. Hij hoorde wel wat zij zeide, maar zijn hersens namen de woorden niet op. Haar mooie gezichtje maakte hem in de war. Zij is mooier dan Edda, dacht hij, veel mooier! Dat zulk een meisje haar leven in een kantoor moet door brengen. Torger was beslist een strenge chef. Bent u allang hier? vroeg hij. Elina Madsen keek hem verwon derd aan en toen begon zij te lachen. niets wat dezen jongen verdriet doet, dacht zij. Weet u niets anders? vroeg hij plagend. Van voren D en de laatste letter is s, daartusschen acht letters net als in een kruiswoordraadsel. Ik zal er wel nooit opkomen. Dan zal ik het u zeggen, me vrouw, dierenarts, heel gewoon die renarts. Ah, juist, maar u bent zeker bij een circus? welneen. Hebt u j$eieens van Loretti gehoord? Denemarken’s groot ste dierenhandelaar. Neen, mompelde Dagmar ver schrikt. Bent u daar? Sedert gisteren, bekende hij lachend. Toen wij elkaar leerden kennen, had ik juist mijn aanstelling in mijn zak. U moet eens komen en het dierenpark zien, het is geweldig. Daarover, Dagmar slikte, daar moet u mij meer over vertellen, ik stel namelijk groot belang in die ren. Dierenarts was hij, dierenarts bij Loretti. Dan werkte hij natuurlijk buiten, in de Kirstgade, vlak bij Jur gen, en dat meisje, wier portret in de muziekkamer hing. Een lichte duizeling overviel haar, die pas verdween toen zij in een zachten stoel zat. Lieve help! riep hij uit. BeaA u niet wel, u ziet zoo bleek. Mi li M SI W '14 w Swflw t ?S'. -X- o*" I >»Z- 8oe.yw..vz, u imtpjwv. - '•y r- - ft w

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5