van van Mais-oogst - Een snoek van 23 pond - Willkie in Chicago - Restauratie kasteel Deurne - Tramconducteurs in de Diergaarde Blij-Dorp te Rotterdam o I I De verdwenen erfgenaam 5313 '/F- t I A i I KAAGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 3 OCTOBER 1940 TWEEDE BEAD FEUILLETON I' O 1 i DE HEER v. d. VUKS1 (Nadruk verboden.) het is ge- beesten, bromde *ïjde, zyn gezicht drukte verbetenheid 'ut. De mannen bleven hem uit den '(Wordt vervolgd# was het bijna ongeloofe- op CHICAGO ONTVANGT WENDELL L. WILLKIE. ^p de eerste etappe van zijn 70U0 mijl langen verkiezingstocht door de Vereenigde Staten kwam de republikeinsche can- didaat voor het presidentschap, Wendell L. Willkie, in Chicago. Willkie bij de vermoeiende bezigheid van het handen schudden, 'Associated Press) zaklan- dat HET SEIZOEN TE SCHEVENINGEN IS AFGELOOPEN. Toch zijn er nog altijd liefhebbers, die op het terras hun kopje koffie willen drinken. De obers, die deze klanten bedienen, hebben als voorzorgsmaatregel tegen verkoudheid, een platte pet gekregen. (Polygoon) DE MAIS-OOGST IS IN BRABANT IN VOLLEN GANG. Kwam dit product voorheen voornamelijk uit de tropen, de laatste jaren is men zich in Brabant meer en meer toe gaan leggen op het verbouwen hiervan en thans oogst men overal de rijk gevulde mais-kolven. (Polygoon) te Amsterdam ving met zijn broer in de Vinkeveensche plassen een snoek van 1.08 m., wegend 23 pond. De zoon van den visscher met den buit (Polygoon) nenkwam, keerde Torger zich naar Gjellerup. Vertelt u deze geschiede nis nog eens. Aarzelend vertelde Gjellerup verhaal nog een keer. Wat zeg je daarvan? Elina zeide heelemaal niets. Haar gezicht stond verschrikt. Zij keek van den een naar den ander. Wat hij ’s morgens had vergeten zeide hij, nietwaar? Ja mijnheer Torger en toen ging hij gauw weg. Begrijp jij dat Elina? Neen, mompelde zij en ging haas tig naar Torger toe terwijl zij fluis terde: Pas op, het begint weer. Torger scheen haar woorden niet te hooren. Zijn blik ging over de voor werpen in het kantoor en het was moeilijk te raden wat hy zocht. Ik dank u Gjellerup, dat u het mij hebt verteld. Natuurlijk heeft mijnheer Lund het recht hier in en uit te loopen, maar de omstandigheden zyn toch een beetje zonderling. Met wien hebt u er nog meer over gesproken? Ik heb niemand iets gezegd. Des te beter. U moet er verder ook maar over zwijgen. Natuurlijk mijnheer Torger. Torger keek hem vriendelijk aan en drukte zyn hand. Zorg voor een flinke nachtwaker. Er schijnt iets niet in orde te zijn. Iedereen moet de oogen goed openhouden. Misschien kom ik zelf hier vannacht. U kunt op mij rekenen mijnheer Torger. Dat weet ik Gjellerup, neem een sigaar. ming. De dieren waren voor een Zweedsch circus bestemd. Dit circus zou weldra op een groote tournée gaan en hij .was blij, dat hij de men- schen zulke mooie beesten kon leve ren. Na deze leverantie zou men be slist nog meer bestellingen bij Loretti doen. Komt u straks even bij mij bo ven, Gjellerup? Zeker mijnheer Torger. Wat ik zeggen wilde. Waar dokter Jeppersen? Die is naar het Lorettihuis, naar mijnheer Storslaapen. Ach, juist dat is waar. Torger streelde een zebra, die onrustig dans te. Heeft hij den leeuw geopereerd? Ja, en zeer goed, mijnheer Tor ger. En hoe gaat het met de meer kat? Die krijgt soep. Torger was tevreden. Jeppersen scheen een flinke kracht te zijn. Hij ging naar de waschgelegenheid en waschte zich, waarna hij naar boven, naar zijn kantoor, ging. Gjellerup volgde hem als een schaduw. Een borrel voor Gjellerup, Elina. Gjellerup dronk het sterke goed in een teug leeg. Op een been is het moeilijk loo pen, lachte Elina en vulde het glas voor den tweeden keer. Gjellerup dronk het opnieuw leeg. En als ik u nu even spreken kan, zeide hij tot Torger. Zeker, wat is er aan de hand? Gjellerup haalde diep adem. Mis schien kunnen wij daar binnengaan, Dat is te gek. Torger drukte zijn sigaret in een aschbakje uit. Waar om heeft u geen alarm geslagen? Hét kan toch alleen maar een inbreker zijn geweest? Ik heb hem ook niet laten loopen, maar... U legt mij op de pijnbank Gjelle rup, hebt u den kerel gepakt of niet? Ik heb hem gepakt, mijnheer Tor ger. En wie was het? Torger zei geen woord, hij staarde verbaasd naar Gjellerup, die met een ongelukkig gezicht voor hem stond. Eerst wilde ik u heelemaal niets ver tellen, mijnheer Torger, omdat mijn heer Lund directeur is en misschien overal in en uit mag gaan. Maar om dat hij eigenlijk hier heelemaal niets te maken heeft en maar zelden hier komt, dacht ik, dat het toch beter was het u te vertellen. Lund was hier en hoe laat was dat Gjellerup? Kort na middernacht. En hij heeft met een taarn... maar Gjellerup, hebt u niet gedroomd? Gjellerup keek Torger beleedigd aan. Ik heb hem toch gegrepen, toen hy het huis uitkwam, omdat ik dacht dat het een inbrker was. Maar het was mijnheer Lund. Eerst was hij erg opgewonden, maar toen zeide hij, dat hy 's morgens iets had laten lig gen, dat hy nu was komen halen. Hoe kan men zooiets droomen? Torger ging naar de deur en opende haar. Elina, wil je even hier ko men I En toen het meisje verschrikt bin- 20) Stofwolken stegen op onder de hoe ven der zebra’s, die uit de stallen dron gen. Zoowat alle mannen, die bij Loret ti werkten, stonden naast elkaar op de binnenplaats en bekeken de dieren met kennersblikken. Het waren uitgezóchte mooie en krachtige exemplaren. Elina Madsen keek van uit het raam op de eerste verdieping vol belangstelling toe. lederen keer als er nieuwe die ren bij Loretti kwamen, werd zij op gewonden en zij kreeg het gevoel bo den uit een wild romantisch land te zien, dat zij zoo graag zou leeren ken nen. Zij smeekte Torger vaak haar mee te nemen, als hij weer eens weg zou gaan om dieren in de wildernis te jagen. Maar hoewel hy haar wen- schen steeds vervulde, aan dezen wil de hij niet toegeven. Zij was te zwak voor het ruwe leven, dat bij zulk een expeditie hoorde en ook te zwak voor het klimaat. Met stralende oogen keek zij naar beneden. Torger dook weldra op en liep naast de dieren, die achter el kaar naar de stallen werden gebracht. Weldra verdween hij weer en Elina Wist, dat hij pas terug zou komen als alle dieren onder waren gebracht. Gjellerup was voortdurend aan zijn ENGELSCHE BRANDWEERLIEDEN bezig met de nablussching in verwoeste wijken te Londen om het overslaan van het vuur naar andere stadsdeelen te verhinderen. Telegrafisch overgebrachte foto Holland) HEI BEKENDE KASTEEL DEURNE, DAT UIT PL.M. 1400 DATEERT. WORDT GERESTAUREERD. TIJDENS DE WERKZAAMHEDEN AAN HET DAK (Polygoon) weg. Het is niet met hem uit te houden! zeiden zij tot elkaar. Gjelle rup hoorde dit niet, maar als hy het gehoord zou hebben, zou hij het zich niet hebben aangetrokken. Nauwelijks een uur geleden was Angersen in de Kirstgade gekomen, zwaar bedronken. Gjellerup had hem verachtelijk aangekeken. Je bent nog altijd dronken. En toen lijke gebeurd. Arigersen had zich Gjellerup geworpen en in zijn hand hield hij een lang mes. Natuurlijk moest hij dit berouwen, want Gjelle- rup’s harde vuist trof hem onder de kin en als een gevelde boom was hij gevallen. Breng dat zwijn naar huis! Ja, zoo was het met Angersen weest en allen die het gezien hadden, waren bang geworden. Dat Angersen niets tegen Gjellerup had, was duide lijk, zijn handelwijze was slechts een gevolg van zijn roes. Maar dat zoo iets kon gebeuren, dat was het nu juist. Nauwelijks een kwartier later kwam Torger met de zebra’s. Hij wist niet wat er gebeurd was en nie mand vertelde het hem. Hy was in een vroolijke stemming. De dieren waren naar zijn zin. Hij maakte grap pen met de menschen terwijl de dieren de stallen werden binnengedreven en hij scheen geen oogenblik meer aan de zeehonden te denken, die als offer wa ren gevallen van een aanslag. Zyn dat geen prachtdieren, Gjel lerup? Schitterende deze. Ja, Torger was in de beste stem- zeide hij en wees naar de andere ka mer. Een rimpel verscheen op Torger’s voorhoofd, maar hij zeide niets en ging Gjellerup voor naar het privé- kantoor, waarvan Gjellerup zorgvul dig de deur sloot. Nu? begon Torger. Naar uw gezicht te oordeelen, brengt u niet be paald vroolijke berichten. Dat is mijn schuld niet, mijnheer Torger. Dat ligt aan Angersen. Juist, knikte Torger. U wilde den man bij mij sturen. Waar zit hij? Hij is alweer dronken. Hij kwam straks hier en werd handtastelijk. Neen toch? Ik heb hem neergeslagen, mijn heer Torger. Gjellerup’s gezicht ver trok. Het is twintig jaar geleden, dat ik mijn handen voor zulk werk heb gebruikt, maar het ging nu niet anders, mijnheer Torger. U behoeft zich daar niet over te verontschuldigen. Hebt u nog iets op uw hart? Gjellerup zuchtte zwaar. Er is gisteravond iets eigenaardigs ge beurd, mijnheer Torger. U had mij vanwege de zebra’s opgebeld en ik ging midden in den nacht naar bene den. Opeens zag ik licht in uw kamer. In mijn kamer hier? Ja, knikte Gjellerup en staarde langs Torger heen, die verbaasd naar hem toe kwam. Ja, hier, het scheen mjj toe geen zuivere koffie te zyn. U kon er onmogelijk zijn, want wy hadden zoo juist met elkaar getelefo neerd. En het electrische licht brand de ook niet, maar het leek, alsof ie mand met een zaklantaarn rondliep. DE DIRECTIE VAN DE ROTTERDAMSCHE DIERGAARDE heeft het personeel van lijn 6, welke lijn tot den ingang van de nieuwe Diergaarde- Blij-Dorp wordt doorgetrokken, uitgenoodigd tot een bezoek. Belangstelling voor den olifant. (Polygoon) 1 I V J 'BB, r -:?s SS Jr i K W

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5