Houtskool maken - De burgemeester van Leidschendam aanvaardt zij n ambt Noodwinkels te Rotterdam - Nieuw museum - Farinacci te Berlijn ontvangen o De verdwenen erfgenaam I r ïi HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 5 OCTOBER 1940 TWEEDE BLAD FEUILLETON OP DE INSTALLATIE VAN DEN NIEUWBENOEMDEN BURGEMEESTER VAN RIJTUIG, WAARMEDE ZIJ VAN HUN WONING WERDEN GEHAALD. (Polygoon)', Hij had haar gevraagd den avond met hem door te brengen en zij had, na lang aarzelen, toegegeven. En nu probeerde hij een programma op te maken, dat Vera volkomen zou bevre digen. Het interesseerde haar natuur lek iets van de kleinkunst in Kopen hagen te zien en te hooren. Hij zou dus eerst twee kleine elegante cabarets SCHIEDAM KAN TROTSCH ZUN op het nieuwe stedelijke museum, dat is ondergebracht in het gerestau reerde Sint Jacobs gasthuis. Een keuken uit het begin der vorige eeuw. (Polygoon) (Nadruk verboden.) LEIDSCHENDAM, DEN HEER H. C. C. BANNING. BURGEMEESTER BANNING EN ZIJN ECHTGENOOTE IN HET woordde van uit het donkere trappen huis en kwam weer naar boven. Ik had het bijna vergeten, een dame heeft voor u opgebeld. Een dairre? Misschien Vera? Ver ward keek bij haar aan. Heeft zij haar naam genoemd? Zij heeft alleen naar u gevraagd en scheen erg teleurgesteld te zijn u niet te kunnen spreken. Wanneer* was dat ongeveer? U was nauwelijks weg. Dan kon het Vera niet geweest zijn. Ik denk, dat zij nog wel eens zal opbellen, troostte Elina, toen zij zijn angstig gezieht zag. Zeker, dank u. Hij liep naar be neden. Als het Vera niet was, dan had Edda opgebeld. Maar waarom zou zij hem hebben opgebeld? Of er misschien iets gebeurd was? Niet meer zoo zorgeloos als tevoren keerde Jeppersen naar zijn werkka mer terug, waar hij lijsten vond, wel ke Gjellerup waarschijnlijk had neer gelegd. Zij behelsden de methoden van voederen en den aard- van het voeder der dieren. Hij keek ze vluchtig in, maar zijn aandacht was ergens an ders. Zijn gedachten waren bezig met Vera Romany en met Edda Fons. Plotseling Klopte iemand tegen het raam en ópkijkend zag hij Gjellerup, die hem wenkte buiten te komen. (.Wordt vervolgd.fr loos weggegooid, dan komt het op een paar honderd kronen meer of minder niet aan. Palmer lachte koel. Als het den laatsten wil is van Lorenz Ettinger, dan is het onze plicht deze wilsbe schikking te vervullen. Dit was het laatste wat hij zei, voordat hij het vertrek verliet. Sven Jeppersen keerde in opgewekte stemming in de Kristgade terug. Wat een prachtvrouw was deze Vera Ro many. Waren er wel een tweede paar oogen met zulke wimpers op de we reld? En de charme en gratie, waar mede zij zich bewoog, het verstand, dat uit elk woord sprak. Jeppersen was verrukt, weliswaar sprak zijn geweten, maar hij legde het spoedig het zwijgen op. Nooit zou Edda iets van deze vrouw hooren en had niet ieder mensch een geheim? Dit zou zijn geheim zijn, een zoet geheim, waar van niemand iets zou te weten komen! Daar hij onder geen beding van den avond met Vera wilde afzien, moest hij een goede uitvlucht vinden, welke het Edda niet al te moeilijk zou ma ken hem te gelooven. Zou hij haar een entrée voor het Alhambra brengen en iets verzinnen om de teleurstelling niet al te groot voor haar te doen zijn? Of zou hij haar vertellen, dat hij een dier had geopereerd en een nacht moest waken? Ja, dat was wel het eenvoudigste. Edda moest begrijpen, dat dienst dienst was. Stil en beschei den als zij was, zou zij nauwelijks een woord van teleurstelling uitten. Hij floot alweer, toen hij door de poort ging. De regenwolken hingen zwaar neer, het kon ieder oogenblik beginnen te regenen en hoewel het pas twaalf EEN DUITSCHE OORLOGSCORRESPONDENT AAN HET WERK. Na zijn terugkeer vertelt een Duitsche vlieger aan den oorlogscorrespondent zijn belevenissen bij den strijd boven Engeland. (Holland) uur in den middag was, was het ta melijk donker. Hij trok zijn witte jas aan en ging naar de eerste étage van het opzich- tershuis. Ik heb mijnheer Storslaapen niet kunnen spreken, juffrouw Madsen. Elina zag er bedroefd uit, maar hij was te zeer met andere dingen ver vuld om dit op te merken. Zoodra Torger weggegaan was, had zij alles in zijn kamer doorzocht maar niets ge vonden, dat met Lunds bezoek samen hing. Er scheen niets weg te zijn. Maar een reden moest Lunds bezoek toch wel hebben gehad. Men had vanuit het Lorettihuis op gebeld en dringend verzocht of Torger onmiddellijk wilde komen. Op haar vraag waarom Torger zoo haastig moest komen, had men geantwoord, dat advocaat Palmer gekomen was. Dit alles wond haar op. En dan dacht zij daarbij nog aan den avond tevoren. Wat had Dagmar van Jurgen ver langd? Ja, Elina was uit haar evenwicht geraakt en zij haalde verlicht adem, toen Jeppersen het vertrek verliet zon der al te veel op haar te hebben ge let. Maar nauwelijks had hij de deur achter zich gesloten of zij sprong op en liep hem na. Hallo dokter Jeppersen! Hij ant- met haar bezoeken en dan... ja, 'en dan, zouden zij samen soupeeren. In Tivoli natuurlijk. En dan... Jeppersen floot vroolijk voor zich heen. Maar dan brak hij plotseling af. Wat zei Edda? Edda verwachtte hem. Had hij haar niet beloofd met haar uit te gaan. Edda had hem verteld, dat zij sedert maanden niet in een bioscoop was geweest en hij had haar onmid dellijk beloofd de groote film, welke juist in Alhambra liep, met haar te zullen gaan zien. Edda had zich hier natuurlijk op verheugd. Een schaduw viel over Jeppersen’s stemming. DE KORTE DUBBELE RIJ NOODWINKELS OP DE STOEP VOOR HET HOOFDPOSTKANTOOR AAN DEN COOLSINGEL TE ROTTERDAM IS GEOPEND. ER HEERSCHTE DIRECT EEN GEZELLIGE DRUKTE. (Polygoon) ONTVANGST TER EERE VAN DEN ITAL1AANSCHEN MINISTER FARI NACCI in Hotel Adlon in Berlijn. Rijksminister dr. Göbbels in gesprek met den Italiaanschen gezant in Berlijn, Alfieri. Links van dr. Göbbels minister Farinacci. (Holland) worden groote hoeveelheden 'dennenhout tot z.g. „mijten” opge stapeld. welke men in brand steekt. Het resultaat hiervan, houtskool, kan als brandstof goede diensten bewijzen. De groote mijten in aanbouw. Op den voorgrond eenige, welke nog af gedekt moeten worden. (Polygoon) 22) Ik ben sprakeloos, zei Torger en de klank van zijn stem verried, dat ook hij opgewonden was. Storslaapen sprong op en liep in het vertrek heen en weer. Ik geloof er geen woord van! riep hij uit. Geen woord! De twee anderen wisten eveneens sentimenteele sprookjes te vertellen, tot wij hen het masker afrukten. U bent wellicht van dezelfde meening? zoo wendde Palmer zich tot Lund, die nijdig voor zich uitstaarde. Ik? Hij lachte ruw. Men moet den man eens goed bekijken, mijnheer Palmer, voordat men hem het vermo gen van het Lorettihuis in handen geeft. Dat spreekt vanzelf. Wat moet er gebeuren heeren? Ik verwacht uw Voorstel. Iemand moet dadelijk naar Mün- chen vertrekken. En wie, mijnheer Storslaapen? Storslaapen gaf geen antwoord. Hij had zijn opgewonden wandeling ge staakt en stond nu voor het raam, waar hij naar de straat staarde. De man, die daar plotseling in München was opgedoken, moest een bedrieger zijn, moést dat zijn! Was hij het niet dan... ach, het was niet te voorzien, wat er dan gebeurde. Ik ben ervoor, dat men hem on danks zijn lijdenden toestand verzoekt naar Kopenhagen te komen, zei Tor ger, die zijn opwinding overwonnen had. En uw voorstel mijnheer Lund? Ik sluit mij aan by de meening van mijnheer Torger. Palmer keek peinzend van den een naar den ander. Ik zal u nog van daag melden tot welke stappen ik ben gekomen. U, mijne heeren, wordt ver zocht zelf niets te ondernemen. Hij deed den brief weer in zijn tasch en stond op. De komende dagen zullen hopenlijk zekerheid brengen. Ja, en dan nog iets. Dr. Sedlmayer deelt mjj mede, dat, als mijn cliënt besluit naar Kopenhagen te reizen, zijn middelen daartoe niet toereikend zullen zijn. Dat is echter van minder belang, wij zullen de kosten daartoe bestrijden uit het fonds, dat ter onze beschikking staat. Natuurlijk, riep Storslaapen en keerde zich met een ruk van het ven ster af. Ongetelde duizenden zijn al nutte- EEN SCÈNE UIT DE NIEUWE FILM „BISMARCK”. STAATS- SCHAUSPIELER PAUL HARTMAN JN IN DE TITELROL. (Holland)', F gr «.««as I •- -■ i JÉ wBE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5