De verdwenen erfgenaam De samenkomst op den Brenner - Engelsche bommen op Amsterdam De verovering van Sidi el Barrani - Suikerfabrieken werken op volle kracht o y W iwa Bik*/ HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 7 OCTOBER 1940 TWEEDE BEAD FEUILLETON OP HET ZUIDER BUITEN-SPAARNE TE HAARLEM WERDEN ROEI WEDSTRIJDEN GEHOUDEN. DE STRIJD TUSSCHEN DE ACHTEN VAN HET SPAARNE EN NJORD (ACHTER). (Polygoon# (Stapf) ge- (Nadruk verboden.) '(Wordt vervolgd,^ BLAUW WIT WON TE AMSTERDAM met 21 van H.B.S. Vier hoofd stedelingen op zoek naar den bal. (Polygoon) aan. Waarom hebt u my niet op» gebeld, toen u dien brief ontving? Ik wilde u niet ongerust maken» Intusschen heb ik echter ingezien, dat het verkeerd is u in onwetendheid ta laten. Dan moet ik u dankbaar zijn. Lund kneep zijn oogen dicht» Steekt u den draak met my, Tor«» ger? Hoe komt u daaraan? Wantrouwend bekeek Lund den an» der. Gelooft u niet aan den brieft Wilt u hem mij laten zien? Zwijgend haalde Lund een brief uit zijn zak en reikte dezen aan Torger» Met verdraaid handschrift, had inder daad iemand, die zich een welwil lende” noemde, de door Lund uitge sproken dreigementen geschreven. Mag ik dezen brief vier en twin» tig uur houden? vroeg Torger. Het spijt mtf, ik heb het schrij ven aan een schriftkundige beloofd ter onderzoek. Torger gaf den brief terug. Voor het geval, dat u nog zoo’n kattebel letje ontvangt, stel ik het zeer op prijs, als u mij waarschuwt. Hij verliet het vertrek, den brief dien Lund ontvangen had, verontru^* te hem niet, omdat hjj er niet in loofde, t DE SUIKER-C'AMPAGNE IS IN VOLLEN GANG. Bergen suikerbieten worden door de binnenvaartschepen uit alle deelen van Nederland aangevoerd, om verwerkt te worden. Wachtend op het lossen van de lading DE TEN DEELE VERWOESTE KAZERNES EN SCHUILPLAATSEN IN HET DOOR DE ITALIANEN OP DE ENGELSCHEN VEROVERDE SIDI EL BARRANI. (Hoffmann) Toen Palmer was weggegaan, liet hij drie mannen achter, die zich eerst even in de nieuwe situatie moesten inleven. Ongetwijfeld was Storslaapen de meest zenüwachtige der drie man nen. Gelooft u aan deze bedriege rij? Zijn blik ging van den een naar den ander. Voor den gek houden wil men ons, dat is het. Zijn altijd rozig gezicht was bleek geworden en Torger die hem opmerkzaam aan keek, zag dat de spieren van zijn ge zicht zenuwachtig trokken. Wij zullen het moeten afwachten, antwoordde Lund, die moeite deed er gewoon uit te zien. Als de man een bedrieger is, zullen wij hem wel ontmaskeren. En u Torger, Storslaapen kwam dicht voor hem staan. Hebt u er niets op te zeggen? U zit daar alsof het u niets aangaat. Torger trok de schouders op. Is dat uw antwoord? Storslaapen lachte ruw, U schijnt niet te be- 23) Er staat buiten aan de poort iemand, die u wil spreken, zei hij, toen Jeppersen buiten kwam. Jepptrsen snelde naar de poort. Het was Edda, die daar stond, een opge wonden Edda. Toen zij hem zag, kwam zij enkele stappen tegemoet. Ach Sven. Tranen stonden in haar oogen. Hoe goed, dat je èr bent. Ik belde al op. Moeder..., zij slikte, Moeder is zoo ziek. Het ontroerde hemdiep, zooals zij daar stond. Hoe moe zag zij er uit en met welk een vertrouwen was zij naar hem toegekomen. Hij voelde zich slecht en leugenachtig. Wat scheelt haar Edda? vroeg hij en trok haar terzijde. Ja, wat scheelde haar? Edda wist het zelf niet. Zij was in de keuken geweest, toen zij plotseling een kreet Van uit de kamer hoorde klinken. Zij ging haastig naar binnen en vond haar hggen. Ik heb Arne geroepen, die heeft een dokter gehaald en nu heeft. grijpen, waar om het gaat, als deze zwendel gelukt... Voorloopig is het nog niet zoo ver. Torger stond op en Lund volgde diens voorbeeld. Men moest naar München g^an en den man eens bekijken! riep Stor slaapen. Waarom? Als hij Lorenz Et tinger’s erfenis wil krijgen, moet hij maar hierheen komen. Storslaapen begreep niet, waarom Torger zoo kalm kon blijven en daar hij ook bij Lund geen bijval vond voor zijn plan, verliet hij boos het vertrek. Dit deed Torger genoegen, want nu was hij met Lund alleen. Hij be sloot onmiddellijk met hem te praten. Maar nog voordat hij een woord kon zeggen, trad de ander op hem toe, Ik zou u iets willen zeggen, dat waarschijnlijk van groot belang voor u is, Torger. Er-is iets bij ons aan den gang, dat weet u. Wij zullen ons in acht moeten nemen. Voor wien? Elk voor elkaar. Lund lachte gedwongen. Ik kreeg bijvoorbeeld gisteren een brief, die mij noodzaakte vannacht een bezoek aan de Kristga- de te brengen. Aan de Kristgade? En waarom? vroeg Torger. Heeft Gjellerup u dan niet ver teld, dat ik er was? men haar naar het ziekenhuis bracht. Hij streelde haar. Niet huilen Edda. Maar op hetzelfde ooggnblik voelde hij hoe belachelijk zijn woor den waren. Waar heeft men haar heen gebracht? Zij noemde den naam van het zie kenhuis. Ga mee Sven, misschien vertelt men mij wat haar scheelt, ga je mee? Hij knikte, liep terug en verwissel de zijn witte jas met zijn overjas. Toen hij weer buiten kwam, ging hij naar Gjellerup. Ik moet abso luut even weg, wilt u mij bij mijn heer Torger verontschuldigen. Gjellerup knikte. Buiten gekomen, riep Sven een taxi aan. O jij, snikte Edda, hoe goed ben je. Hij legde zijn arm om haar schou ders en toen hij voelde hoe zij beefde overweldigde hem het medelijden. Hij bukte zich en kuste haar. Mijn arm kind, wat heb je het toch moeilijk. Maar alles komt goed, dat zul je zien. Hij troostte haar met teedere woor den en liefkoozingen. Toen hij haar een poosje later in de hal van het zie kenhuis liet wachten, had zij zich weer beherscht. Sven bleef een tijdlang weg, het leek haar een eeuwigheid toe. Toen DE ROTTERDAMSCHE IEÜGD vermaakt zich in den ondergeloopen kelder van een gesloopt huis (Polvaooni DE ONTMOETING VAN DEN FÜHRER EN DEN DUCE OP Dr.., BRENNER. HARTELIJK WAS DE BEGROETING TUSSCHEN DE BEIDE LEIDERS (Stapf) hij eindelijk kwam, klopte haar hart in haar keel. Wij moeten geduld hebben, het zal goed komen, zeide hij. Wat scheelt haar? Pas buiten vertelde hij het haar. Mevrouw Fons had een zware zenuw koorts. Gjellerup? Torger schudde het hoofd. Neen, hij heeft geen woord gezegd. Dan zal hij het nog wel doen. Ik ben nieuwsgierig. Dat kunt u ook gerust zijn. Ie mand schreef mij namelijk, dat wij moesten oppassen. Gevaarlijke han den zijn bezig ons schade te doen. Torger was de eerste, die er waar schijnlijk aan zou moeten gelooven. De val is voor hem opgezet. Hebt u den brief daar? U zult hem dadelijk lezen. Toen ik hem ontving, nam ik hem mis schien te woordelijk op. In ieder ge val begaf ik mij onmiddellijk naar de Kristgade om daar eens rond te kij ken. Ik meende in allen ernst, dat men iets in uw werkkamer had neer gelegd. Gelukkig werden mijn ver wachtingen niet vervuld. Mijn goede bedoelingen leden echter bijna schip breuk, want toen ik het huis verliet, greep Gjellerup my vast en dacht een inbreker te hebben. Lund lachte ge dwongen. Ik had moeite mij uit zijn vuisten te bevrijden. Maar hoewel in dit geval van een dreigement ge sproken kan worden, moeten wjj toch oppassen. Tot wat onze tegenstanders in staat zijn, hebben wij aan de zee honden gemerkt. Ik ben sprakeloos. Torger was weer gaan zitten en keek Lund strak ENGELSCHE VLIEGERS ZAAIDEN DOOD EN VERDERF IN AMSTERDAM. EEN PERCEEL AAN DE RECHTBOOMSLOOT WERD DOOR EEN BOM GETROFFEN EN VRIJWEL GEHEEL VERWOEST. (Polygoon# te 4 - i-M Us L - - Z-:- L SS»

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5