in De verdwenen erfgenaam Boelgaarsche troepen in de Dobroedsja - Oude kerk wordt gerestaureerd Duitsche troepen uit Frankrijk terug in het vaderland - Veertigjarig werkpaard iW I L* 11 HA'AGSCHE COURANT VAN DINSDAG 8 OCTOBER 1940 TWEEDE BEAD FEUILLETON lllfc -->1 i - (Nadruk verboden.) Nielsen? een wel HET FRAAIE HEK OM HET VONDELPARK TE AMSTERDAM, dat in zeer vervallen staat verkeert, wordt thans door jeugdige werklooze smeden gerestaureerd. Dezer dagen maakte men een aanvang met het verwijderen van het hek. (Polygoon) DE INTOCHT VAN DE BOELGAARSCHE TROEPEN IN DE DOOR ROEMENIË AFGESTANE DOBROEDSJA. (Hoffmann) HARTELIJK BEGROET DOOR DE BEVOLKING KEEREN DUITSCHE SOL DATEN, DIE SEDERT HET BEGIN VAN DEN VELDTOCHT NIET MEER THUIS ZIJN GEWEEST, UIT FRANKRIJK IN DUITSCHLAND TERUG. (Scherl) hij wij, er 24) Een stralend lachje gleed over Niel- sen’s vermoeid gezicht, toen hjj zag wie daar de zaal van het ziekenhuis binnenkwam. Mijnheer Torger! riep hij en richtte zich een weinig op, maar hij liet zich dadelijk weer met een kreet van pijn vallen, want behalve het gebroken been, had hij ook nog een spier in zijn borstkas ge- gescheurd, de val uit den boom was zeer hevig geweest. Het gebroken been lag in gips, en Nielsen had er zich zuchtend in ge schikt, dat er weken zouden verloo- pen, voordat hij weer aan zyn werk kon gaan. Nu echter, nu hij Torger zag, vergat hij zijn verdriet en stak hem de hand toe, die Torger hartelijk drukte. Je bent een ongeluksvogel, pro beerde Torger te schertsen, en nam op den stoel plaats, dien de zuster baast het bed zette. Drie jaar ge leden brak je een arm en nu dit De tak onder mij brak, mijnheer Torger, anders was mij dit niet ge beurd! Ik weet het, ik weet het. Torger keek den man vriendelijk aan. Het Was de opwinding, die u onvoorzich- TWEE MAAL HOOIEN. Door gunstige weersomstandigheden is het soms mogelijk twee maal achter elkaar te hooien, hetgeen voor de veehouders van groot belang is. Nadat het z.g. „dijkhooi” is gewonnen en bij elkaar geharkt, wordt het aan den voet van den dijk gedeponeerd om vandaar weg te worden gehaald. (Polygoon) 1 111lllllil i|iis De beer was ons eigendom niet, mijn heer Torger, hij behoorde anderen toe. Men had ons hem in bewaring gegeven, 's Middags zou hij weer wor den afgehaald. Enkele uren tevoren gebeurde het. En wie heeft het volgens jouw meening gedaan? Angersen. Anger sen? Ik durf er mijn hoofd onder te verwedden, dat hij het was, die de kooi opende. Maar waarom dan? Dat weet ik niet mijnheer Tor ger, maar dat hij het geweest is, daar twijfel ik niet aan. Torger keek naar het raam, men zag de kronen van de prachtige kas- tanjeboomen buiten en daar achter de nieuwe vleugels van het zieken huis. Langzaam begonnen de eerste regendruppels te vallen. Angersen! Hij schudde het hoofd. Angersen had een paar jaar geleden tot de flinkste mannen van de zaak behoord, totdat hij door een ongeluk den rechterarm verloor. Sedertdien dronk hij en had toevallen. Op grond van zijn vroegere flinkheid had men veel door de vingers gezien en Torger was gene’gd hem ook weer zijn ge drag van hedenmorgen tegenover Gjellerup te vergeven. Hij meende, dat een ernstige waarschuwing den man weer in het rechte spoor zou brengen. Doch nu zag hij hem echter in een ander licht. Vertelt u mij eens Nielsen, waarom u denkt, dat Angersen tot zoo iets in staat zou zijn? Omdat hij de eenige was, die zich op dien tijd in de nabijheid van de kooi bevond. Dat de beer door hem ontkwam, hebben wij toen al vast kunnen stellen, maar dat dit met op zet gebeurde, is mij nu duidelijk. Ik heb er toen, door de opwinding, niet over kunnen spreken. Vlak voordat het bekend werd, liep ik over de bin nenplaats. Daar ontmoette ik Anger- sen. Hij keek overal rond en deed toen iets aan de kooi. Toen hij mijn voetstappen hoorde, slenterde hij weg. Een oogenblik later, ik had pietg kwaads gedacht, keek ik nog eens naar Angersen, toen stond hij op nieuw bij den beer. En enkele minu ten later bleek het, dat de beer weg was en Gjellerup schold en vloekte over de veertigduizend kronen, die Loretti zou moeten betalen als het beest niet terecht kwam. En toen? En toen, dat weet ik niet, want ik was zonder ophouden op jacht naar het dier. Maar van Jensen, die mij gistermiddag hier heeft opgezocht, hoorde ik, dat Angersen toen weer een aanval had. En dat gebeurt meestal als hij erg opgewonden is. Nielsen leunde vermoeid achterover, het spreken had hem aangegrepen, zijn gelaat was vuurrood geworden. Angersen was het; hij heeft het met opzet gedaan. Waarom? Dat kan ik niet weten, maar ik weet, dat ik mij niet vergis. IMF HET UIT DE 16DE EEUW DATEERENDE NED. HERV. KERKJE TE OPPERDOES WORDT GERESTAUREERD. De oude graf zerken moeten daartoe eerst uit de kerk verwijderd worden. (Polygoon) hopen, dat u spoedig weer beter zult zijn, want wij missen u terdege. Ik zal mijn best doen zooi gauw mogelijk weer op te knappen, mijnheer, beloofde Nielsen en zijn gezicht straalde over den lof door Torger zonder woorden toegezwaaid. Gjellerup stond bij de poort toen Torger uit de taxi stapte. Het regende niet meer, maar de lucht zag er naar uit, dat het spoedig opnieuw zou be ginnen. Kom over een kwartier bij mij boven, Gjellerup. Ik moet iets met u bespreken. Gjellerup knikte en trad terzijde. Boven sprong Elina op toen Torger binnenkwam Eindelijk! riep zij uit en omhelsde hem. Ik heb zoo in angst voor je gezeten Jurgen. Is er iets gebeurd, je ziet er zoo be zorgd uit? Hij dwong zich tot een lachje. Wat mijn meisje niet allemaal bedenkt. Maar zij liet zich door zijn scherts niet misleiden. Toe, ver zocht zij, kwel mij niet langer, vertel mij hoe het allemaal in elkaar zit. Zij gingen naar zijn kamer, waar zij op haar teenen staande, hem innig omhelsde. Wat zou ik gelukkig zijn als ik al je zorgen van je weg kon nemen, zeide zij. Waren wij maar getrouwd Jurgen, dan kon ik nog heel iets anders voor je zijn en ik zou het iedereen kunnen zeggen, dat alles van jou ook mij aanging, LWordt vervolgd^ HET OUDSTE WERKPAARD IN NEDERLAND is in het bezit van een vee houder te Witmarsum. Het dier bereikt deze maand den respectabelen leeftijd van veertig jaar, maar verricht desondanks nog dagelijks zijn arbeid. (Polygoon) Torger zweeg, maar zijn gedachten vlogen door zijn hoofd. Angersen? - Hebt u tegen Jensen iets van uw vermoedens gezegd, vroeg hij na een poosje. Nielsen schudde het hoofd. Ik wilde eerst met u spreken, mijnheer Torger. Als u vandaag niet zou zijn gekomen, dan had ik u geschreven, de zaak laat mij niet met rust. Torger klopte zacht op Nielsen’s schouder. Ik dank u voor uw ver trouwen, zeide hij. Ik zal er voor- loopig nog over zwijgen. Als Angfer- sen werkelijk de man is waarvoor u hem aanziet... Ik heb nog nooit een kameraad de das om gedaan, mijnheer Torger. Dat weet ik en daarom zal ik datgene wat u mij verteld hebt, ern stig behandelen. Beloof mij Nielsen, er voorloopig met niemand meer over te spreken. Dat beloof ik. Torger drukte Nielsen de hand. Ik heb helaas weinig tijd en moet weer weg. Wat kan ik voor u doen, Nielsen. Ik heb aan niets gebrek, hoog stens zou ik graag iets te lezen heb ben. Ik zal u vandaag nog boeken en tijdschriften bezorgen. Torger stond op, hij zag er moe en gedrukt uit. Hij was gekomen om een zieken arbeider te bezoeken en had niet ver moed, dat dit zou gebeuren. Houd u goed, Nielsen, zei hij en drukte den man nogmaals de hand. Wij tig deed zijn. Maar wij hebben het toch aan u te danken, dat de bam- boebeer gevangen is. Opnieuw deed Nielsen een poging zich op te richten en nu Torger hem een kussen in den rug schoof, gelukte het hem een zittende houding aan te nemen. Ik moet er met u over spreken, mijnheer Torger. Nielsen’s stem daal de tot een gefluister. Gisteren wil de ik u al schrijven, maar ik had gevoel, dat u mij dezer dagen zoudt komen bezoeken. Zijn gezicht werd rood toen voortging Gjellerup evenals hebben ons indertijd het hoofd over gebroken hoe het mogelijk was, dat de beer uit de kooi kon ontsnap pen, want hij was goed ingesloten en alles was in orde. Vandaag heb ik het raadsel eindelijk opgelost. Hoe bedoelt u dat? Men mag niemand, enkel maar op een vermoeden van iets, beschul digen, mijnheer Torger, fluisterde Nielsen en zijn adem ging sneller. Maar in dit geval is het meer dan een enkel vermoeden. Ik heb tijd ge noeg gehad om er over na te denken. Torger staarde den man verrast aan. Nielsen, zeide hij, wil je beweren, dat de beer bevrijd werd? Juist, zoo is het geweest. En heb je bewijzen daarvoor? Bewijzen? Neen, mijnheer Tor ger. Nielsens oogen fonkelden. Maar ik heb het een en ander gecombineerd en ik vergis mij niet. I O ■- i- F

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5