i KUNST EN LETTEREN HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 14 OCTOBER 1940 TWEEDE BLAD, PAGINA 3 RUBENS-HERDENKING Trenk, de Pandoer CONCERTGEBOUWORKEST PERSVOORSTELLING JOSEE SANN MATINEE KESIDENTIE-ORKEST CONCERT DOOPSGEZINDE KERK Teruggebracht op 2x/a pCt. te voor Johan de Meester over Tsjechow Première op 19 October a.s. Een ster in Diligentia VEREENIGINGEN Onder Willem Mengelberg Trenk, de Pandoer”, met Hans Albers in de Federatie samenwerking in het vischbedrijf Voor de stichting Noord-Nederland- Vlaanderen OPVOERING VAN „DE KERSENTUIN” Slachtoffers van bomaanval op Amsterdam ter aarde besteld Josée Sann De groote Tobis-film hoofdrol, draait deze week opnieuw in het Asta-theater. Op de foto: Hajis Albers in een moment uit deze spannende film. Oorlogsschadevergoeding den landbouw Vermindering vetgehalte van melk Solist: Georg Kulenkampff, viool l- W Ac Niet zeer I Johan de Meester. gin. is Tobis op deze uitvoering Residentie-orkest ten Verbod van offertes aan het buitenland De secretaris-generaal van het depar tement van Landbouw en Visscherij heeft het te koop aanbieden of te koop doen aanbieden van nader door of van wege hem aan te wijzen crisisproducten met bestemming naar het buitenland verboden. De directeur-generaal van de voedselvoorziening kan van dit verbod ontheffing verleenen, zoo noodig daar aan voorwaarden verbindend. (waarbij wij dus buiten beschou- Residentie-orkest ders. Haar kunst is geestig, guitig, soms zoo echt Fransch een tikje pikant, diep ontroerend, of vol kinderlijke blij moedigheid, maar nimmer sentimenteel. Foto-archief) meesterlijke orkestratie harmonisatie uit zijn functie geheel bevrijd. Gras- en klaversoorten In het heden verschenen Verordeningen blad is opgenomen een besluit van den secretaris-generaal van het departement van Landbouw en Visscherij, waarbij alle gras- en klaversoorten worden aangewe zen als crisisproducten in den zin der Landbouwcrisiswet, Lezing door professor Wil'em van der Pluijm Zaterdagmiddag heeft in restaurant Ba gatelle alhier, een bijeenkomst plaats ge had vanwege de stichting Noord-Neder- land—Vlaanderen, ter herdenking van den grooten Vlaming Peter Paulus Rubens. De 300-jarige herdenking van Rubens’ sterfdag wordt in vele landen gevierd, zeker niet het minst in Vlaanderen en Holland. In de plaats van dr. F. A. J. Vermeu len, die verhinderd was, sprak professor „INGEBORG” BIJ HET CENTRAAL TOONEEL Het Centraal Tooneel N.V., directeur Cees Laseur, artistieke leiders Cëes La- seur en Cor Ruys, zal Woensdag 16 Octo ber a.s. in het Centraal Theater te Am sterdam, de eerste voorstelling geven van „Ingeborg”, blijspel van Kurt Götz, in de vertaling van Joan Remmelts. De titelrol zal gespeeld worden door Mary Dresselhuys, de rol van Ottokar Wendland door Cor Ruys en die van Peter Peter door Cees Laseur, terwijl verder zullen medespelen Sara Heyblom en Willy Ruys. De regie is van Cees Laseur, het décor is ontworpen door Arend Hauer. De vleugelspecialisten Beuker en Denijs zullen aan deze voorstellingen hun mede werking verleenen. Zaterdagmiddag werd in de Doops gezinde kerk voor helaas slechts eenige tientallen toehoorders een concert ge geven door den organist Hein ’s-Grave- sande met medewerking van den cellist Edvard Röntgen. De muzikale uitvoering, welke geheel aan werken van J. S. Bach was gewijd, was het eerste van de drie orgelconcerten, welke bovengenoemde or ganist in de Doopsgezinde kerk in dit seizoen zal geven. Het programma omvat te de Prelude en Fuga in C. kl. t, de Suite no. 4 in Es gr. t. voor cello-solo, de Choralvorspiele „Herr Gott, Dein Gött- lichs Wort” en „Ach Herr, mich armen Sünder”, een Aria voor cello en orgel in D gr. t. (uit de Suite in D gr. t. voor or kest), de Toccata en Fuga in d. kl. t. en het Choralvorspiel „Vor Deinen Thron tret ich hiermit”. Het spel van den organist Hein 's-Gra- vesande muntte uit door innerlijke even wichtigheid en een zekere waardigheid. Er bleek door den kunstenaar naar rust en eenvoud in de voordracht te zijn ge streefd. Het is natuurlijk een zeer doel treffend middel tot het scheppen van een imponeerende muzikale grootschheid, ter wijl het bovendien een opvatting is, wel ke gegrond en dus ook verdedigbaar is. Wij daarentegen denken ons, in verband met karaktertrekken van den grooten Thomascantor, welke ons door geschied schrijvers zijn overgeleverd en in verbdnd met stijlkenmerken der Barok-periode, waartoe Bach in ieder geval behoorde, vele van diens werken onstuimiger en heftiger van aard. Hetgeen Hein ’s-Grave- sande ons schonk sloot zich aan bij de heden ten dage gangbare meeningen en getuigde van begrip en muzikalen smaak, door zinvolle registratie. Het spel van den cellist Edvard Rönt gen was eveneens gedegen van karakter. De klankschoonheid, welke haar oor sprong in een fraaien. vollen en forschen toon vond, werd helaas en vooral in de Suite no. 4 in Es gr. t. ontsierd door bij geluiden en flageolettenen, welke niet waren bedoeld en dus waarschijnlijk, evenals een geringe onzuiverheid in de Prelude van genoemde Suite, aan nervosi teit zullen zijn te wijten geweest. De voor dracht was sensitief, alhoewel verdere de- taileering denkbaar was. Edvard Röntgen bezit echter gevoel voor muzikale wij ding en heeft met zijn spel een sterk boeiende Bach-stemming weten te schep pen Op het tweede orgelconcert, dat Zater dagmiddag 9 November om 2.30 uur zal worden gegeven, zal een César Franck- programma ten gehoore worden ge bracht. Willem van der Pluijm. hoogleeraar aan de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam Spr. gaf een levendig beeld van den Rembrandt van het Zui- En toen zij tot slot in het Nederlandsch den, zooals men Rubens wel eens noemt. ..Ik au fan Holland” zong, was een ieder i Evenals Vondel, werd Rubens uit Vlaam- wèg van haar mooie oogen, haar knap ge. zicht, haar geheele persoonlijkheid. stellig zal dan ook. na haar successen in Parijs, Brussel en andere groote steden van Europa, ook eens den Haag deze kunstenares op de handen dragen De componist en kunstfluiter Robin Fox, die behalve de reeds genoemde pia nist W Stanley de kunstenares begeleidt, en waarmede Josée Sann het door zijn hand geschreven „Pour toi” ten gehoore bracht, gaf met een eigen compositie van zijn origineel kunnen blijk. Het was al met al een middag, welke veel beloofde voor de voorstelling, welke op Zaterdagmiddag 19 dezer in Diligentia zal worden gegeven. sche ouders geboren hij kreeg zijn schil- En dersopleiding te Antwerpen en studeerde later te Mantua. Florence en Rome Daar na leefde hij weer te Antwerpen, waar hij op 30 Mei 1640 stierf. Aan de hand van fraaie lichtbeelden gaf prof, van der Pluijm een vogelvlucht van Rubens’ rijke leven, dat niet tot de schilderkunst beperkt bleef, maar zich ook in een diplomatieke loopbaan uitte, hoewel deze op den duur zijn bruisenden geest niet kon bevredigen. Het is deze geest, welke Rubens in nagenoeg al zijn werken heeft bezield en het zijn vooral de menschelijke figuren, waaraan hij kleur wist te geven als weinig of geen anderen. Als hofschilder van de aarts hertogen Albert en Isabella, vervaardig de hij tallooze prachtwerken en later deed hij het voor Maria de medici, die hem daartoe had uitverkoren. Geweldige decoraties op picturaal gebied leverde hij aan Philips van Spanje, waarvan er meer dan honderd te Madrid zijn gebleven. Ook vertoefde Rubens geruimen tijd aan het hof van Karel I te Londen, die hem tot ridder sloeg. De stedelijke regeeering van Antwerpen is na jarenlange onderhandelingen er in geslaagd het huis, waarin Rubens daar zoovele jaren gewoond en gewerkt heeft, voor 5 millioen Belgische francs in han den te krijgen en dit zou op 30 Mei j.l. plechtig zijn ingewijd, indien niet de oor logsomstandigheden tusschenbeide waren gekomen. Maar men zal ook hier de ver heven daad prijzen, die de stad Antwer pen heeft verricht om dit huis als een monument voor het nageslacht te bewa ren. Mej. Alma van Brussel luisterde met declamatie van passende verzen de sa menkomst op. Op Zaterdag 19 dezer wacht het Haag- sche publiek de première van Anten P. Tsjechow’s „De Kersentuin”, dat door het Residentie-Tooneel, directeur Dirk Ver beek, onder regie van Johan de Meester zal worden opgevoerd. Het stuk werd in 19Ó4 geschreven, maar een Nederlandsch gezelschap durfde het nimmer aan. Willem Royaards zette het op zijn repertoire, doch van een voorstel ling is niets gekomen. Toch zullen ver scheidene landgenooten „De Kersentuin” hebben gezien, want een Russische troep, die hier jaren geleden op tournée was, vertoonde het stuk in verschillende plaat sen met veel succes. Toen wij Johan de Meester vroegen hoe het naar zijn oordeel te verklaren is, dat Tsjechow’s tooneelwerk in Nederland zoo weinig werd gespeeld, terwijl het toch door velen hooger wordt aangeslagen dan zijn zeer omvangrijk novellistisch oeuvre, antwoordde hij: „Misschien heeft men zich laten afschrik, ken door de oogenschijnlijke „vreemdheid” ervan, welke men 'dan al spoedig toe schrijft aan „die zonderlinge Russen”. Toch is dat een misvatting. Ik geloof, dat Tsjechow er in geslaagd is in ,,De Kersen, tuin” juist de intiemste realiteit van zijn figuren zóó dicht te naderen en hun diep ste wezen zoo volmaakt in hetgeen zij zeggen en doen te laten manifesteeren, dat de natuurlijkheid, welke hij aldus bereik te, ons „vreemd” aandoet, aangezien wij zelfs in goede stukken als een „Roof vogels”, geschreven door Lillian Hellman, Op het landelijke kerkhof te Dalfsen is Zaterdag het stoffelijke overschot van mr. dr H Y Ynzonides, in leven redacteur van dé „Telegraaf”, en zijn verloofde, mej. T Meeuwesse, die beiden Dinsdagnacht tijdens den Engelschen bomaanval om het leven kwamen, ter aarde besteld. Voor de begrafenis bestond een groote belangstelling. Naar plaatselijk gebruik werden beide kisten door leden van de Buurtvereeniging Pronsenstraat, waartoe ook de vader, burgemeester Chr. Ynzonides, behoorde, grafwaarts gedra gen. Bij het raadhuis schaarden zich de wethouders en de leden van den raad, alsmede het voltallige gemeentepersoneel, in den stoet, waar’n wij o.m. opmerkten den heer J M. Goedemans, hoofdredacteur va» de „telegraaf”, verscheidene colle ga’s, den heer D. de Josselin de Jong na mens „Nationaal Front” en vooraanstaande personen uit de omgeving. Nadat beide kisten in den grafkelder neder waren gelaten, sprak de heer Goe demans. Hij herinnerde eraan, dat Ynzo nides uit roeping journalist was geworden. Zijn tragisch verscheiden heeft in allé kringen van het blad het diepste mede lijden gewekt. Vervolgens sprak een oom van den over ledene, de heer A. Timmer uit Meppel, waarna ds. O. S. Cazemir, Nederlandsch Hervormd predikant te Dalfsen, die ook den dienst in het sterfhuis had geleid, eenige woorden aan de nagedachtenis van den overledene wijdde. Namens de familie dankte de heer H. Timmer uit Haarlem voor de belangstel ling. Het Rijksbureau voor de voedselvoor ziening maakt bekend, dat maatregelen zijn getroffen om voor de landbouwers het molestrisico, verbonden aan het op het bedrijf bewaren van akkerbouwpro ducten, te beperken. Ingevolge deze regeling zullen de telers worden gevrijwaard tegen oorlogsschade, welke direct of indirect wordt veroorzaakt door het vallen van militaire vliegtuigen, door vliegtuigbommen, granaten en der gelijke voorwerpen, door projectielen van het afweergeschut, lichtkogels, beschie ting, alsmede door het ontploffen van mijnen of andere militaire vernietigings- werktuigen. De regeling zal voorts alleen betrekking hebben op de door de telers in te leveren granen, peulvruchten en de navolgende zaden, te weten koolzaad, karwijzaad, geel mosterdzaad en kanarie- zaad, terwijl het stroo, behoorende bij de genoemde producten, zoolang deze in on- gedorschten toestand verkeeren, onder de regeling zal vallen. Slechts de oorlogsschade, welke wordt toegebracht gedurende den tijd, welke loopt van het tijdstip, waarop de produc ten zijn geoogst tot ten hoogste vier we ken, nadat zij zijn gedorscht, zal worden vergoed, terwijl bovendien de voor schade vergoeding in aanmerking komende hoe veelheden den teler in eigendom moeten toebehooren, in 1940 door hem moeten zijn geteeld, zich op zijn landbouwbedrijf of op z.g. zetplaatsen moeten bevinden. Mede zal worden vergoed de schade, welke mocht worden toegebracht aan gedorschte producten tijdens het vervoer daarvan van de zetplaatsen naar de bedrijfsgebou wen van den teler dan wel van de be drijfsgebouwen of van de zetplaatsen ter inlevering bij den provincialen voedsel- commissaris. -5” Voorts worden de volgende voorwaar den gesteld om voor schadevergoeding in aanmerking te komen. De schade moet tenminste 50 bedra gen. De teler dient van de toegebrachte schade zoo spoedig mogelijk, doch uiter lijk binnen 3 x 24 uur kennis te geven onder opgave-van alle bijzonderheden. De teler mag niet in verzuim zijn met be trekking tot de nakoming van een even tueel verstrekte opdracht tot inlevering van het voor schadevergoeding in aan merking komende product, terwijl de be schadigde partij door den teler dient te worden ingeleverd, zonder dat hij aan spraak kan maken op den voor het be treffende product gestelden aankoopprijs. De schadevergoeding zal bedragen den gemiddelden prijs, waarvoor de akker bouwproducten van de telers worden in genomen, met dien verstande, dat, indien van het voor schadevergoeding in aan merking komende product reeds een mon ster ter keuring is aangeboden, het be drag der schadevergoeding aan de hand van dit monster op basis van den aan koopprijs zal worden vastgesteld. Voor producten, waarvoor geen aankoopprijs is vastgesteld, zal de prijs nader door het Rijksbureau voor de voedselvoorziening worden bepaald. Voorts zal voor produc ten in ongedorschten toestand een korting op den aankoopprijs worden toegepast voor uitgespaarde kosten. Degene, die reeds tegen oorlogsschade verzekerd is, zal geen aanspraak kunnen maken op schadevergoeding ingevolge bovenstaande regeling. Wel bestaat de mogelijkheid, dat een bedrag te zijner be schikking wordt gesteld gelijk aan de uit hoofde dier regèling uit te keeren ver goeding, mits de betrokkene de oorlogs schade bij de betreffende verzekerings maatschappij reclameert en zich verbindt het ter beschikking gestelde bedrag ter stond te restitueeren, zoodra en voorzoo- ver de schadepenningen hem zijn uitbe taald, alsmede voor de nakoming dezer verplichting zekerheid stelt. CABARETMIDDAG VAN DE NEDER- LANDSCHE REISVEREENIGING De bekende T.C.C. (tooneel- en caba retclubde Haagsche onderafdeeling van de Nederlandsche Reisvereeniging heeft gisteren het winterseizoen geopend met I een cabaretmiddag in het gebouw „Excel- I sior” aan de Zeestraat. Dat de T.C.C. vele aanhangers heeft, bleek overduidelijk uit de opkomst. De zaal was, ondanks het prachtige, herfstweer, geheel gevuld De heer Gebel, voorzitter der T.C.C. opende den middag en zei dat het een gelukkige greep van het bestuur is geweest, een cabaretmiddag te organiseeren. Ook de bridgemiddagen hebben zeer veel succes Het programma bestond uit een klein aantal nummers, maar was daarentegen van zeer goede kwaliteit. Twee één-acters, werden vlot yoor het voetlicht gebracht. Namen als die van de dames Holl, v. d. Wacht, Dormolen en de heeren v. Driel, Vrieling, zeer goede bekenden van het amateurtooneel, waar borgen reeds een succesvolle opvoering. 1 Mevr. Frantzen-de Gruyter wisselde dit programma af met enkele geslaagde de clamaties. Om de stemming nog wat op te voeren werd tot slot een aardig refreinliedje op een bekend wijsje gebracht. Daarna wer den de stoelen aan den kant gescho ven en bleef men nog eenigen tijd op de muziek van „The Funny Melodians” dansen. die veel van Tsjechow en Ibsen leerde, gewoon zijn aan een dosis theatraliteit. „De Kersentuin” is voor ons een groote les in waarachtigheid. Iedere onoprechte, niet doorleefde en niet verantwoorde thea traliteit is hier een harde dissonant". De regisseur wees bovendien op het klassieke karakter van het stuk Het zit vast aan de periode, waarin het ontstond: die van den ondergang der Russische aristocratie en het verlangen naar een wereld, waarin meer broederzin en meer geluk voor allen mogelijk zal zijn, maar terzelfdertijd behandelt het een thema, dat van alle tijden, dus óók van dezen tijd is. Wij zien het oude vergaan en zooals de student Trofimow in het stuk, leven wij in en door de hoop, dat uit alles, wat thans geschiedt, iets beters voortkomen zal. Wij zien in de wereld, wat Gajew zegt van de natuur: „gij, die leven en dood in u vereenigt, die laat groeien en vernietigt”, „Dit is het thema van het stuk”, zeide Johan de Meester. „Ondanks het feit, dat het leven ons telkens weer ontglipt, vernieuwt de menschelijke geest zich steeds, troost vindend in den opbloei van nieuw leven uit het oude”. Er bestaat in de kringen van vissche rij, vischhandel en vis chverwerking reeds jarenlang behoefte aan meer samen werking. De overtuiging, dat alle groepen elkander noodig hebben om tot gezondere economische verhoudingen en betere bestaansvoorwaarden ook voor de werknemers in deze bedrijven te komen, wint steeds meer veld, zoo meldt het Aangezien Josée Sann persoonlijk bevriend is en vaak geruimen tijd samen werkte met verscheidene vooraanstaande compo nisten van het kleine, intieme Fransche chanson, deed zij ook haar keuze uit werken welke weliswaar soms door haar zijn gearrangeerd van die groep kunstenaars, die zich om haar heen heb ben geschaard en waartoe Ackermans, Jean Lenoir, Charles Trénet en vele ande ren behooren. Zoodoende hoorden wij haar ,,Je chante” en „La Polka du Roi” van Charles Trénet, J’ai peur” van Acker mans en „Un jeun nomme chantait” van Léopoll voorgedragen. Na haar verschij nen op het tooneel en na slechts eenige maten te hebben gezongen, zou Josée Sann met recht tot zichzelf hebben kunnen zeg. gen: ,,Ik kwam, ik zag en overwon”. Want haar auditorium, dat uit slechts eenige tientallen personen bestond, toonde zich na ieder lied zoo buitengewoon enthou siast en applaudisseerde haar zóó geest driftig toe, dat het leek, alsof een stamp volle Diligentia-zaal haar ingenomenheid en dankbaarheid betuigde. En dat al, doordat deze chansonnière, ondanks haar kleine figuurtje met haar persoonlijkheid, door haar charme en innemendheid niet alleen het tooneel, doch tevens de zaal beheerschte Niet door een zoo afgezaagde en nageaapte Mariene Dietrich-hypnose, of door een Lucienne Boyer-dweperij, welke op den duur alleen maar sentimen teel aandoet, maar door natuurlijkheid heeft Josée Sann invloed op haar toehoor- Diep onder den indruk hadden Za terdag vele vrienden en collega’s zich op Zorgvlied verzameld, om getuige te zijn bij de begrafenis van mej. W. D. van Ees, die tijdens den aanslag door Engelsche vliegtuigen op de bur gerbevolking in haar woning in de Vechtstraat te Amsterdam werd ge dood. Onder het spelen van het Largo van Handel werd de kist de aula bin nengedragen, waarna de heer Nijman. mevr, de Loor en een zwager woorden en afscheid spraken en hun deelneming betuigden met de zwaar getroffen oude moeder, die eveneens slachtoffer van den overval werd en thans in het zie kenhuis wordt verpleegd. Hierna sprak de heer Heyn namens de collega’s woorden van erkentelijk heid. Nadat de heer G. C. Weggelaar op het orgel Ase’s Tod van Krieg had ge speeld, werd het stoffelijk overschot grafwaarts gedragen. De jeugdige chansonnière Josée Sann is voor het Haagsche publiek gedeeltelijk reeds geen onbekende meer, door haar optreden in Regina, de Riche-bar en Picca dilly. Maar men komt nu eenmaal in zulke gelegenheden om zaken te doen, om te drinken, te lachen en te praten en om weer terug te keeren tot de aarde en het dage. lijksche leven, na de schoone droomen van ’n schouwburg- of bioscoopvoorstelling te hebben gedroomd. Dat een kunstenares in die sfeer niet alles brengen kan, wat zij op haar repertoire heeft staan, spreekt van zelf. En al bracht Josée Sann voor de radio, voor de Postes Parisiens, Brussel I.N.R. en de Avro, waarvoor zij nog op Zondag 6 dezer optrad, haar dieper en rijker geschakeerd genre ten gehoore, zoo leerde men daarmede toch haar mimiek, haar bewegen en gebaren niet kennen. En met dat al was Josée Sann, ondanks een klinkenden naam voor de Hagenaars, toch een gedeeltelijk onbekende ster. Om eenige genoodigden en vertegen woordigers van de pers, van wat zij op Zaterdagmiddag 19 dezer in Diligentia zal brengen, een voorproefje te geven, trad Josée Sann Zaterdagmiddag j.l. in deze zaal op. Begeleid door haar slagvaardigen en muzikalen accompagnateur, den Russi- schen pianist W, Stanley, bracht de in figuurlijken zin zoo groote chansonnière eenige repertoirenummers ten gehoore. DE KUNSTSCHATTEN VAN STRAAT- BURG Dezer dagen zijn de beroemde Straats burger kunstschatten, die bij het begin van den oorlog samen met ander kunst bezit Uit den Élzas naar midden-Frank- rijk waren vervoerd, teruggebracht naar hun land van herkomst. Het kunstbezit van den Elzas, dat thans, na afwezigheid van een jaar, vei lig is teruggekeerd, omvat bovenal het beroemde Isenheimer altaar van Mat thias Grünewald, dat wordt beschouwd als het grootste Duitsche kunstwerk in den Elzas; voorts de kostbare ramen van den dom, de ramen der St. Thomas- en Wilhelmskerk te Straatsburg en van de kerken te Zabern, Weissenburg en Walburg. Nawekenlange besprekingen met de Fransche autoriteiten is het gelukt, een stoet van 22 vrachtauto’s samen te stel len, die onder alle mogelijk voorzorgs maatregelen de kunstwerken naar den Elzas heeft teruggebracht. A.N.P. De ontwikkeling op politiek en econo misch gebied in de laatste maanden heeft den stoot er toe gegeven, dat de bond van Nederlandsche haringexpor- teurs, het initiatief heeft genomen tot vorming van een groote organisa tie, die alle groepen van producent tot kleinhandelaar zal omvatten en met recht het lichaam zal kunnen zijn, dat alle visscherijbelangen zal vertegenwoor digen. Toen van regeeringszijde een duide lijke wenk in die richting werd gegeven, hebben de bond van Nederlandsche ha- ringexporteurs, de IJmuider vischhan- del-vereeniging, de bond van groothan delaren en exporteurs van zoetwatervisch en de vereeniging van ansjovis-expor- teurs dezen wenk goed begrepen en de zaak krachtig aangepakt. In tallooze i conferenties en vergaderingen met ver- I schillende bonden en vereenigingen op het gebied van de visscherij is deze gedachte nader uitgewerkt en op 26 Augustus 1940 is de federatie van orga nisaties in het vischbedrijf, de F.O.V., definitief opgericht. De plannen zijn vooraf ook besproken met de leidende figuren van het departement van land bouw en visscherij en met den direc teur-generaal voor de voedselvoorzie ning en diens staf. De ontworpen plan nen konden de goedkeuring van deze regeeringspersonen ten volle wegdragen. Deze F.O.V. zal bestaan uit 5 secties, Waarvan reeds 4 secties zijn gevormd of m een vergevorderd stadium van op richting verkeeren. Ter verduidelijking diene, dat onder „sectie” wordt ver staan een groep van vereenigingen of oonden, die gelijkgerichte belangen heb oen. Zoo zijn of zullen worden gevormd liiv sect*e productie, waartoe de lande- Jh or§anisaties van reeders en vis- ni“®rs zu"en behooren, een sectie im- jrt, een sectie groothandel en export, kleinhandel en een sectie ver- s'prtil”8, bij welke laatstgenoemde 4 teiirc resP- de organisaties van impor- klpïnv» groothandelaren en exporteurs, ziin „ande^aren en verwerkers zullen een aanSesloten. Deze secties hebben voori^er gr°ote mate van zelfbestuur belan22Ver be|r.eft behartiging van de bondpn6n van bij de sectie aangesloten onden en vereenigingen. P.o'v116? ,na?r buiten optreden van de belanp deze steeds het algemeene rijke oJ^ftegenwoórdigen en in belang- bemen ^gelegenheden ook de beslissing lende in-™ ade bela9Sen der verschil- tegen eiufpen* ee.rst m eigen boezem De se<^rau te hebben afgewogen. bieer .^tiebesturen kiezen elk twee of baar de ^et federatiebestuur al Statuten belangrijkheid van de secties, de F.o vn bgishoudelijk reglement van waarbii'„'i,zlJ.n \oorloopig vastgesteld, toetredin<,ebening ls gehouden met de bij Secties <>v2?n e>en of meer belangrijke aïetwijzigG.nOg Wenscheli* ge' bestuu?P <?e?e wijze gevormde federatie- bestaan’ v; .Ult ongeveer 12 leden zal Va° 2 kf o8* een dagelijksch bestuur nprekinP„„ Personen, die in alle be- ^bgeerinJ1 kn. onderhandelingen met de Zullen v»?t bet geheele visscherijbedrijf Een tegenwoordigen. ?an d^e^n^e v°°rwaarde voor het slagen ”1 de viesnk noodzakelijke reorganisatie Ê®n Van j henjbedrijven, en daarom ook E.O.V. depteerste doelstellingen van de k'SbhgehiezF Z1jn> dat alle bedrijven op “_en een ^.inoodiS zullen moeten heb- JJ’et de vpr„ieni?ing van de Regeering BlSatie aanrphchting zich bij een orga an alle h-ai buiten. Reeds nu wordt F111? geeavldriJVen derhalve in overwe- Fhdeiijê ®h zich ten spoedigste bij een an eenedPrereeniging of bond, die lid ’n te sluitenSectles is of kan worden, ï0°rloop^r^ariaat van de F.O.V. jt' ^oeketAevejSt’gd ten kantore van mr. in?ai Waartod' KuyPerstraat 3, Den “btchtineen uledereen alle gewenschte gen kan verkrijgen. SolistEmil von Sauer Een ongewoon verschijnsel, het Am- sterdamsche orkest op een namiddag in het Gebouw. Toch kwam het jaren ge leden, toen de Amsterdammers nog voor het genootschap „Concert Diligentia” op traden, regelmatig voor. De generale re petities waren toen ’s middags en wij hebben er menige schoone herinnering aan bewaard. Het programma van deze eerste matinee bood, wat de werken aangaat, niets on gewoons. Een des te uitzonderlijkere ge beurtenis was de medewerking van den pianist Emil von Sauer. Hij is hier vroe ger ook wel geweest, deze te Hamburg geboren virtuoos, dien men als kunstenaar eer voor een Weener zou houden, maar het is lang geleden. Dikwijls trad hij met zijn eigen pianistisch effectvolle compo sities op, maar ditmaal had hij Schumann’s A-moll Concert gekozen. Aan zijn vertol king liet het orkest Beethoven’s Egmont- ouverture voorafgaan. Het was als steeds een meesterlijke weergave, prachtig om Binnenkort waarschijnlijk reeds binnen 14 dagen zal het vetgehalte van de melk worden gestandaardiseerd op 2} procent. Daar het vetgehalte van volle melk thans 33J procent bedraagt, beteekent dit, dat de melk verdund word. Dat zal gebeuren door de melk te ontroomen en versche ondermelk toe te voegen. Daardoor is vermeden, dat tot distributie van de melk moet worden overgegaan. Geen melkbrood meer Hiermede houdt verband een op een vergadering van de federatie van Melkvereenigingen te Utrecht gedane mededeeling, dat de bakkers in de toe komst geen melkbrood meer zullen fabriceeren. Gistermiddag werd in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen het eerste Zondagmiddagconcert den Beethoven-cyclus wing laten) door het gegeven. De bekwame dirigent Frits Schuurman, die ook den staf over het zwaaide, vond bij zijn verschijnen tooneele een prachtigen krans aan den lessenaar gehangen, terwijl hij met bij zonder warm gestemd applaus door zijn vele trouwe vereerders werd ontvangen. Als eerste nummer van het programma werd het Divertimento no. 1 in Es gr.t. (K V. 113) voor strijkorkest. 2 hoorns en 2 clarinetten van W. A. Mozart ten ge hoore gebracht. Het was een eerste uit voering van het reeds zoo oude wonder - schoone werk. Deze eerste auditie heeft ons verbaasd doen staan over het feit, dat deze klare, klankschoone en zeldzaam evenwichtig gebouwde compositie eens in vergetelheid geraakte. De verhoudin gen van de solopartijen tot het strijkor kest zijn buitengewoon gelukkig, terwijl de thema’s getuigenis van Mozart’s onbe grensde vindingskracht afleggen. In deze eerste uitvoering waren de hoorn en clarinetpartijen virtuoos, gaaf en sen sitief. terwijl het samenspel met het strijkorkest onberispelijk genoemd kon worden. Waarlijk, na maanden van ge jaagd werken tijdens het Kurhaus-seizoen beweegt het artistiek peil, waarop de con certen van het Residentieorkest staan, zich in stijgende richting. Wij hoorden ten minste zelden tevoren zulk doorzich tig. parelend Mozart-orkestspel, als thans bij deze eerste uitvoering van het Diver timento no. 1 van den Salzburger mees ter. De solist op deze matinée. de beroemde violist Georg Kulenkampff bracht het eendeelige Concert voor viool en orkest begeleiding in b kl. t. van H. Pfitzner ten gehoore. Dit merkwaardige en hoogst interessante werk behoort stellig tot de belangrijkste scheppmgen der moderne vioolliteratuur door persoonlijk karakter en door een geheel nieuwen oorspronke- lijken inhoud. Het orkest is als vertolker der doorwerkingen van de door de. viool uitgesproken motieven en gedachten door en kleurrijke ondergeschikte j Ja, dit concert is door de volkomen gelijkwaardigheid van solopartij en orkestbegeleiding bijna tot een muzikalen dialoog geworden. De groote virtuoos Georg Kulenkampff gaf van dit machtige werk een majestueuze vertolking van ongekende klankschoon heid en smettelooze zuiverheid. Het was een diep ontroerend dichten, een schep pen van de nobele, evenwel door tragiek soms beklemmende stemming, welke in dit werk ligt besloten. Het orkest heeft den meester op sublieme wijze begeleid, j zoodat een voortreffelijke twee-eenheid i werd geschapen. Na de pauze volgde nog de Vierde Sym phonic in e. kl. t. van J. Brahms, waar van wij een naar letter en geest volmaak te vertolking hebben mogen ontvangen. Orkest en dirigent werden dan ook beide door het enthousiaste auditorium gehul digd. zoowel samenspel als individueele of groepsprestaties. Een stijl- en stemmings volle uitvoering ook, welke bij alle be wogenheid een weldoende rust ademde. Het auditorium reageerde op dit korte beginnummer al dadelijk met een warm applaus Dan dus Sauer. Er zijn en waren steeds vele wonderkinderen Maar won- dergrijsaards, die zijn een zeldzamer verschijnsel. Sauer is er zoo een. Onge loofelijk zooals deze achtenzeventigjarige zijn instrument technisch nog beheerscht, over physieke en psychische veerkracht nog beschikt. Welk een poëzie in dat eerste deel. En hoe scherp en sprekend werden er de tegenstellingen gesteld. Van welk een vitaliteit getuigde het rhythme. Zwier, tinteling, geest, het werkte alles intensief in bijzondere verfijning, minder klonk het Intermezzo. De weer gave was de gratie en teederheid zelve. Heerlijk gaf hier het orkest het melos, terwijl hypnotiseerend de werking van het rhythme in de Finale was. En Sauer vergat hier wel geheel en al, dat hij geen jongeling meer is. Snel- en lichtheid gingen in volkomenst gemak en natuur lijkheid samen. Het was een reageeren bovendien op het fijnste détail. Vol drang en temperament werd het heerlijk luch tige Allegro vivace opgevoerd. Waarlijk verrukkelijk. Het publiek dacht er blijk baar ook zoo over. Met groote geestdrift heeft het den grijzen meester gevierd, die Mengelberg en, via den concertmeester, het orkest in de hulde betrok. De samen werking was dan ook voorbeeldig Na de pauze ging de Eerste Symphonie, opus 68 in C-moll van Brahms. De som bere macht van het eerste Allegro heb ben wij door de zinvolle weergave sterk gevoeld. Stugge trots komt hier tot uiting maar ook verteederingen, welke innig ontroeren. En hoe zielvol is de zang van het Andante Sostenuto. Soms ontlaadt zich vermannelijking in zekere heftig heid, maar in hoofdzaak blijft het toch een innig zingen, kwijnend soms, wee moedig, bepeinzend. De vertolking was^ treffend. Eveneens van „Un poco allegro e grazioso”. Het weeke, zwevende geluid in den aanvang karakteriseerde uitmun tend en van het even gloren in het ijle grijs werd volkomen de illusie gegeven. Een glimlach, welke mildheid schenkt aan den al te strakken ernst. Sterk boeiend was de stemmingwisselende Fi nale. Hoe schoon deden de hoorns vóór den inzet van het rijke C-dur-thema in de strijkers. Prachtig werkten daarna de heftige contrasten en in de veelheid werd de éénheid bewaard. Zuiver werden de tempi getroffen en in machtige stu wing en weidsche verbreeding vond de voortgang plaats. Het piu allegro was waarlijk een bekroning, een verzoening, zij het van zwaarmoedigheid niet ont daan. Het slot miste zijn meesleepende kracht niet en leidde tot een enthousiaste reactie. Meermalen heeft het publiek Mengelberg teruggeroepen alvorens het de zaal verliet. Een succesvolle middag. :v<’

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 7