i
KUNST EN LETTEREN
HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 14 OCTOBER 1940
TWEEDE BLAD, PAGINA 3
RUBENS-HERDENKING
Trenk, de Pandoer
CONCERTGEBOUWORKEST
PERSVOORSTELLING
JOSEE SANN
MATINEE
KESIDENTIE-ORKEST
CONCERT
DOOPSGEZINDE KERK
Teruggebracht op 2x/a pCt.
te
voor
Johan de Meester over Tsjechow
Première op 19 October a.s.
Een ster in Diligentia
VEREENIGINGEN
Onder Willem Mengelberg
Trenk, de Pandoer”, met Hans Albers in de
Federatie samenwerking in het
vischbedrijf
Voor de stichting Noord-Nederland-
Vlaanderen
OPVOERING VAN
„DE KERSENTUIN”
Slachtoffers van bomaanval op
Amsterdam ter aarde besteld
Josée Sann
De groote Tobis-film
hoofdrol, draait deze week opnieuw in het Asta-theater. Op de foto:
Hajis Albers in een moment uit deze spannende film.
Oorlogsschadevergoeding
den landbouw
Vermindering vetgehalte van melk
Solist: Georg Kulenkampff, viool
l- W
Ac
Niet
zeer
I
Johan de Meester.
gin.
is
Tobis
op deze uitvoering
Residentie-orkest
ten
Verbod van offertes aan het buitenland
De secretaris-generaal van het depar
tement van Landbouw en Visscherij
heeft het te koop aanbieden of te koop
doen aanbieden van nader door of van
wege hem aan te wijzen crisisproducten
met bestemming naar het buitenland
verboden. De directeur-generaal van de
voedselvoorziening kan van dit verbod
ontheffing verleenen, zoo noodig daar
aan voorwaarden verbindend.
(waarbij wij dus
buiten beschou-
Residentie-orkest
ders. Haar kunst is geestig, guitig, soms
zoo echt Fransch een tikje pikant,
diep ontroerend, of vol kinderlijke blij
moedigheid, maar nimmer sentimenteel.
Foto-archief)
meesterlijke orkestratie
harmonisatie uit zijn
functie geheel bevrijd.
Gras- en klaversoorten
In het heden verschenen Verordeningen
blad is opgenomen een besluit van den
secretaris-generaal van het departement
van Landbouw en Visscherij, waarbij alle
gras- en klaversoorten worden aangewe
zen als crisisproducten in den zin der
Landbouwcrisiswet,
Lezing door professor Wil'em van
der Pluijm
Zaterdagmiddag heeft in restaurant Ba
gatelle alhier, een bijeenkomst plaats ge
had vanwege de stichting Noord-Neder-
land—Vlaanderen, ter herdenking van den
grooten Vlaming Peter Paulus Rubens.
De 300-jarige herdenking van Rubens’
sterfdag wordt in vele landen gevierd,
zeker niet het minst in Vlaanderen en
Holland.
In de plaats van dr. F. A. J. Vermeu
len, die verhinderd was, sprak professor
„INGEBORG” BIJ HET CENTRAAL
TOONEEL
Het Centraal Tooneel N.V., directeur
Cees Laseur, artistieke leiders Cëes La-
seur en Cor Ruys, zal Woensdag 16 Octo
ber a.s. in het Centraal Theater te Am
sterdam, de eerste voorstelling geven van
„Ingeborg”, blijspel van Kurt Götz, in de
vertaling van Joan Remmelts.
De titelrol zal gespeeld worden door
Mary Dresselhuys, de rol van Ottokar
Wendland door Cor Ruys en die van Peter
Peter door Cees Laseur, terwijl verder
zullen medespelen Sara Heyblom en Willy
Ruys.
De regie is van Cees Laseur, het décor
is ontworpen door Arend Hauer.
De vleugelspecialisten Beuker en Denijs
zullen aan deze voorstellingen hun mede
werking verleenen.
Zaterdagmiddag werd in de Doops
gezinde kerk voor helaas slechts eenige
tientallen toehoorders een concert ge
geven door den organist Hein ’s-Grave-
sande met medewerking van den cellist
Edvard Röntgen. De muzikale uitvoering,
welke geheel aan werken van J. S. Bach
was gewijd, was het eerste van de drie
orgelconcerten, welke bovengenoemde or
ganist in de Doopsgezinde kerk in dit
seizoen zal geven. Het programma omvat
te de Prelude en Fuga in C. kl. t, de
Suite no. 4 in Es gr. t. voor cello-solo, de
Choralvorspiele „Herr Gott, Dein Gött-
lichs Wort” en „Ach Herr, mich armen
Sünder”, een Aria voor cello en orgel in
D gr. t. (uit de Suite in D gr. t. voor or
kest), de Toccata en Fuga in d. kl. t. en
het Choralvorspiel „Vor Deinen Thron
tret ich hiermit”.
Het spel van den organist Hein 's-Gra-
vesande muntte uit door innerlijke even
wichtigheid en een zekere waardigheid.
Er bleek door den kunstenaar naar rust
en eenvoud in de voordracht te zijn ge
streefd. Het is natuurlijk een zeer doel
treffend middel tot het scheppen van een
imponeerende muzikale grootschheid, ter
wijl het bovendien een opvatting is, wel
ke gegrond en dus ook verdedigbaar is.
Wij daarentegen denken ons, in verband
met karaktertrekken van den grooten
Thomascantor, welke ons door geschied
schrijvers zijn overgeleverd en in verbdnd
met stijlkenmerken der Barok-periode,
waartoe Bach in ieder geval behoorde,
vele van diens werken onstuimiger en
heftiger van aard. Hetgeen Hein ’s-Grave-
sande ons schonk sloot zich aan bij de
heden ten dage gangbare meeningen en
getuigde van begrip en muzikalen smaak,
door zinvolle registratie.
Het spel van den cellist Edvard Rönt
gen was eveneens gedegen van karakter.
De klankschoonheid, welke haar oor
sprong in een fraaien. vollen en forschen
toon vond, werd helaas en vooral in de
Suite no. 4 in Es gr. t. ontsierd door bij
geluiden en flageolettenen, welke niet
waren bedoeld en dus waarschijnlijk,
evenals een geringe onzuiverheid in de
Prelude van genoemde Suite, aan nervosi
teit zullen zijn te wijten geweest. De voor
dracht was sensitief, alhoewel verdere de-
taileering denkbaar was. Edvard Röntgen
bezit echter gevoel voor muzikale wij
ding en heeft met zijn spel een sterk
boeiende Bach-stemming weten te schep
pen
Op het tweede orgelconcert, dat Zater
dagmiddag 9 November om 2.30 uur zal
worden gegeven, zal een César Franck-
programma ten gehoore worden ge
bracht.
Willem van der Pluijm. hoogleeraar aan
de Rijksacademie van beeldende kunsten
te Amsterdam Spr. gaf een levendig
beeld van den Rembrandt van het Zui-
En toen zij tot slot in het Nederlandsch den, zooals men Rubens wel eens noemt.
..Ik au fan Holland” zong, was een ieder i Evenals Vondel, werd Rubens uit Vlaam-
wèg van haar mooie oogen, haar knap ge.
zicht, haar geheele persoonlijkheid.
stellig zal dan ook. na haar successen in
Parijs, Brussel en andere groote steden
van Europa, ook eens den Haag deze
kunstenares op de handen dragen
De componist en kunstfluiter Robin
Fox, die behalve de reeds genoemde pia
nist W Stanley de kunstenares begeleidt,
en waarmede Josée Sann het door zijn
hand geschreven „Pour toi” ten gehoore
bracht, gaf met een eigen compositie van
zijn origineel kunnen blijk. Het was al met
al een middag, welke veel beloofde voor
de voorstelling, welke op Zaterdagmiddag
19 dezer in Diligentia zal worden gegeven.
sche ouders geboren hij kreeg zijn schil-
En dersopleiding te Antwerpen en studeerde
later te Mantua. Florence en Rome Daar
na leefde hij weer te Antwerpen, waar
hij op 30 Mei 1640 stierf.
Aan de hand van fraaie lichtbeelden
gaf prof, van der Pluijm een vogelvlucht
van Rubens’ rijke leven, dat niet tot de
schilderkunst beperkt bleef, maar zich
ook in een diplomatieke loopbaan uitte,
hoewel deze op den duur zijn bruisenden
geest niet kon bevredigen. Het is deze
geest, welke Rubens in nagenoeg al zijn
werken heeft bezield en het zijn vooral
de menschelijke figuren, waaraan hij
kleur wist te geven als weinig of geen
anderen. Als hofschilder van de aarts
hertogen Albert en Isabella, vervaardig
de hij tallooze prachtwerken en later
deed hij het voor Maria de medici, die
hem daartoe had uitverkoren. Geweldige
decoraties op picturaal gebied leverde hij
aan Philips van Spanje, waarvan er meer
dan honderd te Madrid zijn gebleven. Ook
vertoefde Rubens geruimen tijd aan het
hof van Karel I te Londen, die hem tot
ridder sloeg.
De stedelijke regeeering van Antwerpen
is na jarenlange onderhandelingen er in
geslaagd het huis, waarin Rubens daar
zoovele jaren gewoond en gewerkt heeft,
voor 5 millioen Belgische francs in han
den te krijgen en dit zou op 30 Mei j.l.
plechtig zijn ingewijd, indien niet de oor
logsomstandigheden tusschenbeide waren
gekomen. Maar men zal ook hier de ver
heven daad prijzen, die de stad Antwer
pen heeft verricht om dit huis als een
monument voor het nageslacht te bewa
ren.
Mej. Alma van Brussel luisterde met
declamatie van passende verzen de sa
menkomst op.
Op Zaterdag 19 dezer wacht het Haag-
sche publiek de première van Anten P.
Tsjechow’s „De Kersentuin”, dat door het
Residentie-Tooneel, directeur Dirk Ver
beek, onder regie van Johan de Meester
zal worden opgevoerd.
Het stuk werd in 19Ó4 geschreven, maar
een Nederlandsch gezelschap durfde het
nimmer aan. Willem Royaards zette het
op zijn repertoire, doch van een voorstel
ling is niets gekomen. Toch zullen ver
scheidene landgenooten „De Kersentuin”
hebben gezien, want een Russische troep,
die hier jaren geleden op tournée was,
vertoonde het stuk in verschillende plaat
sen met veel succes.
Toen wij Johan de Meester vroegen
hoe het naar zijn oordeel te verklaren is,
dat Tsjechow’s tooneelwerk in Nederland
zoo weinig werd gespeeld, terwijl het toch
door velen hooger wordt aangeslagen dan
zijn zeer omvangrijk novellistisch oeuvre,
antwoordde hij:
„Misschien heeft men zich laten afschrik,
ken door de oogenschijnlijke „vreemdheid”
ervan, welke men 'dan al spoedig toe
schrijft aan „die zonderlinge Russen”.
Toch is dat een misvatting. Ik geloof, dat
Tsjechow er in geslaagd is in ,,De Kersen,
tuin” juist de intiemste realiteit van zijn
figuren zóó dicht te naderen en hun diep
ste wezen zoo volmaakt in hetgeen zij
zeggen en doen te laten manifesteeren, dat
de natuurlijkheid, welke hij aldus bereik
te, ons „vreemd” aandoet, aangezien wij
zelfs in goede stukken als een „Roof
vogels”, geschreven door Lillian Hellman,
Op het landelijke kerkhof te Dalfsen is
Zaterdag het stoffelijke overschot van mr.
dr H Y Ynzonides, in leven redacteur
van dé „Telegraaf”, en zijn verloofde, mej.
T Meeuwesse, die beiden Dinsdagnacht
tijdens den Engelschen bomaanval om het
leven kwamen, ter aarde besteld.
Voor de begrafenis bestond een
groote belangstelling. Naar plaatselijk
gebruik werden beide kisten door leden
van de Buurtvereeniging Pronsenstraat,
waartoe ook de vader, burgemeester Chr.
Ynzonides, behoorde, grafwaarts gedra
gen. Bij het raadhuis schaarden zich de
wethouders en de leden van den raad,
alsmede het voltallige gemeentepersoneel,
in den stoet, waar’n wij o.m. opmerkten
den heer J M. Goedemans, hoofdredacteur
va» de „telegraaf”, verscheidene colle
ga’s, den heer D. de Josselin de Jong na
mens „Nationaal Front” en vooraanstaande
personen uit de omgeving.
Nadat beide kisten in den grafkelder
neder waren gelaten, sprak de heer Goe
demans. Hij herinnerde eraan, dat Ynzo
nides uit roeping journalist was geworden.
Zijn tragisch verscheiden heeft in allé
kringen van het blad het diepste mede
lijden gewekt.
Vervolgens sprak een oom van den over
ledene, de heer A. Timmer uit Meppel,
waarna ds. O. S. Cazemir, Nederlandsch
Hervormd predikant te Dalfsen, die ook
den dienst in het sterfhuis had geleid,
eenige woorden aan de nagedachtenis van
den overledene wijdde.
Namens de familie dankte de heer H.
Timmer uit Haarlem voor de belangstel
ling.
Het Rijksbureau voor de voedselvoor
ziening maakt bekend, dat maatregelen
zijn getroffen om voor de landbouwers
het molestrisico, verbonden aan het op
het bedrijf bewaren van akkerbouwpro
ducten, te beperken.
Ingevolge deze regeling zullen de telers
worden gevrijwaard tegen oorlogsschade,
welke direct of indirect wordt veroorzaakt
door het vallen van militaire vliegtuigen,
door vliegtuigbommen, granaten en der
gelijke voorwerpen, door projectielen van
het afweergeschut, lichtkogels, beschie
ting, alsmede door het ontploffen van
mijnen of andere militaire vernietigings-
werktuigen. De regeling zal voorts alleen
betrekking hebben op de door de telers
in te leveren granen, peulvruchten en de
navolgende zaden, te weten koolzaad,
karwijzaad, geel mosterdzaad en kanarie-
zaad, terwijl het stroo, behoorende bij de
genoemde producten, zoolang deze in on-
gedorschten toestand verkeeren, onder de
regeling zal vallen.
Slechts de oorlogsschade, welke wordt
toegebracht gedurende den tijd, welke
loopt van het tijdstip, waarop de produc
ten zijn geoogst tot ten hoogste vier we
ken, nadat zij zijn gedorscht, zal worden
vergoed, terwijl bovendien de voor schade
vergoeding in aanmerking komende hoe
veelheden den teler in eigendom moeten
toebehooren, in 1940 door hem moeten zijn
geteeld, zich op zijn landbouwbedrijf of
op z.g. zetplaatsen moeten bevinden. Mede
zal worden vergoed de schade, welke
mocht worden toegebracht aan gedorschte
producten tijdens het vervoer daarvan
van de zetplaatsen naar de bedrijfsgebou
wen van den teler dan wel van de be
drijfsgebouwen of van de zetplaatsen ter
inlevering bij den provincialen voedsel-
commissaris. -5”
Voorts worden de volgende voorwaar
den gesteld om voor schadevergoeding in
aanmerking te komen.
De schade moet tenminste 50 bedra
gen. De teler dient van de toegebrachte
schade zoo spoedig mogelijk, doch uiter
lijk binnen 3 x 24 uur kennis te geven
onder opgave-van alle bijzonderheden. De
teler mag niet in verzuim zijn met be
trekking tot de nakoming van een even
tueel verstrekte opdracht tot inlevering
van het voor schadevergoeding in aan
merking komende product, terwijl de be
schadigde partij door den teler dient te
worden ingeleverd, zonder dat hij aan
spraak kan maken op den voor het be
treffende product gestelden aankoopprijs.
De schadevergoeding zal bedragen den
gemiddelden prijs, waarvoor de akker
bouwproducten van de telers worden in
genomen, met dien verstande, dat, indien
van het voor schadevergoeding in aan
merking komende product reeds een mon
ster ter keuring is aangeboden, het be
drag der schadevergoeding aan de hand
van dit monster op basis van den aan
koopprijs zal worden vastgesteld. Voor
producten, waarvoor geen aankoopprijs is
vastgesteld, zal de prijs nader door het
Rijksbureau voor de voedselvoorziening
worden bepaald. Voorts zal voor produc
ten in ongedorschten toestand een korting
op den aankoopprijs worden toegepast
voor uitgespaarde kosten.
Degene, die reeds tegen oorlogsschade
verzekerd is, zal geen aanspraak kunnen
maken op schadevergoeding ingevolge
bovenstaande regeling. Wel bestaat de
mogelijkheid, dat een bedrag te zijner be
schikking wordt gesteld gelijk aan de uit
hoofde dier regèling uit te keeren ver
goeding, mits de betrokkene de oorlogs
schade bij de betreffende verzekerings
maatschappij reclameert en zich verbindt
het ter beschikking gestelde bedrag ter
stond te restitueeren, zoodra en voorzoo-
ver de schadepenningen hem zijn uitbe
taald, alsmede voor de nakoming dezer
verplichting zekerheid stelt.
CABARETMIDDAG VAN DE NEDER-
LANDSCHE REISVEREENIGING
De bekende T.C.C. (tooneel- en caba
retclubde Haagsche onderafdeeling van
de Nederlandsche Reisvereeniging heeft
gisteren het winterseizoen geopend met
I een cabaretmiddag in het gebouw „Excel-
I sior” aan de Zeestraat. Dat de T.C.C. vele
aanhangers heeft, bleek overduidelijk uit
de opkomst. De zaal was, ondanks het
prachtige, herfstweer, geheel gevuld De
heer Gebel, voorzitter der T.C.C. opende
den middag en zei dat het een gelukkige
greep van het bestuur is geweest, een
cabaretmiddag te organiseeren. Ook de
bridgemiddagen hebben zeer veel succes
Het programma bestond uit een klein
aantal nummers, maar was daarentegen
van zeer goede kwaliteit.
Twee één-acters, werden vlot yoor het
voetlicht gebracht. Namen als die van
de dames Holl, v. d. Wacht, Dormolen en
de heeren v. Driel, Vrieling, zeer goede
bekenden van het amateurtooneel, waar
borgen reeds een succesvolle opvoering.
1 Mevr. Frantzen-de Gruyter wisselde dit
programma af met enkele geslaagde de
clamaties.
Om de stemming nog wat op te voeren
werd tot slot een aardig refreinliedje op
een bekend wijsje gebracht. Daarna wer
den de stoelen aan den kant gescho
ven en bleef men nog eenigen tijd op
de muziek van „The Funny Melodians”
dansen.
die veel van Tsjechow en Ibsen leerde,
gewoon zijn aan een dosis theatraliteit.
„De Kersentuin” is voor ons een groote
les in waarachtigheid. Iedere onoprechte,
niet doorleefde en niet verantwoorde thea
traliteit is hier een harde dissonant".
De regisseur wees bovendien op het
klassieke karakter van het stuk Het zit
vast aan de periode, waarin het ontstond:
die van den ondergang der Russische
aristocratie en het verlangen naar een
wereld, waarin meer broederzin en meer
geluk voor allen mogelijk zal zijn, maar
terzelfdertijd behandelt het een thema,
dat van alle tijden, dus óók van dezen tijd
is. Wij zien het oude vergaan en zooals
de student Trofimow in het stuk, leven
wij in en door de hoop, dat uit alles, wat
thans geschiedt, iets beters voortkomen
zal. Wij zien in de wereld, wat Gajew
zegt van de natuur: „gij, die leven en
dood in u vereenigt, die laat groeien en
vernietigt”, „Dit is het thema van het
stuk”, zeide Johan de Meester. „Ondanks
het feit, dat het leven ons telkens weer
ontglipt, vernieuwt de menschelijke geest
zich steeds, troost vindend in den opbloei
van nieuw leven uit het oude”.
Er bestaat in de kringen van vissche
rij, vischhandel en vis chverwerking reeds
jarenlang behoefte aan meer samen
werking. De overtuiging, dat alle
groepen elkander noodig hebben om tot
gezondere economische verhoudingen en
betere bestaansvoorwaarden ook voor de
werknemers in deze bedrijven te komen,
wint steeds meer veld, zoo meldt het
Aangezien Josée Sann persoonlijk bevriend
is en vaak geruimen tijd samen werkte
met verscheidene vooraanstaande compo
nisten van het kleine, intieme Fransche
chanson, deed zij ook haar keuze uit
werken welke weliswaar soms door
haar zijn gearrangeerd van die groep
kunstenaars, die zich om haar heen heb
ben geschaard en waartoe Ackermans,
Jean Lenoir, Charles Trénet en vele ande
ren behooren. Zoodoende hoorden wij
haar ,,Je chante” en „La Polka du Roi”
van Charles Trénet, J’ai peur” van Acker
mans en „Un jeun nomme chantait” van
Léopoll voorgedragen. Na haar verschij
nen op het tooneel en na slechts eenige
maten te hebben gezongen, zou Josée Sann
met recht tot zichzelf hebben kunnen zeg.
gen: ,,Ik kwam, ik zag en overwon”. Want
haar auditorium, dat uit slechts eenige
tientallen personen bestond, toonde zich
na ieder lied zoo buitengewoon enthou
siast en applaudisseerde haar zóó geest
driftig toe, dat het leek, alsof een stamp
volle Diligentia-zaal haar ingenomenheid
en dankbaarheid betuigde. En dat al,
doordat deze chansonnière, ondanks haar
kleine figuurtje met haar persoonlijkheid,
door haar charme en innemendheid niet
alleen het tooneel, doch tevens de zaal
beheerschte Niet door een zoo afgezaagde
en nageaapte Mariene Dietrich-hypnose,
of door een Lucienne Boyer-dweperij,
welke op den duur alleen maar sentimen
teel aandoet, maar door natuurlijkheid
heeft Josée Sann invloed op haar toehoor-
Diep onder den indruk hadden Za
terdag vele vrienden en collega’s zich
op Zorgvlied verzameld, om getuige
te zijn bij de begrafenis van mej. W.
D. van Ees, die tijdens den aanslag
door Engelsche vliegtuigen op de bur
gerbevolking in haar woning in de
Vechtstraat te Amsterdam werd ge
dood. Onder het spelen van het Largo
van Handel werd de kist de aula bin
nengedragen, waarna de heer Nijman.
mevr, de Loor en een zwager woorden
en afscheid spraken en hun deelneming
betuigden met de zwaar getroffen oude
moeder, die eveneens slachtoffer van
den overval werd en thans in het zie
kenhuis wordt verpleegd.
Hierna sprak de heer Heyn namens
de collega’s woorden van erkentelijk
heid.
Nadat de heer G. C. Weggelaar op
het orgel Ase’s Tod van Krieg had ge
speeld, werd het stoffelijk overschot
grafwaarts gedragen.
De jeugdige chansonnière Josée Sann is
voor het Haagsche publiek gedeeltelijk
reeds geen onbekende meer, door haar
optreden in Regina, de Riche-bar en Picca
dilly. Maar men komt nu eenmaal in zulke
gelegenheden om zaken te doen, om te
drinken, te lachen en te praten en om weer
terug te keeren tot de aarde en het dage.
lijksche leven, na de schoone droomen van
’n schouwburg- of bioscoopvoorstelling te
hebben gedroomd. Dat een kunstenares in
die sfeer niet alles brengen kan, wat zij
op haar repertoire heeft staan, spreekt
van zelf. En al bracht Josée Sann voor
de radio, voor de Postes Parisiens, Brussel
I.N.R. en de Avro, waarvoor zij nog op
Zondag 6 dezer optrad, haar dieper en
rijker geschakeerd genre ten gehoore, zoo
leerde men daarmede toch haar mimiek,
haar bewegen en gebaren niet kennen. En
met dat al was Josée Sann, ondanks een
klinkenden naam voor de Hagenaars,
toch een gedeeltelijk onbekende ster.
Om eenige genoodigden en vertegen
woordigers van de pers, van wat zij op
Zaterdagmiddag 19 dezer in Diligentia zal
brengen, een voorproefje te geven, trad
Josée Sann Zaterdagmiddag j.l. in deze
zaal op. Begeleid door haar slagvaardigen
en muzikalen accompagnateur, den Russi-
schen pianist W, Stanley, bracht de in
figuurlijken zin zoo groote chansonnière
eenige repertoirenummers ten gehoore.
DE KUNSTSCHATTEN VAN STRAAT-
BURG
Dezer dagen zijn de beroemde Straats
burger kunstschatten, die bij het begin
van den oorlog samen met ander kunst
bezit Uit den Élzas naar midden-Frank-
rijk waren vervoerd, teruggebracht naar
hun land van herkomst.
Het kunstbezit van den Elzas, dat
thans, na afwezigheid van een jaar, vei
lig is teruggekeerd, omvat bovenal het
beroemde Isenheimer altaar van Mat
thias Grünewald, dat wordt beschouwd
als het grootste Duitsche kunstwerk in
den Elzas; voorts de kostbare ramen
van den dom, de ramen der St. Thomas-
en Wilhelmskerk te Straatsburg en van
de kerken te Zabern, Weissenburg en
Walburg.
Nawekenlange besprekingen met de
Fransche autoriteiten is het gelukt, een
stoet van 22 vrachtauto’s samen te stel
len, die onder alle mogelijk voorzorgs
maatregelen de kunstwerken naar den
Elzas heeft teruggebracht.
A.N.P.
De ontwikkeling op politiek en econo
misch gebied in de laatste maanden
heeft den stoot er toe gegeven, dat de
bond van Nederlandsche haringexpor-
teurs, het initiatief heeft genomen tot
vorming van een groote organisa
tie, die alle groepen van producent
tot kleinhandelaar zal omvatten en met
recht het lichaam zal kunnen zijn, dat
alle visscherijbelangen zal vertegenwoor
digen.
Toen van regeeringszijde een duide
lijke wenk in die richting werd gegeven,
hebben de bond van Nederlandsche ha-
ringexporteurs, de IJmuider vischhan-
del-vereeniging, de bond van groothan
delaren en exporteurs van zoetwatervisch
en de vereeniging van ansjovis-expor-
teurs dezen wenk goed begrepen en de
zaak krachtig aangepakt. In tallooze
i conferenties en vergaderingen met ver-
I schillende bonden en vereenigingen op
het gebied van de visscherij is deze
gedachte nader uitgewerkt en op 26
Augustus 1940 is de federatie van orga
nisaties in het vischbedrijf, de F.O.V.,
definitief opgericht. De plannen zijn
vooraf ook besproken met de leidende
figuren van het departement van land
bouw en visscherij en met den direc
teur-generaal voor de voedselvoorzie
ning en diens staf. De ontworpen plan
nen konden de goedkeuring van deze
regeeringspersonen ten volle wegdragen.
Deze F.O.V. zal bestaan uit 5 secties,
Waarvan reeds 4 secties zijn gevormd
of m een vergevorderd stadium van op
richting verkeeren. Ter verduidelijking
diene, dat onder „sectie” wordt ver
staan een groep van vereenigingen of
oonden, die gelijkgerichte belangen heb
oen. Zoo zijn of zullen worden gevormd
liiv sect*e productie, waartoe de lande-
Jh or§anisaties van reeders en vis-
ni“®rs zu"en behooren, een sectie im-
jrt, een sectie groothandel en export,
kleinhandel en een sectie ver-
s'prtil”8, bij welke laatstgenoemde 4
teiirc resP- de organisaties van impor-
klpïnv» groothandelaren en exporteurs,
ziin „ande^aren en verwerkers zullen
een aanSesloten. Deze secties hebben
voori^er gr°ote mate van zelfbestuur
belan22Ver be|r.eft behartiging van de
bondpn6n van bij de sectie aangesloten
onden en vereenigingen.
P.o'v116? ,na?r buiten optreden van de
belanp deze steeds het algemeene
rijke oJ^ftegenwoórdigen en in belang-
bemen ^gelegenheden ook de beslissing
lende in-™ ade bela9Sen der verschil-
tegen eiufpen* ee.rst m eigen boezem
De se<^rau te hebben afgewogen.
bieer .^tiebesturen kiezen elk twee of
baar de ^et federatiebestuur al
Statuten belangrijkheid van de secties,
de F.o vn bgishoudelijk reglement van
waarbii'„'i,zlJ.n \oorloopig vastgesteld,
toetredin<,ebening ls gehouden met de bij
Secties <>v2?n e>en of meer belangrijke
aïetwijzigG.nOg Wenscheli* ge'
bestuu?P <?e?e wijze gevormde federatie-
bestaan’ v; .Ult ongeveer 12 leden zal
Va° 2 kf o8* een dagelijksch bestuur
nprekinP„„ Personen, die in alle be-
^bgeerinJ1 kn. onderhandelingen met de
Zullen v»?t bet geheele visscherijbedrijf
Een tegenwoordigen.
?an d^e^n^e v°°rwaarde voor het slagen
”1 de viesnk noodzakelijke reorganisatie
ʮn Van j henjbedrijven, en daarom ook
E.O.V. depteerste doelstellingen van de
k'SbhgehiezF Z1jn> dat alle bedrijven op
“_en een ^.inoodiS zullen moeten heb-
JJ’et de vpr„ieni?ing van de Regeering
BlSatie aanrphchting zich bij een orga
an alle h-ai buiten. Reeds nu wordt
F111? geeavldriJVen derhalve in overwe-
Fhdeiijê ®h zich ten spoedigste bij een
an eenedPrereeniging of bond, die lid
’n te sluitenSectles is of kan worden,
ï0°rloop^r^ariaat van de F.O.V.
jt' ^oeketAevejSt’gd ten kantore van mr.
in?ai Waartod' KuyPerstraat 3, Den
“btchtineen uledereen alle gewenschte
gen kan verkrijgen.
SolistEmil von Sauer
Een ongewoon verschijnsel, het Am-
sterdamsche orkest op een namiddag in
het Gebouw. Toch kwam het jaren ge
leden, toen de Amsterdammers nog voor
het genootschap „Concert Diligentia” op
traden, regelmatig voor. De generale re
petities waren toen ’s middags en wij
hebben er menige schoone herinnering
aan bewaard.
Het programma van deze eerste matinee
bood, wat de werken aangaat, niets on
gewoons. Een des te uitzonderlijkere ge
beurtenis was de medewerking van den
pianist Emil von Sauer. Hij is hier vroe
ger ook wel geweest, deze te Hamburg
geboren virtuoos, dien men als kunstenaar
eer voor een Weener zou houden, maar
het is lang geleden. Dikwijls trad hij met
zijn eigen pianistisch effectvolle compo
sities op, maar ditmaal had hij Schumann’s
A-moll Concert gekozen. Aan zijn vertol
king liet het orkest Beethoven’s Egmont-
ouverture voorafgaan. Het was als steeds
een meesterlijke weergave, prachtig om
Binnenkort waarschijnlijk reeds
binnen 14 dagen zal het vetgehalte
van de melk worden gestandaardiseerd
op 2} procent. Daar het vetgehalte
van volle melk thans 33J procent
bedraagt, beteekent dit, dat de melk
verdund word. Dat zal gebeuren door
de melk te ontroomen en versche
ondermelk toe te voegen. Daardoor is
vermeden, dat tot distributie van de
melk moet worden overgegaan.
Geen melkbrood meer
Hiermede houdt verband een op een
vergadering van de federatie van
Melkvereenigingen te Utrecht gedane
mededeeling, dat de bakkers in de toe
komst geen melkbrood meer zullen
fabriceeren.
Gistermiddag werd in het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen het eerste
Zondagmiddagconcert
den Beethoven-cyclus
wing laten) door het
gegeven. De bekwame dirigent Frits
Schuurman, die ook
den staf over het
zwaaide, vond bij zijn verschijnen
tooneele een prachtigen krans aan den
lessenaar gehangen, terwijl hij met bij
zonder warm gestemd applaus door zijn
vele trouwe vereerders werd ontvangen.
Als eerste nummer van het programma
werd het Divertimento no. 1 in Es gr.t.
(K V. 113) voor strijkorkest. 2 hoorns en
2 clarinetten van W. A. Mozart ten ge
hoore gebracht. Het was een eerste uit
voering van het reeds zoo oude wonder -
schoone werk. Deze eerste auditie heeft
ons verbaasd doen staan over het feit,
dat deze klare, klankschoone en zeldzaam
evenwichtig gebouwde compositie eens
in vergetelheid geraakte. De verhoudin
gen van de solopartijen tot het strijkor
kest zijn buitengewoon gelukkig, terwijl
de thema’s getuigenis van Mozart’s onbe
grensde vindingskracht afleggen. In
deze eerste uitvoering waren de hoorn
en clarinetpartijen virtuoos, gaaf en sen
sitief. terwijl het samenspel met het
strijkorkest onberispelijk genoemd kon
worden. Waarlijk, na maanden van ge
jaagd werken tijdens het Kurhaus-seizoen
beweegt het artistiek peil, waarop de con
certen van het Residentieorkest staan,
zich in stijgende richting. Wij hoorden
ten minste zelden tevoren zulk doorzich
tig. parelend Mozart-orkestspel, als thans
bij deze eerste uitvoering van het Diver
timento no. 1 van den Salzburger mees
ter.
De solist op deze matinée. de beroemde
violist Georg Kulenkampff bracht het
eendeelige Concert voor viool en orkest
begeleiding in b kl. t. van H. Pfitzner ten
gehoore. Dit merkwaardige en hoogst
interessante werk behoort stellig tot de
belangrijkste scheppmgen der moderne
vioolliteratuur door persoonlijk karakter
en door een geheel nieuwen oorspronke-
lijken inhoud. Het orkest is als vertolker
der doorwerkingen van de door de. viool
uitgesproken motieven en gedachten door
en kleurrijke
ondergeschikte j
Ja, dit concert
is door de volkomen gelijkwaardigheid
van solopartij en orkestbegeleiding bijna
tot een muzikalen dialoog geworden. De
groote virtuoos Georg Kulenkampff gaf
van dit machtige werk een majestueuze
vertolking van ongekende klankschoon
heid en smettelooze zuiverheid. Het was
een diep ontroerend dichten, een schep
pen van de nobele, evenwel door tragiek
soms beklemmende stemming, welke in
dit werk ligt besloten. Het orkest heeft
den meester op sublieme wijze begeleid,
j zoodat een voortreffelijke twee-eenheid
i werd geschapen.
Na de pauze volgde nog de Vierde Sym
phonic in e. kl. t. van J. Brahms, waar
van wij een naar letter en geest volmaak
te vertolking hebben mogen ontvangen.
Orkest en dirigent werden dan ook beide
door het enthousiaste auditorium gehul
digd.
zoowel samenspel als individueele of
groepsprestaties. Een stijl- en stemmings
volle uitvoering ook, welke bij alle be
wogenheid een weldoende rust ademde.
Het auditorium reageerde op dit korte
beginnummer al dadelijk met een warm
applaus Dan dus Sauer. Er zijn en waren
steeds vele wonderkinderen Maar won-
dergrijsaards, die zijn een zeldzamer
verschijnsel. Sauer is er zoo een. Onge
loofelijk zooals deze achtenzeventigjarige
zijn instrument technisch nog beheerscht,
over physieke en psychische veerkracht
nog beschikt. Welk een poëzie in dat
eerste deel. En hoe scherp en sprekend
werden er de tegenstellingen gesteld. Van
welk een vitaliteit getuigde het rhythme.
Zwier, tinteling, geest, het werkte alles
intensief in bijzondere verfijning,
minder klonk het Intermezzo. De weer
gave was de gratie en teederheid zelve.
Heerlijk gaf hier het orkest het melos,
terwijl hypnotiseerend de werking van
het rhythme in de Finale was. En Sauer
vergat hier wel geheel en al, dat hij geen
jongeling meer is. Snel- en lichtheid
gingen in volkomenst gemak en natuur
lijkheid samen. Het was een reageeren
bovendien op het fijnste détail. Vol drang
en temperament werd het heerlijk luch
tige Allegro vivace opgevoerd. Waarlijk
verrukkelijk. Het publiek dacht er blijk
baar ook zoo over. Met groote geestdrift
heeft het den grijzen meester gevierd, die
Mengelberg en, via den concertmeester,
het orkest in de hulde betrok. De samen
werking was dan ook voorbeeldig
Na de pauze ging de Eerste Symphonie,
opus 68 in C-moll van Brahms. De som
bere macht van het eerste Allegro heb
ben wij door de zinvolle weergave sterk
gevoeld. Stugge trots komt hier tot uiting
maar ook verteederingen, welke innig
ontroeren. En hoe zielvol is de zang van
het Andante Sostenuto. Soms ontlaadt
zich vermannelijking in zekere heftig
heid, maar in hoofdzaak blijft het toch
een innig zingen, kwijnend soms, wee
moedig, bepeinzend. De vertolking was^
treffend. Eveneens van „Un poco allegro
e grazioso”. Het weeke, zwevende geluid
in den aanvang karakteriseerde uitmun
tend en van het even gloren in het ijle
grijs werd volkomen de illusie gegeven.
Een glimlach, welke mildheid schenkt
aan den al te strakken ernst. Sterk
boeiend was de stemmingwisselende Fi
nale. Hoe schoon deden de hoorns vóór
den inzet van het rijke C-dur-thema in
de strijkers. Prachtig werkten daarna de
heftige contrasten en in de veelheid
werd de éénheid bewaard. Zuiver werden
de tempi getroffen en in machtige stu
wing en weidsche verbreeding vond de
voortgang plaats. Het piu allegro was
waarlijk een bekroning, een verzoening,
zij het van zwaarmoedigheid niet ont
daan. Het slot miste zijn meesleepende
kracht niet en leidde tot een enthousiaste
reactie. Meermalen heeft het publiek
Mengelberg teruggeroepen alvorens het
de zaal verliet. Een succesvolle middag.
:v<’