in
De verdwenen erfgenaam
Rotterdamsche agenten krijgen Duitsche les
Milaan - Oogst van winter- of bewaarkool
Anti-Engelsche betooging
Schoolkindervoeding
nr
I ALLA
s jies
pEftOA CONTINUA
^ONFfiO (.A GPAN BRUAGNA
InTINU£RA SINO
•Oil
Pr
j M
HAAGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 16 OCTOBER 1940
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
h
L'
o
(Polygoon)'.
(Polygoon)
IN DEN WIERINGERMEERPOLDER EN DE ANDERE NOORD-HOLLANDSCHE POLDERS IS MEN THANS
DRUK DOENDE MET HET BINNENHALEN VAN DE WINTER- OF BEWAARKOOL.
(Polygoon)
Desondanks
(Nadruk verboden.)
ai)
de
EINDE
DE ROTTERDAMSCHE POLITIEMANNEN GAAN DUITSCH LEEREN.
DE CURSUSSEN ZIJN DINSDAG BEGONNEN.
DE EERSTE LES.
van
van
doen
ver-
SPREEKUUR
TER
Met een zucht van verlichting ver
borg Edda opnieuw haar gezicht te
gen zijn schouder en zwijgend genoot
zij het geluk van geborgen zijn.
glas,
om
In een vriendelijke kamer van een
sanatorium lag Edda Föns. Haar
zacht, jong gezicht was bleek en be
zorgd. Men kon zien, dat zjj geschreid
had. In haar hand hield zij een pot
lood en op haar hoogopgetrokken
knieën lag een schrijfblok.
,Jjieve Sven...” kon men lezen, „na
al het vreeselijke wat is voorgevallen,
zul je wel niets meer van mij willen
weten. Je moet een meisje tot vrouw
nemen, dat niet zoo nauw bij een
moordaanslag is verwikkeld als ik. Ik
weet geen raad meer, alles is veran
derd! Ik weet maar één ding, ik houd
„De oorlog
(Holland)
BIJ DEN DOK-
ALLEEN VOOR
BABY’S.
IN DE STATIONSHAL van het Centraal Station te Utrecht is
het fraaie monument van Charles van Eyck geplaatst, een
geschenk van den Personeelraad ter gelegenheid van het
100-jarig bestaan der Ned. Spoorwegen. (Polygoon*
Zij opende de deur en ging zelf weg,
nadat zij den bezoeker had binnenge
laten.
Edda, mijn lieveling! riep Sven
en knielde naast het bed neer. Jij
arm kind, wat moet je doorgemaakt
hebben. Hij sloot haar in zijn armen
en zij verborg het hoofd tegen zijn
schouder. En alles, verdriet, span
ning, angst vielen van haar af. Voor
zichtig en troostend praatte Sven tegen
haar. Mijn klein meisje mag hui
len. En dan drogen wij de tranen af
en worden heel gauw gezond, omdat
wij zooveel te doen hebben. Wij moe
ten een huis inrichten en veel dingen
koopen, meubelen en een trouwjapon
en veel andere dingen, want je broer,
Jürgen, geeft je een geheelen uitzet en
op haar verjaardag wordt de verlo
ving gevierd of eigenlijk de bruiloft.
Edda keek hem door haar tranen
heen aan. Je stuurt mij niet weg?
Mijn lieveling, fluisterde Sven,
had je dat dan gedacht? Ik houd
toch van je!
Maar Sven! Edda’s gezicht werd
nog eens vol angst, ik kan mijn
moeder niet verloochenen. Zij heeft
zwaar onrecht gedaan en ik vind haar
handelwijze verschrikkelijk, maar zy
is mijn moeder.
Wees maar kalm, lieveling, voor
je moeder is gezorgd. De dokter wil
haar onder voortdurend toezicht hou
den, zij krijgt een mooie kamer in een
sanatorium buiten in Grünen en je
moogt haar zoo vaak bezoeken als je
wilt. En als je over een paar dagen
uit moogt, dan is je eerste gang daar
heen.
bericht, dat de beminde chef Torger,
de zoon van Lorenz Ettinger was en
dus nu eigenaar en directeur van de
geheele firma.
Torger had tijd gehad Elina Mad
sen in het kort den geheelen samen
hang te vertellen. Zij had hem stra
lend aangehoord. De gedachte aan zijn
geluk en succes stond bij haar zóó op
den voorgrond, dat zij geheel vergat
hoe voor haar zelf de situatie was
veranderd.
De beide directeuren zaten in Stors-
laapen’s kamer. Bleek en verschrikt
leunde Storslaapen het hoofd in beide
handen. Kerel, fluisterde hij, dat
hebt u niet vermoed.
Jawel, antwoordde Lund vroo-
lijk. Sedert twee dagen. Dagmar,
alias Vera Romany, stuurde mij het
afschrift van een brief, welken zij aan
de politie had gezonden en verzocht
mij dit stuk aan Torger te willen
overhandigen. Ik koos echter niet den
gebruikelijken weg, maar wilde den
brief 's nachts op Torger’s schrijf
tafel neerleggen. Ik bedacht mij ten
slotte echter iets anders. Bij mijn te
rugkeer maakte ik kennis met de
vuisten van Gjellerup.
En hebt u toen met Torger ge
sproken?
Na lang aarzelen, ja. Ik merkte,
dat hij de uitvlucht, welke ik voor
mijn nachtelijk bezoek had bedacht,
niet geloofde. Zijn wantrouwen deed
mij verdriet. Bovendien houd ik van
mijn werk en wilde ik het niet verlie
zen. Dus ging ik naar hem toe en heb
hem alles eerlijk bekend. Ik heb er
geen berouw van gehad. Lund glim
lachte voor zich heen, hij dacht aan
Enkele dagen later zat een verlegen,
eenigszins te feestelijk aangekleede
Gjellerup in de eetkamer van Tor
ger’s huis in een kring van oude en
nieuwe vrienden. Zij ziet er uit als een
sprookjesprinses! dacht hij en knikte
tegen de bruid Elina. De chef heeft
geluk gehad. De andere, de bruid van
den dierenarts, zag er nog een beetje
spichtig uit. Maar dat zou wel beter
worden. En hoe blij was opeens Lund!
En Storslaapen, hij was een ander
mensch. Er had met allen een veran
dering plaats gehad.
Torger - Ettinger hief zijn
Ik verzoek u, mijn vrienden,
met my te klinken, op het werk en
op allen, die het dienen en op de mooi
ste bruid van Kopenhagen! Hel tinkel
den de glazen, allen keken Elina aan
die vuurrood was geworden. Jür
gen, fluisterde zij, hoe kun je zoo-
iets zeggen?
Wat hij antwoordde, verstond Gjel
lerup niet, want juist kwam mevrouw
Silkeborg met een schaal smakelijk
belegde broodjes binnen en haar vroo-
lijk en vriendelijk gezicht en haar ge
zellige bedrijvigheid, wekten in Gjel
lerup een gedachte op, welke hij wel
licht in de nabije toekomst hoopte te
verwezenlijken.
ANTI-ENGELSCHE BETOOGING IN MILAAN. Een groote menigte hoorde op het Domplein
te Milaan een toespraak aan van Consigliero Nazionale Capoferri. Op het bord staat
tegen Groot-Brittannië gaat door en zal doorgaan tot de overwinning”.
NA DEN TERUGKEER VAN EEN VLUCHT NAAR ENGELAND vertelt de groepscommandant Hauptmann
Balthasar aan den eskadercommandant Major Lützow, beiden dragers van het Ridderkruis,
van zijn luchtgevechten bij den aanval op Londen. (Holland
OP DE HAARLEMSCHE SCHOLEN wordt geduren
de de wintermaanden warm eten verstrekt aan de
kinderen, die hiervoor in aanmerking komen. Zij
moeten hun vleesch- en vetkaarten inleveren. (Pol.),
Intusschen ben ik echter van inzicht
Veranderd en stel u dezen brief ter
beschikking met het dringend verzoek
mijn aandeel in de zaak niet openbaar
te maken, omdat mijn loopbaan als
artiste daardoor belangrijke schade
zou worden toegebracht. Staat u mij
echter nog een opmerking toe. Het
kan mogelijk zijn, dat het vaststellen
van Torger’s identiteit als zoon
Lorenz Ettinger, de verdenking
moord opnieuw tegen hem zal
ontwaken. Ik voel mij daarom
Plicht te verklaren, dat ik Torger niet
m staat acht tot zulk een vreeselijke
misdaad als vadermoord. Ik ken hem
Vele jaren, ik ken zijn fouten en ge
breken. De waarheid gebiedt mij ech
ter te zeggen, dat ik hem, ondanks
gevoelens van persoonlijken aard,
Voor een fatsoenlijk man houdt.
Mevrouw Dagmar Romany”.
Peinzend gaf Tidemann den brief
terug. Een ordentelijke, openlijke
bekentenis, zei hij. Als ik eens in
Stockholm kom, moet ik haar zien,
deze Ver a Romany.
het nieuwe contract, dat hij in zijn
zak had en dat onderteekend was door
den nieuwen directeur van Loretti.
A.G. De voorwaarden waren «meer
dan mooi.
U wilt dus zeggen, dat men open
lijk met Torger kan spreken? vroeg
Storslaapen.
Absoluut. Juist de omstandighe
den van de laatste dagen hebben mij
bewezen, dat de rechte weg de beste
is en dat men met eerlijkheid en ver
trouwen het verste komt. Ik geloof,
dat de verhoudingen onder de men-
schen veel beter zouden zijn, als men
zich aan dezen stelregel hield.
Storslaapen zei niets. Ook toen Lund
de kamer had verlaten, zat hij een
tijd lang in gepeins verzonken voor
zijn schrijftafel.
Dan, met een plotseling besluit,
greep hij naar de telefoon en vroeg
een onderhoud met zijn nieuwen chef
aan.
Er werd niet veel gewerkt in
kantoren van Loretti. A.G. Als een
loopend vuurtje verspreidde zich het
meer van je dan ooit,
vraag ik je...”
Hier brak de brief af. Edda dacht
over de rest na, de brief moest ge
schreven worden, moest op de post.
Opnieuw stroomden haar tranen. Ach,
was zij toch maar niet beter gewor
den.
Zacht werd de deur geopend. De
zuster kwam binnen met een reusach
tige bouquet rozen. Dit is zoo juist
voor u afgegeven, juffrouw Föns, zei
zij lachend.
Van Sven? Edda’s gezicht werd
dief rood. Zij trok haastig het briefje
van de bouquet af. Neen, niet van
Sven kwamen de rozen. „Jürgen Tor
ger”, stond er op het kaartje gedrukt
en daaronder was geschreven: „Met
hartelijke wenschen voor uw beter
schap. Wanneer mag ik u bezoeken?”
Edda sloot de oogen. Hij kwam bij
haar, deze Ettinger, deze... broer?
Bij haar, die in zulk een nauw ver
band stond met den moord op zijn
vader? De gedachte aan hem had
haar niet losgelaten sedert de poli
tiecommissaris haar den samenhang
had verteld.
Bezorgd keek de verpleegster naar
het gezicht, waarop de kleur zich snel
verwisselde. Ik geloof, dat ik het
bezoek, dat buiten wacht, niet mag
toelaten als u zich zoo opwindt juf
frouw Föns.
Bezoek? Wie kon dat zyn? Toch...?
Uw verloofde, knikte de zuster.
Hij was gisteren al hier en eergis
teren. Maar wij moesten hem weer
wegsturen. Vandaag mag hij een
kwartiertje komen.
g -
fe I
i I
te I
F®»
F
-
JL
asX
,x. la
■s.