De Britsche hoofdstad een vuurzee Ford „4 Donderdag 17 October. De terugkeer der Duitschers uit Bessarabië 1 17701. 1940. Gevolmachtigden van den Rijkscommissaris deelen Londen De nood van Branden in alle der stad DU1TSCH OP ONZE SCHOLEN VERDUISTEREN van 6.42 uur n.m. tot 8.10 uur v.m. Dokter s telefoon N.V. Auto Service Maan: President Dr. Völckers, gevolmachtigde voor de stad Rotterdam.. zonder Een 90.000-tal Duitschers uit Bessarabië, wier voorvaderen 130 jaar geleden, voornamelijk uit Beieren en Wurtemberg, daar heen verhuisden, keert thans in het Rijk terug. Dezer dagen kwamen zij aan in het verzamelkainip Galatz. Zij staken met hun wagens de Pruth over, welke rivier de scheiding vormt tusschen Rusland en Roemenië. Het Duitsche emigrantencom mando en hulpzusters van het Duitsche Roode Kruis staan de terugkeerenden met raad en daad bij. Van Galatz werden zij met Donau-booten over Sernlin bij Belgrado naar hun nieuwe woonplaats gebracht. Op .onze fotoDuitschers uit Bessarabië met hun karakteristieke wagens na het oversteken van de Pruth. (Scheri) i Zoo juist ontvangen een nieuwe serie De g r o o t e wagen met den kleinen 4-cylinder motor! Extra zuinig. I L benzine op 12 Km. BRITSCH-INDIE INHEEMSCHE SOLDATEN NAAR AFRIKA De vreeselijkste nacht van den oorlog Telefoon 116300 (zeven lijnen) Giro No. 12500 LinksOberwalti^ngsgerichtsrat Schwebel, gevolmachtigde voor de provincië Zuid-Holland. Rechts (Stapf) Troepentrein gebombardeerd Kinderen uit groote Duitsche steden naar het platteland Zal het moreel der Londenaars stand houden? Luchtaanvallen worden onderbreken voortgezet op 7.23 uur n.m. onder 10.07 uur v.m. No. 394920 Aanvallen onder het parool der vergelding 5 5 5 V g V 5 5 V v 5 5 w 5 5 5 Schade te Londen enorm groot 'fyt W' I HAAGSCHE COURANT Het onderwijs in de Duitsche taal op de lagere school facultatief te stellen, zoodat de leerling het naar goeddunken van zijn ouders kan volgen of niet, lijkt niet practisch, al was het alleen maar, omdat men nooit vooruit weet, wie later wél en wie niet de kennis van die taal zal noodig hebben. I f t t f t f f f i t f t t t 4 4 t i i i i i i i f t i t i 4 i f f I f f i i i i i A A i Hoogewal 13 - Tel. 11.59.30 ft ft ft A ft ft ft A A ft ft A A ft A A A ft 1 A ft A ft PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels ƒ1.50. Iedere regel meer tot 10 regels 40 ct., daarna iedere regel meer 50 ct. Reclames 90 ct. per regel. Bewijsnummers 5 ct., fr. p. post 10 ct. Incasso binnen de stad 5 ct., buiten de stad volgens posttarief. Bij vooruitbetaling: Kleine Advertenties 90 ct.; Dienstaanbiedingen 70 ct. Advertentiën waarin voorkomt „Brieven aan het bureau van dit blad” 10 ct meer. PRUS DEZER COURANT: Voor 's-Gravenhage bij vooruitbet per 3 mnd. met „Kikeriki”, „De Nieuwste Mode”, „Koloniaal Bijblad” en „Letterkundig Bijblad” 3-Franco per post met Mode blad ƒ4.—, zonder Modeblad ƒ3.75 Buitenland ƒ9.—. Landen waarop het verlaagd intern, drukwerk-posttarief van toepassing is 7.p. kw. Bij postkantoren tegen de geldende goedk. abonn.prijzen. Afz. nummers 5 ct, fr. p. post 10 ct. naar het zich laat aanzien, niet te doen met een tijdelijk verschijnsel, doch met een blijvenden toestand. Reeds lang vóór den oorlog immers werkten tien duizenden Nederlanders aan gene zijde van de grens en ook na den oorlog zul len zij, die in ons dichtbevolkte kleine land geen bestaan kunnen vinden, voor al op de Duitsche arbeidsmarkt zijn aangewezen. Aan Duitsche zijde ver wacht men althans met stelligheid, dat dan het groote opbouwwerk, met name in de industrie, een groot aantal vreem de werkkrachten in tal van vakken zal noodig maken, ongeacht den terugkeer van zoovele Duitsche mannen, die thans onder de wapenen zijn. Het behoeft geen betoog, dat het van groot belang is, dat in al deze vele ge vallen Nederlanders en Duitschers el kaar kunnen verstaan en begrijpen. De ondervinding heeft nu reeds geleerd, dat het gemis aan kennis van de Duit sche taal voor de Nederlanders, die ginds gaan werken, een ernstig beletsel is om er zich spoedig thuis te gevoelen en aan de voor hen nieuwe toestanden te gewennen, terwijl het werken zeer bemoeilijkt wordt door de omstandig heid, dat de Nederlander de hem ge geven voorschriften en aanwijzingen niet kan lezen of verstaan, ze niet of verkeerd begrijpt, en hij omgekeerd, niet bij machte is, inlichtingen te vra gen of zijn wenschen kenbaar te maken. Eenige kennis van de Duitsche taal zal den Nederlander gemakkelijker doen heenstappen over zijn schroom, om in den vreemde den kost te gaan verdienen. De gezagvoerder van het Japansche stoomschip „Okitsoe Maroe” heeft in Kobe verklaard, dat zijn schip bij aankomst in Bombay op 26 September gedwongen was tot den volgenden dag buitengaats te an keren. Het havengebied was volgepakt met oorlogsmateriaal, aangezien Engelsche schepen met Indische soldaten aan boord naar Afrika verzonden werden, In Ka- ratsji mocht geen enkel lid der bemanning van het Japansche schip aan land gaan. Wat men wil is: dat naast een dege lijk onderwijs in de eigen volkstaal zal staan een, zij het minder diepgaand, on derwijs in de Duitsche taal. Wij vatten dat zóó op: dat de jeugdige Nederlan der of Nederlandsche, die de lagere school heeft verlaten, in staat zal zijn eenvoudig Duitsch te verstaan en te lezen en zich op eenvoudige wijze in die taal eenigermate uit te drukken. Wie rekening houdt met de verwach ting, dat in een na den oorlog op nieuwe grondslagen op te bouwen Europeesch continent Nederland in menig opzicht nauw verbonden zal zijn aan het groote Duitsche rijk, zal het groote nut van den zoo juist aangeduiden vorm van volks onderwijs in de Duitsche taal niet kun nen ontkennen. Dat een wederzij dsch begrip en een toenadering tusschen de beide volken er door kan worden be vorderd, laten wij thans rusten, om ons te bepalen tot het practische nut. Wij denken daarbij aan het te verwachten Vele contact tusschen Duitschers en Nederlanders, op zaken- en allerlei an der gebied, waarbij het uiteraard van groot belang is, dat men elkaar kan ver staan en begrijpen en zich met elkander kan onderhouden. Dat voor dit contact de taal van het verreweg grootste en voor een samenstel van staten leidende land het aangewezen voertuig is, ligt voor de hand. Van beteekenis is bedoeld onderwijs in ’t bijzonder in verband met de ver schijning Van vele tienduizenden Neder landers, hoofd- en handwerkers, op de Duitsche arbeidsmarkt Wij denken hierbij niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats aan de velen, die thans in Duitschland werken en wier aantal nog aanmerkelijk zal stijgen (zoo gaan b.v, Hollandsche aannemers met hun geheelen staf naar Duitschland, met nam* dmu: Hambueg). Wy hebben hier, In totaal werden 56 Londensche stadswijken door min of meer belang rijke schade getroffen, aldus „Asso ciated Press”. Er is nog niets bekend gemaakt over de verliezen, maar de regeering geeft te kennen, dat zij in Londen grooter waren dan elders. Vele openbare gebouwen werden met den grond gelijk gemaakt. Zelfs de Londen sche bladen schrijven boven hun ver slagen met groote koppen: „Vreeselijk ste nacht van den oorlog” en „Londen’s bombardement erger dan ooit tevoren”. Over de aanvallen van Dinsdag op Londen weet „Associated Press” nog te melden, dat de Britsche minister van arbeid, Bevin, bijna het slachtoffer was geworden van een Duitsche bom. Een bom sloeg n.l. in vlak naast het huis van den minister van arbeid, dat licht beschadigd werd. Bevin zelf, zoo voegt het bericht hieraan toe, bleef onge deerd. Een bericht uit Londen van „Gothen burg’s Handels- en Scheepvaartblad” schrijft, dat een groote schuilgelegen- heid door een Duitsche bom getrof fen is, waardoor een waterleiding be schadigd werd, zoodat enorme hoeveel heden water binnenstroomden en een deel van de aanwezige menschen ver dronken is. In de door den Rijkscommissaris bij gewoonde bijeenkomst, in Pulchri, van den Nederlandschen Cultuurkring (be langrijk vooral om hetgeen de Rijks commissaris daar heeft gezegd), heeft prof. Snijder in zijn groote rede o. m. gepleit voor invoering van onderwijs in de Duitsche taal op de Nederlandsche volksscholen, d.w.z. onze lagere scholen. Dit betoog heeft aan Nederlandschen kant eenige deining veroorzaakt, omdat men er de bedoeling in meende te zien, op onze lagere school het Duitsch op één lijn te stellen met het Nederlandsch. Indien dit juist ware, zou protest van Nederlandsche zijde daartegen stellig geboden zijn, want het zou beteekenen: het gedeeltelijk verdringen van de eigen taal van ons volk door de taal van onze naburen. En het onvermijdelijke gevolg daarvan zou zijn: een ernstige aantas ting van den Nederlandschen volksaard, van het eigen karakter en wezen van ons volk, welke aard, karakter en wezen immers als bij elk volk ten nauw ste samenhangen met de eigen taal, waarin men denkt, spreekt en schrijft. „De taal is gansch een volk” zegt een dichterlijk woord, dat diepe waarheid bevat Men heeft ons echter van bevoegde zijde verzekerd, dat zij, die voor de aan tasting van onzen volksaard op deze wijze vreezen, de bedoeling van het ge sprokene niet juist hebben begrepen. En van Duitsche wij mogen wel zeg gen: officieele zijde heeft men ons evenzeer met klem verzekerd, dat de hierboven geschetste opvatting aller minst die is van de Duitsche autoritei ten, welke, naar men weet, bij herha ling en met nadruk hebben verklaard, dat Duitschland juist het sterke eigen volkskarakter van de Nederlanders wenscht te ontzien en te beschermen. Wij willen echter nadrukkelijk waar schuwen tegen een te vroeg beginnen met dit onderwijs. Zou men 'het ter hand nemen tegelijk met het eerste on derricht in de Nederlandsche taal, dan zou dit bij de kinderen verwarrend wer ken, tot groote schade in de eerste plaats voor hun moedertaal (die immers verreweg de belangrijkste is) maar evenzeer voor het Duitsch, want de kinderen zouden niet de beide talen zich eigen maken, doch een hopeloos mengelmoes van die twee, te meer om dat de verwantschap hun het spoor bijs ter zou doen geraken: germanismen, Nederlandsche en Duitsche zinsvormen door elkander, enz. Wij durven aan zulk een koeterwaalsch niet denken! Daar tegen dient angstvallig te worden ge waakt, en dit kan o.i- alléén geschieden door den kinderen eerst gedurende vol- doenden tijd een zeer degelijk onder wijs te geven in de eigen taal, zoodat zij in dit opzicht stevig beslagen ten ijs komen als men hun aandacht komt vragen voor de taal van onze naburen. Dit laatste, zoo stellen wij ons voor, zou daarom zeker niet eerder moeten ge schieden dan in de op één na hoogste klasse der lagere school, zoodat de leer lingen in normale gevallen twee volle jaren onderricht in het Duitsch zouden krijgen alvorens de school te verlaten; voldoende tijd om hen zóóver te bren gen als ook van Duitsche zijde met het oog op de practijk van het leven wordt gewenscht. Op het voortgezette onder wijs rust dan de taak, den meer ontwik kelden de voor hen vereischte verdere kennis en bekwaamheid op dit punt bij te brengen, waarbij natuurlijk steeds de eigen taal, onze moedertaal, het Neder landsch, dient voorop te blijven staan. Deze courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen BUREAUXWAGENSTRAAT 35—37 Bijkantoren: Scheveningen, Keizerstr. 319, Tel. 550310; Rijswijk, Kantoor- boekh. Leeuwendaal, Oranjelaan 3, Tel. 119461, Voorburg, Boekhandel H. E. G. Ruijs, Heerenstr. 124, Tel. 778038; Filialen: N.V. Kantoorboekh. Th. J. de Koning, Goudsbloemlaan 3, Tel. 330263; Boekh. J. B. v. Seters jr., There- siastr. 108a. Tel. 772444; Boekh. E. D. Couvée, van Hoytemastr. 66, Tel. 721187 Het ligt in dezelfde lijn, dat in de toekomst op de middelbare en u.l.o.- scholen bij het onderwijs in vreemde talen het Duitsch meer dan tot nu op den voorgrond zal treden, want ook voor de meer ontwikkelden geldt, dat zij meer dan voorheen op Duitschland zullen zijn gericht. Zoo zal er b.v. ook voor verscheidene beoefenaren van an deren arbeid dan geschoold of onge schoold handwerk van allerlei aard, voor hoofd-arbeiders, plaats zijn in laatstgenoemd land: onderwijskrachten, artsen, technici als ingenieurs enz. Van belang is ook eenig onderwijs in het Duitsch op ambachts- en andere vak scholen, gedifferentieerd in verband met de uiteenloopende vakterminologie; voorts middag- en avondcursussen in die taal voor hen, die na het verlaten van de lagere school geen werk in ons land hebben kunnen vinden. In het algemeen kan gezegd worden, dat menschen en volken, die elkaar kun nen verstaan, elkaar eerder zullen be grijpen en eerder tot elkander zullen komen dan wanneer het taalverschil een diepe kloof tusschen hen vormt. Vóórop zal dan ook moeten staan, óók naar de Duitsche opvatting, het onder wijs in de eigen volkstaal, het Neder landsch, dat de voertaal moet blijven bij het onderwijs op de Nederlandsche scholen, d.i. van de scholen voor het Nederlandsche volk in zijn vollen om vang. En het verheugt ons, uit Duit- schen mond te hebben vernomen, dat men aan die zijde (evenals wij jaren lang bij herhaling hebben betoogd) van oordeel is, dat het onderwijs in de Ne derlandsche taal met name op de lagere school héél wat beter moet worden dan het tot dusverre in het algemeen is ge weest Behoorlijke kennis van de eigen taal en het vermogen om die taal op behoorlijke wijze in woord en geschrift te gebruiken (en daarbij behoorlijk in die taal te denken), vormen een belang rijken factor van de volkskracht. In dit opzicht vertoont ons volk en niet alléén in de minder ontwikkelde krin gen helaas een te betreuren tekort, dat hoe eer hoe liever bij een reorga nisatie van ons onderwijs moge worden aangevuld. Een reorganisatie, die met name op de lagere school veel overbo dige theoretische wijsheid door nuttige practische kunde moge vervangen, zoo- als wij dit al dikwijls hebben bepleit strijding zeer groote moeilijkheden zal opleveren, zelfs wanneer brand- weerafdeelingen op groote schaal het vuur aanvatten. Naar raming bedroeg het aantal nieuw ontstane branden minstens 30 tot 40. Overal schoten blauw- groene vlammen uit de huizenzee. In de belangrijkste industriewijken stonden de fabrieken in lichter* laaie. Daar tusschen zagen de Duit sche vliegers, dat verscheidene branden op andere deelen van ge bouwen oversloegen, welke dan in eenstortten en gashouders, welke met een hooge steekvlam in de lucht vlogen. Gisteren op den dag drongen de Duit sche gevechtsvliegtuigen door tot Mid- den-Engeland. Zij hebben aan de West kust, ten Zuiden van Liverpool, een groot vliegveld aangevallen. Op 3 ver schillende loodsen zijn 3 treffers ge plaatst, een vierde bom trof het ketel huis, dat in de lucht vloog. Verschil lende voor de loodsen staande vliegtui gen van het type Bristol-Blenheim wer den beschoten en met machinegeweer- kogels doorzeefd. Op de terugreis ont dekten de vliegers een troepentrein, die in Westelijke richting reed. Een toestel viel den trein in gedurfde duikvlucht aan. De locomotief en de voorste 6 wa gens vielen van een steile helling, de andere wagons schoven in elkander. Men gelooft, dat er meer dan 300 doo- den en gewonden zijn. Gistermiddag werd het vliegveld Cheltenham ten Noordoosten van Glou cester door Duitsche gevechtsvliegtui gen aangevallen. Drie brisantbommen van middelbaar kaliber troffen een hangar en veroorzaakten zware bran den. Het vliegveld schijnt volledig ver nietigd te zijn. Een andere hangar werd door scherven zwaar beschadigd. Alle aanvallende vliegtuigen zijn veilig op hun basis teruggekeerd. Naar aanleiding van het feit, dat thans geleidelijk kinderen uit groote Duitsche steden, waar het luchtgevaar grooter is, zooals Berlijn en Hamburg, naar het platteland worden gezonden, leggen de Duitsche bladen er den na druk op, dat het vertrek der kinderen in ieder geval afhankelijk is van het vrijwillige besluit der ouders en dat geen dwangmaatregelen worden getrof fen. Aanleiding tot deze transporten is niet het gevaar, veroorzaakt door de Britsche luchtaanvallen, aangezien de ervaring tot dusverre heeft geleerd, dat die aanvallen een dergelijke actie niet noodig maken, maar de overweging, dat het herhaaldelijk onderbreken van den slaap door het luchtalarm op den duur de gezondheid van jongere kin deren kan schaden. Daartegen wil men zooveel mogelijk maatregelen nemén. De correspondent van het Zweedsche blad „Stockholms Tidningen” te Lon den heeft een beschrijving aan zijn krant geseind over de omstandigheden, waaronder thans in de Britsche hoofd stad wordt geleefd. „Het is eigenaar dig”, schrijft hij, „dat wij enkele we ken geleden nog beklemd stonden te kijken naar het licht der schijnwer pers. Wij hebben toen luchtgevechten meegemaakt, gevoeld, hoe onze huizen als schepen op een woelige zee beef den. Er kwamen dagen, dat de kanon nen de groote belevenis vormden, dat de vuurgloed nacht na nacht rond Londen werd gelegd. Nu is alles anders. Wij zijn moe. Zal het moreel standhouden? Toen de bom bardementen begonnen, nam de groote ir Tusschen 10 u. n.m. en 7 u. v.m.: Ziekenfondsleden De Volharding; No. 116364 Z.g. Stadspatiënten: No. 49 Het frontbericht van {iet D.N.B. meldt o.a. over de aanvallen van gister nacht: De Duitsche luchtaanvallen zijn onophoudelijk boven het Britsche Eiland voortgezet, zonder den tegenstander ook maar even gelegenheid te laten om op adem te komen. Dikwijls lag slechts een tijdsverloop van weinige minuten tusschen de golven der naderende ge vechtsformaties. De Engelschen moesten daarbij inzien, hoe ijdel hun verwach tingen waren, dat de slag om Groot- Brittannië zijn hoogtepunt reeds zoo omstreeks ‘bereikt had. Het Duitsche luchtwapen mag er prat op gaan, de kracht van zijn acties en het aantal van zijn aanvallen nog maals aanmerkelijk vermeerderd te hebben. Onder ’t parool der vergelding stonden ook de talrijke luchtgevechten, waarin de Duitsche jagers telkens voor hun grootere broers, de Heinkels en Junkers, een snelle doorbraak naar de Britsche hoofdstad veroverden. V V I 5 De Londensche vertegenwoordiger van het Zweedsche blad „Dagens Ny- heter” meldt, dat het moeilijk is een volledig overzicht te krijgen van den omvang der schade in de Britsche hoofdstad. De zware verwoestingen in de Londensche verkeersstraten dwingt het autobusverkeer geweldige omwegen te maken. De schade in de Londensche City is enorm. „Svenska Dagbladet” wijst er in een ooggetuigeverslag op, dat nog ontel bare personen bedolven liggen onder de puinhoopen der vernielde gebouwen van Londen. Op verschillende plaatsen wordt door de reddingscolonnes ge poogd opgravingen te verrichten. De hoeveelheid glasscherven van versplin terde ruiten in de Londensche straten is ontzaglijk groot. Londen is een uitgestrekte vlam menzee. Nog op een afstand van 80 tot 100 kilometer konden de Duitsche vliegers gisteren branden zien, meldt het D.N.B. Ten Noor, den van de Victoria-docks zijn 5 bijzonder groote branden waarge nomen, waardoor belangrijke pak- huizen vernietigd zijn. Deze ver woestingen zijn van groote betee kenis voor de levensmiddelenvoor ziening van Londen, omdat hier de groote opslagplaatsen met ge weldige voorraden levensmiddelen liggen. Ook in het midden der stad en in den Noordoostelijken hoek van de bocht in de Theems zijn groote branden uitgebroken, welker be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 1