NOODLANDING IN DE WOESTIJN Op de Molenaarsschool te Wageningen - Een brievenbesteller te paard Herstel van het kasteel „de Doornenburg” - De kerk te Waalwijk gerestaureerd o WIS BE o I® I y 1 JP I ■EB Jii 1' I s jrmi ji Ei 1 ii n B - m HAAGSCHE COURANT Woensdag 3Ö Oct. 1940 TWEEDE BLAD; FEUILLETON l||gg RH M ^5 i y’F’ï XX i iH HET SLAAN VAN EEN OORLOGSBRUG. fPotagoonl (Polygoon) ,d DE EERTIJDS ONHERKENBARE, VERVALLEN STEENMASSA is nu volkomen van aanzien ver anderd. De laatste stellingen rond „de gevels” van het oude slot „De Doornenburg”, welke in den kop is een historisch gebouw bewaard gebleven. zijn van de Over-Betuwe ligt, zijn weggehaald. Met deze restauratie, waaraan men 4 jaar heeft gewerkt (Polygoon), niet kwalijk! stamelde het jonge meis je toen de eerste schrik voorbij was. In kennelijke verlegenheid onttrok zij zich aan zijn omarming. Het was vreeselijk! Hij keek haar glimlachend aan en daarna wijdden zij hun aandacht als bij afspraak aan het voorbij glijdende landschap. Tegen aller verwachting ontwikkelde de auto nog een vrij behoorlijke snel heid en weldra lieten zij de laatste huizen van Gigasar achter zich HOOFDSTUK 11 De weg leidde in een halven cirkel om het stadje heen en ging dan zig zag naar den pas, welke in het Westen den bergketen doorbrak. Toen de wagen de eerste bocht had bereikt en de inzittenden gelegenheid kregen den anderen kant van den weg in zich op te nemen, leek het land schap plotseling betooverd te zijn. Aan deze zijde een dorre, met tallooze lee- men hutten bezaaide vlakte, aan den anderen kant een door frisch groen begroeid dal, dat door een smalle ri vier werd doorsneden. Tusschen het filigraan der slanke palmen schemer den de lichte muren van landhuizen, welke de oevers der rivier verlevendig den. Halverwege den berg verhief zich het paleis van den Maharadja, dat ge heel uit wit marmer was opgetrokken, als een tot steen geworden sprookje. Een groot, met zeldzame bloemen be- RESTAURATIE VAN DE NED. HERV. KERK TE WAALWIJK. Met steun van Rijk, Provincie en Gemeente zal worden overgegaan tot het verder restaureeren van het laatste gedeelte van de oude St Janskerk te Waalwijk. Gezicht op het reeds gerestaureerde gedeelte. (Het Zuiden) 2 (Nadruk verboden.) 12) De bodem onder de voeten der bei de passagiers begon te wankelen, ter wijl aanhoudende detonaties als van hevige donderslagen de lucht vervul den. Het volgende oogenblik voelden zij zich als door de vuist van een reus omhooggeslingerd om direct daarop in een onpeilbaren afgrond te verzinken. Bliksemstralen flitsten en inktzwarte wolken infernaal stinkende gassen ver duisterden de zon. Voor Been had de verschrikkelijke catastrophe althans nog eenige beko ring, daar Ellen Boyard in haar doods angst alle terughoudendheid aflegde en zich wanhopig aan den man naast haar vastklemde. En het was zijner zijds niets meer dan een staaltje van zijn plicht, dat hij zijn arm bescher mend om de schouders van de jonge vrouw vlijde, tot de ergste verschrik king was geweken. Toen de wagen eindelijk den gang erin had, ging het oorverdoovende la waai over in een gelijkmatig geram mel, waaraan men op den duur kon wennen. O mijnheer Been, neemt u mij - W» EEN POSTBODE in een der Amsterdamsche randgemeenten heeft het vervoerprobleem op origineele wijze opgelost. Voor zijn bezoek aan de verstgelegen boerderijen van zijn rayon, maakt hij n.l. gebruik van een paard. De postruiter doet zijn bestelling op het erf van een der afgelegen boerderijen. (Polygoon) zijn geboortestad aan het Y had kun nen herstellen, was de man al uit de auto gesprongen en op den buffel- wagen toegesneld. Zonder zich de moeite te getroosten een vermoedelijk toch vruchtelooze discussie over de regels van den weg te beginnen, gaf hij den man, die naast den wagen liep, een zoo zuiver ge plaatste Hollandsche muilpeer, dat het slachtoffer als een blok achterover viel, terwijl zijn tulband in een wijden boog door de lucht suisde. Nadat hij den man als een zak zout had opgetild en hem tusschen zijn met stomheid geslagen kameraden op de kar had geworpen, greep hij de buffels bij hun halster en leidde het gespan voorzichtig voorbij de auto. Toen ten slotte ook dat karwei achter den rug was, klom hij kalm weer achter het stuur en gaf gas. De Hindoes schenen langzamerhand te gaan beseffen, dat er nu toch ook van hen een daad werd geëischt. Ra zend en tierend klommen zij van den wagen, maar nóg hadden zij den be- ganen grond niet bereikt, toen het voorwereldlijke vehikel, dat de ras echte Amsterdammer zijn eigendom mocht noemen, zijn helsche explosies begon uit te braken, hetgeen den buf fels dusdanig de stuipen op het lijf joeg, dat zij het op een loopen zetten, de kar met de vier scheldende Hindoes als een speelgoedwagentje achter zich aan sleurend. In een minimum van tijd was het geheele span uit het gezicht verdwenen. Been boog zich lachend naar voren. Hallo, Jen! riep hij door het la waai van den motor heen. Man, dat ik hier midden in de rimboe een Mokumer moet ontmoeten! Ik ben zelf geboren en getogen Amsterdammer! Aongenaom! schreeuwde de Hol lander terug, zonder zich ook maar in het minst verrast te toonen over deze toevallige ontmoeting. Daarop wijdde hij zich weer geheel aan zijn onmogelijk vervoermiddel. Nauwelijks echter had hij eenige meters gereden, of hij liet de auto op nieuw stoppen, sprong er uit, liep terug en haalde den aan den kant van den weg liggende tulband, welke eigenaar had moeten achterlaten. Toen hij op zijn plaats achter het stuur was teruggekeerd, stopte de zon derlinge kerel zijn jagershoedje onder zijn Schillerhemd en trok den tulband diep over zijn ooren, zonder daarbij een spier te vertrekken. Been lachte om het allerdwaaste schouwspel, dat hem de tranen over de wangen liepen, doch deze vroolyk- heid scheen allerminst de goedkeuring van zijn landgenoot te kunnen weg dragen, want hij keerde zich met een woedend gezicht om en zei verwijtend: Wat een ghaan, wat een ghaan! Lach as je begraoven wor! Intusschen had het lawaai van de auto, dat op verren afstand hoorbaar was, de paleiswacht reeds gealar meerd en toen de wagen voor den op- IN DE MOLENAARSSCHOOL te Wageningen. De jongens krijgen ook les in het scherp- maken van de eeuwenlang ge bruikte molensteenen, hetgeen geschiedt met bilhamers. Polygoon) plant park strekte zich van de muren van het paleis tot den bodem van het dal uit en maakte het geheel tot een bezit van waarlijk Oostersche pracht. De beide jonge menschen vergaten hun vermoeiende reis en het ernstige doel van hun tocht; met groote oogen van verbazing staarden zij naar het verrukkelijke landschap, dat zich aan hun blikken ontrolde. De weg liep nu rechtuit naar den ingang van het park. Toen de auto ongeveer de helft van dezen weg had afgelegd, zagen zij zich onverwachts voor een hindernis geplaatst. Het was een tweewielige, door buffels getrok ken wagen, waarin een viertal, met tulbanden getooide Hindoes bijeenhok- ten, terwijl een vijfde naast de beide trekdieren liep. Het was één van die primitieve vervoermiddelen, welke sinds onheuglijke tijden de landwegen in Indië onveilig maken. De Hindoe maakte geen aanstalten voor de nader komende auto uit te wijken, zoodat den chauffeur tenslotte niets anders overbleef dan zijn „mas todon” tot stilstand te brengen. Maar daarop gebeurde er voor Been iets verrassends. De zonderlinge bestuurder in zijn leeren broek deed voor het eerst zijn mond open. As je me nou, aokelig schtuk vergif, laleke dooie visschiesfreter! klonk het plotseling woedend. En nog vóór Been zich van zijn verbazing over deze, hem zoo vertrouwde klanken uit DE OUD-HOLLANDSCHE KORENMOLEN door de wind kracht gedreven, is in belangrijkheid aanmerkelijk gestegen. Talrijke korenmolens zijn weer in gebruik genomen en het spreekt vanzelf, dat er vraag is naar goed onderlegde mole naars. Het is daarom, dat de molenaarsschool, verbonden aan het station voor maalderij en bakkerij te Wageningen zich in groote belangstelling kan verheugen. Tijdens het onderricht in kennis van granen, zaden en peulvruchten. (Polygoon) -- MIJNEN OPRUIMEN VOOR DE NOORSCHE KUST. VOORZICHTIG KOMT DE OFFICIER VAN HET VERSPERRINGS- WAPEN NADERBIJ. IN HET HELDERE WATER VAN DE FJORD ZIJN IN DE DIEPTE DE STEKELIGE KOPPEN VAN HET OVERIGE VELD GOED TE ONDERSCHEIDEN. rit stil hield en met een laatsten, hevigen knal, die als een saluutschot klonk, het dal deed daveren, stond ook reeds een afdeeling van de vorste lijke lijfwacht gereed om de gasten te ontvangen. De ceremoniemeester van den Maha radja, een man van den stam der Sikhs, wiens nooit geknipte snor om ’n dunnen zijden draad was gewikkeld en daarmee was vastgebonden, stond onder de poort. De chauffeur stapte uit, kruiste vol waardigheid zijn armen over de borst en boog met zijn, met den tulband getooid hoofd, terwijl zijn lippen on verstaanbare woorden prevelden. Daarna opende hij het portier en hielp zijn passagiers bij het uitstappen. Been beantwoordde de statige bui gingen van den ceremoniemeester zoo goed mogelijk en wierp intusschen wanhopige blikken op zijn dwazen oudstadgenoot, wiens gespannen lee ren broek van achteren als een spie gel glom, terwijl zijn elegante vilten pantoffels in ’n zonderling rhythme heen en weer bewogen. Toen evenwel zijn beide passagiers aanstalten maakten den ceremonie meester te volgen, trad hij dicht op zijn landgenoot toe en zijn levendige blauwe oogen hadden een ernstige uit drukking, toen hy dr. Been waarschu wend toevoegde: Neem u in acht voor dim Mafaa» radja; dat is een zeldzaam geraffi» neerde schurk! (.Wordt vervolgd.). TROEPEN PASSEEREN DE BRUG NADAT ZIJ GEREED GEKOMEN IS. gg; Mg 'W® y hg H j I y 'i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5