HAAGSCHE COURANT
de Scheveningsche haven
Drukte
BINNENLAND
STADSNIEUWS
Zaterdag 2 November 1940
Begrootingen van
het Rijk
Scheveningsche klanken
in
VERHOOGING VAN GAS
TARIEVEN
cxLin.
AFSCHEID J. W. ELZENGA
VIERDE BLAD
DE A.S. KERSTFEESTVIERING
PLAATSING VAN VERKEERSBORDEN
of
Een regeling voor November en Decem
ber en na 1 Januari 1941
BENOEMING ADJUNCT-DIRECTEUR
GASBEDRIJF
INRICHTING POLITIEBUREAU
TE LOOSDUINEN
Bijzondere maatregelen op
administratiefrechtelijk gebied
Voor muntmeters een tegemoet
komende berekening
STAND DER BEVOLKING
het
Betreffende uitoefening van
regeeringsbevoegdheden
Op last van de autoriteiten zijn de vfasohers, die zich op zee bevonden,, de haven van Scheveningen
binnengoloopen, in verband met den storm der laatste dagen, d«ie voor de visschers op zee dubbel
--JaMR-netten n^
Worden vastgesteld en gewijzigd
door den secretaris-generaal van het
departement van Financiën
GOUDEN JUBILEUM VAN
MEJ. W. F. KNAP
Bijstand in rechte in
burgerlijke zaken
Verordening betreffende het
inbeslagnemen van strandgoed
BENOEMING EN ONTSLAG VAN
LEERKRACHTEN
beeft
KEES DE KLINKER.
HET
dat
-JL
TVT
No. 17715
VERSTREKKEN VAN TEXTIEL-
GOEDEREN
blèift
lang as
waer letterlik in te
reddingspak-patent-
1 van Neder-
De stijging van de kolenprijzen
maakt een verhooging van den gasprijs
dringend noodzakelijk. Voor prijsver-
hooging is echter, krachtens de Prijzen-
verordening, goedkeuring vereischt van
het departement van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart Ter voorbereiding
van de behandeling in den Gemeente
raad hebben B. en W. zich terzake met
het departement verstaan en goedkeu
ring verkregen op een verhooging van
2 pCt. op de gasprijzen (daarin begre
pen het vaste bedrag voor gaslevering)
tot 1 Januari 1941, met dien verstande,
dat de prijs van over muntmeters ge
leverd gas (voor zoover hiervoor het
vastrechbtarief niet wordt toegepast)
in dit tijdvak ongewijzigd zal blijven.
Na 1 Januari 1941 zouden B. en W.
den gasprijs willen regelen naar een
door het departement als richtlijn voor
alle gasfabrieken in Nederland vastge
stelde formule voor geoorloofde prijs-
verhooging, welke niet alleen rekening
houdt met de verandering in den kolen-
prijs, maar ook met de hoogere ont
vangsten voor cokes.
De uitkomst, van die formule is een
aantal centen per m3. Nu wordt echter
hier ter stede, gelijk bekend, niet de
geleverde hoeveelheid gas in m3., maar
de hoeveelheid warmte, uitgedrukt in
megacalorieën, in rekening gebracht.
Dientengevolge zal de door de formule
toegestane verhooging moeten worden
omgerekend in procenten. Ter vereen
voudiging zal dit in dier voege kunnen
geschieden, dat tot en met 0.5 pCt.
wordt verwaarloosd en procentsgedeel-
ten boven 0.5 pCt. als 1 pCt. zullen
worden berekend, terwijl de prijsver-
hooging slechts over het getal der heele
guldens, naar beneden afgerond, zal
worden becijferd.
Voor muntgas zal deze verhooging
eerst ingaan, wanneer zij 10 pCt. be
draagt; de prijs der gaspenningen zal
dan met één cent worden verhoogd.
B. en W. geven den Raad in oveo-
Blijkens de maandcijfers van
Statistisch Bureau der Gemeente
droeg het aantal inwoners van Den
Haag op 1 Aug. j.l. 506.291 (235.734
mannen en 270.557 vrouwen). Op 1 Juli
was het aantal inwoners totaal 505.580
en op 1 Juni 504.316.
wijzigingen van den gasprijs, onder
scheidenlijk voor het tijdvak van 1 No
vember 194031 December 1940 en
voor den tijd na 1 Januari 1941, zijn
goedkeuring te hechten.
van een
moeten
be-
Want datte die verwachtinge rede
van
De Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied heeft bij
Verordening van 31 October j.l. be
paald, dat de bevoegdheid, die naar
Nederlandsch recht den koning is toe
gekend en die in overeenstemming
met par. 1 van het decreet van den
Führer betreffende uitoefening der're
geeringsbevoegdheden in Nederland
van 18 Mei 1940 door den Rijkscom
missaris voor het bezette Nederland
sche gebied wordt uitgeoefend, door
andere organen gegeven rechtsvoor
schriften en anderszins te bekrachti
gen (daaraan zijn goedkeuring te
hechten, dan wel machtiging hiertoe
te verleenen), op te schorten of te
vernietigen, tot nader order door de
secretarissen-generaal der betreffende
departementen worden uitgeoefend.
De Rijkscommissaris behoudt zich
voor deze bevoegdheid in voorkomend
geval zelf uit te oefenen of haar aan
de onder hem ressorteerende Duitsche
of andere dan de bovenbedoelde Ne
derlandsche overheidsinstanties
dienstbureaux over te dragen.'
Met deuze brief wordt deur de betrokke
autoritèite toch maar duièdelik genog te
kenne-n-egeve, dat ’t ier om ’n uiètvin-
ning gaet, die oak van gezagebbende
kant volledig ewaerdeerd wordt.
En toch is 't an onze vrind P. Ver
min nog maar iet magge gelukke-n-om
de zaek op de goeie menier an ’t rolle
te krèige Maar daerom geeft ie de moed
iet öp. As de waerde van die uiètvin-
ning maar ienmael ’n beetje meir alge-
Als directeur van het Gemeentelijk
Verzorgingshuis, Laan van
Meerdervoort 112
Bij het bereiken van den pensioenge
rechtigden leeftijd heeft de heer Elzinga
op 31 Octover afscheid genomen als di
recteur van het Gem. Verzorgingshuis
Laan van Meerdervoort 112.
Onder de aanwezigen, verzameld in
een der zalen van bovenvermelde inrich
ting, bevonden zich de heer L. Hoejen-
bos, directeur van den Gem. Dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon, onder wel
ken dienst de inrichting ressorteert, de
heer W. C. A. Riemvis, adj. directeur
,en nog vele andere ambtenaren van
dezen dienst, terwijl ook de directies
van de beide andere gemeentelijke ver
zorgingshuizen, nl. Westeinde 58 en
Morsestraat 9, door aanwezigheid van
haar belangstelling blijk gaven.
Nadat de heer Elzenga de aanwezigen
hartelijk welkom had toegeroepen en
naar voren had gebracht, dat het hem
en zijn echtgenoote moeüijk was, van
zijn arbeid afscheid te nemen, sprak
de heer Hoejenbos den scheidende toe.
De heer Hoejenbos memoreerde de ja-
ren waarin de heer Elzenga in vorige
gemeenten zijn krachten had gegeven
als directeur van het Armenhuis in
Westdongeradeel van 1912-1916 en als
directeur van het Stadsarmenhuis te
Leeuwarden van 1916-1923. Met ingang
van 1 Mei 1923 werd de heer Elzenga
als directeur van het Bestedelingenhuis
aan het Westeinde 58 aangesteld. Toen
het voormalige Kinderziekenhuis aan de
Laan van Meerdervoort werd omge
bouwd als gemeentelijk verzorgingshuis
is de heer Elzenga van half September
1931 af als directeur van dit tehuis op
getreden. De inrichting zooals zij thans
is, kan volkomen den toets der critiek
doorstaan.
Als aandenken van het personeel van
Maatschappelijk Hulpbetoon werd een
slaapkamerlamp aangeboden. Verder
werd namens alle aan de inrichting ver
bonden zusters als blijk van waardee-
ring, met eenige toepasselijke woorden,
een schilderij aangeboden en namens
de verpleegden eveneens een schilder
stuk.
Hierna werden nog enkele toespraken
gehouden. Intusschen werden thee en
koffie met gebak rondgediend en deed
het muziekensemble „De oude burger
wacht’ onder leiding van den heer
Kneiffer zich hooren.
Tenslotte dankte de heer Elzenga allen
hartelijk.
B. en W. bevelen ir. J. M. Stoffelaar
aan
Sedert de benoeming van prof. ir. G.
A. Brender a brandis tot directeur van
het Gemeentelijk Gasbedrijf is de plaats
van adjunct-directeur aan dit bedrijf niet
vervuld. B. en W. achten thans den tijd
gekomen, dat tot de benoeming van een
adjunct-directeur aan dat bedrijf wordt
overgegaan. Voor de bezetting van dezen
post zouden B. en W. willen aanbevelen
ir. J. M. Steffelaar, hoofdingenieur-afdeê-
lingschef van het bedrijf. In verband met
de omstandigheid, dat ir. Steffelaar uit
hoofde van zijn functie het meest voor
een benoeming tot adjunct-directeur in
aanmerking komt, meenen B. en W. in
dit geval, een aanbeveling van tenminste
2 personen achterwege te kunnen laten.
B. en W. stellen daarom den Raad voor,
deze benoeming op 1 December 1940 te
doen ingaan.
eersten volzin, is vrijgegeven, onder zich
krijgt, moet zulks binnen zes uur aan den
bevoegden grenswachtpost (Grenzauf-
sichtstelle) van den grensbewakingsdienst
der Duitsche douane (Zollgrenzschutz)
mededeelen. Waar zulk een bevoegde
grenswachtpost ontbreekt, geschiedt de
mededeeling aan de plaatselijke bevoeg
de „ortskommandantur”.
Artikel 3. Lid 1: De bevoegde districts-
douanecommissaris (Bezirkszollkommis-
sar) of, op zijn order, de bevoegde grens
wachtpost kan strandgoed in beslagne-
men, indien dit hem in het belang der
Duitsche Weermacht noodig voorkomt.
Heeft een strandvonder het in beslag te
nemen goed onder zijn beheer, dan ge
schiedt de inbeslagneming door dezen
daarvan kennis te geven.
Lid 2: Het in beslag genomen strand
goed moet ter beschikking worden ge
steld van den naastbijzijnden Duitschen
marinehavencommandant Deze beslist
over de uiteindelijk aan het goed te ge
ven bestemming.
Lid 3: Is de inbeslagneming van eenig
strandgoed niet of niet meer, noodig. dan
wordt dit door den marinehavencomman
dant door den districtsdouanecommissaris
of, op zijn order, door den grenswachtpost
door enkele kennisgeving aan den be
voegden strandvonder vrijgegeven. Heeft
deze het goed nog niet onder zijn beheer,
dan wordt het hem overgegeven.
Lid 4: In het geval, als bedoeld in den
tweeden volzin van artikel 2, treedt de
..Ortskommandantur" in de plaats van den
districtsgrenscommissaris en van den
grenswachtpost.
Artikel 4. De „Küstenüberwachungs-
stelle Holland” kan ter zake van het ber
gen, bewaren en overbrengen van strand
goederen of ter zake van iedere andere
hulp, welke met betrekking tot het strand-
een vergoeding
Artikel 5. De termijn, genoemd in arti
kel 15 van de wet, begint eerst te loopen
op het tijdstp, waarop de marinehaven
commandant, de districtsdouanecommissa
ris, de grenswachtpost of de „Ortskom
mandantur” het strandgoed overeenkom
stig artikel 3, lid 3 aan den strandvonder
heeft vrijgegeven en eventueel
overgegeven.
Artikel 6. Lid 1: Hij, die opzettelijk of
door zijn schuld in strijd handelt met het
bepaalde in artikel 2 en artikel 3, lid 2,
eersten volzin, wordt met geldboete van
ten hoogste tienduizend gulden, met hech
tenis of met gevangenisstraf (Duitsch
recht) gestraft. De geldboete kan ook
naast een vrijheidsstraf worden opgelegd.
Lid 2: Feiten, als bedoeld in lid 1, zijn
delicten in den zin van par. 1, onder 1 van
de Verordening no. 12-1940 van den Rijks
commissaris voor het bezette Nederland
sche gebied betreffende de bevoegdheid
van den Duitschen krijgsraad.
(De hier bedoelde bepaling van de Ver
ordening no. 12 zegt, dat burgers van
niet-Duitsche nationaliteit ten aanzien van
delicten, welke zich richten tegen de
Duitsche Weermacht, haar leden of tegen
degenen, die op een of andere wijze bij
haar werkzaam zijn, aan het oordeel van
den Duitschen krijgsraad onderworpen
zijn).
D e 69-j a r i g e m e j. N. P. M. uit de
van Mierisstraat is gistermiddag aange
reden door een onbekend gebleven voer
tuig. Zij kreeg een schouderfractuur en
as door den geneeskundigen dienst naar
khet..HK. r.ekerwJww--. jWestetnde.
Der kenne zoa van die èigenaerdige,
onbegrèipelike dinge-n-in de würreld
vóórkomme. Domme mensche soms, die
alles meeloapt, watte ze onderneme. En
verstandige mensche, waer de moaiste
planne van, veulal mislukke. Die leste
ervaering èit oak 'n zekere P. Vermin
uièt de Douzastraet mee-emaekt. Die
man èit ’n pracht-uiètvinning edaen op
reddingsgebied. In 1936 kwam die met
’n zwempak voor den dag, waer ervaere
visscherlui van mozze getuiège: ,,as dat
iet trekt, trekt nimmendal”.
Zoa wazze der in die tèid verscheie
mensphe, die alle rede-n-aane om veul
van die uiètvinning te verwachte. Ze
dogge, datte ze op reddingsgebied non 'n
èil stik oppeschote wazze. In der ver
beelding zagge ze al 'n groate febriek,
die dergelike reddingspakke met duiè-
zendtalle tegelik maeke zou. En voor
iedere ingewijde was ’t al ’n soort van
evangelie, datte der in de toekomst met
ongevalle-n-op zèi, èil wat minder men-
scheleves verlore zoue gaen
Dat is non vier jaer eleeje, maar
der is van die uiètvinning tot nog toe
niks terecht ekomme. Oeveul mensche
benne der, vooral de leste tèid in ope
zèi, iet verdronke! En toch, as dat red-
dingspak bijtèis algemien innevoerd
eworde-n-aa, wie weet wat voor koste-
like resultaete dat oppeleverd zou ebbe!
Teminste, dat is de vaste opinie van toe
schouwers, die indertèid de demonstrae-
sies met dat zwempak bij-eweund ebbe.
W-i -ki:--
bestaen aane, wier al meir keire
met de proof o^ de som beweze, toe-e*
2; an,
de Pier en van de aève-oafdes óf
Onze stadgenoote, mej. W. F. Knap,
hoofd van de Herv. bewaarschool ,,Ti-
motheus’’è mag morgen het zeldzame feit
herdenken, dat zij een halve eeuw aan
deze school is werkzaam geweest. Eerst
is zij als onderwijzeres aan deze voorbe
reidende school verbonden geweest, toen
die nog gevestigd was aan de Warmoe-
zierstraat. Meer dan 25 jaar is zij nu
reeds werkzaam als hoofd aan deze op de
Prinsegracht gevestigde school.
De jubilaresse is vele jaren een zeer
actief lid geweest van de Zang- en orato-
riumvereeniging Excelsior.
Op hartelijke wijze is de jubilaresse he
denmorgen in de feestelijk versierde
school gehuldigd en daarbij o.m. toege
sproken door den voorzitter van het col
lege van regenten der Ned. Herv. Scholen
hier ter stede, dr. G. P. v. Itterzon, on
der aanbieding van een bloemstuk en een
geschenk.
Aan een heden verschenen en tevens
in werking getreden verordening van
den Rijkscommissaris voor het bezet
te Nederlandsche gebied betreffende
het vaststellen en het wijzigen van
begrootingen en betreffende het vast
stellen van rekening van het Rijk, de
Rijksfondsen en de Staatsbedrijven, is
het volgende ontleend:
De secretaris-generaal van het de
partement van Financiën is belast
met:
1) Het vaststellen en het wijzigen
van de begrootingen van het Rijk,
de Rijksfondsen en de Staatsbedrijven;
2) Het toezicht op de tenuitvoerleg
ging van de onder 1) bedoelde begroot
tingen
3) Het vaststellen van de Rijksreke-
ningen en van de rekeningen van de
Rijksfondsen en de Staatsbedrijven,
nadat deze door de Algemeene Reken
kamer zijn goedgekeurd.
De onder 1) en 3) bedoelde maat
regelen (vaststellingen en wijzigingen)
hebben kracht van wet.
Verlede week èit er ’n algemien
bekende en geachte inweuner van onze
plaes z’n 75ste verjaerdag evierd. Wie
op Scheveling ken P. J. Baak iet? Tien-
talle jaere lang èit ie z’n èige verdien-
stelik emaekt op ’t uiètgebreide gebied
van ’t Nutsdepartement. En ’t mag toch
zeker overbodig acht worde, om der non
nog op te wèize, oe kostelik die moaie
instelling op veulerlei terrèin al iet
ewerkt eb. Al die lange tèid is de man
zcawat daegeliks met onderde mensche-
n-in anraeking ekomme. Dag in en dag
uièt dee die z’n verantwoordelike werk
kalm en trouw. Zonder veul omslag en
zonder veul opschik. Zoa eenvoudigies
weg, maar toch oak zoa goed, verzette
de man bürge werk op maeschappelik
gebied. Van dat alles proffiteerde onze
Schev.elingsche bevolking.
En met dezelfde toewij-ing
ie dat nuttige werk doen, zoa h
ie nog werke ken. ’t Is daerom onze
oprechte wensch, dat ie nog veul jaere
de belange van zoaveul Schevelingers
op diezelfde menier mag blèive diene!
’t Is ’n voorrecht, datte der zoaveul
schepe geregeld ier komme marte. Voor
de beteekenis van onze plaes in de toe
komst as anvoer-aève van vorsche visch
ken dat vast gien kwaed. Der komme
vaertuiège binne, die nog noait ier
emartet ebbe. Van lieverlee komme der
oak verscheie Katteksche trawlloggers
bij. ’t Is wel jammer, datte we ons tot
nog toe met ’n tij-aève motte be-elpe.
Voor de kust boaties en de schokkerties
is dat zoa’n groat bezwaer nog iet. Die
kenne betrekkelik op elk oagenblik van
den dag binnekomme-n-en uiètgaen.
Maarde loggers ebbe te veul diepgang.
Kcmt de vloed op ’n onvoordèilig tèid-
stip, dan kenne de loggers gerust binne
blèive. Der schiet dan zoawat gien tèid
van vissche meir over.
En wat de angevoerde visch be
treft, ’t is bijnae allemael schol, schar
en wijting, die binne-n-ebrocht wordt
Kabbeljaauw, schelvisch, tonge-n-en tar
bot wordt er op de kust van waerde
niet evange. Maar al valle de scholle-
ties en scharreties erg an de kléine kant,
de kwaliteit is: wat je noemt! Trouwens
alles, wat van de kust komt, is van de
bovenste plank!
mein bekend wordt, dan zei de rechte
man vanzelf wel op komme daege, die
dus geval an weet te pakke, zoa-as 't
weze mot.
Regeling voor liefdadigheidsvereenigingen
In verband met de a.s. Kerstmisviering
is de vraag gesteld, of liefdadigheidsver
eenigingen artikelen, welke onder de dis-
stributieregeling van textielgoederen val
len, zonder inneming van punten van
hen, die deze goederen ontvangen, mogen
uitreiken. Hiervoor is blijkens het
Haagsch Crisis- en Distrïbutieblad een
speciale regeling getroffen. Uitgangspunt
is daarbij, dat de uitreiking alleen met
inneming van punten mag geschieden.
De overweging, welke tot deze beslissing
leidde is, dat de moeilijkheden, waaraan
het werk van de liefdadigheid tegemoet
komt, niet voortspruiten uit het rantsoe-
neeringssysteem als zoodanig.
Weliswaar zullen de armere gezinnen
meestal goederen van mindere kwaliteit
koopen, dan de beter gesitueerden en zul
len zij dientengevolge de gekochte goede
ren spoediger door nieuwe moeten ver
vangen, doch met dezen factor is voldoen
de rekening gehouden door de uitreiking,
juist aan de gezinnen, met lagere inko
mens, van de textiel-toeslagkaarten.
Indien nu eerstbedoelde gezinnen, be
halve de verstrekte punten en extra-pun-
ten, door middel van liefdadigheid gerant
soeneerde textielproducten ontvangen zon
der daarvoor punten af te staan, ontstaat
de mogelijkheid, dat van de verstrekte
puntenkaarten een gebruik wordt gemaakt
dat niet in overeenstemming is met de
doeleinden, waarvoor deze zijn gegeven.
Om deze reden mag de uitreiking alleen
geschieden, indien de zekerheid bestaat,
dat inneming der punten inderdaad plaats
vindt. Te dien einde moet van het voor
nemen om een uitdeeling te houden, wor
den kennis gegeven aan den directeur
van den Gemeentelijken Crisis- en Distri-
butiedienst Goudenregenstraat 36, met
overlegging van een gespecificeerde op
gave in tweevoud der uit te deelen goe
deren.
Voorstel van B. en W. om ƒ3000
beschikbaar te stellen
B. en W. hebben ingevolge de Alge
meene Politieverordening de Pansier -
straat en de aftakking van den Kanaal-
weg voor rijverkeer in één richting ge
sloten verklaard en stationneerverboden
uitgevaardigd voor de Hooftskade, de
Oranjelaan en de Laan van Meerder
voort, alsmede een parkeerverbod voor
de laatstgenoemde straat Om deze be
sluiten te kunnen doen werken is een
groot aantal verbodsborden van de bij de
Motor- en Rijwielbeschikking vastgestel
de modellen noodig, met de plaatsing
waarvan een aanvang is gemaakt.
De daarvoor op de begrooting der Ge
meentewerken aangewezen post is echter
vrijwel uitgeput. Het vereischte bedrag,
groot f 3000, zal derhalve moeten worden
beschikbaar gesteld.
B. en W. geven den Raad mitsdien in
overweging, daartoe te besluiten.
De kosten
De kosten, die bij het verleenen van
bijstand in rechte ontstaan, worden niet
vergoed. Dit geldt ook ten aanzien van
vacatiegelden en vergoedingen, welke
aan deskundigen en getuigen worden uit
betaald. De Nederlandsche rechterlijke
autoriteiten, wier bijstand werd verzocht,
deelt echter bij terugzending der afge
dane verzoeken de bij haar ontstane kos
ten mede, opdat de autoriteit, die den
bijstand heeft verzocht, deze als eigen
vordering bij de partij, die de kosten
moet dragen, kan innen.
Kosten, die door Nederlandsche verzoe
ken om beteekening en bijstand in rech
te veroorzaakt zijn en die door de Dutt-
sche rechterlijke autoriteiten of door de
zulken In het protectoraat Bohemen efi
Moravië aan de Nederlandsche rechter
lijke autoriteiten, die de hulp hebben
verzocht, worden medegedeeld, kunnen
door dezen als eigen vordering bij de
partij, die de kosten moet dragen, wor
den geïnd.
Deze verordening is 1 Novemüfr in
werking getreden.
der mensche met ’t bewuste pak
van
in zèi spronge. Oak met rouw weer on-
dervonne ze de minste last iet. Met dat
reddingspak an. kenne ze geweunweg as
’t waere rechtop blèive staen, met het
bovelèif bove waeter. Ze kenne der èige
vrij bewege. Van nat worde-n-is gien
spraeke en van de kou ebbe ze gien last,
’t Pak blèift onder alle omstandig-eedes
goed, oak al zou 't daege-n-en weke lang
motte dure. De slachtoffers kenne voor
enkelde daege proviand meeneme. Dat
is ’n uiètvinning, zou ie zda zegge, tot
zegen van de mensch-eid!
’t Is ’n twiedèilig rubberpak. In
’n ommezien-ken ’t waeter-en luchtdicht
eslote worde en ’t antrekke van 't pak
mot oak voor ’n leek maar ’n kwestie
van enkelde secondes weze.
’k Eb ’n brief onder me oage-n-aaa
van de Inspekteur voor de Scheepvaert
van 23 Mei 1936, - m.
leze staet: ,,Het D
Vermin wordt aan boord van Neder -
landsche koopvaardijschepen, na gehou
den proefnemingen, toegelaten in plaats
van de voorgeschreven reddingsgordels”.
kunde aan de hoogere burgerscholen
met 5-jarigen cursus: mej. M. N. Baar
slag, alhier; tijdelijk leeraar in de En-
gelsche taal en letterkunde aan de hoo
gere burgerscholen met 5-jarigen cur
sus: G. van Veelo, alhier; tijdelijk lee
raar in de Engelsche taal en handels
correspondente aan de gemeentelijke
handelsavondscholen: A. J. A. Driessen,
alhier; tijdelijk leeraar in de Hoogduit-
sche taal en letterkunde aan de hoogere
burgerscholen met 5-jarigen cursus:
P. Harssema, alhier; tijdelijk leeraar in
de Nederlandsche taal en letterkunde
aan de hoogere burgerscholen met 5-ja
rigen cursus: C. H. Burgemeister, al
hier; tijdelijk leerares in de wiskunde
aan de hoogere burgerschool voor meis
jes: mej. E. L. van Olst, alhier; tijde
lijk leerares in de plant- en dierkunde
aan de hoogere burgerschool voor meis
jes: mej. J. M. H. Voigt, wachtgeldster
bij het openbaar middelbaar onderwijs.
B. en W. stellen den Raad voor te be
palen. dat de benoemingen zullen gelden
als volgt: die van mej. A. B. Bauduin
gerekend te zijn ingegaan 1 September
1940; die van mej. J. Brouwer, dr. J.
Tijm, mej. A. C. Palte, F. B. J. Kui
per, J. F. Ekering, W. A. Veenhoven en
P. Harssema voor den duur van het
schooljaar 19401941 of zooveel korter,
als noodig mocht blijken; die van mej.
M. N. Baarslag, G. van Veelo, A. J. A.
Driessen en mej. E. L. van Olst, gere
kend te zijn ingegaan onderscheidenlijk
7, 7, 6 en 7 September 1940, voor den
verderen duur van het schooljaar 1940
1941 of zooveel korter, als noodig mocht
blijken; die van C. H. Burgemeister, ge
rekend te zijn ingegaan 11 September
1940, voor den duur van het aan dr.
J. A. R. Frederikse verleende ziektever
lof of zooveel korter, als noodig mocht
blijken; die van mej. J. M. H. Voigt
voor het tijdvak van 7 September tot en
met 13 October 1940.
A. J. P. Stoetzer heeft met ingang
van 1 November 1940 ontslag verzocht
uit zijn betrekking van leeraar in de
Fransche taal en handelscorrespondentie
aan de gemeentelijke handelsavondscho
len. B. en W. stellen den Gemeenteraad
voor, aan verzoeker met ingang van
1 November 1940 het gevraagde ont
slag eervol te verleenen.
Curatoren der openbare gymnasia
hebben den Gemeenteraad voorgesteld
om: ter vervulling van de vacature ont
staan tengevolge yan het overlijden van
dr. Postma, den leeraar aan de hoogere
burgerschool voor meisjes, dr. A.
Schierbeek te benoemen tot leeraar iri
de natuurlijke historie aan het stedelijk
gymnasium; J. L. Oosting, alhier, tijde
lijk leeraar bij het middelbaar onder
wijs, met ingang van 1 September 1940
te benoemen tot tijdelijk leeraar in de
Hoogduitsche taal en letterkunde aan de
gemeentelijke lycea (met tewerkstelling
aan het lyceum Bildersstraa), voor den
duur van het schooljaar 19401941 of
zooveel korter, als noodig mocht blijken.
Curatoren der gemeentelijke lycea
hebben den Gemeenteraad voorgesteld
om de tijdelijke aanstelling van den
heer N. J. Pabon, als leeraar in de
wijsgeerige propaedeuse aan het ly
ceum Stokroosplein, te verlengen voor
den duur van het schooljaar 19401941.
Indien de Raad zich met deze voor
stellen vereenigt, geven B. en W. den
Raad in overweging: te bepalen, dat de
benoeming van dr. A. Schierbeek gere
kend wordt te zijn ingegaan 14 October
1940; de benoeming van N. J. Pabon zal
gelden voor den duur van het schooljaar
19401941 of zooveel korter, als noodig
mocht blijken. Aan dr. A. Schierbeek,
gerekend te zijn ingegaan 14 October
1940 eervol ontslag te verleenen uit zijn
betrekking van leeraar in de plant- en
dierkunde aan de hoogere burgerscholen
met 5-jarigen cursus.
De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied heeft bij verorde
ning het volgende bepaald:
Verzoek om beteekening en om bij
stand in rechte van de zijde der Neder
landsche rechterlijke autoriteiten aan het
Groot-Duitsche Rijk, met inbegrip van het
protectoraat Bohemen en Moravië, moe
ten door bemiddeling van den secretaris
generaal van het departement van Justi
tie bij het bureau van den Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied worden ingediend. De verzoeken,
welke vergezeld moeten gaan
vertaling in de Duitsche taal,
voor doorzending geheel en al zijn ge
reedgemaakt. Het verzoek moet „An die
zustandige Behörde” (aan de bevoegde
instantie) worden gericht. Doorzending
geschiedt door het bureau van den Rijks
commissaris. Verzoeken om bijstand in
rechten moeten een volledige en duidelij
ke omschrijving geven van den gë-
wenschten bijstand en eventueel een
heldere en gemakkelijk te begrijpen uit
eenzetting van de zaak bevatten. De pro
cesstukken dienen slechts dan te worden
bijgevoegd, indien dit ter verduidelijking
van het verzoek volstrekt noodzakelijk is.
Verzoeken om beteekening en om bij
stand in rechte van de zijde der Duit
sche rechterlijke autoriteiten of van rech
terlijke autoriteiten in het protectoraat
Bohemen en Moravië worden door het
bureau van den Rijkscommissaris aan den
secretaris-generaal van het departement
van Justitie ter doorzending aan de be
voegde Nederlandsche rechterlijke auto
riteiten overgegeven. Deze doen de afge
dane verzoeken, onder bijvoeging van een
vertaling in de Duitsche taal, aan den
secretaris-generaal van het departement
van Justitie toékomen, die deze weer aan
het bureau van den Rijkscommissaris
terugzendt.
In het pand Willem IIl-straat 6a
In het politiebureau te Loosduinen Is
zeer gebrekkig ondergebracht naast en
in het voormalig Raadhuis, Wilhelmina-
straat 5, waarin ook de hulpsecretarie is
gevestigd. Voor de politie is slechts be
schikbaar een kleine agentenwacht met
bijbehoorende garageruimte, welke naast
het gebouw is gelegen, en één vertrek
in dit gebouw, waar de hoofdinspecteur
en twee brigadiers hun arbeid moeten
verrichten. Daar zij alle drie, zoowel
telefonisch als van persoon tot persoon,
veel aanraking hebben met ander politie
personeel en publiek, kan van rustig
doorwerken geen sprake zijn, terwijl voor
gesprekken van vertrouwelijken aard in
het geheel geen gelegenheid bestaat.
Was deze toestand, toen Loosduinen
nog een afzonderlijk dorp vormde, min
der bezwaarlijk, thans, nu de bebouwing
en daarmee de bemoeiingen van de poli
tie, zeer zijn toegenomen, kan deze pri
mitieve huisvesting moeilijk worden be
stendigd.
Een goede oplossing is te vinden door
het leegstaande bovenhuis van het aan
de Gemeente toebehoorende pand Willem
Ill-straat 6a voor politiebureau in te
richten. Gelijkvloers is in dit pand de
agentenwacht en de brandweer onderge
bracht. Voor het inrichten, stoffeeren,
meubüeeren en aanbrengen van verwar
ming. verlichting en schelverbindingen is
1500 noodig. De thans door den hoofd
inspecteur en de brigadiers gebruikte
kantoormeubelen behooren tot den in
boedel van het voormalig Raadhuis en
komen voor andere ambtenaren beschik
baar 4
B. en> W. geven daarom den Raad in
overweging, goed te keuren dat het bo
venhuis Willem Ill-straat 6a als politie
bureau wordt ingericht en dat de benoo-
digde gelden beschikbbaar worden ge
steld
Blijkens een gisteren afgekondigde
Verordening van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied is
betreffende het in beslag nemen van
strandgoed het volgende bepaald:
Artikel 1: Deze verordening verstaat
onder: ..Wet”: de wet van 27 Juli 1931
(Staatsblad no. 321) houdende regeling
der strandvonderij, „besluit”: het besluit
van 18 December 1933 (Staatsblad no.
704), tot vaststelling van een algemeenen
maatregel van bestuur, ter uitvoering van
de wet op de strandvonderij van 27
Juli 1931 (Staatsblad no. 321).
„Zeestrand”: het zeestrand, als bedoeld
in het besluit, „strandgoed”: goederen,
die op het zeestrand aangespoeld zijn of
die van een schip, dat op of aan het vaste
zeestrand schipbreuk heeft geleden, af
komstig zijn, voor zoover deze zich niet
meer in de feitelijke macht van den
rechthebbende, van den kapitein van het
schip of van zijn plaatsvervanger bevin
den, „strandvonder”: ieder persoon die
overeenkomstig de wet of artikel 3 van
het besluit met de werkzaamheden van
strandvonder is belast.
Artikel 2. Ieder, die strandgoed, dat
nog niet overeenkomstig artikel 3, lid 3,
Mej. A. B. Bauduin, tijdelijk leerares
aan de hoogere burgerschool voor meis
jes, komt voor een vaste aanstelling aan
deze school in aanmerking, deelen B. en
W. aan den Gemeenteraad mede. Voorts
is het gewenscht, om de tijdelijke aan
stellingen van de leerkrachten aan deze
school: mej. J. Broüwer, dr. J. Tijm en
mej. A. C. Palte en van de leerkrach
ten aan de centrale school voor machi-
neschrijven: F. B. J. Kuiper en J. F.
Ekering te verlengen en moet in het
schooljaar 19401941 aan de hoogere
burgerscholen met 5-jarigen cursus tij
delijk worden voorzien in een aantal les
uren in de geschiedenis, de Fransche en
Engelsche taal en letterkunde en aan de
handelsavondscholen in de Engelsche
taal en handelscorrespondentie.
Tenslotte is een tijdelijke voorziening
noodig in een gedeelte van de lessen van
de leerkrachten L. Molenaar en mej.
O. C. van Aller, aan wie B. en W. voor
den duur van dit schooljaar ontheffing
hebben verleend van het geven van deze
lessen, in de lessen van den leeraar dr.
J. A. R. Frederikse, die wegens ziekte
afwezig is en in die van den leeraar dr.
A. Schierbeek, die wegens ziekte afwe
zig is geweest.
In verband hiermede bevelen de Ge
meenteraad aan ter benoeming tot:
leerares in de Engelsche taal en let
terkunde aan de hoogere burgerschool
voor meisjes: mej. A. B. Bauduin, als
zoodanig tijdelijk werkzaam; tijdelijk
leerares in de Fransche taal en letter
kunde aan de hoogere burgerschool
voor meisjes: mej. J. Brouwer, als zoo
danig werkzaam; tijdelijk leeraar in de
aardrijkskunde en de geschiedenis aan
de hoogere burgerschool voor meisjes:
dr. J. Tijm, als zoodanig werkzaam;
tijdelijk bespeelster van de piano ter
begeleiding van de rhythmische oefenin
gen aan de hoogere burgerschool voor
meisjes: mej. A. C. Palte, als zoodanig
werkzaam; tijdelijk leeraar in het ma-
chineschrijven aan de gemeentelijke cen
trale school voor machineschrijven:
F. B. J. Kuiper en J. F. Ekering, bei
den als zoodanig werkzaam; tijdelijk
leeraar in de geschiedenis aan de hoo
gere burgerscholen met 5-jarigen cur
sus: W. A. Veenhoven, alhier; tijdelijk
leerares in de Fransche taal en letter-
V