van
Hitler en Mussolini ontmoeten elkaar te Florence - De „Silverrush” op Duindigt
Een jachtrit van de Z. H. J. V. - Allerzielen op den Grebbeberg
Q
NOODLANDING IN
DE WOESTIJN
r-
'A
W-
I
F
S
I
I
HAAGSCHE COURANT Maandag 4 Nov. 1940 TWEEDE BLAD
IN
DE INRICHTINGEN LANGS HET KANAAL VAN
FEUILLETON
16)
wat
fWordt ttert’otgdj
(Nadruk verboden.)
DE FÜHRER EN DE DU CE IE FLORENCE.
DE BEVOLKING VAN FLORENCE JUICHT DEN FÜHRER EN DEN DUCE
BIJ DEN RIT DOOR DE STAD TOE. (Hoffmann)
KO.
RINTHE GEBOMBARDEERD. Volgens het Italiaansche
Weermachtbericht hebben de Italiaansche vliegtuigen de
inrichtingen langs het kanaal van Korinthe gebombardeerd.
Alle vliegtuigen keerden terug. Het beroemde kanaal, dat
diep in het land is uitgehouwen. (Scherl)
ALLERZIELEN OP HET SOLDATENKERKHOF OP DEN GREBBEBERG.
EEN GROEPJE OUD-STRIJDERS HERDENKT DE GEVALLEN KAMERADEN.
(Polygoon)
OP „DUINDIGT’ WERD DE „SILVERRUSH” VAN DE ATHLETIEKVEREENIGING „De TREKVOGELS” GE
HOUDEN, Winnaar werd de 17-jarige W. Slijkhuis van Holland, te Leiden. De winnaar komt door de finish.
(Polygoon)
Ik dank je, Vischwa, niet alleen
voor je hulp, maar ook voor je tegen
woordigheid. Dit lugubere hol heeft
voor mij veel van zijn verschrikking
verloren, sinds ik weet nog een levend
wezen naast mij te hebben.
Vischwa boog het hoofd, tot haar
gezicht zijn hand beroerde.
Ik ben heel gelukkig, Sahib! Nu
mag ik met u het dal des vredes bin
nen gaan.
Floyd greep met beide handen haar
schouders. Zoo onverwacht was dit
gebaar, dat zij onder zijn aanraking
beefde.
Daar willen wij nu niet meer aan
denken. Op het oogenblik gevoel ik
niet het minste verlangen om te ster
ven. Vóór alles moet je mij nu eerst
maar eens uitvoerig vertellen, hoe je
hier terecht bent gekomen. Er is geen
ingang, zei je zooeven. Je wilt toch
niet beweren, dat je beminde stamge-
nooten je door dien muur heen hebben
getooverd?
De toegang tot dit hol bevindt
zich hierboven. Hij komt uit op een
galerij, vanwaar men de tot sterven
gedoemden aan een touw naar beneden
laat. De steile rotswand helt naar vo
ren over, zoodat het ten eenenmale on
mogelijk is er tegen op te klimmen.
Hm! bromde Floyd nadenkend.
En hoe ben jij er dan in geslaagd
deze provisiekamer in te richten? Dan
moet je toch voordien een weg hier
heen en weer terug hebben gevonden?
Neen, Sahib! Ik heb alles, wat ik
maar bijeen kon garen, in zakken ge
borgen en deze heimelijk van de ga-
HOOFDSTUK 14
Professor Floyd scheen over gehei
me krachten te beschikken, krachten,
waarmee hij anderen tot nieuw leven
kon wekken, wanneer hij hen met zijn
handen aanraakte. Hij voelde, hoe het
jonge meisje, dat hij temidden van al
die dooden had gevonden, zich be
woog; hij vermoedde, dat zij haar
oogen opsloeg en de Egyptische duis
ternis trachtte te doorboren.
Ik ben een vriend! fluisterde hij
in het Hindostansch. Ik wil je
graag helpen. Hoe kom je hier? Kun
je mij verstaan?
Zij stak haar hand naar hem uit,
greep hem bjj zijn arm en hield dezen
vast. Er lag iets zeldzaam roerends
in dit hulpelooze gebaar. Zij vlijde
zich tegen hem aan, angstig, als een
gewond dier, dat bescherming zoekt.
Kun je me verstaan? herhaalde
hij zachtjes, terwijl hij haar behoed
zaam met zijn arm ondersteunde.
Je behoeft niet bang voor mjj te
zijn. Ik zit hier gevangen, evenals jjj!
Tot zyn verrassing antwoordde zij
hem in zijn moedertaal.
Ben je dan geen Inlandsche?
vroeg hij verbaasde
DE HISTORISCHE ONTMOETING TE FLORENCE. De Führer en de Duce
met de beide ministers van Buitenlandsche Zaken von Ribbentrop en graaf
Ciano in het Palazzo Vecchio in Florence, waar de politieke
besprekingen plaats vonden. (Hoffmann)
DE ZUID-HOLLANDSCHE JACHT-VEREENIGING VERREED ZATERDAG
WASSENAAR DE „HUBERTUSJACHT”. EEN OPNAME TIJDENS
DIT PAARDENSPORTEVENEMENT. (Polygoon)
lerij af omlaag geworpen. Voor het
neerlaten van de waterzakken had ik
een touw noodig. Deze ruimte hier
heb ik pas later ontdekt, toen mijn lot
zich reeds voltrokken had.
Dus je hebt al lang van te voren
geweten, wat je te wachten stond?
Ja, Sahib! antwoordde zij en de
angst, welken zij had doorgemaakt,
scheen nog in haar stem na te trillen.
Precies, zooals ik had gedacht!
Waarom zijn de mannen zoo slecht
over jullie te spreken? Maken jullie
het dan zóó bont?
De godin van de duisternis eischt
het, Sahib! Wij zijn verworpenen; al
leen door ons leven te offeren worden
wij waardig voor het aangezicht der
góden te treden.
Buitengewoon interessant! mom
pelde de professor, terwijl hij een wat
gemakkelijker houding aannam.
Daarmee wordt de veronderstel
ling, dat de leer van den Bhatwami-
cultus tot hier is doorgedrongen, be
vestigd. Ik zal daarvan melding ma
ken in de Ethnografische annalen.
Daarop wendde hij zich weer tot het
meisje.
Maar jij schijnt je toch met dat
offer niet geheel te hebben kunnen
vereenigen, wat? Want de voorberei
dende maatregelen, welke je met zoo
veel zorg hebt getroffen, hadden toch
ten doel de godin der duisternis iet of
wat voor het lapje te houden. Zij zal
wel niet bijster over je te spreken
zijn!
Ik heb van mijn leeraar in Be
nares geleerd, dat het leven waarde
voller is dan de dood. Ik heb van
Toen hij, gevolg gevend aan haar
uitnoodiging, zich door de opening had
gewrongen, bevond hij zich, zooals hij
tastend vaststelde, in een vrij behoor
lijke ruimte, welke met behulp van
een paar dekens eenigszins bewoon
baar was gemaakt.
In een hoek vond hij een respectabel
aantal platte Indische brooden, sta
pels kolanoten, dadels, bananen en an
dere inlandsche vruchten, terwijl eeni-
gt geheel gevulde zakken van geiten
leer op een voldoenden voorraad
drinkwater duidden.
Terwijl hij de onverwachte heerlijk
heden betastte, lieten zijn droge keel
en zijn leege maag zich plotseling met
ongewone heftigheid geleien.
Het meisje scheen zijn gedachten te
raden. Zwijgend duwde zij hem naast
zich op den deken en daarna vulde zij
een vlakke schaal uit één der zakken
Hij voelde, hoe zij zijn hand nam en
deze naar den rand van de schaal
bracht. Gretig deed hij zich aan den
verfrisschenden drank te goed tot de
schaal tot den laatsten druppel gele
digd was.
Intusschen zette het meisje
brood en vruchten voor hem neer en
toen hij ook dit maal had genuttigd,
voelde hij zich weer een heel ander
mensch.
En hoe heet mijn vriéndelijke
redster? vroeg hij, terwijl hij zich
met smaak aan een laatste banaan te
goed deed.
Vischwa Nandi, fluisterde ze.
Hij legde zijn hand op die van het
meisje en zei hartelijk:
hem geleerd in het leven, aan al het
edele en mooie te gelooven. De góden
hebben de wereld met al haar schoon
heid voor ons geschapen om ons er in
te verblijden; zij hebben ons het leven
niet geschonken om het te ontvluch
ten, maar om er met volle teugen van
te genieten.
Hoewel haar woorden er wat onbe
holpen uitkwamen, lieten zij niet na
indruk op Floyd te maken. Klonken
zij niet als een verwijt en een waar
schuwing, ook voor hem? Hij was
zich het voorrecht van zjjn bestaan
tot dusver nauwelijks bewust ge
weest; de stralende zon, alles, wat de
kostelijke natuur hem dagelijks
schonk, had hij, zonder er verder ook
maar eenige beteekenis aan toe te ken
nen als iets vanzelfsprekends aan
vaard. Maar nu, tijdens zijn gevan
genschap in dit duistere hol, nu hem
alles, licht, warmte en leven, dreigde
te worden ontnomen, nu eerst begon
hij te beseffen, hoe zeer hij in zijn
waardeering voor het leven te kort
was geschoten.
Vischwa, fluisterde hij met be
wogen stem, het is jammer, dat ik
je niet kan zien. Je hebt daar woorden
gesproken, welke ook ik mij ter harte
kan nemen en waarvan ik de waar
heid nu veel meer besef, dan wan
neer ze uit den mond waren gekomen
van een of anderen hooggeleerden
Europeaan. Ik ken je niet, Vischwa,
ik weet zelfs niet, hoe je er uit ziet,
maar desondanks zullen wij goe***
vrienden worden, wil je?
Jawel, Sahib! Maar ik heb mijn
jeugd bij den broer van mijn moeder
in Benares doorgebracht. Daar woon
de een wijze Brahmaan, die mij in de
taal van uw land onderwees. Ach, als
u een gevangene in dit hol der dooden
bent, dan is er geen redding voor u.
Niemand heeft ooit deze plaats der
verschrikking levend verlaten.
Floyd’s wil om te leven verzette
zich tegen de wanhoop, welke in de
stem van het meisje lag opgesloten.
Men mag het geloof in zichzelf
niet verliezen, mijn kind! Zoo lang er
leven is, is er hoop. Je moet mij alles
vertellen. Hoe ben je hier gekomen?
Waar is de ingang?
Er is geen ingang! antwoordde
zij zwak. - Ik heb twee weken lang
gezocht zonder een uitweg te kunnen
vinden. Die hoop moet u opgeven, Sa
hib!
Twee weken? Dat moet toch wel
een vergissing zijn. Twee weken zon
der voedsel!
Ze lachte zachtjes.
O nee, Sahib, levensmiddelen heb
ik voorloopig nog genoeg. Gaat u
maar mee, dan zal ik u naar mijn
provisiekamer brengen.
Zij trok den verbaasden Floyd met
zich mee en bracht hem met een paar
schreden bij een plaats, waar de muur
op een hoogte van ongeveer een meter
een gat vertoonde, juist groot genoeg
om er doorheen te kruipen. Zij liet
zijn hand los en klom er met katach
tige vlugheid in.
Volgt u my maar! riep ze hem
toe. Het gaat heel gemakkelijk!
g»? F.
k
ft
F 5
-
...s>
■a.'
1
4