CIJFERS EN FEITEN VAN DEN WEDEROPBOUW HAAGSCHE COURANT VAN WOENSDAG li NOVEMBER 1940 Nederlandsch-Indië, economisch beschouwd van Een voordracht van Staatsrat Emil Helfferich BINNENLAND STADSNIEUWS Uit verlies zal winst geboren worden Rotterdam Het nieuwe De stand zaken van Het voorspel Nederlandsch-Indië DERDE BLAD, PAGINA 1. van De maximum-snelheden Dr. ir. J. A. Ringers „De gedegen meer OORLOGSSCHADE BIJ DE HAAGSCHE POLITIE Het betreden van de provincie Zeeland en humane aard van den Nederlander is nooit tot uitdrukking gekomen dan bij de leiding van het lot de millioenen Inlanders, die hem zijn toevertrouwd” Ernstige waarschuwing tegen de verspreiding van leugen achtige berichten Het besluit betreffende dansvermaak en de dansinstituten in Dit exportcultures De (Foto-archief) Een comité van ^uitvoering, welks ad ministrateur, de heer N. Vianen, Hoef- kade 108, met de administratie der gel den is belast, heeft de dagelijksche op leiding van het fonds. Een schade-commissie, waarvan o.a. hoofdinspecteur C. W. P. Otten en in specteur W. Schilham deel uitmaken, bepaalt het bedrag der eventueel uit te keeren vergoedingen, terwijl een raad van toezicht, waarin o.m. commissaris W. Hol en inspecteur H. van Looy zit ting hebben, met het algeheele toezicht is belast. Het fonds is 1 November j.l. m wer king getreden. Opbrengsten van het Staatsbedrijf der P.T.T. Het groote voorspel van den wederop bouw raakte in de eerste plaats het her stel van verkeer en verkeerswegen, waar bij ook de voedselvoorziening ten nauwste is betrokken. Tijdens de oorlogsdagen werd een groot aantal schepen voorna melijk rond het Ijsselmeer, op de Zeeuw- sche stroomen en op de groote rivieren in het Oosten des lands, vernield of bescha digd. Een deel ervan zonk. Bij de afd. Vaartuigen van den Wederopbouw werden er 1400 geregistreerd, welke in den loop der weken werden gelicht, naar de werven gesleept en in reparatie genomen. De to tale schade werd op rond 10 milliton gul den begroot. Slechts 6 a 7 pCt. der sche pen bleek onherstelbaar beschadigd te zijn. Deze herstelwerkzaamheden geven aan vele handen werk en de reeds herstelde schepen, 350 stuks, nemen al weer deel aan het verkeer en geven zoo opnieuw anderen werk. Ruim 400 booten bevinden zich op het oogenblik in een vergevorderd stadium van herstel. De heer G. W. Kampschöer, alge meen voorzitter van den R.K. Dioce- sanen land- en tuinbouwbond in het bisdom Haarlem en vice-voorzitter van den K.R.O. is door Paus Pius XII be noemd tot ridder in de orde van Gre- gprkis den Groote, Puinruimen. De eigenlijke wederopbouw kan niet be ginnen dan nadat het puinruimen is ge schied. Daarmee ging het in het bijzonder te Rotterdam, om gigantische massa’s, ver spreid over een oppervlak van 270 h.a. Een schatting van de hoeveelheid op te ruimen puin (exclusief de kelders en fun- deeringen) bracht het cijfer 2J a 3 millioen m3, op, ongeacht nog de duizenden tonnen metalen. Er is in Rotterdam uitnemend werk verricht, vooral ook organisatorisch. Men stelle zich de taak even voor om een zoo enorme hoeveelheid puin te moeten afvoeren, terwijl de straten, waarlangs die afvoer moest geschieden, zelf met bergen steen, ijzer en hout waren versperd. De heer H. G. J. Ter Marsch, inspecteur van den Rott. Lloyd, kreeg deze opdracht uit te voeren en weldra zal hij er mee gereed zijn. Het leger arbeiders, dat tot zijn beschikking stond, was aanvankelijk 30.000 man sterk, maar het daalde gelei delijk eerst tot 20.000, vervolgens tot 8000 man en nu zijn er nog rond 5000 over gebleven. Het einde van de reuzentaak is prac- tisch in zicht en binnen een paar weken zal het Rotterdamsche puin zijn verdwe nen. De eenheid en goede kmeraadschap, welke onder het personeel der ’s-Gra- venhaagsche politie bestaat, is dezer dagen andermaal gebleken, toen bij de oprichting van het oorlogsschadefonds voor politiepersoneel te ’s-Gravenhage zich in slechts enkele dagen meer dan 1200 politiemannen in dit onderlinge fonds vereenigden. Genoemd fonds, dat den volledigen steun geniet van den hoofdcommissaris, den heer mr. P. M. C. J. Hamer, die trouwens een der eersten was om als lid toe te treden, is opgericht onder de auspiciën van het reeds vele jaren onder het Haagsche politiepersoneel bestaande verplegingsinrichtingenfonds. Het heeft ten doel om geldelijk bij te dragen in de schade, welke door oorlogsgeweld aan de eigendommen der dcelgerech- eklgijQ leden is toegebra^A fcyan Nijverheidsonderwy& In 1870 begon de groot-kapitalistische ontwikkeling van Nederlandsch-Indië, doch ook voor de geheelé wereld was dat jaar een keerpunt. De nieuwe tech niek, de opening van het Suezkanaal, en de grootere behoeften van Europa vereischten meer en andere producten uit de tropen. De uitvoer van Neder- landsch-Indië steeg enorm en bedroeg in 1925 1.8 milliard gulden. Hiertegen over valt de winst van het dwangsys teem in het niet. VOOR DE ZUIDHOLLANDSCHE EILANDEN GELDT EEN ANDERE REGELING Wat een goede organisatie vermag, bleek ook hier. De schatting, dat eerst op het einde van Februari het op- ruimingswerk voltooid zou zijn, is ge bleken ver er naast te zijn in gunsti- gen zin en ook de kostenraming (19 millioen gulden) werd door de prak tijk gelogenstraft. De werkelijke kos ten liggen daar 7 millioen onder en beloopen dus 12 millioen gulden. De volgende taak der opruimingsorga- nisatie is nu nog het opbreken der fun- deeringen en het hakken der nieuwe stratentracé’s. In Middelburg, na Rotterdam de stad waar de meeste oorlogsschade werd aan gericht, zijn de cijfers echter veel ge ringer. Daar viel 80.000 m3, puin op te ruimen, waaraan 300 man werken. Hier zullen de kosten ca. 350.000 gulden be dragen. lossen zal van het oude euvel van water overlast. Het spoorwegprobleem wordt als volgt opgelost. Het Maasstation verdwijnt en als centraal station treedt het nieuwe station D.P. De spoorweg door de stad blijft be houden, maar het viaduct zal zijn weinig fraaie aspect afleggen en meer aan het stadsbeeld worden aangepast. In het nieuwe centrum zullen de vele industrieën verdwijnen. Zij krijgen hun plaats in den Spaanschen polder. Middelburg. In Middelburg, waar 546 huizen ver woest werden, is bovendien veel vernield, dat in den werkelijken zin des woords on herstelbaar is. Historische gebouwen van schoone architectuur zijn hier verloren gegaan. Daarom was het wel uiterst moei lijk voor deze stadskern een nieuw plan op te stellen, dat bevrediging schenkt. Ook hier is er in het project naar ge streefd het oude karakter zooveel moge lijk te bewaren, waarbij de Abdij en het Raadhuis als hoofdmonumenten zijn aan gehouden. Het doorgaande verkeer zal rond het centrum worden geleid, om de rust op de nog altijd schoone markt en haar omgeving niet hinderlijk te verstoren en tevens stedebouwkundig een betere op lossing te verkrijgen. In het algemeen is er in de herbouw- nlannen een streven merkbaar om, waar /at mogelijk is, in het nieuwe iets beters te geven dan het oude bood. De architec ten die zich met de ontwerpen hebben bezig gehouden en de drie stedebouwkun- dige adviseurs van dr. Ringers, bieden de waarborg, dat dit in plan althans ook het geval zal zijn. Goede sociale maatregelen Men voerde sociale maatregelen in, die den Inlanders ten goede kwamen. Ook werkte men aan de opheffing van den Inlander door gezondheids-, onder wijs- en credietmaatregelen, doch ook heeft de regeering energiek aangepakt de moeilijkheden, ontstaan door de over bevolking van Java. Ook heeft men ge tracht den Inlander onafhankelijk te maken van den export. De proef op de som was de economische wereldcrisis. De terugstrooming van de Inlandsche arbeidskrachten uit de ondernemingen werd geheel opgenomen in de Inheem- sche bedrijven; er waren toen wel Euro- peesche werkloozen, doch geen Inland sche. Tenslotte zeide spr., dat het recht van ingrijpen in de tropische economische ontwikkeling door den Europeaan daar uit kan worden afgeleid, dat hij een behoefte heeft aan producten uit de tropen, die niet kan worden gedekt door den Inlandschen teelt. Met de uitdruk king van zijn liefde voor het tropische land, waar hij gewerkt heeft en dat ieder na aan het htfrt ligt, wanneer hij er een deel van zijn leven heeft door gebracht, eindigde de spr. zijn harte lijk toegejuichte rede, waarvan men al leen maar betreuren kan, dat zij niet door enkele films of lantaarnplaatjes, de groot-cultures betreffende, werd toe- sche gezag vertegenwoordigde, het Re- geeringscommissariaat voor den Weder opbouw in en op 18 Mei wérd dr. ir. J. A. Ringers aangewezen als Regee- ringscommissaris. Zijn opdracht luidde: het herstel van het verkeerswezen, de drooglegging der onderwaterzettingen, de wederopbouw van steden, dorpen en gebouwen en al hetgeen daarmee samenhangt. Sindsdien zijn 5 maanden verstreken en omtrent hetgeen in dien tijd is gebeurd, kregen wij van bevoegde zijde een inte ressant overzicht, dat wij hieronder weergeven. TENTOONSTELLING INZENDINGEN PRIJSVRAAG PROPAGANDAPLAAT VOOR HET NIJVERHEIDSONDERWIJS Morgenmiddag om 2 uur zal in de Ambachtsschool, Nieuwe Haven 95, de opening plaats vinden van een tentoon stelling, van 147 inzendingen op de prijs vraag voor een propagandaplaat voor het nijverheidsonderwijs, uitgeschreven door den Bond van Vereenigingen tot het geven Tegen het einde van dit jaar zal de bouw overal reeds in gang zijn en tegen het komende voorjaar draait de herbouw op volle toeren! De materiaalpositie. De materiaalpositie is niet eenvoudig, maar, naar men weet, heeft dr. ir. Rin gers al spoedig na zijn optreden, de ge- heele bouwnijverheid in het land aan zijn supervisie onderworpen. Hij verbond aan de uitvoering van elk werk zijn beoor- deeling omtrent de al dan niet noodzake lijkheid en de besteding der materialen. Nagegaan werd en wordt, welke bezui nigingen kunnen worden toegepast en waar en hoe vervangingsmiddelen moge lijk zijn. Zoo ontstonden richtlijnen voor bespa ring van materialen en het economisch gebruik van vervangingsmateriaal. Een afdeeling materiaal-research werd inge- De vorige week hebben wij een offi- cieele mededeeling gepubliceerd, waar bij werd aangegeven wat men te doen heeft indien men een bepaalde plaats wil bezoeken gelegen in de provincie Zeeland. De vraag is toen gerezen, of ook de Zuidhollandsche eilanden en met name Goeree en Overflakkee on der deze nieuwe regeling vielen. Thans wordt ons van bevoegde zijde er op gewezen, dat men, wat Zeeland betreft, zijn verzoek om een bepaalde plaats te mogen bezoeken, aan den bur gemeester moet richten van de gemeen te waarheen men reizen wil. Voor andere provincies, d.w.z. voor die gedeelten waarin het verkeer aan beperkende maatregelen is gebonden, heeft men zijn verzoek te richten tot den stafofficier van den provinciaal gevolmachtigde van den Rijkscommis- saris. Voor Zuid-Holland moet de ver gunning worden aangevraagd bij ma yor Kruger, Kofiaiaan 4, hier ter sicjie. steld. Ondanks deze problemen moet de nor male volkshuisvesting voortgang vinden. Zij kan in de geteisterde steden en dor pen niet wachten op de uitvoering van het groote plan. In Rotterdam zijn bij wijze van directen voorzieningsmaatregel 1000 noodwoningen gebouwd, in Overschie 200, in Vlaardingen 400 en in IJsselmonde 500. Op groote schaal zal normal woningbouw worden bevorderd. 40.000 stuks is de nor male productie in Nederland. Indien hier in ernstige vertraging zou ontstaan, wa ren de gevolgen niet te overzien. In Rot terdam zal vóór den winter van 1941 in de ergste behoefte worden voorzien door den bouw van ca. 8000 permanente wo ningen. Het nieuwe Rotterdam. Tenslotte vernamen wij nog eenige de tails over het nieuwe Rotterdam en de projecten voor den herbouw der andere getroffen gemeenten. De basis van het plan voor het nieuwe Rotterdam is, dat de Rotterdammer zijn stad zal moeten herkennen. Het specifiek Rotterdamsche karakter zal dus behouden blijven. De oude straatnamen zal men terugvinden, zij het dan op andere plaat sen. In Rotterdam’s centrum werden 25.000 huizen vernield, waarvan er ter plaatse niet meer dan 10.000 zullen wor den herbouwd, waarvan 6000 in een apart woonkwartier ten Noorden van den Goud- sche Singel, met in het midden een groot plantsoen. Langs de Maas is een groote boulevard BiwwivB - - 'ontworpen, welke tevens als waterkeering den AI gemeen Gemachtigde» Hier voigt de .cücnst zte doen en de 4ad zoodoende ver- De positie van den Inlander Vervolgens behandelde spreker de vraag, hoe het den Inlander verging in den loop van deze ontwikkeling. De regeering toonde zich thans vriend en beschermer van den bruinen man en nooit, aldus spr. is de rustige, gedegen en humane aard van den Nederlander, meer tot uitdrukking gekomen dan thans bij de leiding van het lot van de millioenen Inlanders, die hem waren toevertrouwd. Toch bleek na den we reldoorlog, dus in den bloeitijd van de Europeesche cultures, de volkswelstand van de inboorlingen sterk te zijn ach teruitgegaan. De vraag werd toen ge steld, of de groote plantages voor de volkshuishouding een zegen waren. Im mers, zij waren hoofdzakelijk buiten- landsche ondernemingen (waaronder ook Nederlandsche ondernemingen wer den verstaan, en alle voordeelen gin gen naar het buitenland. Men ried de regeering aan minimum-loonen vast te stellen, doch de regeering wees dit, te recht, aldus spr. af. De plannen voor den herbouw. Inmiddels werd hard gewerkt aan de plannen voor den wederopbouw, waarbij de stedebouwkundige vraagstukken van elke gemeente op zichzelf nauwkeurig moesten worden bezien. Eerste eisch daarbij was, dat de nieuwe projecten technisch en aesthetisch verant woord zouden zijn en de fouten van het verleden werden vermeden. Dit beteekent, dat de plannen zich niet beperken tot de verwoeste stadsgedeelten. Er zullen, om een enkel voorbeeld te noemen, in de nieuwe stadskernen veel minder bewoners worden opgenomen, dan voorheen het ge val was. Voor deze overblijvenden zal andere woongelegenheid moeten worden aangewezen. Waar en hoe die huisvesting moet geschieden, dient ook in de plannen te worden verwerkt. Zelfs aangrenzende gemeenten kunnen daarbij betrokken wor den. De Rotterdamsche kern is verwoest en voor de nieuwe woonwijken geschieden nu onteigeningen in den Spaanschen pol der. Voor de hierna volgende gemeenten zijn in de afgeloopen maanden plannen ge maakt. Deze zijn thans klaar en hebben voor het grootste -deel de instemming van Vervolg van het le blad. Er is ook beweerd, dat zich munitie in dat ziekenhuis zou hebben bevonden, doch ook dit gerucht raakt kant noch wal, omdat een ziekenhuis nu eenmaal een onpractische bergplaats voor mu nitie is. Deze wordt in den grond ver borgen en dan met zand en andere be schermingsmiddelen beschut tegen aan vallen. Ook in Haarlem hebben geruch ten geloopen van de verberging van mu nitie in woonhuizen. Een dergelijke be- schuldigifig is eenvoudig gemeen. Dat Duitsche vliegers Haarlem zouden heb ben gebombardeerd, is een onlogische bewering, omdat zij dan ook Duitsche soldaten hadden kunnen treffen. Even onlogisch is het gerucht dat zelfs in intellectueele kringen wordt geloofd dat er Engelsche vliegtuigen met Duitsche bemanningen of Duitsche vliegtuigen met Engelsche bemannin gen in dezen oorlog dienst doen. Wan neer dit werkelijk waar was, zou dit tot gevaarlijke complicaties aanleiding kunnen geven bij de landing van die vliegtuigen, die immers het gevaar zouden loopen door het afweergeschut te worden neergehaald. Wanneer deze leugenachtige geruch ten op de een of andere wijze soms in Engeland doordringen, dan zouden de verspreiders ervan medeplichtig zijn aan den dood van Duitsche soldaten, die van een eventueel bombardement door Engelschen ’t slachtoffer worden. Men zij dus gewaarschuwd voor de verspreiding daarvan. initiatief en zelfstandig niet in staat zijn. Men was het er echter niét over eens, hoe men de exportcultures moest scheppen. Spreker citeerde in dit ver band een en ander uit de discussies van dien tijd over dit onderwerp. Het Moe derland besliste in dezen strijd; de Ko- ning aanvaardde het systeem-van den Bosch, het „cultuurstelsel”, dat in 1830 in werking trad. De financieele resul taten overtroffen de stoutste verwach tingen, doch de nadeelen waren vele. Op kosten van den verbouw van voe dingsproducten werd slechts de produc tie van exportprodacten gestimuleerd. In tegenstelling tot de bedoeling van het systeem waren de arbeidsomstan digheden en de loonen der Inlanders zeer slecht. Van Europeesche zijde kwam verzet tegen dit systeem, in welk ver band spr. Multatuli’s „Max Havelaar” noemde. Het bleek onmogelijk onder Staatsbeheer tot succes te komen met die cultures, die een bijzondere kennis of verzorging of welker producten een speciale sorteering behoeften. Particuliere ondernemers bleken de moeilijkheden te overwinnen. Lang zaam aan loste het Cultuursysteem op en in 1870 kwam de oplossing van de vraagstukken van landbezit en cultures door de agrarische wet. De ze wet, de „magna charta” van Ne- derlandsch-Indië, aldus spreker, be hoorde met gouden letters te worden geschreven in de geschiedenis der economische ontwikkeling der tropen. Zij heeft den grondslag gelegd voor de oplossing van het groote probleem waarvoor de economische ontwikkeling in de tropen zich gesteld ziet, den grondslag voor een gezonde volkshuis houding en een gezonde uitvoerecono- mie naast elkaar. Het monopolie der V.O.C. Vervolgens ging spreker de werking van het monopolie na, dat hoofdzake lijk werd uitgeoefend door de Engelsche East India Company en de Vereenigde Oost-Indische compagnie. Handel en monopolie waren destijds één en betee- kenden uitbuiting. Het monopolie was het tegendeel van economische vorming en dezen eersten tijd van den wereld handel kan men terecht als de periode van de uitbuiting kenschetsen. Een verandering hierin kwam door de Fransche revolutie. Een Engelsch- man, Stamford Raffles, die van 1811 tot de teruggave, van Java aan Nederland in 1816 luitenant-gouverneur was, wierp het roer radicaal om. Hij schakelde de regeeringsbemiddeling uit, trok een scherpe scheidingslijn tusschen de heerschappij van den staat en het par ticuliere bedrijf en schiep duidelijke rechtsverhoudingen. Hij ging er van uit, dat de regeering den eigendom van al len grond had. Hiertegenover stelde hij echter het gebruiksrecht der Inlanders op den door hem bebouwden grond en schiep daarmede tegelijk het recht van den landbouwer op het product van zijn grond en van zijn handenarbeid. Hij schafte de continenten en de gedwon gen leveringen af en hief in plaats daar van een belasting, de landrente. Ook de gedwongen arbeid der inlanders werd afgeschaft. Voortreffelijke Nederlan ders stonden Raffles daarbij terzijde. Deze maatregelen hebben de economi sche vorming sterk beinvloed. Gisteravond heeft men vindt het verslag van zijn voordracht hier nevens Staatsrat Emil Helfferich, in de groote gehoorzaal van het gebouw Kneuterdijk 20, hier ter stede, een voor dracht gehouden over Nederlandsch- Indië, economisch bezien. Deze voor dracht vormde de eerste van een serie winterlezingen, georganiseerd op initia tief van Ministerialrat Fink, den leider der afdeeling „Volksaufklarung und Propaganda” bij het Rijkscommissa- riaat in het bezette Nederlandsche ge bied. Met groote voldoening moge worden vastgesteld, dat deze eerste lezing, vrucht van een sympathiek en toe te juichen initiatief, tot onderwérp had Nederlandsch-Indië; te grooter is deze voldoening, doordat een kenner bij uit nemendheid van Nederl.-Indië, Staats rat Emil Helfferich, die een goed deel van zijn leven in onze Aziatische ge westen op belangrijke posten heeft doorgebracht, gelegenheid gekregen heeft Indië voor zijn gehoor te schetsen in zijn economischen groei en mogelijk heden, zooals hij het heeft gekend en zooals het ook werkelijk in wezen was en is. Gerechtvaardigde critiek niet onuitgesproken latend, heeft hij Indië en de opeenvolgende Indische regeerin- gen de volle maat van zijn lof en waar deer ing gegeven en de slotzin van zijn toegejuichte rede, „dat Indië iedereen zeer na aan het hart ligt, die er een deel van zijn leven heeft doorgebracht”, was lederen oudgast uit het hart gegre pen. En et waren vele oudgasten onder zijn gehoor, directeuren van groote cul- tuurlichamen, oud-hoofdambtenaren en anderen Nederlandsch-Indië vormt waarom het te verbloemen? onder de huidige omstandigheden een „pijnlijk geval”. De kwestie van de behandeling der Rijksduitschers in Indië en de daarop gevolgde vergeldingsmaatregelen in het moederland, die zooveel leed in tal van families hebben veroorzaakt, houden vele gemoederen bezig. Staatsrat Helffe rich heeft vanzelfsprekend deze kwestie niet aangeroerd. Maar toen wij dezen grooten Duitscher en Indië-kenner van groote reputatie den lof van Indië in welgekozen woorden hoorden verkondi gen, hebben wij te meer gevoeld de scherpe kanten van het „pijnlijke ge val”, dat Indië op het oogenblik is. Nederlandsch-Indië, waarvan de eco nomische beteekenis op zoo voortref felijke wijze door Staatsrat Helfferich werd geschetst, voor een talrijk Duitsch-Nederlandsch gehoor, moge spoedig als „pijnlijk geval” hebben af gedaan. Indien deze eerste lezing daar toe zou kunnen bijdragen, dan zou het succes van dezen avond, en zeker niet het minst voor den eminenten spreker, die Indië lief heeft, volkomen zijn. Onmiddellijk na de capitulatie stelde de Opperbevelhebber van Land- en Zee macht, die toen het hoogste Nederland- De diensten der posterijen, telegrafie en telefonie en de postchèque- en giro dienst hebben in Aug. opgebracht res pectievelijk 2.582.112, 134.221, 2.474.123 en 871.771, vergeleken met dezelfde maand van het vorige jaar 189.771, ƒ273.631, ƒ303.196 en 145.640. Totaal ƒ6.062.227, verge leken met dezelfde maand van het vorige jaar 62.008. De opbrengsten van Januari tot en met Aug. waren resp. 20.149.170, ƒ2.452.320, 19.789.560 en ƒ6.533.919, vergeleken met hetzelfde tijdvak van het vorige jaar 2.656.035, 168.302 ƒ487.684 en ƒ921.725. Totaal 48.924.969, vergeleken met het zelfde tijdvak van het vorige jaar 2.390.296. De mokers der sloopers en de schoppen en hóuweelen der puinruimers in de door den oorlog getroffen Nederlandsche steden en dorpen zullen weldra rusten. In hun plaats komen dan de bouwers van het nieuwe, wier arbeid nog vóór het jaareinde een aanvang zal nemen en in het komende voorjaar allerwege in vollen gang zal zijn. Het werk van den wederopbouw is uit het stadium der reusachtige voorberei dingen getreden, om nu metterdaad te worden aangevat. De plannen zijn thans alle gereed en voor het grootste deel ook bekrachtigd door den Algemeen Gemach tigde, dr. ir. J. A. Ringers, die van den aanvang af met de leiding van deze gewel dige taak is belast. Na het vertrek van Raffles stonden twee opvattingen tegenover elkaar, n.l. het economische systeem van Raffles, vertegenwoordigd door den commissa- ris-generaal burggraaf du Bus de Gisig- nies en het mercantiele systeem van de Oost-Indische Compagnie, dat werd voorgestaan door diens opvolger Jo hannes van den Bosch. Men was het er wel over eens, dat een ontwikkeling die uitging boven de primitieve inland sche economie en het nastreven van overschotten slechts mogelijk kon zijn door het verbouwen en den uitvoer van exportproducten en dat de Inlanders tot het teelen van exportgewassen op eigen gelicht. Strenger toezicht op de hand having ervan De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Justitie, heeft zich in een buitengewoon Politie blad gewend tot de procureurs-gene- raal, fung. directeuren van politie, tot den inspecteur-generaal der politie en tot de inspecteurs der marechaussee en der Rijksveldwacht. Hij deelt hierin mede, dat de Höhere S.S.- un Polizeiführer bij den Rijks- commissaris voor het bezette Neder landsche gebied hem heeft verzocht er voor te willen zorg dragen, dat de maximum snelheidsbepalingen van de verordening no. 73/1940 van den Rijks- commissaris voor het bezette Neder landsche gebied beter worden nage leefd. De Rijks- en gemeentepolitie zal der halve strenger op de naleving dezer be palingen dienen toe te zien. Voor zoover noodig wijst de secretaris-generaal er on, dat ook de Nederlandsche politie zich aan de in genoemde verordening gestelde snelheidseischen dient te hou den, behalve in zeer bijzondere spoed gevallen. De stand van zaken van het oogenblik laat zich als volgt zien. De schadeloosstellingen tot bedragen onder de 10.000 loopen thans vlot, dank zij de regeling, dat de Algemeen Gemach tigde een voorschot tot 80 pCt. kan ver- leenen, mits het geld strekt tot den bouw van woningen tot een maximum capaciteit van 350 m3., bedrijfsruimten daarbij niet meegerekend. Met dit voorschot in de hand, kan men direct gaan bouwen en dit gebeurt reeds op betrekkelijk groote schaal. lijst: Alblasserdam, Amersfoort, Bleskens- graaf, Boxtel, Kruiningen, Middelburg, Middelharnis, Mierlo, Mill en St. Hubert, St. Oedenrode, Rhenen, Roosendaal en Nispen, Rotterdam, Sas van Gent, Scher- penzeel, Valkenburg (Z.-H.), Veenendaal, Wageningen, Wychen, Yerseke, Zevenber gen. Voor den Helder en Vlissingen is men nog bezig een plan op te stellen. In het volgende stadium van het werk komen de vele en vaak uitgebreide ont eigeningen aan de orde, op de verwoeste gebieden zelf en ook buiten het plan. In Rotterdam en eenige andere plaatsen heeft deze onteigening reeds plaats gehad. In onmiddellijke aansluiting hierop komt het weder uitgeven der gronden. Deze her verkaveling is eveneens in de meeste ge meenten reeds aan den gang. In Rotter dam adviseert hierbij een commissie van deskundigen, welke de herwaardeering van den grond voor haar rekening heeft genomen. laatste is buitengemeen moeilijk, omdat een marktwaarde als norm ont breekt. Men vordert niettemin bevredi gend. Geen introducé’s en geen oud- leerlingen Met betrekking tot het bepaalde het besluit no. 190/1940 betreffende dansvermaak opgenomen in het Ver ordeningenblad, deelt de secretaris generaal, wnd. hoofd van het departe ment van Justitie, in een circulaire aan de procureurs-generaal, fgd. direc teuren van politie, mede namens zijn ambtgenooten van Binnenlandsche Za ken en van Sociale Zaken mede, dat onder het in dit besluit uitgevaardigde dansverbod niet valt en derhalve is toegelaten het geven van dansles in dansscholen en dansinstituten alleen aan ingeschreven leerlingen op den tot dusver gebruikelijken voet. Zgn. oefenavonden, georganiseerd aan deze scholen en instituten, zijn slechts toegelaten, voor zoover deze normaal plegen plaats te hebben en daaraan uitsluitend ingeschreven leer lingen deelnemen. Introducé’s en oud- leerlingen mogen derhalve in geen ge val worden toegelaten. Op den eersten voordrachtsavond, welke de hoofdafdeeling „Volksaufkla rung und Propaganda” als onderdeel van een serie, welke dezen winter zal worden gehouden, hier ter stede heeft georganiseerd, sprak gisteravond Staatsrat Emil Helfferich, voorzitter van de Duitsch-Nederlandsche ver- eeniging te Berlijn, over het onder werp „Gedachten over economische ontwikkeling in de tropen met Neder- landsch-Indië als voorbeeld”. Onder de talrijke aanwezigen bevonden zich de commissaris-generaal voor finan ciën en economie, minister dr. H. Fischböck, de secretarissen-gene- raal der Nederlandsche departemen ten, vele leden der Weermacht en Duitsche en Nederlandsche deskundi gen. In den aanvang van zijn rede deelde Staatsrat Helfferich mede, dat het on derwerp van zijn rede was uitgegaan van het „Auslandswissenschaftliche In- stitut” te Berlijn.- Hij zei dankbaar te zijn, dat hem nu de gelegenheid was geboden in Nederland in een kring van Duitsche en Nederlandsche vrienden te kunnen spreken óver dit onderwerp, dat hem in oude en vertrouwde gebieden terugvoerde, daar hij Indië uit eigen aanschouwing kent. Hij voegde hieraan toe, dat hij voor de Nederlandsche aan wezigen waarschijnlijk niet veel nieuws zou vertellen. In het kader van de nieuwe wereld orde, aldus spreker, is het vraagstuk van de economische ontwikkeling der tropen van grooter belang geworden. De gedachten, welke spreker in dit ver band naar voren zou brengen, wilde hij toelichten aan een concreet voorbeeld en wel Nederlandsch-Indië, daar hier de vraagstukken zich niet alleen theore tisch hebben voorgedaan, d^ch ook practisch tot een oplossing gekomen zijn in den loop van een geschiedenis van 340 jaren. Daarom zou spreker wellicht meer economische geschiedenis dan economische gedachten naar voren brengen. Spreker gaf vervolgens, ter inleiding, een overzicht van de geografische, eth- nografische en economische verschillen in de tropen en de verschillen tusschen de tropen en de gematigde zones. Spr. kwam tot de slotsom, dat in het alge meen de aanleg der tropenbewoners on economisch is. Hieraan hebben de grondleggers van de Europeesche m^cht niet gedacht in dien harden, wreeden en onhygiënischen tijd, dat is dus in den allervroegsten tijd van den wereldhandel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9