CIJFERS EN FEITEN VAN DEN
WEDEROPBOUW
HAAGSCHE COURANT VAN WOENSDAG li NOVEMBER 1940
Nederlandsch-Indië, economisch
beschouwd
van
Een voordracht van Staatsrat
Emil Helfferich
BINNENLAND
STADSNIEUWS
Uit verlies zal winst geboren worden
Rotterdam
Het
nieuwe
De stand
zaken
van
Het voorspel
Nederlandsch-Indië
DERDE BLAD, PAGINA 1.
van
De maximum-snelheden
Dr. ir. J. A. Ringers
„De gedegen
meer
OORLOGSSCHADE BIJ DE
HAAGSCHE POLITIE
Het betreden van de provincie
Zeeland
en humane aard van den Nederlander is nooit
tot uitdrukking gekomen dan bij de leiding van het lot
de millioenen Inlanders, die hem zijn toevertrouwd”
Ernstige waarschuwing tegen
de verspreiding van leugen
achtige berichten
Het besluit betreffende dansvermaak
en de dansinstituten
in
Dit
exportcultures
De
(Foto-archief)
Een comité van ^uitvoering, welks ad
ministrateur, de heer N. Vianen, Hoef-
kade 108, met de administratie der gel
den is belast, heeft de dagelijksche op
leiding van het fonds.
Een schade-commissie, waarvan o.a.
hoofdinspecteur C. W. P. Otten en in
specteur W. Schilham deel uitmaken,
bepaalt het bedrag der eventueel uit te
keeren vergoedingen, terwijl een raad
van toezicht, waarin o.m. commissaris
W. Hol en inspecteur H. van Looy zit
ting hebben, met het algeheele toezicht
is belast.
Het fonds is 1 November j.l. m wer
king getreden.
Opbrengsten van het Staatsbedrijf
der P.T.T.
Het groote voorspel van den wederop
bouw raakte in de eerste plaats het her
stel van verkeer en verkeerswegen, waar
bij ook de voedselvoorziening ten nauwste
is betrokken. Tijdens de oorlogsdagen
werd een groot aantal schepen voorna
melijk rond het Ijsselmeer, op de Zeeuw-
sche stroomen en op de groote rivieren in
het Oosten des lands, vernield of bescha
digd. Een deel ervan zonk. Bij de afd.
Vaartuigen van den Wederopbouw werden
er 1400 geregistreerd, welke in den loop
der weken werden gelicht, naar de werven
gesleept en in reparatie genomen. De to
tale schade werd op rond 10 milliton gul
den begroot. Slechts 6 a 7 pCt. der sche
pen bleek onherstelbaar beschadigd te zijn.
Deze herstelwerkzaamheden geven aan
vele handen werk en de reeds herstelde
schepen, 350 stuks, nemen al weer deel
aan het verkeer en geven zoo opnieuw
anderen werk. Ruim 400 booten bevinden
zich op het oogenblik in een vergevorderd
stadium van herstel.
De heer G. W. Kampschöer, alge
meen voorzitter van den R.K. Dioce-
sanen land- en tuinbouwbond in het
bisdom Haarlem en vice-voorzitter van
den K.R.O. is door Paus Pius XII be
noemd tot ridder in de orde van Gre-
gprkis den Groote,
Puinruimen.
De eigenlijke wederopbouw kan niet be
ginnen dan nadat het puinruimen is ge
schied. Daarmee ging het in het bijzonder
te Rotterdam, om gigantische massa’s, ver
spreid over een oppervlak van 270 h.a.
Een schatting van de hoeveelheid op te
ruimen puin (exclusief de kelders en fun-
deeringen) bracht het cijfer 2J a 3 millioen
m3, op, ongeacht nog de duizenden tonnen
metalen. Er is in Rotterdam uitnemend
werk verricht, vooral ook organisatorisch.
Men stelle zich de taak even voor om een
zoo enorme hoeveelheid puin te moeten
afvoeren, terwijl de straten, waarlangs die
afvoer moest geschieden, zelf met bergen
steen, ijzer en hout waren versperd.
De heer H. G. J. Ter Marsch, inspecteur
van den Rott. Lloyd, kreeg deze opdracht
uit te voeren en weldra zal hij er mee
gereed zijn. Het leger arbeiders, dat tot
zijn beschikking stond, was aanvankelijk
30.000 man sterk, maar het daalde gelei
delijk eerst tot 20.000, vervolgens tot 8000
man en nu zijn er nog rond 5000 over
gebleven.
Het einde van de reuzentaak is prac-
tisch in zicht en binnen een paar weken
zal het Rotterdamsche puin zijn verdwe
nen.
De eenheid en goede kmeraadschap,
welke onder het personeel der ’s-Gra-
venhaagsche politie bestaat, is dezer
dagen andermaal gebleken, toen bij de
oprichting van het oorlogsschadefonds
voor politiepersoneel te ’s-Gravenhage
zich in slechts enkele dagen meer dan
1200 politiemannen in dit onderlinge
fonds vereenigden.
Genoemd fonds, dat den volledigen
steun geniet van den hoofdcommissaris,
den heer mr. P. M. C. J. Hamer, die
trouwens een der eersten was om als
lid toe te treden, is opgericht onder de
auspiciën van het reeds vele jaren onder
het Haagsche politiepersoneel bestaande
verplegingsinrichtingenfonds. Het heeft
ten doel om geldelijk bij te dragen in
de schade, welke door oorlogsgeweld
aan de eigendommen der dcelgerech-
eklgijQ leden is toegebra^A fcyan Nijverheidsonderwy&
In 1870 begon de groot-kapitalistische
ontwikkeling van Nederlandsch-Indië,
doch ook voor de geheelé wereld was
dat jaar een keerpunt. De nieuwe tech
niek, de opening van het Suezkanaal,
en de grootere behoeften van Europa
vereischten meer en andere producten
uit de tropen. De uitvoer van Neder-
landsch-Indië steeg enorm en bedroeg
in 1925 1.8 milliard gulden. Hiertegen
over valt de winst van het dwangsys
teem in het niet.
VOOR DE ZUIDHOLLANDSCHE
EILANDEN GELDT EEN
ANDERE REGELING
Wat een goede organisatie vermag,
bleek ook hier. De schatting, dat eerst
op het einde van Februari het op-
ruimingswerk voltooid zou zijn, is ge
bleken ver er naast te zijn in gunsti-
gen zin en ook de kostenraming (19
millioen gulden) werd door de prak
tijk gelogenstraft. De werkelijke kos
ten liggen daar 7 millioen onder en
beloopen dus 12 millioen gulden.
De volgende taak der opruimingsorga-
nisatie is nu nog het opbreken der fun-
deeringen en het hakken der nieuwe
stratentracé’s.
In Middelburg, na Rotterdam de stad
waar de meeste oorlogsschade werd aan
gericht, zijn de cijfers echter veel ge
ringer. Daar viel 80.000 m3, puin op te
ruimen, waaraan 300 man werken. Hier
zullen de kosten ca. 350.000 gulden be
dragen.
lossen zal van het oude euvel van water
overlast.
Het spoorwegprobleem wordt als volgt
opgelost. Het Maasstation verdwijnt en als
centraal station treedt het nieuwe station
D.P. De spoorweg door de stad blijft be
houden, maar het viaduct zal zijn weinig
fraaie aspect afleggen en meer aan het
stadsbeeld worden aangepast.
In het nieuwe centrum zullen de vele
industrieën verdwijnen. Zij krijgen hun
plaats in den Spaanschen polder.
Middelburg.
In Middelburg, waar 546 huizen ver
woest werden, is bovendien veel vernield,
dat in den werkelijken zin des woords on
herstelbaar is. Historische gebouwen van
schoone architectuur zijn hier verloren
gegaan. Daarom was het wel uiterst moei
lijk voor deze stadskern een nieuw plan
op te stellen, dat bevrediging schenkt.
Ook hier is er in het project naar ge
streefd het oude karakter zooveel moge
lijk te bewaren, waarbij de Abdij en het
Raadhuis als hoofdmonumenten zijn aan
gehouden. Het doorgaande verkeer zal
rond het centrum worden geleid, om de
rust op de nog altijd schoone markt en
haar omgeving niet hinderlijk te verstoren
en tevens stedebouwkundig een betere op
lossing te verkrijgen.
In het algemeen is er in de herbouw-
nlannen een streven merkbaar om, waar
/at mogelijk is, in het nieuwe iets beters
te geven dan het oude bood. De architec
ten die zich met de ontwerpen hebben
bezig gehouden en de drie stedebouwkun-
dige adviseurs van dr. Ringers, bieden de
waarborg, dat dit in plan althans
ook het geval zal zijn.
Goede sociale maatregelen
Men voerde sociale maatregelen in,
die den Inlanders ten goede kwamen.
Ook werkte men aan de opheffing van
den Inlander door gezondheids-, onder
wijs- en credietmaatregelen, doch ook
heeft de regeering energiek aangepakt
de moeilijkheden, ontstaan door de over
bevolking van Java. Ook heeft men ge
tracht den Inlander onafhankelijk te
maken van den export. De proef op de
som was de economische wereldcrisis.
De terugstrooming van de Inlandsche
arbeidskrachten uit de ondernemingen
werd geheel opgenomen in de Inheem-
sche bedrijven; er waren toen wel Euro-
peesche werkloozen, doch geen Inland
sche.
Tenslotte zeide spr., dat het recht van
ingrijpen in de tropische economische
ontwikkeling door den Europeaan daar
uit kan worden afgeleid, dat hij een
behoefte heeft aan producten uit de
tropen, die niet kan worden gedekt door
den Inlandschen teelt. Met de uitdruk
king van zijn liefde voor het tropische
land, waar hij gewerkt heeft en dat
ieder na aan het htfrt ligt, wanneer hij
er een deel van zijn leven heeft door
gebracht, eindigde de spr. zijn harte
lijk toegejuichte rede, waarvan men al
leen maar betreuren kan, dat zij niet
door enkele films of lantaarnplaatjes,
de groot-cultures betreffende, werd toe-
sche gezag vertegenwoordigde, het Re-
geeringscommissariaat voor den Weder
opbouw in en op 18 Mei wérd dr. ir.
J. A. Ringers aangewezen als Regee-
ringscommissaris.
Zijn opdracht luidde: het herstel van het
verkeerswezen, de drooglegging der
onderwaterzettingen, de wederopbouw
van steden, dorpen en gebouwen en al
hetgeen daarmee samenhangt.
Sindsdien zijn 5 maanden verstreken en
omtrent hetgeen in dien tijd is gebeurd,
kregen wij van bevoegde zijde een inte
ressant overzicht, dat wij hieronder
weergeven.
TENTOONSTELLING INZENDINGEN
PRIJSVRAAG PROPAGANDAPLAAT
VOOR HET NIJVERHEIDSONDERWIJS
Morgenmiddag om 2 uur zal in de
Ambachtsschool, Nieuwe Haven 95, de
opening plaats vinden van een tentoon
stelling, van 147 inzendingen op de prijs
vraag voor een propagandaplaat voor het
nijverheidsonderwijs, uitgeschreven door
den Bond van Vereenigingen tot het geven
Tegen het einde van dit jaar zal de
bouw overal reeds in gang zijn en
tegen het komende voorjaar draait de
herbouw op volle toeren!
De materiaalpositie.
De materiaalpositie is niet eenvoudig,
maar, naar men weet, heeft dr. ir. Rin
gers al spoedig na zijn optreden, de ge-
heele bouwnijverheid in het land aan zijn
supervisie onderworpen. Hij verbond aan
de uitvoering van elk werk zijn beoor-
deeling omtrent de al dan niet noodzake
lijkheid en de besteding der materialen.
Nagegaan werd en wordt, welke bezui
nigingen kunnen worden toegepast en
waar en hoe vervangingsmiddelen moge
lijk zijn.
Zoo ontstonden richtlijnen voor bespa
ring van materialen en het economisch
gebruik van vervangingsmateriaal. Een
afdeeling materiaal-research werd inge-
De vorige week hebben wij een offi-
cieele mededeeling gepubliceerd, waar
bij werd aangegeven wat men te doen
heeft indien men een bepaalde plaats
wil bezoeken gelegen in de provincie
Zeeland. De vraag is toen gerezen, of
ook de Zuidhollandsche eilanden en
met name Goeree en Overflakkee on
der deze nieuwe regeling vielen.
Thans wordt ons van bevoegde zijde
er op gewezen, dat men, wat Zeeland
betreft, zijn verzoek om een bepaalde
plaats te mogen bezoeken, aan den bur
gemeester moet richten van de gemeen
te waarheen men reizen wil.
Voor andere provincies, d.w.z. voor
die gedeelten waarin het verkeer aan
beperkende maatregelen is gebonden,
heeft men zijn verzoek te richten tot
den stafofficier van den provinciaal
gevolmachtigde van den Rijkscommis-
saris. Voor Zuid-Holland moet de ver
gunning worden aangevraagd bij ma
yor Kruger, Kofiaiaan 4, hier ter sicjie.
steld.
Ondanks deze problemen moet de nor
male volkshuisvesting voortgang vinden.
Zij kan in de geteisterde steden en dor
pen niet wachten op de uitvoering van het
groote plan. In Rotterdam zijn bij wijze
van directen voorzieningsmaatregel 1000
noodwoningen gebouwd, in Overschie 200,
in Vlaardingen 400 en in IJsselmonde 500.
Op groote schaal zal normal woningbouw
worden bevorderd. 40.000 stuks is de nor
male productie in Nederland. Indien hier
in ernstige vertraging zou ontstaan, wa
ren de gevolgen niet te overzien. In Rot
terdam zal vóór den winter van 1941 in
de ergste behoefte worden voorzien door
den bouw van ca. 8000 permanente wo
ningen.
Het nieuwe Rotterdam.
Tenslotte vernamen wij nog eenige de
tails over het nieuwe Rotterdam en de
projecten voor den herbouw der andere
getroffen gemeenten.
De basis van het plan voor het nieuwe
Rotterdam is, dat de Rotterdammer zijn
stad zal moeten herkennen. Het specifiek
Rotterdamsche karakter zal dus behouden
blijven. De oude straatnamen zal men
terugvinden, zij het dan op andere plaat
sen. In Rotterdam’s centrum werden
25.000 huizen vernield, waarvan er ter
plaatse niet meer dan 10.000 zullen wor
den herbouwd, waarvan 6000 in een apart
woonkwartier ten Noorden van den Goud-
sche Singel, met in het midden een groot
plantsoen.
Langs de Maas is een groote boulevard
BiwwivB - - 'ontworpen, welke tevens als waterkeering
den AI gemeen Gemachtigde» Hier voigt de .cücnst zte doen en de 4ad zoodoende ver-
De positie van den Inlander
Vervolgens behandelde spreker de
vraag, hoe het den Inlander verging in
den loop van deze ontwikkeling. De
regeering toonde zich thans vriend en
beschermer van den bruinen man en
nooit, aldus spr. is de rustige, gedegen
en humane aard van den Nederlander,
meer tot uitdrukking gekomen dan
thans bij de leiding van het lot van de
millioenen Inlanders, die hem waren
toevertrouwd. Toch bleek na den we
reldoorlog, dus in den bloeitijd van de
Europeesche cultures, de volkswelstand
van de inboorlingen sterk te zijn ach
teruitgegaan. De vraag werd toen ge
steld, of de groote plantages voor de
volkshuishouding een zegen waren. Im
mers, zij waren hoofdzakelijk buiten-
landsche ondernemingen (waaronder
ook Nederlandsche ondernemingen wer
den verstaan, en alle voordeelen gin
gen naar het buitenland. Men ried de
regeering aan minimum-loonen vast te
stellen, doch de regeering wees dit, te
recht, aldus spr. af.
De plannen voor den herbouw.
Inmiddels werd hard gewerkt aan de
plannen voor den wederopbouw, waarbij
de stedebouwkundige vraagstukken van
elke gemeente op zichzelf nauwkeurig
moesten worden bezien.
Eerste eisch daarbij was, dat de nieuwe
projecten technisch en aesthetisch verant
woord zouden zijn en de fouten van het
verleden werden vermeden. Dit beteekent,
dat de plannen zich niet beperken tot de
verwoeste stadsgedeelten. Er zullen, om
een enkel voorbeeld te noemen, in de
nieuwe stadskernen veel minder bewoners
worden opgenomen, dan voorheen het ge
val was. Voor deze overblijvenden zal
andere woongelegenheid moeten worden
aangewezen. Waar en hoe die huisvesting
moet geschieden, dient ook in de plannen
te worden verwerkt. Zelfs aangrenzende
gemeenten kunnen daarbij betrokken wor
den. De Rotterdamsche kern is verwoest
en voor de nieuwe woonwijken geschieden
nu onteigeningen in den Spaanschen pol
der.
Voor de hierna volgende gemeenten zijn
in de afgeloopen maanden plannen ge
maakt. Deze zijn thans klaar en hebben
voor het grootste -deel de instemming van
Vervolg van het le blad.
Er is ook beweerd, dat zich munitie
in dat ziekenhuis zou hebben bevonden,
doch ook dit gerucht raakt kant noch
wal, omdat een ziekenhuis nu eenmaal
een onpractische bergplaats voor mu
nitie is. Deze wordt in den grond ver
borgen en dan met zand en andere be
schermingsmiddelen beschut tegen aan
vallen. Ook in Haarlem hebben geruch
ten geloopen van de verberging van mu
nitie in woonhuizen. Een dergelijke be-
schuldigifig is eenvoudig gemeen. Dat
Duitsche vliegers Haarlem zouden heb
ben gebombardeerd, is een onlogische
bewering, omdat zij dan ook Duitsche
soldaten hadden kunnen treffen. Even
onlogisch is het gerucht dat zelfs
in intellectueele kringen wordt geloofd
dat er Engelsche vliegtuigen met
Duitsche bemanningen of Duitsche
vliegtuigen met Engelsche bemannin
gen in dezen oorlog dienst doen. Wan
neer dit werkelijk waar was, zou dit
tot gevaarlijke complicaties aanleiding
kunnen geven bij de landing van die
vliegtuigen, die immers het gevaar
zouden loopen door het afweergeschut
te worden neergehaald.
Wanneer deze leugenachtige geruch
ten op de een of andere wijze soms in
Engeland doordringen, dan zouden de
verspreiders ervan medeplichtig zijn
aan den dood van Duitsche soldaten,
die van een eventueel bombardement
door Engelschen ’t slachtoffer worden.
Men zij dus gewaarschuwd voor de
verspreiding daarvan.
initiatief en zelfstandig niet in staat zijn.
Men was het er echter niét over eens,
hoe men de exportcultures moest
scheppen. Spreker citeerde in dit ver
band een en ander uit de discussies van
dien tijd over dit onderwerp. Het Moe
derland besliste in dezen strijd; de Ko-
ning aanvaardde het systeem-van den
Bosch, het „cultuurstelsel”, dat in 1830
in werking trad. De financieele resul
taten overtroffen de stoutste verwach
tingen, doch de nadeelen waren vele.
Op kosten van den verbouw van voe
dingsproducten werd slechts de produc
tie van exportprodacten gestimuleerd.
In tegenstelling tot de bedoeling van
het systeem waren de arbeidsomstan
digheden en de loonen der Inlanders zeer
slecht. Van Europeesche zijde kwam
verzet tegen dit systeem, in welk ver
band spr. Multatuli’s „Max Havelaar”
noemde. Het bleek onmogelijk onder
Staatsbeheer tot succes te komen met
die cultures, die een bijzondere kennis
of verzorging of welker producten een
speciale sorteering behoeften.
Particuliere ondernemers bleken de
moeilijkheden te overwinnen. Lang
zaam aan loste het Cultuursysteem
op en in 1870 kwam de oplossing van
de vraagstukken van landbezit en
cultures door de agrarische wet. De
ze wet, de „magna charta” van Ne-
derlandsch-Indië, aldus spreker, be
hoorde met gouden letters te worden
geschreven in de geschiedenis der
economische ontwikkeling der tropen.
Zij heeft den grondslag gelegd voor
de oplossing van het groote probleem
waarvoor de economische ontwikkeling
in de tropen zich gesteld ziet, den
grondslag voor een gezonde volkshuis
houding en een gezonde uitvoerecono-
mie naast elkaar.
Het monopolie der V.O.C.
Vervolgens ging spreker de werking
van het monopolie na, dat hoofdzake
lijk werd uitgeoefend door de Engelsche
East India Company en de Vereenigde
Oost-Indische compagnie. Handel en
monopolie waren destijds één en betee-
kenden uitbuiting. Het monopolie was
het tegendeel van economische vorming
en dezen eersten tijd van den wereld
handel kan men terecht als de periode
van de uitbuiting kenschetsen.
Een verandering hierin kwam door
de Fransche revolutie. Een Engelsch-
man, Stamford Raffles, die van 1811 tot
de teruggave, van Java aan Nederland
in 1816 luitenant-gouverneur was, wierp
het roer radicaal om. Hij schakelde de
regeeringsbemiddeling uit, trok een
scherpe scheidingslijn tusschen de
heerschappij van den staat en het par
ticuliere bedrijf en schiep duidelijke
rechtsverhoudingen. Hij ging er van uit,
dat de regeering den eigendom van al
len grond had. Hiertegenover stelde hij
echter het gebruiksrecht der Inlanders
op den door hem bebouwden grond en
schiep daarmede tegelijk het recht van
den landbouwer op het product van zijn
grond en van zijn handenarbeid. Hij
schafte de continenten en de gedwon
gen leveringen af en hief in plaats daar
van een belasting, de landrente. Ook de
gedwongen arbeid der inlanders werd
afgeschaft. Voortreffelijke Nederlan
ders stonden Raffles daarbij terzijde.
Deze maatregelen hebben de economi
sche vorming sterk beinvloed.
Gisteravond heeft men vindt het
verslag van zijn voordracht hier
nevens Staatsrat Emil Helfferich,
in de groote gehoorzaal van het gebouw
Kneuterdijk 20, hier ter stede, een voor
dracht gehouden over Nederlandsch-
Indië, economisch bezien. Deze voor
dracht vormde de eerste van een serie
winterlezingen, georganiseerd op initia
tief van Ministerialrat Fink, den leider
der afdeeling „Volksaufklarung und
Propaganda” bij het Rijkscommissa-
riaat in het bezette Nederlandsche ge
bied.
Met groote voldoening moge worden
vastgesteld, dat deze eerste lezing,
vrucht van een sympathiek en toe te
juichen initiatief, tot onderwérp had
Nederlandsch-Indië; te grooter is deze
voldoening, doordat een kenner bij uit
nemendheid van Nederl.-Indië, Staats
rat Emil Helfferich, die een goed deel
van zijn leven in onze Aziatische ge
westen op belangrijke posten heeft
doorgebracht, gelegenheid gekregen
heeft Indië voor zijn gehoor te schetsen
in zijn economischen groei en mogelijk
heden, zooals hij het heeft gekend en
zooals het ook werkelijk in wezen was
en is. Gerechtvaardigde critiek niet
onuitgesproken latend, heeft hij Indië
en de opeenvolgende Indische regeerin-
gen de volle maat van zijn lof en waar
deer ing gegeven en de slotzin van zijn
toegejuichte rede, „dat Indië iedereen
zeer na aan het hart ligt, die er een
deel van zijn leven heeft doorgebracht”,
was lederen oudgast uit het hart gegre
pen. En et waren vele oudgasten onder
zijn gehoor, directeuren van groote cul-
tuurlichamen, oud-hoofdambtenaren en
anderen
Nederlandsch-Indië vormt waarom
het te verbloemen? onder de huidige
omstandigheden een „pijnlijk geval”.
De kwestie van de behandeling der
Rijksduitschers in Indië en de daarop
gevolgde vergeldingsmaatregelen in het
moederland, die zooveel leed in tal van
families hebben veroorzaakt, houden
vele gemoederen bezig. Staatsrat Helffe
rich heeft vanzelfsprekend deze kwestie
niet aangeroerd. Maar toen wij dezen
grooten Duitscher en Indië-kenner van
groote reputatie den lof van Indië in
welgekozen woorden hoorden verkondi
gen, hebben wij te meer gevoeld de
scherpe kanten van het „pijnlijke ge
val”, dat Indië op het oogenblik is.
Nederlandsch-Indië, waarvan de eco
nomische beteekenis op zoo voortref
felijke wijze door Staatsrat Helfferich
werd geschetst, voor een talrijk
Duitsch-Nederlandsch gehoor, moge
spoedig als „pijnlijk geval” hebben af
gedaan. Indien deze eerste lezing daar
toe zou kunnen bijdragen, dan zou het
succes van dezen avond, en zeker niet
het minst voor den eminenten spreker,
die Indië lief heeft, volkomen zijn.
Onmiddellijk na de capitulatie stelde de
Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht, die toen het hoogste Nederland-
De diensten der posterijen, telegrafie
en telefonie en de postchèque- en giro
dienst hebben in Aug. opgebracht res
pectievelijk 2.582.112, 134.221,
2.474.123 en 871.771, vergeleken met
dezelfde maand van het vorige jaar
189.771, ƒ273.631, ƒ303.196 en
145.640. Totaal ƒ6.062.227, verge
leken met dezelfde maand van het
vorige jaar 62.008.
De opbrengsten van Januari tot en
met Aug. waren resp. 20.149.170,
ƒ2.452.320, 19.789.560 en ƒ6.533.919,
vergeleken met hetzelfde tijdvak van
het vorige jaar 2.656.035,
168.302 ƒ487.684 en ƒ921.725.
Totaal 48.924.969, vergeleken met het
zelfde tijdvak van het vorige jaar
2.390.296.
De mokers der sloopers en de schoppen en hóuweelen der puinruimers in de door
den oorlog getroffen Nederlandsche steden en dorpen zullen weldra rusten. In hun
plaats komen dan de bouwers van het nieuwe, wier arbeid nog vóór het jaareinde
een aanvang zal nemen en in het komende voorjaar allerwege in vollen gang zal
zijn. Het werk van den wederopbouw is uit het stadium der reusachtige voorberei
dingen getreden, om nu metterdaad te worden aangevat. De plannen zijn thans
alle gereed en voor het grootste deel ook bekrachtigd door den Algemeen Gemach
tigde, dr. ir. J. A. Ringers, die van den aanvang af met de leiding van deze gewel
dige taak is belast.
Na het vertrek van Raffles stonden
twee opvattingen tegenover elkaar, n.l.
het economische systeem van Raffles,
vertegenwoordigd door den commissa-
ris-generaal burggraaf du Bus de Gisig-
nies en het mercantiele systeem van de
Oost-Indische Compagnie, dat werd
voorgestaan door diens opvolger Jo
hannes van den Bosch. Men was het
er wel over eens, dat een ontwikkeling
die uitging boven de primitieve inland
sche economie en het nastreven van
overschotten slechts mogelijk kon zijn
door het verbouwen en den uitvoer van
exportproducten en dat de Inlanders tot
het teelen van exportgewassen op eigen gelicht.
Strenger toezicht op de hand
having ervan
De secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van Justitie,
heeft zich in een buitengewoon Politie
blad gewend tot de procureurs-gene-
raal, fung. directeuren van politie, tot
den inspecteur-generaal der politie en
tot de inspecteurs der marechaussee en
der Rijksveldwacht.
Hij deelt hierin mede, dat de Höhere
S.S.- un Polizeiführer bij den Rijks-
commissaris voor het bezette Neder
landsche gebied hem heeft verzocht er
voor te willen zorg dragen, dat de
maximum snelheidsbepalingen van de
verordening no. 73/1940 van den Rijks-
commissaris voor het bezette Neder
landsche gebied beter worden nage
leefd.
De Rijks- en gemeentepolitie zal der
halve strenger op de naleving dezer be
palingen dienen toe te zien. Voor zoover
noodig wijst de secretaris-generaal er
on, dat ook de Nederlandsche politie
zich aan de in genoemde verordening
gestelde snelheidseischen dient te hou
den, behalve in zeer bijzondere spoed
gevallen.
De stand van zaken van het oogenblik
laat zich als volgt zien.
De schadeloosstellingen tot bedragen
onder de 10.000 loopen thans vlot, dank
zij de regeling, dat de Algemeen Gemach
tigde een voorschot tot 80 pCt. kan ver-
leenen, mits het geld strekt tot den bouw
van woningen tot een maximum capaciteit
van 350 m3., bedrijfsruimten daarbij niet
meegerekend. Met dit voorschot in de
hand, kan men direct gaan bouwen en dit
gebeurt reeds op betrekkelijk groote
schaal.
lijst: Alblasserdam, Amersfoort, Bleskens-
graaf, Boxtel, Kruiningen, Middelburg,
Middelharnis, Mierlo, Mill en St. Hubert,
St. Oedenrode, Rhenen, Roosendaal en
Nispen, Rotterdam, Sas van Gent, Scher-
penzeel, Valkenburg (Z.-H.), Veenendaal,
Wageningen, Wychen, Yerseke, Zevenber
gen. Voor den Helder en Vlissingen is
men nog bezig een plan op te stellen.
In het volgende stadium van het werk
komen de vele en vaak uitgebreide ont
eigeningen aan de orde, op de verwoeste
gebieden zelf en ook buiten het plan. In
Rotterdam en eenige andere plaatsen heeft
deze onteigening reeds plaats gehad.
In onmiddellijke aansluiting hierop komt
het weder uitgeven der gronden. Deze her
verkaveling is eveneens in de meeste ge
meenten reeds aan den gang. In Rotter
dam adviseert hierbij een commissie van
deskundigen, welke de herwaardeering
van den grond voor haar rekening heeft
genomen.
laatste is buitengemeen moeilijk,
omdat een marktwaarde als norm ont
breekt. Men vordert niettemin bevredi
gend.
Geen introducé’s en geen oud-
leerlingen
Met betrekking tot het bepaalde
het besluit no. 190/1940 betreffende
dansvermaak opgenomen in het Ver
ordeningenblad, deelt de secretaris
generaal, wnd. hoofd van het departe
ment van Justitie, in een circulaire
aan de procureurs-generaal, fgd. direc
teuren van politie, mede namens zijn
ambtgenooten van Binnenlandsche Za
ken en van Sociale Zaken mede, dat
onder het in dit besluit uitgevaardigde
dansverbod niet valt en derhalve is
toegelaten het geven van dansles in
dansscholen en dansinstituten alleen
aan ingeschreven leerlingen op den tot
dusver gebruikelijken voet.
Zgn. oefenavonden, georganiseerd
aan deze scholen en instituten, zijn
slechts toegelaten, voor zoover deze
normaal plegen plaats te hebben en
daaraan uitsluitend ingeschreven leer
lingen deelnemen. Introducé’s en oud-
leerlingen mogen derhalve in geen ge
val worden toegelaten.
Op den eersten voordrachtsavond,
welke de hoofdafdeeling „Volksaufkla
rung und Propaganda” als onderdeel
van een serie, welke dezen winter zal
worden gehouden, hier ter stede heeft
georganiseerd, sprak gisteravond
Staatsrat Emil Helfferich, voorzitter
van de Duitsch-Nederlandsche ver-
eeniging te Berlijn, over het onder
werp „Gedachten over economische
ontwikkeling in de tropen met Neder-
landsch-Indië als voorbeeld”. Onder
de talrijke aanwezigen bevonden zich
de commissaris-generaal voor finan
ciën en economie, minister dr.
H. Fischböck, de secretarissen-gene-
raal der Nederlandsche departemen
ten, vele leden der Weermacht en
Duitsche en Nederlandsche deskundi
gen.
In den aanvang van zijn rede deelde
Staatsrat Helfferich mede, dat het on
derwerp van zijn rede was uitgegaan
van het „Auslandswissenschaftliche In-
stitut” te Berlijn.- Hij zei dankbaar te
zijn, dat hem nu de gelegenheid was
geboden in Nederland in een kring van
Duitsche en Nederlandsche vrienden te
kunnen spreken óver dit onderwerp, dat
hem in oude en vertrouwde gebieden
terugvoerde, daar hij Indië uit eigen
aanschouwing kent. Hij voegde hieraan
toe, dat hij voor de Nederlandsche aan
wezigen waarschijnlijk niet veel nieuws
zou vertellen.
In het kader van de nieuwe wereld
orde, aldus spreker, is het vraagstuk
van de economische ontwikkeling der
tropen van grooter belang geworden. De
gedachten, welke spreker in dit ver
band naar voren zou brengen, wilde hij
toelichten aan een concreet voorbeeld en
wel Nederlandsch-Indië, daar hier de
vraagstukken zich niet alleen theore
tisch hebben voorgedaan, d^ch ook
practisch tot een oplossing gekomen zijn
in den loop van een geschiedenis van
340 jaren. Daarom zou spreker wellicht
meer economische geschiedenis dan
economische gedachten naar voren
brengen.
Spreker gaf vervolgens, ter inleiding,
een overzicht van de geografische, eth-
nografische en economische verschillen
in de tropen en de verschillen tusschen
de tropen en de gematigde zones. Spr.
kwam tot de slotsom, dat in het alge
meen de aanleg der tropenbewoners on
economisch is. Hieraan hebben de
grondleggers van de Europeesche
m^cht niet gedacht in dien harden,
wreeden en onhygiënischen tijd, dat is
dus in den allervroegsten tijd van den
wereldhandel.