Duitsche Marine-recruten beëedigd - De Muiderstraatweg wordt verbreed
Wederom hoog water te Nijmegen - De grillige Fransche Kanaalkast
w
NOODLANDING IN
DE WOESTIJN
I
I
II 1
Ii
I
I v
1
IH
I
TT^J
M
13
m
I
I
w
WS
1
8 Nov.
194Ö
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
HAAGSCHE COURANT Vrijdag
F 3
ra
ii
I 9
F
F
I
Kfiw
gvi-
lake's.
O til 1
AAN DE VERBREEDING VAN DEN MUIDERSTRAATWEG TE DIEMEN (BIJ AMSTERDAM) WORDT HARD GEWERKT. OP DE
FOTO IS DUIDELIJK TE ZIEN, MET WELK STUK DE WEG VERBREED WORDT.
(Holland)
(Nadruk verboden.»
20)
zak
mij
en
HOOFDSTUK 17
Wordt vervolgd.),
Toen mijn bewustzijn terugkeer
de, begon Gucker het relaas van zijn
wedervaren, bevond ik mij tot mijn
verbazing in een der merkwaardigste
ruimten, die ik ooit heb gezien. Het
EIGENAARDIGE ROTSFORMATIES AAN DE KANAALKUST.
Duitsche militairen bezichtigen de merkwaardige vormen
aan de Golf van Etretait (Holland)
EEN KIJKJE BIJ DE KWEEKSCHOOL VOOR DE ZEEVAART
TE AMSTERDAM. De leerlingen manoeuvreeren even handig
met een boot over de Prins Hendrikkade als in het water.
(Polygoon#
DE INWONERS VAN NIJMEGEN ONDERVINDEN VEEL LAST
VAN HET HOOGE WATER. Een snapshot, genomen bij de
rivier, waar de auto’s bijna tot aan de assen door het water rijden.
(Polygoon)
ERGENS IN NEDERLAND WERDEN VOOR HET EERST IN ONS LAND 920
RECRUTEN VAN DE DUITSCHE MARINE BEËEDIGD. NA DE EEDSAFLEGGING
DEFILEEREN DE RECRUTEN VOOR DE AANWEZIGE AUTORITEITEN.
(Polygoon)
getwijfeld, want de geheele vertooning
liet aan duidelijkheid niets te wen-
schen over. Nochtans was ik zoo be
leefd om mij aan de heeren voor te
stellen, maar zij maakten geen aan
stalten om dat eveneens te doen. On
beschaafd gepeupel, dacht ik, voor
geen cent manieren! Eindelijk kwam
er één overeind om een soort toe
spraak te houden. Ik verstond de helft
niet, want het dialect was eenvoudig
verschrikkelijk. Maar zooveel begreep
ik tenslotte toch wel, dat ze iets met
me voor hadden, wat me allerminst
gelegen kwam. Het was één der voor
schriften van hun boetvaardig en alle
aardsche geneugten verachtend leven,
dat wie den vrede van Siddhab ver
stoorde, evenmin als zij ooit weer
naar het schrille, zondige licht der
menschelijke samenleving zouden te-
rugkeeren.
Een interessante parallel met de
Lamahkloosters in Tibet!
Voor den wetenschappelijken kant
van deze onthulling had ik uiteraard
op dat oogenblik bitter weinig belang
stelling, want de heeren commissie
leden lieten niet den minsten twijfel
bestaan omtrent het weinig benijdens-
waardige lot, dat mij wachtte. Alleen
over de wijze, waarop zij mij naar
gene zijde zouden helpen, schenen zij
het nog niet geheel eens te zijn.
Wederom wilde Ali den in het nauw
gedrevene te hulp komen, maar Been
legde hem met een woedenden blik het
zwijgen op.
De Hindoe, door zijn adviseur in den
steek gelaten, moest het antwoord
schuldig blijven. Een paar maal nam
hij een aanloop om wat te zeggen,
maar tenslotte scheen hij het toch ver
standiger te vinden te zwijgen, waar
door hij tenminste geen gevaar liep
een of andere onvergeeflijke domheid
te debiteeren.
Been liet de revolver in zijn
glijden.
Kom over een uur bij mij in de
tent! zei hij tot Ali Mohammed en
daarna keerde hij naar Ellen Boyard
terug.
Hij wilde eerst met haar overleg
gen, alvorens den Hindoe een verhoor
af te nemen. Zou hij nu maar meteen
schoon schip maken? Of was het ver
standiger nog wat te wachten?
In ieder geval zou hij dien Moham
medaan eens flink onder handen ne
men. Hij moest er nu maar meteen
van overtuigd raken, dat zij hem vol
ledig door hadden.
Maar het kwam niet tot dit ver
hoor.
-Wat verstaat u in dit geval on
der een proppenschieter? vroeg zij,
hen in gespannen verwachting aankij
kend.
Been begreep haar niet direct.
Wel, één van die ouderwetsche
karabijnen, waarmee onze Hindoe’s...
ach, nu begrijp ik de beteekenis van
uw vraag! U hebt gelijk, het was geen
geweerschot
Het was de harde, korte knal
van een legerrevolver. Ik zou u raden
dat zaakje eens nader te onderzoeken.
Onze schare dapperen beschikt welis
waar over alle mogelijke moordin-
strumenten, maar het lijkt mij toch
wel wat vreemd, dat zich daarbij ook
een legerrevolver zou bevinden.
Ik zal me direct op de hoogte
gaan stellen! beloofde Been en reeds
haastte hij zich naar het groepje
mannen, waar het schot was gevallen.
De Hindoe’s stonden er ietwat be
teuterd bij. Blijkbaar was hun gewe
ten niet zuiver.
Hij had de plaats, waar zij stonden,
nog niet bereikt, toen Ali Mohammed
zich van het groepje mannen af
scheidde en hem tegemoet ging.
Niets van beteekenis, Sahib!
U kunt wel weer terug gaan. Eén van
de mannen was bezig zijn geweer
schoon te maken, toen het wapen plot
seling afging. Er is gelukkig verder
niets gebeurd. Ik heb den menschen
ingeprent, dat zij voortaan wat voor
zichtiger moeten zijn. Ik heb gezegd,
dat de schuldige gestraft zal worden!
OOK ENKHUIZEN HEEFT ZICH VAN DE ZEEVISSCHERIJ OP DE ZOET-
WATERVISSGHERIJ MOETEN OMSCHAKELEN. IN DE SCHADUW VAN DEN
OUDEN „DROMMEDARIS” WORDEN DE NETTEN GEDROOGD EN GEBOET.
(Holland),
Been duwde den Mohammedaan, die
hem opzettelijk het uitzicht belem
merde, eenvoudig opzij.
Ik wil dien man zelf een verhoor
afnemen! zei hij ongeduldig.
De Hindoe, die het incident had ver
oorzaakt, was een nog jonge man van
ongeveer twintig jaar. Hij keek den
vreemdeling met iets van koppige
verlegenheid aan. In zijn rechterhand
hield hij nog een wapen, dat hij nu
vergeefs trachtte te verbergen.
Geef onmiddellijk dat wapen
hier! beval Been.
De Hindoe gehoorzaamde schoor
voetend.
Reeds bij den eersten vluchtigen blik
ontdekte Been, dat het hier een revol
ver van het allernieuwste type betrof.
Hij onderzocht het wapen wat nauw
keuriger. Het was een automatisch
pistool, dat alleen door militairen
werd gebruikt.
Hoe kom je aan die revolver?
Zeg onmiddellijk de waarheid, of ik
schiet je hier op de plaats neer!
De inlander beefde van angst
keek als om hulp smeekend terzijde
naar Ali Mohammed. Deze bleek
weer direct een antwoord bij de hand
te hebben.
Hij heeft haar van onzen door-
luchtigen meester, den Maharadja ge
kregen.
Zoo! antwoordde Been, spottend.
Een buitengewoon kostbaar ge
schenk! En kun je me ook vertellen,
waarmee je dat hebt verdiend?
was een groot, donker gewelf met
rotsachtige muren, waarin door mid
del van ijzeren ringen een aantal laai
ende fakkels was geplaatst, die slechts
een spaarzaam licht verspreidden. In
een halven cirkel om mij heen zaten
acht of tien mannen. Onder normale
omstandigheden zou deze enscènee-
ring misschien een ietwat lachwekken-
den indruk hebben gemaakt, maar ik
kan je verzekeren, dat alleen al het
touw om mijn polsen verlammend op
mijn lachspieren werkte!
Waarom zouden ze ons eigenlijk
hebben gescheiden? viel Floyd hem
in de rede.
Waarschijnlijk hielden zij
voor het meest waardevolle deel van
hun buit. Het was een college van
mannen, die in een of ander circus
of een wassenbeeldenspel ongetwijfeld
furore zouden hebben gemaakt. Net
met perkament beplakte geraamten,
kaalhoofdige hongerlijders met som
ber flikkerende oogen. Het eenige be
hoorlijke aan hen was hun gebrekkige
kleedij, die uit een paar vuile, om de
heupen gewonden lappen bestond. Zij
zaten met gekruiste beenen om mij
heen en staarden mij onafgebroken
aan. Waarschijnlijk benijdden ze mij
in stilte om mijn welgedaan uiterlijk.
Uit het duister klonk Vischwa’s me-
lodieuse stem.
Het waren de ouderen van Sid
dhab. Uw lot, Sahib, lag in hun han
den.
Daar heb ik geen oogenblik aan
Tjonge, dat is iets nieuws! zei
ze. Sinds wanneer hebt u oog voor
stemmingsbeelden?
Misschien komt het, omdat ik mij
bewust ben van het gevaar, dat ons
dreigt. In zulke oogenblikken ziet men
ook het mooie vaak wel eens scher
per.
Denkt u, dat wij de oplossing van
het raadsel naderen?
Ja, hier ongeveer moet het...
Hallo, wat was dat?
De doffe knal van een schot ihad de
heerschende stilte verbroken en werd
door de bergen weerkaatst.
Ellen Boyard sprong verschrikt
overeind, maar Been stelde haar ge
rust.
Het is niets! De proppenschieter
van één onzer mannen schynt plotse
ling te zijn afgegaan. Ziet u wel,
daar!
Ellen’s gezicht bleef echter ernstig.
11-
Ik»
o]
I
I
‘H
'J, X
i f i
X.
t
-W
aWjk -~
t