Centrale keukens Een m een van den Haag door de Grieken opgeblazen brug NOODLANDING IN DE WOESTIJN Een tunnel voor wielrijders jeugdige redder - Herstel w J r M Fr»H TWEEDE BL'AD HA'AGSCHE COURANT FEUILLETON I Mi •ii Dins’dag 12 Nov. 1940 1 NU ALLE AFVAL BEWAARD MOET WORDEN is zeer zeker het bewaren van afval- (Nadruk verboden.) fiWordt vervolpd./ touw een gewichtige zaak. Deze stukjes touw worden weder uitgepluisd en tot nieuw touw verwerkt. Een speciale hekelmachine doet de eerste bewerking. (Polygoon) DE EERSTE VAN EEN SERIE CENTRALE KEUKENS is op het groote Visscher ij plein te Rotterdam vrij wel gereed gekomen en zal deze week worden geopend. Voor niet minder dan 4000 personen kan hier per dag een warme maaltijd worden bereid. (Polygoon) uit ver- DEN 11-JARIGEN JOHAN DIKMANS gelukte het Zondag het leven te redden van het 5-jarige meisje Josephine Steggink, dat al spelende in het Spaarne te Haarlem terecht was gekomen. Zij werd door den jongen, die aan het roeien was, nog juist op tijd in de boot getrokken. (Polygoon), MET DEN BOUW VAN DE TUNNEL VOOR WIELRIJDERS in den Leid- schestraatweg te den Haag is men thans bijna gereed gekomen. Nog enkele kleinere werkzaamheden, o.a- betegeling der afritten en kleine aansluitingen, moeten worden uitgevoerd. 16 November a.s. hoopt men de tunnel te kunnen openstellen. (Polygoon) Toen zijn gestalte in de schemering verdwenen was, liet Ellen Boyard zich in een veldstoel vallen, steunde haar hoofd in de handen en wachtte. Maar het eene kwartier na het an dere verstreek. Dr. Been keerde niet terug. «n* een lus was geknoopt, hing om haar hals. Jammer, dat we niet door schijn werpers belicht en door een enthou siaste menigte gadegeslagen worden. Ik geloof, dat we een geweldig succes zouden hebben. Opgepast, daar gaan we langzaam aan! Ook Floyd bleek zijn gevoel voor humor nog niet te hebben verloren. We kunnen daar later misschien nog een dikke boterham mee verdie nen. Dat lijkt me wat, Hans! De drie Guckers Nu geen grapjes meer! wees Gucker hem terecht. Laat Vischwa vooral goed opletten en direct alarm slaan, als ze een geschikt punt gevon den meent te hebben. Het heele succes van onze onderneming hangt tenslotte van haar oplettendheid af. Voetje voor voetje schoof Gucker, die onder den dubbelen last hoorbaar hijgde, langs den voet van den rots wand. De hoogte van de levende zuil be droeg ongeveer vijf meter en binnen dezen afstand ontging geen spleet en geen vooruitspringend gedeelte aan de tastende handen. Het scheen echter, dat het noodlot zich tegen de drie dappere menschen had gekeerd. Reeds twee maal had men, op Gucker’s dringend verzoek, de pyramide moeten afbreken om hem eenige rust te gunnen. Zijn stemming daalde met elke mi- IN DE HAVEN VAN AALSMEER BIJ HET GROG TE VEILINGGEBOUW HEERSCHT OP HET OOGENBLIK GROOTE DRUKTE, NU NIET IN BLOEMEN. MAAR IN SUIKERBIETEN. OVERZICHT VAN DE DRUKTE IN DE HAVEN. (Polygoon) nuut. Zoo enthousiast als hij zich aan vankelijk had getoond, zoo weinig vertrouwen had hij nu in het welslagen van de onderneming. Zullen wij het maar niet liever opgeven? vroeg hij voor de zooveelsta maal. Die miserabele muur schijnt toch niet te beklimmen te zjjn! Floyd liet een krachtig protest hoo- ren. Opgeven? Wat denk je wel? We hebben op z’n hoogst pas een vierde deel van den muur onderzocht. Hoe kun je nu zoo gauw den moed verlie zen? Hij bedacht blijkbaar niet, dat Guckers positie heel wat minder ple zierig was dan de zijne. Gucker be rustte met een zucht in zijn lot, maar zijn uithoudingsvermogen werd ten slotte beloond, want nog hadden ze de helft van de op zich genomen taak niet volbracht, toen eindelijk Vischwa’s mond het zoo vurig langde „Halt!” klonk. Ik geloof, dat wij hebben gevon den, wat wij zoeken! riep zy naar be neden en direct daarop onttrok zij haar voeten aan hun steunpunt. Floyd greep het touw. Hij voelde, hoe het tusschen zijn handen lang zaam naar boven gleed. Hallo, Vischwa, gaat het? Geduld, Sahib! kaars schouders gaan staan en den rotswand nog eens goed afzoeken... Je hebt volkomen gelijk! Ook ik ben ervan overtuigd, dat wij op die manier een beginpunt moeten vinden om naar boven te klimmen. De vraag L slechts deze hoe moeten wij dan verder komen? Wij kunnen geen hand voor de oogen zien en het gevaar is zeker niet denkbeeldig, dat we een keer leelijk misstappen. Tja! antwoordde Gucker. We zullen tenslotte op ons goed gesternte moeten vertrouwen. Dat biedt helaas ook al bitter weinig houvast! Ik had liever wat echte sterren om ons bij te lichten! Jij verlangt weer veel te veel! Vooruit nu maar! Het lijkt mij het beste, dat ik op den beganen grond blijf en dat Vischwa den top van de pyramide vormt. Hij plaatste zich met zijn rug tegen den muur en vlocht zijn handen ineen. Ga je gang Floyd! Houd je taai! Professor Floyd zette zijn voet op Gucker’s handen en belandde na eeni ge acrobatische evenwichtstoeren vei lig en wel op de breede schouders van zijn vriend. Nu kwam Vischwa aan de beurt, zy was zoo licht en lenig, dat zij als een kat langs de beide mannen omhoog klauterde en in een paar minuten haar plaats op Floyd’s schouders bereikte. Het eene eind van het touw, waarin OPGEBLAZEN BRUGGEN MOETEN DE ITALIANEN OPHOUDEN. Op hun terugtocht hadden de Grieken overal de bruggen laten springen, om den Italiaanschen opmarsch tot staan te brengen. De Pioniers waren echter direct ter plaatse, om noodbruggen te slaan. Op onze foto Italiaansche Pioniers bij het bouwen van een noodovergang in Noord-Griekenland. (Scherl) HOOFDSTUK 19 Zij hadden het touw gehaald, dat nog op dezelfde plaats lag, waar het na Gucker’s mislukte afdaling was neergevallen. Floyd popelde heid. Zou je mij nu eindelijk niet eens willen vertellen, wat je van plan bent? Je haalt het toch niet in je hoofd als een fakir langs het los hangende touw naar boven te klimmen? Dat zou wel de meest elegante oplossing zijn, welke je je kunt den ken! antwoordde Gucker droog. Maar helaas beheersch ik dien truc niet, niettegenstaande een fakir zich eens alle moeite heeft gegeven om mij dat kunstje bij te brengen. Ik kon het ding net zoo vaak in de lucht gooien als ik wilde het viel telkens weer op den grond, in plaats van te ver stijven tot een paal, waarlangs ik naar boven had kunnen klimmen. Weet jjj niet, Vischwa, hoe die heeren ’m dat leveren? Dat komt uit het geloof voort, Sahib. Daarvoor is een sterke wil noodig’ Ongetwijfeld. In ieder geval die nen wij er rekening mee te houden. Ik stel voor, dat u de eerste wacht voor uw rekening neemt. Als die heeren in derdaad iets in hun schild voeren, zul len zij daarmee wel tot kort voor het aanbreken van den dag wachten. Zooals u het gewenscht acht, dr. Been! Wapens en munitie hebben wij voldoende in de tent. Ik wil nu nog gauw even een rondgang maken. Over een kwartier ben ik terug. Hij onderzocht de lading van zijn revolver, stak deze binnen zijn bereik in zijn zak en juist maakte hij zich gereed de tent te verlaten, toen hij El len’s hand op zijn arm voelde. Dr. Been, ik smeek u, wees voor zichtig! Voor het eerst las hij angst in haar oogen. In een plotselinge opwelling drukte hij haar stevig de hand. U behoeft u over mij niet onge rust te maken! van nieuwsgierig- Zoo? bromde Gucker. Nou, jij zult het wel weten. Het was voor het eerst, dat zij met hun drieën de „provisiekamer” had den verlaten. Gucker’s blessure was vrijwel genezen; hij had geen pijn meer. Nauwelijks hadden zij eenige meters in de duisternis afgelegd, toen Gucker zijn hand op Floyd’s arm legde en hem tot stilstaan dwong. Wij zullen een circusvoorstelling moeten geven, begon hij. Een circusvoorstelling? Ja! Ik twijfel er niet aan, of je zult de muren grondig hebben onder zocht, maar toch waarschijnlijk niet hooger dan je arm reikte, nietwaar? Eigenlijk kon je wel op je tien vingers natellen, dat je overal slechts gladde muren zou vinden. Waarschijnlijk heeft men op kunstmatige wijze alle oneffenheden verwijderd om den vrou wen, die hier aan den hongerdood wer den prijs gegeven, elke kans op ont vluchten te ontnemen. Aha, nu begin ik te begrijpen, waar je heen wilt! Prachtig, dan zul je ook moeten erkennen, dat er reden is voor mijn vermoeden. Aangezien het waarschijn lijk nooit is voorgekomen, dat hier meer dan twee levende wezens bijeen waren, zal men het niet noodig hebben geoordeeld met het effenen van den rotswand verder te gaan dan een be paalde hoogte. Wanneer wij dus op el- I '-g JBr r Bil «L... IIIP L - ftbO lp* z IrBW Ki - r -.\<x ONMNWNMNIMNMmMIliNM 23)’ X A i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5