in
NOODLANDING IN
DE WOESTIJN
Stormschade in ons land - Opsporen van delfstoffen door den Opbouwdienst
Twente - De danser Harald Kreutzberg op tournée door Nederland
SM
FEUILLETON
HÉS
I ’I
a -
HAAGSCHE COURANT Vrijdag 15 Nov. 1940 TWEEDE BLAD
DE BEKENDE DUITSCHE DANSER HARALD KREUTZ
BERG ZAL EEN TOURNEE DOOR ONS LAND
MAKEN. HET EERSTE OPTREDEN VAN KREUTZBERG
IS 17 NOVEMBER A.S. TE ENSCHEDE. (Polygoon)
K
irwO
-
-
I
De voorzitter van den Raad van Volks-
(Hoffmann)
THEE-OOGSTEN IN JAPAN MET VROOLIJKE LUCHTIGE
HOOFDBEDEKK ING
(Holland)
(Nadruk verboden
HOOFDSTUK 21
(Wordt vervolgd.}
eeir
het
een
DE NOVEMBERSTORMEN BOVEN ONS LAND.
IN DE OMGEVING VAN DEVENTER WERD HET DAK
VAN EEN GROOTE SCHUUR EEN PROOI VAN EEN
HEVIGEN RUKWIND EN WERD GEHEEL VERNIELD.
(Polygoon)
heeft
Hij
VOLKSCOMMISSARIS MOLOTOF IN BERLIJN.
commissarissen der Sovjet-Unie en Volkscommissaris van Buitenlandsche Zaken, Molotof, in
specteert na aankomst in Berlijn de eerecompagnie. Links naast hem Rijksminister van Buiten
landsche Zaken von Ribbentrop en generaal-veldmaarschalk Keitel.
OP DE FLEVOLAAN gelegen tusschen Naarden en Huizen, velde de storm een grooten spa»,
welke dwars over den weg kwam te liggen, waardoor het geheele verkeer totaal werd ge
stremd. Gemeente-arbeiders zaagden een stuk uit den boom, zoodat voetgangers
tenminste konden passeeren Polygoon)
.e <i
fts.
nen anders gegroepeerd te zijn, zoo
dat zij zijn zoekenden blik geen hou
vast meer boden.
Dan plotseling overviel hem in
al haar verbijsterende mönstruoziteit,
de erkenning, dat hij den uitgang niet
meer zou vinden. Hij zat in dit hol
gevangen, als een rat in de val.
Onzin! dacht hij, zich dwingend
kalm te blijven. Als ik hier binnen ben
gekomen, zal ik er ook weer uit moe
ten komen!
Hij zocht naar het licht der fakkels,
waarbij ali Mohammed en diens met
gezel zich moesten bevinden. Maar nu
scheen alles behekst te zijn. De licht
punten begonnen te dwalen, sommige
doofden uit, andere flikkerden op: het
was ten eenenmale onmogelijk zich
door deze bedrieglijke dwaallichten te
laten leiden...
Uren achtereen tastte Been in
duister rond, zonder dat dit hem
stap verder bracht. Wel slaagde hij
er in den rotswand te bereiken, wel
volgde hij herhaaldelijk met telkens
weer oplevende hoop de smalle gan
gen, welke voor hem opdoemden,
maar wanneer deze al niet dood lie
pen, dan leken zij toch steeds verder
den berg in te leiden, in plaats van
naar de zoo vurig verlangde vrijheid.
Eenige malen gebeurde het ook, dat
hij onverwachts over een op den grond
liggenden man struikelde, die,
wreed in zijn slaap gestoord, hem een
stortvloed van verwenschingen na
zond.
De duisternis, welke hem voor ont-
Dat Ellen Boyard in groote onge
rustheid verkeerde, was eigenlijk van
zelfsprekend. Zij liep radeloos de tent
op en neer en inderdaad: zij wekte
ook den piloot Hangen.
Deze wreef zich geeuwend de oogen
uit en had eehigen tijd noodig om tot
de werkelijkheid terug te keeren.
Toen hij Ellen Boyard voor zich zag,
wier gestalte bij de gebrekkige nacht-
verlichting iets spookachtigs had,
knipperde hij verbaasd met zijn
oogen.
Ah, juist ja, nu weet ik pas weer,
waar ik ben. Ik droomde net... Enfin,
dat doet er ook niet toe. Wat is er
aan de hand? Toch niets onaange
naams?
Ellen Boyard had angstig zijn hand
gegrepen.
Helaas wel, mijnheer Hangen. Ik
maak me ernstig ongerust over dr.
Been. Twee uur geleden heeft hij de
tent verlaten om nog een rondgang
door het kamp te maken. Hij wilde
binnen tien minuten terug zijn en nu
is hij er nog niet.
Hangen greèp naar zijn hals, alsof
hij wilde voelen of zijn hoofd nog op
zijn romp zat.
Dat is werkelijk niet meer te
ruggekeerd, zegt u?
Hij kwam op zijn veldbed overeind
en mompelde half luid een verwen-
sching.
Het zijn allemaal onbetrouwbare
sujetten, de een zoo goed als de an
der! Hebt u die menschen aangewor
ven?
De Maharadja van Jipar
ze ons ter beschikking gesteld,
kent mijn vader zeer goed.
Hangen keek haar onderzoekend
aan. B
Hm ■*- u neejnt mij niet kwalijk,
juffrouw Boyard wie bent u eigen
lijk? Ik ken noch u, noch dr. Been.
Het was een toeval, dat ik mij
bij de ekpeditie aansloot. Mijn vrien
din,- Anny Harder...
Aha, is juffrouw Harder
HET DETACHEMENT OPSPOREN VAN DELFSTOFFEN van den Opbouwdienst, tot exploratie van fosforietlagen in Twente, werkt hard on»
zoo snel mogelijk tot vruchtbare resultaten te komen. Men zoekt fosforietknollen, zanden en kleien voor vele doeleinden. Hieronder behooren
glaszanden, chamottezanden, kleien voor zeep enz. Rechts op vele plaatsen worden z.g. loopgraven gemaakt om de bodemlagen te onderzoeken.
Links een ingenieur en leider der werkzaamheden onderzoekt met een loupe de grondsoorten. (Polygoon)
door die van de beide geleerden, die
onlangs uit Bombay waren vertrok
ken, was hiermee grootendeels opge
lost. Slechts de vraag, of men de
vreemde indringers eenvoudig uit d^n
weg had geruimd, dan wel als gevan
genen in een of anderen uithoek van
deze lugubere verblijfplaats liet ver
smachten, bleef voorloopig nog onbe
antwoord.
In ieder geval wist hij nu echter,
wat hem te doen stond. Hij zou zoo
gauw mogelijk de autoriteiten van een
en ander op de hoogte brengen en voor
hen was dan de taak weggelegd, dit
nest van fanatici met wortel en tak uit
te roeien. En daarbij zou hij dan
zeker niet aarzelen de aandacht van
de overheid te vestigen op de wel zeer
verdachte rol, welke de Maharadja
van Jipar in dit zaakje speelde.
Het duurde echter niet heel lang, of
er was iets anders, dat Been’s aan
dacht begon op te eischen, namelijk
de vraag, hoe hij den uitgang van dit
donkere hol moest terugvinden.
Aanvankelijk meende hij op den
goeden weg te zijn, maar toen het pad
plotseling begon te dalen in plaats
van te stijgen, zooals het geval had
moeten zijn, bleef hij besluiteloos
staan. Hij hield zijn adem in en
luisterde scherp, of hij niet een of an
der geluid hoorde, waarop hij zich
zou kunnen oriënteeren. Zijn oogen
trachtten de duisternis te doorboren,
maar ook de zwakke, als sterren in
een donkeren nacht schitterende licht
jes brachten geen uitkomst. Zij sche-
V
t
26
De Indiër hief een luid gebrul aan
en wierp zich op Been.
Er ontstond een felle worsteling in
een volslagen duisternis, want de fak
kel was opzij geslingerd en doofde on-
middellijk uit.
Dr. Been vocht om zijn leven, maar
desondanks wist, hij zijn kalmte te be
waren en van de naaktheid van zijn
tegenstander profijt te trekken. Het
duurde dan ook niet lang, of de man
tag roerloos op den grond.
Been aanvaardde zoo spoedig moge-
U)k den terugtocht. Weliswaar was hij
nog niet achter gekomen, wat Ali
Mohammeds tocht te beteekenen had
en welk verband er bestond tusschen
het leven in deze onderaardsche hel en
den Maharadja van Jipar, maar daar
toe bestond op het oogenblik geen ge
legenheid meer. Hij moest zich voor
loopig tevreden stellen met zijn ont
dekking van het bestaan van dit hol
en dat was in ieder geval de moeite
waard.
Het raadsel omtrent het verdwijnen
Van de expeditie Barlovius, gevolgd
vriendin van u? Merkwaardig, ik heb
u nooit eerder gezien!
Dat is heelemaal niet merkwaar»
dig! Ik woon een heel eind verder. Ik
kwam naar haar toe om aan de ten.
niskampioenschappen deel te nemen.
Zoo, bent u dat? Nu herinner ik
me ook uw naam. Het vorschende
verdween uit zijn blik; hij stak de
jonge dame lachend zijn hand toe.
Als logé van mijnheer Hardei^
vervolgde Ellen Boyard, leerde ik
dr. Been kennen, die juist voor een
studiereis uit Europa was aangeko
men. Toen wij daarop bericht ontvin-
gen van de vermissing van het door
u bestuurde vliegtuig, was het van»
zelfsprekend, dat dr. Been zich aan
bood om naar u te gaan zoeken. Hjj
twijfelde er geen oogenblik aan, of een
en ander moest met elkaar verband
houden. Louter uit persoonlijke be
langstelling sloot ik mij als arts bij
hem aan.
En wat heeft de Maharadja van Ji»
par daarmee te maken?
Ellen gaf hem de noodige ophelde
ring en vertelde tevens het verloop
van hun bezoek aan Gigasar.
Zoo, nu ben ik tenminste eenigs»
zins op de hoogte!
Denkt u, dat de Maharadja...?
In ieder geval komt zijn houding
mij zeer verdacht voor. Maar nu zul
len wij eerst eens zien uit te visschen.
waar dr. Been zit.
dekking behoedde, beteekende tevens
zijn ondergang.
Door een onweerstaanbare behoefte
aan slaap overmand, liet Been zich op
den grond vallen. Hij wilde slechts een
oogenblik rusten. Onder geen voor
waarde mocht hij aan zijn vermoeid
heid toegeven.
Waarom eigenlijk, ging het hem
door het hoofd, neem ik niet den eer
sten den besten knaap, dien ik tegen
kom? Waarom zet ik hem niet een
voudig mijn revolver op de borst, om
hem te dwingen mij den uitgang te
wijzen?
Ellen Boyard zou stellig radeloos
zijn over zijn lang uitblijven. Hij zag
haar in hevige ongerustheid de tent op
en neer loopen.
Nu wekte zij Hangen. Maar dat was
Hangen immers niet, dat was de Ma
haradja. Hij lachte haar toe en...
Dr. Been was vast in slaap gevallen.
i
B88y