St. Nicolaas in
Generaal-V eldmaarschalk
von
te Amsterdam
het land
van
NOODLANDING IN
DE WOESTIJN
Brauchitsch bij de Marine
Tentoonstelling „Het schip van 1600-1900”
J
IL-, I
I
K
i A
B r. /I
Z J
r /wnl
HAAGSCHE COURANT Zaterdag 23 Nov. 1940 TWEEDE BLAD
DE
OPPERBEVELHEBBER
VAN DE DUITSCHE WEER
MACHT.
GENERAAL- VELD
MAARSCHALK VON BRAU-
CHITSCH, BU DE MARINE
IN BRETAGNE. OP DE FOTO:
DE GENERAAL-VELDMAARr
VAART DOOR DE HAVEN
VAN LORIENT.
(Polygoon).
HIJ
FEUILLETON
(Nadruk verboden.)
een
Wordt vervolgd.)
geheel
DORPSSFEER IN HET HARTJE VAN ROTTERDAM. Het aardige Waalsche kerkje,
staande aan de z.g. Baan, dat thans geheel vrij ligt, geeft met de omringende oude
huisjes een bijna landelijken indruk. (Polygoon)
zij
aan
IN DEN NACHT VAN 15 NOVEMBER J.L. probeerden Engelsche bommenwerpers Berlijn met brisant- en brand
bommen aan te vallen. Voordat het den vliegtuigen gelukte, belangrijke schade aan te richten, wist de Duitsche
luchtafweer den aanval af te slaan. Drie .vliegtuigen werden boven de stad zelf, twee andere reeds van te voren
neergehaald. De resten van één der boven Berlijn neergeschoten machines. (Holland)
MAASTUNNELBOUW TE ROTTERDAM. Voor het eerst brengen wij een foto van de voetgangers-
en wielrijderstunnel in wording. Beneden in dezen koker zullen de voetgangers en boven het in bet
midden aangebrachte en op de foto zichtbare schot, zullen de wielrijders door de tunnel gaan.
(Polygoon)
HOOFDSTUK 27
Toen Hangen de dekens van zich af
wierp, was het buiten reeds
licht.
met bloed overdekte gestalte,
in haar 1
den grond lag.
Wat vreeselijk! stamelde Irene,
terwijl zij naast de doode neerknielde.
Het was Vischwa.
Irene Barlovius nam de reeds koude
handen van het meisje in de hare en
streek haar een lok uit het voorhoofd.
Hoe is dat gebeurd?
Wy weten het niet, antwoordde
kwam van beneden, stamelde
onverstaanbare woorden en
ineen.
bent
nietwaar?
Het heeft geen zin onze ongerust
heid onder stoelen of banken te steken.
De zaak lijkt mij zoo klaar als een
klontje. Dezelfde bende, die mijn kist
in brand stak en mijn beide metgezel
len gevangen nam, heeft zich nu ook
van den Hollander meester ge
maakt waarschijnlijk, omdat diens
nieuwsgierigheid hun niet gelegen
kwam.
Dat wil dus zeggen, dat Ali Mo
hammed...? I
Zij spelen allen onder één hoedje
de Maharadja, uw toegewijde lijfgar
de en die vérwenschte schavuiten,
die ons deze kool gestoofd hebben.
Met andere woorden: wij beiden,
u en ik...
één der omstanders fluisterend. Zij
een paar
zakte
IN AMSTERDAM DEED ST. NI
COLAAS OP WEL ZEER ONGE
WONE WIJZE ZIJN INTOCHT:
GEBRUIKTE DE
TRAP-TAX.
(Holland)
U verlangt nogal wat van mijn
fantasie! mopperde Been. Een half
uur, zegt u, moet die marteling du
ren? Ik hoop, dat ik het vóór dien tijd
niet afleg!
Weest u maar niet bang! Als u
dit labyrint eerst maar eens een
paar maal heen en terug hebt door
kruist, zult u er wel plezier in krij
gen! Opgepast! Nu maken we een
scherpe bocht. Haalt u het vooral niet
in uw hoofd rechtdoor te kruipen.
Zonder haar waarschuwing zou hij
er stellig geen moment aan hebben
gedacht van den rechten weg af te
wijken en eenige bijzondere aandacht
te schenken aan het gat, dat op het
pad uitmondde.
Eenigen tijd kropen zij nu zwijgend
achter elkander voort, waarbij Hans
Been er zorgvuldig voor waakte
Irene’s voet geen oogenblik los te la
ten.
Nu moet u opstaan! riep zij plot
seling.
Hij wilde onmiddellijk aan dit bevel
gevolg geven, maar daarbij kwam
zijn hoofd in onzachte aanraking met
de rotsen. Dat gaat niet! bromde
De jongeman rekte zich eens beha
gelijk uit en begon daarna, onder het
fluiten van een vlotten marsch, zijn
scheergereedschap uit te pakken, of
beter gezegd, het scheergereedschap
van dr. Been.
Of Been al terug zou zjjn? Stellig!
Vermoedelijk had hij op het oogenblik
Ali Mohammed al by zijn vestje.
Tjonge, dat was een behoorlijk
slaapje geweest! Nu was hij weer vol
komen fit en een tweeden keer zou hij
zich zeker niet meer zoo gemakkelijk
laten overbluffen.
Toen hij zich met zorg had gescho
ren, streek hij zich met iets van vol
doening langs zijn gladde kin.
Juffrouw Boyard!
Maar er kwam geen antwoord.
Nou, dan niet! Die gruwelijk ma-
tineuze menschen ook! Nooit zal ik
mij die slechte eigenschap aanwennen!
Hij was juist bezig zijn ietwat ver
wilderde coiffure weer een wat meer
Europeesch aanzien te geven, toen
Ellen Boyard de tent binnen trad.
Goeden morgen, juffrouw Bo
yard! Kijkt u mij eens goed aan!
Hebt u geen woord van bewondering
voor de metamorphose, welke er met
me heeft plaats gehad? Of kent u mij
misschien niet meer?
Haar gezicht bleef ernstig.
Hij is nog steeds niet terug!
De jongensachtige lach, waarmee
hy haar had aangezien, bestierf op
zijn gezicht. Ook hy was nu een en al
ernst.
Wat zegt u? Is dr. Been nog niet
terug? Dat wordt bedenkelijker!
IN HET SCHEEPVAARTMUSEUM TE AMSTERDAM WORDT EEN TENTOONSTELLING
GEHOUDEN „HET SCHIP VAN 16001900”. Een Enkhuizer beurtman
uit het jaar 1818. (Holland)
cidenten. Hij leek Been veel korter dan
het eerste deel van de onderneming.
Toen zy, na een afwezigheid van
twee uur, de werkplaats weer bereik
ten, bemerkten zij, dat er iets bijzon
ders moest zijn gebeurd.
Het werk lag stil. Hier en daar
stonden groepjes jonge menschen, op
gewonden gesticuleerend, maar de
meesten verdrongen zich in één der
hoeken om iets, dat daar blijkbaar op-
den grond lag.
Verschrikt trad Irene Barlovius na
der.
Wat is er aan de hand? Is er
iets gebeurd?
Niemand antwoordde haar. Met
hulpelooze, sombere gezichten weken
allen achteruit, zoodat zij door een
haag van menschen liep.
Daarop’ ontwaarde zy de levenlooze,
welke
volle lengte uitgestrekt, op
naast haar te wringen. Zij stonden nu
schouder aan schouder. Hij hief het
hoofd op.
Het was niets meer dan een nauwe
gleuf, maar hij begreep volkomen, dat
dit beetje licht dezen jongen men
schen, die de zon nooit zagen,
openbaring moest toeschynen.
Ik zie zelfs een paar sterren fon
kelen. Zeldzaam is dat! Ongelooflijk!
Dat hebben we op school al ge
leerd. Ik herinner me tenminste nog
wel, dat het voorbeeld van dien put
waaruit men zelfs op klaarlichten dag
de sterren kan zien, een geweldigen in
druk op mij maakte.
Ik kan het me gewoon niet voor
stellen hebt u al die plannen voor
dat gecompliceerde holensysteem zelf
ontworpen?
Wel neen! lachte ze. Wat u
zoo handig en geraffineerd lijkt, is
niets anders dan het resultaat van
onze onbekendheid met den -plaatse-
lijken toestand. Wij. hebben kris kras
rond gewoeld en net zoo lang gezocht
tot we tenslotte den goeden weg von
den.
Desondanks is het een buitenge
wone prestatie!
Wij hadden allen tijd. En de
jonge menschen waren blij dat zy ein
delijk werk en een doel hadden gevon
den. Geen enkele tegenslag vermocht
hen te ontmoedigen. Maar nu wordt
het tijd, dat wij den terugweg weer
aanvaarden. Laat u mij maar voor
gaan, maar voorzichtig alstublieft,
dat u mij niet op mijn hoofd trapt!
Ook de terugtocht verliep zonder in
lucht had gegeven.
Geleidelijk echter verkeerde zijn
ergernis in bewondering. Hoe kunstig
waren deze gaten aangebracht, welk
een geweldige prestatie om ze in den
harden rotswand te boren, welk een
overleg, geduld en toewijding waren
daarvoor noodig geweest!
De loodrechte schacht, waarin
thans, gebruik makend van de
weerszijden aangebrachte inkervingen,
naar boven klommen, boog tenslotte
naar links af en nu hoorde Been
steeds duidelijker een regelmatig ge
klop.
Een paar minuten later hield Irene
Barlovius stil om in het Hindostansch
eenige woorden te wisselen met
iemand, dien Been niet kon zien.
Wij zijn er! riep ze hem toe.
Als u nog wat opschuift en naast
me komt, kunt u een smalle streep
blauw van den hemel zien!
Hij drukte zich zoo dicht mogelijk
tegen den rotswand aan, waardoor er
nog juist genoeg ruimte was om zich
hij, haastig een verwensching, welke
hij op-de lippen had, inslikkend.
Jawel, probeert u het maan! U
was alleen maar een beetje te haas
tig.
Inderdaad bemerkte hij nu, dat hij
overeind kon staan en dat hem daar
door tevens de mogelijkheid werd ge
boden in een spleet, welke veel over
eenkomst vertoonde met een konijnen
hol, naar boven te klimmen. Hij volg
de haar voorbeeld, nadat hy door een
paar zeer onvriendelijke verwenschin-
gen aan zijn wanhoop en verbazing
-—Ja en het eigenaardige is, dat
onze brave Ali Mohammed sinds het
eerste ochtendgloren wél weer in het
kamp vertoeft. Ik heb hem heimelijk
gadegeslagen, maar niets aan hem
verraadt, dat hy een slecht geweten
heeft.
Ik zal dien vriend direct eens aan
den tand voelen!
Ellen Boyard trad wat dichter op
hem toe.
Ik maak mjj ernstig ongerust
over Been. Denkt u, dat hem wat kan
zyn overkomen?
Wel neen! trachtte Hangen haar
gerust te stellen. Hm, als ik maar
wist, waar hij...
U bent dus toch ook bezorgd,
SCHALK BIJ EEN ROND-
I
i
f I
O
33
S -S'W;
B. 1 ga